LEIDSCH tóf DAGBLAD.
Eerste Blad.
N°. 7545. Maandag 22 September. A°. 1884.
PRIJS DEZER COURANT:
▼oor Leideu per 8 maanden1.10.
franco per post1.40.
Afzonderlijke Hommers.0.05.
Dit uommer bestaat uit TWEE BLADEN.
Bij dit nommer van het Leidsch Dagblad
behoort voor de inteekenaren daarop hel
officieel Verslag der Handelingen van den
Gemeenteraad: zitting van Donderdag den
11 den September, bladz. 57 tot 60.
Een causerietje over varkens.
Het geschiedde in de dagen, toen de negentiende
eeuw bezig was hot vier en tachtigste van zijn
honderdste parten ten einde te brengen dat er in
onze eerste handelshaven een schip aankwam uit
Insulinde, hebbende aan boord.een varken.
Met een welbehaaglijk geknor begroette de bor-
stelharige viervoeter don hem onbekenden bodem,
zonder zich veel te bekommeren over zijne toekomst.
Reeds stond hij gereed, den poot aan wal tozetteD.
Halt! - zei men tot den schipper. Dat beest mag
niet ingevoerd worden zonder een bewijs van af
komstig te zijn nit een streek waar geen besmet
telijke ziekte heerscht.
Op Java weet men van geen varkensziekte.
Best, - hebt ge daar een schriftelijk bewijs van
't Beest zelf is mijn bewijs. Kijk eens, honderd
dagen is hij aan boord geweest, vroolijk en wel.
Geen ander varken heeft hem gezelschap gehouden.
Hoe zou het nu ziek kunnen zijn?
'tDoet er niet toe. Aan boord blijven tot wij van
den Commissaris des Konings verlof hebben.
Nu werd er geschreven wat, dat is ons oubekend.
't Was een ernstig geval, en missive op missive
werd gewisseld, ook nu en dan een telegram. Het
Varken bleef bedaard in zijn kooi zitten, en lachte
wat om de dwaasheid dor menschen die om hom
zooveel drukte maakten. Eindelijk sloeg ook voor
hem hot uur der verlossing.
't I» waarlijk eene zeldzaamheid, dat van een
varken zooveel notitie wordt genomen. Zijn rol in
de dieren-maatschappij is ni6t van de schitterendste.
Toch zouden wij wenschen dat het anders ware.
Wie heeft op de landbouwtentoonstelling de var-
va kens van de Koningin van Engeland gezien 'fc Leken
wel vot-toun6n op vier kleine paaltjes, met een
j leelijk kopje dat bijna in de schouders was weg
gezonken. Indrukwekkend van vormloosheid. Of
zoo'n beest zelf vindt dat het een pleizierig leven
heeft, gelooven we niet.
Maar een varken, zegt men, is niet voor zijn
pleizier op de wereld. Hij is bestemd, - voor zijn
doen eene grootsche bestemming! - om een belangrijk
deel uit te maken van de volksvoeding. Jammer
maar dat in onze dagen van schrale werkmans-
loonen een stukje spek voor zoo velen een artikel
van weelde is.
Zou daarin verbetering te brengen zijn, als onze
landbouwers eens wat meer aandacht wijdden aan
de cultuar der borstelige huisdieren? Op enkele
uitzonderingen na, hebben onze varkens op do ten
toonstelling een pover figuur gemaakt. Het ras
gaat achteruit zegt men. En wanneer we alle jaren
lezen, hoeveel honderden er aan de „ziekte sneu
velden, dan zouden we het wel moeten geloovon ook.
Hot varken is de verschoppeling onder de be-
woners der boerderij. Zijne woning is een nauw en
vuil hok. Zijn voedsel bestaat uit afval. Aan de
reinheid van zijn drinkwater wordt volstrekt niet
gedacht. Als iemand den boor aanried, zijne varkens
nu en dan te laten wasschen en roskammen, zou
hij worden uitgelachen. Verbeeld u, een roskam op
een varkensrug!
En toch gelden ook voor eoj varken de wetten
der gezondheidsleer. Het is noodig te weten, onder
welke voorwaarden hij gezond kan blijven en groeien.
