wier uitgebreidheid inderdaad de perken te buiten ging. Die machinist werd in genoemde berichten voorgesteld als behoorende tot den Rijnlandschen stoomtram (Leiden—Katwijk), doch werkelijk blijkt dat hij in dienst was bij den Noord-Zuid-Holland- schen stoomtram (Leiden—Haarlem). De arr.-rechtban k, 2de Kamer, te Am sterdam gaf dezer dagen eene niet onbelangrijke beslissing, welke door de Amsterdamsche bladen als volgt wordt medegedeeld: Men herinnert zich ongetwijfeld nog de storm achtige vergaderingen der onlangs ontbondeo Noord- Zuid-Hollandsche Stoomtramweg-Maatschappij, zoo wel te Hillegom als te Amsterdam gehouden, welke eindigden met het aftreden van het oude en het optreden van een nieuw bestuur. Tot de eerste daden van dit nieuwe bestuur behoorde het ver- leenen van niet eervol ontslag aan den directeur en het besluit om van de oprichters der Maatschappij eene bijbetaling te vorderen van 15 pet. over hunne participatie in het kapitaal, l/s van j 800,000, of f 160,000, op grond dat door hen voor hunne aan- deelen slechts 85 pet aan de vennootschap zou zijn betaald, niettegenstaande, volgens de statuten, geene uitgifte beneden pari mocht geschieden. Twee der oprichters, slechts een geriDg aantal aandeelen vertegenwoordigende, betaalden het gevorderde vrij willig. De groote meerderheid echter weigerde. Yan daar eene procedure, aanvankelijk slechts in gesteld tegen één der participanten, den heer Abr. De Boneditty, lid der firma De Beneditty Beer, bankiers te Amsterdam, tot bijstorting van 15 pet. over 33 aandeelen van f 1000 en alzoo van een be drag van f 4950. Deze vordering was o. a. gegrond op de stelling, dat den gedaagde onverplicht en onver schuldigd aandeelen in blanco waren afgegeven, ondanks niet-integrale storting. Yan do zijde des gedaagden werd do juistheid van dat beweren be twist, op grond dat de eischende vennootschap niets van hem te vorderen had, daar hij al zijne verplichtingen tegenover haar stipt en volledig had vervuld. De eischerease nochthans handhaafde hare positie en legde ten slotte den gedaagde den beslissenden eed op, „dat het niet waar was, dat hem, gedaagde, door of vanwege de eischende vennootschap 33 aandeelen in blanco waren ver strekt, en dat hij haar daarvoor 28,058 (of min der) had betaald." Togen dit eedsformulier kwam de gedaagde op, daar het in geen enkel opzicht litis-decisoir was. In stede van zuiver te loopen over de strijdpunten, die partijen verdeeld hielden, bevatte het twee ioevoegselen (door of vanwege) en (of minder) waardoor de opgedragen eed even zwevend als dubbelzinnig werd. Overigons behield de gedaagde zich het recht voor, dien eventueel terug te wijzen. Nadat de eischeresse bij de gegrondheid en recht matigheid van den opgedragen eed tegenover de bedenkingen des gedaagden had gepersisteerd, von den 1 September de pleidooien plaats en werden de vooropgezette stellingen, over en weer, breed voerig toegelicht en verdedigd. De gedaagde dead daaruit uitkomeD, hoe het ge- heele aandeelenkapitaal indertijd door een syndicaat was genomen, hetwelk het bedrag daarvau in de kas der Maatschappij had gestorthoe dit syndicaat vervolgens de aandeelen had uitgegeven en niet de Maatschappij, zoodat van te weinig betaling aan deze wel nimmer sprake kon zijn. Hij deed een beroep op de boeken der Maatschappij, waaruit kon blijken, dat het volle kapitaal door het bankiers consortium aan de eischende Maatschappij was uit betaald en op eene finale kwijting en décharge, van de Maatschappij zelve afkomstig. Daarentegen deed de eischeresse uikomen, hoe bij de eigenaardige wijze, waarop zij was tot stand gekomen, dit beroep slechts luttele beteekenis had hoe boeking noch décharge, gesteld het beweren te dien opzichte ware juist, waarde hadden en de ge daagde in elk geval als oprichter tegenover de eischende Maatschappij, ook volgens de wet, tot betaling van de volle 100 pc. verplicht was, het geen de eischeresse volhield, dat in casu niet was