LEI 1)80 H DAGBLAD. N°. 7609. Zaterdag 6 December. A0. 1884. SINT-NICOLAAS. C%;a, PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden.1.10. Franco per post.1.40. Afzonderlijke Nommers.0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PBIJS DER ADVERTENTIE!*: Van 1regels 1.05. Iedere regel meer 0.17-4. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor ket incasseer ren buiten de stad wordt 0.10 berekend. Hoe popelen de harten der kleinen van "blijd schap, als de tijd nadert, dat de goede Sint z:ch aan hen niet onbetuigd laat. Zij spreken met ver rukking van de geschenkjes die zij vorige jaren on t- vingen en daar zij bet weten dat do goede Sint hen nog altijd genegen blijft, vertrouwen zij vasr dat hij hen ook dit jaar niet vergeten cal. Waren zij eens et out, dan stak moeder den wijs vinger op en zei hun, dat zij het aan Sinterklaas zou vertellon, maer dadelijk kwamen zij berouwvol tot haar en beloofden voortaan zoet 'ie zijn en ver zochten haar hun stoutheid niet aan Sinterklaas te verklappen. Nauwelijks had cij het gezegd dat zij het niet doen zon, of hun gezichtjes teekenden de blijdschap, die zij gevoelden. Zij weten het dat de goede Sint niet van stoute kinderen houdt od, om hen te kastijden, een gard rijdt in plaats van al de zoetigheden, waarop hij de lieve kleinen -onthaalr. Wie van ben geen woord houdt, moet het maar ondervinden, dat hij geen vriend is van luie, stoute kinderen en toezien dat hij hen niet beschenkt. Dat ondervond de lange slnngel Flip, door Jan Steen ook cp -s-rjn doek, dat een Sinterirlaas-too- neeltje vooretelt, geconterfeit, die niet deed wat sseeder van hem wilde en in plaats vac vlijtig en gehoorzaam, steeds lui en cngezeglijk was. Hij kreeg niets van al de versnaperingen, waarop zijn broertjes en zusjes door den goeden Sint werden onthaald; toch zag hij iets ook voor hem neerge legd, maar waarmee hij nn niet erg ingenomen -was H was de gard, die vader en moeder moesten ge bruiken om hem een gehoorzame jongen te doen worden, 'fc Was de veraanschouwelijking der wijze Jee van vader Cats: 't-rzjske meet men buigen terwijl het jong i6, waarbjj de gevolgen van luiheid en vlijt zichtbaar werden in de gard voor den eenen en de lekkernijen voor de anderen. Telken jare komt de goede Sint weerom en zijne komst kweekt bij alle lieve kinderen, evenals in de dagon van ooids, oen blijde «temming. .Zij allen weten het - althans hue ouders hebben hun ver teld, - dat hij den avond van eten 5den Bec. door stad en dorp rijdt met cijn knecht over de daken en 'hem door de schocrsteenec de klon^pjes of schceatjes laat vollen, die de kleinen daar hebbec neergezet met wat hooi er in voor zijn paard. Vroeg, heel vroeg gaan ce ter ruste: -niemand van hen wil opblijven. Toch slapen ze niet dadelijk ia. Ze zijn zoo vervuld van de komende dingen dat zij den slaap niet kunnen vatten. Eindelijk wordt Klaas Yaak hun de baas. Hij sluit hun de oogjes, maar ze droomen in den slaap van den goeden Sint, hoe hij ook hen niet vergeet. Ze worden weder wakker, maar het stikdonker van den nacht doet hen te bed blijven en weldra slapen ze weder in. Nauwe lijks begint de morgenschemering, of ze ontwaken weder en kunnen nu niet langer te bed blijven, maar nieuwsgierig als zo zijn, wat do goede Sint voor hen heeft gebracht, sluipen ze, op bloote voetjes niet zelden, naar hun schoentjes of klompjes, waarin ^j verwachten dat bij iets voor hen heeft gereden. Ja, hun verwachting is niet ijdel geweest. Blijde zingen ze een of ander liedje, dat moeder of de school juffrouw hun geleerd heeft, en komen vol verruk king over hetgeen zij gelooven dat de goede Sint hun heeft geschonken, in beide handjes, naar do slaapplaats hunner ouders en zoo deze al niet wak ker werden door hun gestommel, ontwaken zij nu door het