Het uit Hamburg komende stoom- schip „Alice" heeft in den Sond schipbreuk ge leden. Het schip heeft tegen eene rots gestooten en is ten gevolge daarvan gezonken. De bemanning is, met uitzondering van den kapitein, gered. Zekere Sydney Hall, e e n in boorling wonende te Apple-Valley (Georgia) kon niet al te goed overweg met zijne vrouw, die dan ook veel reden tot klagen gaf. Buitendien moest hij altijd op zijne hoede zijn, daar de vrouw reeds meer malen haar voornemen had uitgesproken om Sydney Tan kant te maken. Men wist maar al te goed dat zij voor niets terugdeinsde en ongetwijfeld een moord begaan zou. Sydney, die in dienst was bij den rechter Anderson, vroeg des avonds aan zijn meester om even mede te gaan naar zijne woning, waar hij iets buitenge woons zou zien. De rechter ging mede en toen hij de armoedige hut binnentrad zag hij op een bed Sydney's vrouw liggen, geheel onthoofd en badende in haar bloed. De moordenaar verhaalde dat hij weder eene hevige woordenwisseling met zijne vrouw had gehad en dat zij, na tal van bedreigingen, naar bed was gegaan. Sydney was toen in den hoek der kamer gaan zitten en dacht er over na op welke wijze hij een einde aan zijn ondraaglijk leven zou kunnen maken. Na lang wikken en wegen was zijn besluit ge nomen, hij zou zich zei ven het leven benemen. Later bedacht hij zich dat het toch eigenlijk beter was zijne vrouw te dooden, die dan toch de oorzaak was van zijn ongelukkig leven. Ook deze gedachte zette hij van zich en om aan zijne hopelooze overdenkingen een einde te maken nam hij eene bijl om buiten hout te gaan hakken. Toen hij met dit gevaarlijke wapen voorbij zijne slapende vrouw ging werd hem echter de verzoe king te sterk; nog vóór hij zich goed bedacht had was de slag gevallen en lag het hoofd, van het lichaam gescheiden, op den grond. De beklagenswaardige neger, die zich door den moord bezwaard gevoelde, haastte zich daarop naar den rechter Anderson te gaan en hem met zijne misdaad bekend te maken. Hij toonde een diep be rouw met hetgeen hij gedaan had en scheen rade loos van spijt te worden. Men gelooft echter algemeen dat zijne straf gering zal zijn. BUITENLAND. BTVajLt&tryïs» De heer Jules Ferry is gistermorgen te Parijs teruggekeerd en zal morgen, Zaterdag, den minis terraad presideeren. De reden van zijne terugkomst ligt niet in tijdingen uit China. De president der Republiek Grévy heeft den duur van zijn verblijf te Mont-sous-Vaudrey verlengd. Uit goede bron wordt het bericht tegengesproken dat China den oorlog zou hebben verklaard. Ook 18 er geen sprake van het vervroegen van de ope ning der Kamers. Deze blijft op 15 Oct. vastgesteld. Volgens de „National" is de internationale postconferentie, welke den 20sten dezer te Lissabon zou zijn geopend, op verlangen der Portugeesche regeering wegens de cholera tot 3 Febr. a. s. uit gesteld. De gravin van Parijs is te Eu voorspoedig bevallen van een zoon. Groot-Britannië. Het Britsche en buitenlandsche Bijbelgenootschap heeft in het afgeloopen boekjaar ontvangen de zeer aanzienlijke som van f 2,000,799. Het heeft meer dan 100,000,000 bijbels uitgereikt, en, om nu ook den bijbel voor den armste verkrijgbaar te stellen, zal er eene kleine volledige uitgaaf op goed papier Toor 10 ets. verkrijgbaar worden gesteld. Sir R. Cross woonde Woensdag de onthulling bij van het standbeeld van Beaconsfield te Ormskirk en voerde het woord op een diner, waarmede de plechtigheid werd besloten. Hij vergeleek Beacons field by Gladstone; deze was bevreesd voor de verantwoordelijkheid van Engeland, gene niet. Een klein Engeland was onbestaanbaar, zeide Cross. Rusland. Aan de wapenschouwing te Warschau werd door 80,000 soldaten deelgenomen. Do keizerin woonde die bp, gezeten in een rijtuig, bespannen met 6 schimmels. Het keizerlyk echtpaar is Woensdag-avond om elf uren te Nowogeorgiewsk aangekomen. De troe pen-manoeuvres beginnen heden en zullen tot den 14den dezer duren. Bij het bezoek van den keizer te Warschau werden, gelijk wij reeds mededeelden, zeer streDgo voorzorgsmaatregelen genomen. Als een goed staaltje van de wijze waarop men daarbij te werk gaat, kan het volgende dienen: Het schijnt dat het bezoek, aan de