geschied. Da rechtbank evenwel vereenigde zich bij hare uitspraak met het gevoelen van den gedaagde, ver klaarde den door de eischeresse opgedragen eed, met het oog op do toegevoegde woordeD, als zwevend en dubbelzinnig, niet beslissend, en vermits overigens geènerlei ander bewijs was aangeboden of geleverd, ontzegde zij aan de eischeresse do door haar inge stelde rechtsvordering. Per telegraaf ontvingen we reeds het bericht dat het stoomschip „Maasdam1' in brand 8taande was gepasseerd. De directie der „Nederlandsche Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij" ontving dienaangaande het volgende telegram van de agenten der „Norö- deutsche Lloyd" te Southampton: „De gezagvoerder van het stoomschip „Oder", van Nieuw-York naar Bremen, heden hier aange komen, rapporteert den 25sten October op 49° NBr. en 27° WL. het stoomschip „Maasdam" in brand staande aangetroffen te hebben. De masten waren overboord, maar de schoorsteen stond nog dikke rook steeg uit het ruim. Er was niemand aan boord te ontdekken." De „Maasdam", kapt. Yan der Zee, is 18 Oct. uit Maassluis vertrokken naar Nieuw-York, en 20 Oct. Lizard gepasseerd. Als passagiers maakten de reis mede, de heeren: J. C. Rijfsnijder, A. F. C. O. Brunings, Anton Mericourt en Alfr. Ber nard, mevr. Clara Schott en zuigeling, benevens 135 lusschendekspassagiers. Gemeld stoomschip is gebouwd in 1872, heeft 1400 paardekracht en is groot 1735 tonnen. Do ramp is gebeurd in deö Atlautiscben Oceaan, en in den gewonen koers der stoomschepen naar Amerika bestemd. Toen de boot werd aangetroffen had ze zeven dagen reis en was ze dus nog niet ver van de Europeesche kust verwijderd. Met het oog op de drukke vaart van stoomschepen op die lijn, is het meer dan waarschijnlijk dat de opvaren den door een of ander stoomschip zijn gered. INGEZONDEN. Xog eens de Leidsche I&aasninrkt. Wijnbeer de Redacteur Het is thans van algemeene bekendheid dat het besluit, om onze kaasmarkt op V r ij d a g te stellen, is genomen op raad van eenige heeren kaaskoopers en van eenige heeren leden van onze Maatschappij van Landbouw. Mij dunkt, het mo9t voor het gevoel van die heeren niet prettig zijn, iedere week te ervaren, dat zij in deze slechte raadgevers zijn geweest. Het oude tbema toch: markten laten zich niet dwingen, hoeft sinds lang uitgediend. Of er de hoeren kaaskoopers zwijg ik, maar dat die heeren van den landbouw den raad hebben kunnen geven, om de kaasmarkt met onze vee markt te doen samenvallen, gaat mijn begrip te boven. Die heeren toch moesten, zij konden het ten minste wetc-n, dat de boer, die op de hoogte der vee-prijzen moet blijven, aan geen kaasmarkt de veemarkt kan opofferen. Mocht het plan tot promie-uitloving daadzaak wordeü, dan gaat men aan de veemarkt ontnemen, wat men aan de kaasmarkt g83ft en dat is kwaad. Onlangs raakte ik verzeild onder eenige heeren kaaskoopers, zoo van hier als van elders. Na eenige woordenwisseling vroeg ik: „Hoe laat is te Bodegrave, bij een aanvoer van twee- a driehonderd wagenvrachten, de kaasmarkt afgeloopen „Op zijn allerlaatst 's middags te 12 uren." „En als bier in Leiden eens een aanvoer van 2- a 3-honderd wagenvrachten kwam, hoe laat zou dan hier die markt geëindigd zijn?" „Dat zou niet alleen nachtwerk wordeD, maar de laatste boer zou zich nog moeten haasten, om den volgenden morgen tegen melkenstijd thuis te zijn." „Deugt dan in Leiden de Waaginrichting niet?" „Met het oog op de kaasmarkt is er te weinig gelegenheid om te wegen en er zijn hier aan de waag te veel tegenstrijdige belangen." Ik had genoeg gehoord. Onze Koornbeur8 staat daar zes dagen van de week als een onnut menbelstuk; hoe gemakkelijk hadde men eeD, twee of meer hoeken in die beurs tot hulp-waag kunnen inrichten. Eene hulp-waag vlak bij, of in het hart der kaasmarktzeldzaam schoone gelegenheid voor den handel, die boer en koopman om strijd zou hebben aangetrokken. Op niets van dien aard schijnt mon te hebben gewezen. Waarlijk, er