vroolijke gezang ter eere van den goeden kindervriend. Hun ontwaken is een blij ontwaken. De vreugde hunner kinderen deelt zich aau hen mede en gedachtig aan den tijd dat ook zij door den goeden Sint zoo verblijd werden, stemmen zij het volmondig toe, dat het Sint-Nicolaasfeest een blij feest is voor hunne en andere kinderen. "Va a huis tot huis klinkt toch het blij geschal van ver heugde kinderharten. De eene kreeg wel meer dao de andere, maar ook de armste is blij, al heeft h j slechts één klaaskoekje. Die blijdschap doet ook hf-t hart der arme moeder goed. Zij gevoelt evenzeer als de rijke moeder, wat een genot kindervreugde is eu gaf de Sint haar kinderen niet zooveel of niet zoo kostbaars, zij is niettemin blij dat haar jongste kindoren mot weinig tevreden zijn. O, welk een genet is '4 voor haar als haar kinderen bij meer beweldadigde buren ook nog iets ontvangen van hetgeen de goede Sint daar gebracht heeft. Kijk, zoo'n Sinterklaasfeest is een welkome gelegenheid cca blij te maken. Wij kunnen het daarom begrijpeD, dat n, mevrouw, er genoegen in vindt die koste lijke gelegenheid niet ongebruikt te doen voorbij gaan, maar ook de arme vrouw door uwe goed heid verblijdt, en wat u voor hare kinderen doet, vergeet zij nooit. Zie het aan hare tevreden blikkeü. 't Is niet enkel de gave, maar de genegenheid die daaruit spreekt, welke haar goed doet, en een bc- wije dat ook de rijk gefortuneerde een hart heeft dat warm klopt voor de arme. Dat ontneemt aan 't hart de verzuchting dat zij op Sint-Nico!aa9dag hear lieve kleinen niet zoozeer -kan verblijden als zij wel zou wenochen, maar waartoe do middelen ontbreken. Een goede gedachte is het daarom ook van kin dervrienden op scholen voor miiH of onvermogenden £eu kinderen met SiniarLliu.0 sonige versnaperingen uit te reiken, 't Doet hon edel harte zelfs goed, als zij zien hoe -blijde de kinderen zijn, als zij wat van den goeden Sint daar ontvangen, en hoe ver aougd sij zich huiswaarts spoeden, om hun ouders te laten zien, wat zij gekregen hebben, en deze zijn blijde met hun kinderen en prijzen den tegenwoor- digen tijd, waarin zoo aan hunno kleinen .gedacht wordt. Ja, wij vinden het evenseer eene goede gedachte dat ook op scholeD, waar naast de kinderen der en- of minvermogenden ook die der meergegoeden plaats nemen, de Sint verschijnt en hun allen iets uitreikt naar de mate zij zich in een jaar door vlijt en gehcGrzaamheid hebben 'Onderscheiden. Tot een schoolfeest leent zich de Êinterklaasdag bij uit nemendheid, omdat de goede Sint zalf een kinder- vriond is on zijne vreugde er in vond jonge hinde ren blijde te maken. Doch niet alleen ten pleiziere van kinderen, ook voor jeugdige paren biodt do Sinterklaas eene wel kome gelegenheid om elkaar blijde te maken door surprises te eenden, waarvoor in zoo menige Sint- Nicolaas-étalage, die de bewondering der voorbij- gangers wekt, een rijke keus voorhanden is. Zoo brengt deze tijd van 'fc jaar weer het zijne bf) om bedrijvigheid te bevorderen en menigen winkelier eene aardige winst te bezorgen. Waar vrengdo en verdienste gepaard gaan, kan 't dan ook niet verwonderen, dat alle pogingen, die vroeger al zijn aangewend, om dezen blijden dag ongemerkt te doen voorbijgaan, schipbreuk hebben geleden. Wij komen er rond vooruit, dat wjj ons daarom verblijden, omdat het zoo goed is en het harte zoo streelt blijde gezichten rondom ons te zien. Eene gelegenheid daarvoor te minder zou waarlijk eec verlies zijn. LEIDEN, 5 December. Het was hedenmorgen een droeve tocht naar het graf. Dat kon men vooral hun aanzien die zich reeds tijdig op den doodenakker aan de Groenesteeg hadden veresnigd, om niet alleen getuigen te zijn van, maar ook deel te nemen in de plechtigheid welke er binnen eenige stonden zou worden vol bracht. Zy waren