Roomsch- Katholieke Kerk te brengen, hetgeen trouwens een zeer gunstigen indruk heeft gemaakt eerst laat is opgekomen, zoodat geen voorafgaand onder zoek had plaats gehad. Zondag werd de aan het slot grenzende kerk plotseling door eene afdeeling soldaten afgezet en nauwkeurig onderzocht. Een gang die men vond en die van 't slot naar de kerk leidde vroeger ten dienste van den vorst werd doodeenvoudig dichtgemetseld. De voorzorgsmaatregelen, te Warschau genomen, moeten naar men zegt, die by de kroning te Moskou nog verre overtreffen. De correspondent der „Neue freie Presse" meldt, dat toen by van het station terugkeerde, hij op de tafel zijner kamer eene proclamatie vond van dezen inhoud„In onzen strijd met de Rus sische regeering moeten wij geweld gebruiken, omdat ook tegenover ons geweld wordt aange wend. De redacteur Skrzypenyk is niet door roo- vers vermoord, maar door ons ter dood gebracht, omdat hy een spion en verrader was." Deze proclamatie was geteekend door: „hetcen traal comité van Skarnivice", en is in duizenden exemplaren verspreid. KOLOMEN. BATAVIA, 9 Augustus. De volgende berichten zijn ontleend aan het politiek verslag van den gouverneur van Atjeh en Onderhoorigheden, loopende van en met 11 tot en met 24 Juli jl. Ook in dit tijdvak bepaalden de verrichtingen des vijands zich tot beschieting uit de verte van enkele versterkingen en nu en dan van de vivres- transporten, bijna altijd echter zonder resultaat. Volgens 6pionnenberichten zou hy na afloop der poeasa voornemens zijn onze transporten tusschen Tjot Basetoel en Glé Kambing met groote macht aan te vallen en wel van uit de kampongs Rikit en Anak Glé. Aan dit voornemen zou echter eerst uitvoering worden gegeven wanneer de hulpbenden van de Noordkust allen aangekomen waren. Ook zou Toekoe Hoesin Longbatta, in vereeni- ging met Toekoe Ali en Toekoe Haschim Anak Paja, in het begin der maand Sawal een inval in de IV Moekims willen doen. Eerstgenoemde hield zich nog steeds ter westkust op. Zooals thans met vrij groote zekerheid bekend is, had hy zich daar heen begeven, in do eerste plaats om een huwelijk aan te gaan met de dochter van Toekoe Rayaet, den eenigen zoon van Toekoe Nanta Setia (Lampadang), en voorts om op groote schaal wang sabil te innen tot voortzetting van den krijg. Van de Noordkust kwamen in de laatste dagen aanhoudend benden te Moeroeë aan. Een onzer spionnen schatte hare totale sterkte op 800 man. Eenige dezer benden hadden zich over verschillende kampoügs van de XXII Moekims verspreid, terwyl een honderdtal lieden van de Noordkust gewoonlijk te Praboe verblijf hield. Zij bleven daar echter niet lang, daar zy telkens door anderen van uit Moeroeë vervangen werden. Naar het zeggen van twee Atjehers, die langen tijd te Moeroeë waren geweest, bevinden zich aldaar ongeveer 20 Europeanen by den vijand. Herhaaldelijk trokken kleine vijandelijke benden op roof uit, doch meestal moesten zy onverrichter- zake terugkeeren. Het mocht haar slechts gelukken te Anagaloeng aan een veehoeder der Atjeh-leve- rantie diens geweer te ontnemen en te Lambaroe een drietal trekossen dierzelfde leverantie weg te voeren. Op een zyner tochten kwam het beruchte bende- hoofd Panglima Njaq Bintang in conflict met zekeren Njaq Lim uit Lamtoha, een volgeling van Tengkoe Sjech Siroen. De twist liep zoo hoog dat Njaq Lim Panglimma Njaq Bintang aanviel en hem een zwaren slag over den rechter voorarm toebracht. Door een van Njaq Bintang's volgelingen werd Njaq Lim daarop neergeschoten. Westkust. - Den 18den Juli werd zekere Toekoe Amat door den Assistent-Resident met eene zending naar Teekoe Oemar belast. Reeds den 19den des avonds was hy terug, met zich medebrengendeden nog in leven zynden matroos Kasiman van Zr. Ms. stoomschip „Benkoelen", die door Toekoe Oemar aangehouden was. Volgens een onzer spionnen zouden vele vyan delyke bendehoofden, zooals Toekoe Hoesin Long batta, Toekoe Ali, Toekoe Haschim, Toekoe Aris van de V Moekims en Imam Brahim Anak Baté zich vereenigd hebben om gezamenlijk het ons meest verkleefde hoofd benoorden Melaboeh, Patjoet Mohamad van Rigas, aan te vallen, zoodra het oorlogsschip „Benkoelen" zich van daar zou hebben verwijderd; zy