Deze Coarant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
Voorts achten wij het wel de moeite waard eens
ua te gaan, of ons varkonsras, over welks achter
uitgang wordt geklaagd, ook door kruising met
andere rassen veredeld zou kunnen worden, zoodat
we een soort kregen, flink bestand tegen den in
vloed van ons wispelturig klimaat Eindelijk vinden
wij het zeer wenschelijk maatregelen te beramen
om de groote sterfte, vooral onder do halfvolwassen
dieren, door preventieve middelen te beperken.
Dat, bij de verbetering van onzen veestapel, de
koeien het eerst aan de beurt lagen, spreekt van
zelf, en onze landbouwers hebben er eer van dat
zij de theorie, door do mannen van wetenschap
aangeboden, zoo uitstekend in praktijk brachten.
Maar nu vragen we ook een beetje belangstelling
voor die arme paria's onzer landbouw fauna, dat
dezelfde beoefenaars der wetenschap ook over dit
gebied van de landhuishoudkunde hun licht eens
doon opgaan.
We zouden het als een gelukkig verschijnsel
aanteekenen, als de aankweeking van varkens eene
zoodanige uitbreiding kreeg, dat bij matige prijzen
nog goede wiost te maken ware. Onze werklieden
zijn maar al te veel gedwongen vegetarianoneen
stukje spek bij het middagmaal zou hun niet te
onpas komen. Wij gelooven dat er een groot aantal
politieke, économische en philosophische vraagstuk
ken zijn, die in belangrijkheid voor deze quaestie
moeten onderdoen.
Wij vragen alzoo, - en misschien weet het be
stuur van onze Hollandscbe Maatschappij van Land
bouw er wel raad op, -
1°. Een nauwkeurig onderzoek naar den toestand
van do varkens-cultuur, bij vocrkêdi- ia Noord- en
Zuid-Holland.
2°. Een beknopt geschrift, waarin wordt aange-
geven, door welko middelen, - kruising van rassen,
zindelijke stalling, zorg voor reinheid, geschikt
voedsel, preventieve gezondheidsmaatregelen, - deze
cultuur bevorderd kan worden.
3°. Over vier of vijf jaar eene nationale tentoon
stelling, onkel van varkens, en wat op de fokkerij
dezer dieren betrekking heeft.
LSIDEtf, 20 September.
Heden is aan do Hoogeschool alhier, de heer
L. P. C. Luijter, civiel ingenieur, gob. te Vrijenban,
bevorderd tot doctor in de wis- en natuurkunde
mot acad. proofs, get.: „Theorie der godcoltehjke
differentiaal vergelijkingon van de eerste orde"; -
en de heer A. Kluy ver, geb. te Koog aan den Zaan,
tot doctor in do Nederl. Letterkunde, met acad.
proefs. get.: „Proeve eener critiek op het woorden
boek van Kiliaan."
Hedenmorgen is alhier voor het front der
troep door den kapitein Van Lelyveld de bronzei
medaille voor 12-jarigen trouwen dienst op plechtige
wijze, mot een zeer waardeerende toespraak, uit
gereikt aan den wachtmeester der 5do batterij
H. F. Ostermeyer.
Do Militaire Strafgevangenis nabij Leiden had
in het vorig jaar eeno afwisselende bevolking van
397 manneD. Op 31 December waren aanwezig 24G
mannen.
Door het Nederlandsch Genootschap tot zedelijke
verbetering der gevangenen werd aan 56 ontslagenen
hulp verleend. Hiervan werden een zestal begiftigd,
hetzij met gereedschap tot uitoefening van hun be
roep of bedrijf, hetzij met artikelen, waardoor zij
in staat waren hun handel of nering voort te zetteD.
Voor 10 andoren werd kleeding aangekocht, terwijl
40 personen kleine giften ontvingen, waarmede zij
hunue reis- en verblijfkosten konden bestrijden of
in de allernoodigste behoeften, gedurendo den tijd,
dien zij tijdelijk zonder werk waren, konden voorzien.