velen, die vrienden, vriendinnen, leer lingen, vereerders van wijlen mej. Anna Schulz- Lessig, wier stoffelijk overschot aan de aarde zou worden toevertrouwd. Zij vormden een breeden,. met weemoed vervulden kring om het geopende graf. Gure hagel- en regenbuien en hevige wind vlagen maakten het indrukwekkende oogenblik nog aangrijpender. Toen de onder acht kostbare kransen als bedol ven kist was neergelaten, trad jhr. J. C. Rappard, president van de Leidache Maatschappij voor Toon kunst, naar voren, om de tolk te zijn van de gevoelen» die hem, zijn medecommissarissen, het personeel van leeraren, leeraressen enz. vervulden bij het zoo groote verlies, dat de Muziekschool in het overlijden van haar, die nu de laatste eer werd bewezen, had geleden. Allen kenden haar misschien beter dan spreker zelf, maar toch gevoelde hij behoefte te dezer plaatse uit te storten waarvan zijn harte vervuld was; want mej. Schulz-Lessig was niet alleen eene onderwij zeres die men om hare bekwaamheden hoogachtte, zij had zich ook tot aller vriendin gemaakt om hare vriendelijkheid en minzamen omgang, niet het minst met hare leerlingen, die thans treurend stonden aan haar gjaf. Maar ook op het hoogere gebied der kunst had zij zich weten te onderscheiden en leeren waardeeren. Hare deugden waren vele: haar heen gaan is er dos te treffender om en zal nog lang gevoeld wordeDmaar ook hare nagedachtenis zaï er bij allen door in eere blijven. Zij ruste zacht 1 Vervolgens was bet den heer J. A. Van Dijk, directeur der Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen, eene behoefte nog eenige oogen- blikken aan de geopende groeve te verwijlen om voor zich en zijne kweekelingen een woord van hulde en dankbare waardeering aan de nagedach tenis der geliefde onderwijzeres te wijden. Toen de wet op het lager onderwijs bepaald! had, dat zij, die aan eene kweekschool gevormd zouden worden, ook eene muzikale vorming moesten ontvangen, toen was de keuze niet twijfelachtig;de voorrang werd door geene harer zusters aan mej. Schnlz-Lessig betwist. De uitkomst heeft bewezen dat de Regeering eene goede keuze had gedaan. Met veel geduld, met veel toewijding, met veel talent en vooral met veel liefde heeft de overledene hare taak volbracht. Als eene oudere zuster ging zij met de meisjes om. Aller hart wist zij te winnen. Hiervan getnigdede smart, die allen gevoelden, bij de vreeselijke tijding van haar plotseling sterven. Werkelijk vond zij haren lust ook in de eenvoudigste lessen. Een heerlijk genot was hot voor haar de eerste schreden der aanvangsterg op hot moeilijke pad der kunst te leiden, een heerlijk genot haar van stap tot stap vooruit te breDgen en te leiden tot het rein genot, dat de kunst schen ken kan. Hoe eenvoudig en schijnbaar eeotonig dat werk moge wezen, het heeft zijne groote waarde, zijne poëzie, voor wie het met toewijding volbrengt. Onderwijs is ook opvoeding en als onderwijs geen opvoeding is, dan is het ook geen onderwijs, maar africhting. En daartoe heefc onze Anna Schulz zich nooit geleend. Vaardigheid was voor haar middel, aesthetisch genot wa3 immer haar doel. Veel heeft zij voor het onderwijs gedaaD, maar ook ten aanzien van de kunst heeft zij steeds hare taak breed opgevat. Hare heerlijke gaven heeft zij tot een schoon talent ontwikkeld, onder de beste leiding die haar te beurt bad kunnen vallen. Meer malen heeft zij in ons midden proeven van dit talent gegeven, ons verplaatst in de hooge en reioe sferen en ons gemoed met de edelste gewaarwor dingen vervuld. Kwam zij tot ons als eene kunstenares van groots bekwaamheid, als eene onderwijzeres, die echt methodisch gevormd was, hare verdere ontwikkeling heeft zij voor het grootste gedeelte te danken aan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1884 | | pagina 1