bestaat voor ons Leidenaars niet de micste roden, om aan de heereD, die bij de oprichting onzer kaasmarkt tot raadgevers hebben gediend, den triomf hunner adviezen te benijden. De winter komt, en daarmede de stilstand. Wie waet wat een volgend voorjaar ons brengt! Mat dankzegging enz. Llidsn, 25 Oct. 1884. J. H. Jansen. Uitslag der verkiezingen voor de Tweede Kamer. [De letters achter de namen duiden aan dat de bedoelde personen candidaat waren gesteld: A. R. door de Anti-Revolutionairen, C. door de Conserva tieven, K. door de Katholieken en L. door de Liberalen.] Leiden. Aftredende Leden: J. H. Donner (A. R.); O. baron Yan Wassenaer van Catwijck (A. R.). Uitgebracht 2406 stemmen, waarvan van onwaarde werden verklaard 17, zoodat het aantal geldige 6temmen 2389 bedroeg en de volstrekte meerder heid 1195. Herkozen zijn de heeren Van WasseDaer met 1522 en Donner met 1511 stemmen. Op den heer D. Hartevelt (L.) waren 852 en op den heer J. Van der Breggen Az. (L.) 869 stemmeu uitge bracht, en op verschillende personen 14. Haarlemmermeer. Aftredend Lid: Mr. F. J. M. A. Reekers (K.) Uitgebracht 1206, geldig 1201 stemmen. Herkozen Mr. F. J. M. A. Reekers (K.) met 625. Mr. D. Visser Van Hazerswoude (L.) verkreeg 377 en W. Hovy (A. R.) 197 steramen. Arnhem. Aftredende Leden: Ph. W. Yan der Sleyden (L.); A. baron Schimmelpenninck van der Oije (A. R.). Geldig 3074 stemmen. Uitgebracht zijn op Van der Sleyden 1549, W. Rooseboom (L.) 1529, baron Schimmelpenninck Van der Oye 1536 en Mr. W. G. baron Brantsen Van de Zijp (A.) 1499 stemmen. Gekozen is dus Van der Sleyden en herstemming moet plaats hebben tusschen Rooseboom en baron Schimmelpenninck. Breda. Aftredende LedenDr. H. J. A. M. Schaepman (K Mr. H. A. Des Amorie van dor Hoeven (K.). Uitgebracht 2395 stemmen waarvan geldig 2366. Gekozen Schaepman mot 1951 en Van der Hoeven met 1934 stemmen. J. C. C. Den Beer Poortugaal (L.) had er 392 en R. A. J. Kallenberg van den Bosch (L.) 390. Amsterdam. Aftredende Leden: A. Gilderaeester (L.); Mr. J. P. R. Tak van Poortvliet (L.); Jhr. H. O. Wickers (L.); Mr. H, J. Kist (L.); Mr. J. G. Gleichman (L) J. Dirks (L.); Jhr. Mr. J. W. H Rutgers van Rozenburg (L Geldige stemmen 3409. GekozenJhr. Mr. J. W. H. Rutgers van Rozenburg (L.) met 2497. J. Dirks (L.) met 2470, A. Gildemeesfcer (L.) mot 2398, Mr. H. J. Kist (L.) mot 2365, J. F. Oremer (Lmet 2346, Mr. W. H. De Beaufort (Lmet 2316 en Mr. J. G. Gleichman (Lmet 1S90 stemmen. Voorts verkregen Mr. J. P. R. Tak Van Poort vliet (L.) 1085, W. Hovy (A. R.) 834, J. C. Fabius (A. R.) 810, Mr. A. F. De Savornin Lohman (A. R.) 782, Mr. A. W. Van Beeck Cal- koen (A. R.) 776, Prof. De Geer (A. R) 767, Mr. J. J. W. Van den Biesen (K.) 612, Mr. J. A. N. Travaglino (K.) 598, H. W. Van Marie (A. R.) 332, baron Van den Borch (A. R.) 316 en Jhr. Wichers (L.) 273 st. Appinaedam. Aftredende Leden: Mr. D. De Ruiter Zijlker (L.); J. Schepel (L.). Geldig 2003. Gekozen J. Schepel (L.) met 1349 en Mr. D. De Ruiter Zylker (L.) met 1334 stemmen. Lohman A. R.) had 646 en J. Nederhoed (A. R.) 642 stemmen. Zuffen. Aftredende Leden: Mr. W. baron Van Iieeckeren van Keil (L.); Mr. W. G. baron Brantsen Van de Zijp (A. R.). Geldig 3077. Gekozen Mr. W. G. baron Brantsen Van de Zijp (A. R.) met 1545. Herstemming tus schen Mr. S. M. S. De Ranitz (L.) met 1530 en prof. De Geer (A. R.) mot 1508 stemmen. Maastricht. Aftredende Leden: Mr. W. G. Straetraans (K.); Jhr. Mr. G. Ruys van Beerenbroek (K Uitgebracht 1210 geldige stemmeD. Herkozen Ruys met 1024 en Straetmane n et 1026 stemmen In blanco 128. Itcenwljk. Aftredend LidG. H. Th. a Tb. Van der Hoop (A. R.) Geldig uitgebracht 1300 stemmen. Herkozen Van der Hoop met 719 stemmen. Op Mr. A. J. Dijck- mee8fer (L.) waron er 574 uitgebracht. Groningen. Aftredend Lid: Mr. S. Van Houten (L.). Uitgebracht 1009 stemmen. Herkozen Van Houten met 527 steramen. Prof. Mr. P. W. A. Cort Van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1884 | | pagina 2