Onder deze ondersteunden waren enkelo onde
bekenden, die op fatsoenlijke wijze in hun onderhoud
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Ven 16 regels 1.05. ledero me«r 0.17A
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het ioctMM-
ren buiten de stad wordt f 0.10 berekend.
trachtten te voorzien, maar nog te dikwijls door
groote zorgen gekweld werden, om niet nu en dan
eene kleine ondersteuning noodig te hebben. Van
de meeste ondersteunden werd later niets meer ver
nomen en waar het tegendeel gebeurde, daar bleek
het meestal, dat zij het in hen gestelde vertrouwen
haddon teleurgesteld. Slechts enkelen ging het op
op den duur goed.
Nog verdient het volgende te worden vermeldt
J. J., in 1875 wegens feitelijke insubordinatie
tot 10 jaren kruiwagenstraf veroordeeld, verliet, na
bekomen afslag, op 7 September 1883 de Militaire
Strafgevangenis, waarin hij als magazijnknecht was
werkzaam geweest en zich zeer onderscheiden had.
Hij wilde na zijn ontslag naar Indië vertrekken,
waar hij gegronde verwachtingen had nog goed te
kunnen vooruitkomen. Daar zijn uitgaanskas ODge-
veer f 240 bedroeg, meende hij, wanneer daarbij
nog een f 200 gevoegd werd, den overtocht te kan
nen aanvaarden. Op aanbeveling van den directeur
en van den predikant in de Militaire Strafgevan
genis werd daarop eene subsidie bij het Hoofdbestuur
aangevraagd ea verkregen. Voor ziju vertrek ging
bij echter zijne familieleden in Friesland opzoeken
en werd door dezen op zulk eene voldoende wijze
voortgeholpen, dat hij van zijn voornemen om naar
Iadië te gaan, afzag, waarop onze Afdeeling het
nog onder hare berusting zijnde bedrag van f 150
aan het Hoofdbestuur restitueerde.
Van een persoon, ia 1882 met zijn gezin naar
Amerika geholpen, werd onlangs bij een der leden
van het Bestuur der Leidsche Afdeeling een brief
ontvangen, waarin hij meldt dat het hem en zijn
gezin vrij voorspoedig gaat.
Aan de hier gevestigde Afdeeling met 97 leden
werden toegevoegd twee correspondentschappen
van de opgeheven Afdeeling Woerden, namelijk
Zwammerdam en Boskoop.
Voor de betrekking van leeraar in de Engelsche
tial- en letterkunde aan de Hoogere Burgerschool
met 5-jarigen curBus voor jongens te Amsterdam,
is de volgende voordracht opgemaakt: L. P. H.
Eykman, leeraar aan de H. B.-S. met 5-jarigen
cursus te Leidon; J. G. Van Santen, leeraar aan
do H. B.-S. te Zierikzee, en G. Bakker, leeraar
aan de Twentsche Iodustrie en Handelsschool te
Enschedee.
Gedurende deze week zijn dagelijks in het
Werkhuis alhier opgenomen van 4466 volwasseD
personen en van 711 kinderen.
Te Rotterdam is de jaarlijksche algemeene
vergadering gehouden van de „Hollandsche Maat
schappij van fraaie Kunsten en Wetenschappen. Zij
werd geopend door den voorzitter, den heer W. Th.
Van Griethuy8eD, met oen kort woord van hulde
aan het lid van verdienste Nicolaas Beets. Vervol
gens besprak hij, naar aanleiding van de kunst
schatten van het Vaticaan en in het bijzonder van
het Apollo-beeld, den machtigen invloed van kunst
en lettoren op maatschappelijke toestanden; zoo de
afscbaffiog van de slavernij in Amerika, grooten-
deels bewerkt door de Negerhut van Harriet Beecher
Stowe; den invloed van Iwan Tnrgenieff op de
afschaffing der lijfeigenschap in Rusland.
Mr. W. S. Van Reesoma betuigde den voorzitter
dank voor zijne fraaie openingsrede en verzocht
hem die af te staan voor het jaarverslag.
Het verslag over hot afgeloopen jaar werd uit
gebracht door den algemeenon secretaris, den heer
mr. B. C. J. Loder, die een woord van herinnering
wijdde aan den overleden Prins Alexander, eerelid
der Maatschappij. Uit het verslag bleek dat de
regeling van de Huygens uitgave minnelijk met
de uitgevers geschiedt en dus deze zaak geheel
afgedaan is.
Namens de afdeeling Leiden bracht de heer A. M.
L. Rürnke verslag uit over den toestand der boekerij,