moeten 245 geweerdragenden onder zich hebben, een groot aantal waarvan met achter laders gewapend was. In verband met deze be richten bleef de „Benkoelen" te Rigas station houden. Van spionnen werd ook vernomen dat Toekoe Imam Moeda aan ieder zyner onderhoofden aan de Tenom-rivier twee schipbreukelingen zou hebben toevertrouwd, ten einde zoodoende hunne bevrijding moeielyker te maken. Verdere bijzonderheden. - In de laatste dagen kwamen in Groot-Atjeh weder meer gevallen van cholera voor, hoezeer niet in die mate dat de ziekte epidemisch moest worden verklaard. Vrij hevig moet de cholera woeden in Wayla boven Melaboeh, Soesoeh, Laboean Hadji en Meki. Op de Noord- en Oostkust kwamen geene gevallen voor. Vrij algemeen heerschten daar echter koortsen, terwyl op de Oostkust de veeziekte zich wederom vertoonde. De toestand der gewonden, die in de hospitalen verpleegd werden, was zeer gunstig. De weersgesteldheid was zeer afwisselend; de waterstand eveneens. (Jav. Crt.) De „Javasche Courant" van gisteren bevat eene ordonnantie betreffende op te leggen straffen aan dwangarbeiders, ingedeeld by de krijgsmacht te Atjeh en Onderhoorigheden. By deze ordonnantie wordt bekend gemaakt dat bedoelde dwangarbeiders onder het militair beheer en toezicht staan, en zy voor feiten, die niet als misdrijf en overtreding moeten worden aangemerkt, gestraft zullen worden door de beheerders der dwang arbeiders, de militaire commandanten of de hoogste civiele autoriteiten in plaatsen waar geen garnizoen is. Van de opgelegde straf wordt aanteekening gehou den in een afzonderlijk register, waarvan maande lijks door den militairen commandant van Atjeh en Onderhoorigheden, door tusschenkomst van den legercommandant, den directeur van justitie een afschrift wordt aangeboden, die dan bevoegd is naar aanleiding dier registers opmerkingen te maken of voorschriften te geven. De rapporten, omtrent de veeziekte in de residentie Padangsche Bovenlanden, loopende van 21 Mei tot 10 Juli jl., waren, blijkens een overzicht voorkomende in de „Javasche Courant" van 8 dezer, vrij gunstig. Uit gemeld overzicht blijkt dat er sedert het begin der ziekte aldaar 10785 buffels en djawi's gestorven zyn. In het tijdperk 1 Juni tot 10 Juli werden er aangetast 355 en stierven er 345. Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië rijn de vól gende beschikkingen genomen Civiel Departement. Verleend: Een 2-jarig verlof n. Europa, w. ziekte, aan den onderwijzer 1ste kl bij het op. lager ond. voor Eur. en met dezen gelijkgestelden "W. JR. Zieck. Een jaar verlof n. Europa, w. ziekte, aan den res. der wester- afd. van Borneo B. Van Zutphen; een 2jarig verlof n. Europ3, w. ziekte, aan den ingeniour 2de kl. bij den waterstaat en 'e lands burg. op. werken A. W. Hein. Een 2-jarig verlof n. Europa, w. ziekte, aan den commies 2de kl. by den post- ea telegraafdienst J. K. Wiggers. Benoemd: By het binnenl. bestuur op Java en Madura, tot contr. 1ste kl. G. Hogenraad; tot contr. 2de kl. J. H. F. Ter Meulen. Tot architect 1ste kl. bij den waterstaat en 's lands burg. op. werken J. Bruins. Tot ondercommies voor de bel. in de rea. Batavia, G. J. P. Vernet. By bet op. lager onderw. voor Europeanen en met dezen ge lijkgestelden: tot onderwijzer lste kl. H. R. A. Vechtmann; tot onderwijzer 2de kl. D. A. Detmar. Tot kantoorchef 4de kl. de commies 2de kl. J. Frölich te Beakoelen, met bepaling dat hy als zoodanig op aijne stand plaats zal optreden. Bij de exploitatie der Oosterlijnentot machinist 2de kl. J. C. Vodegel; tot 3den oommies J. C. Breukman; tot opzichter 3de kl. Tb. W. Albinos. Bij den aanleg der lijn Buitenzorg - Preanger-Regentschappen tot opzichter 3de kl. G. Dayster. Ontslagen: Eervol nit zijne betrekking, w. ziekte, de on dercommies voor de belastingen in de res. Batavia J. N. Gerrits. Departement van Oorlog, Ontslagen: Op verzoek eervol nit Zr. Ms. mil. dienst w. volbr. diensttijd met behoud van recht op pens. de kapt. der inf. E. Blaauwenoord. Overgeplaatst: De kapt. der inf. J. A. Kalshoven bij het gaan.-bat. van Palembang te Lahat; de lste lolt. der genie C. Swartbol bij den staf van het wapen der genie te Batavia de 2de Inits. der iof. P. Bodemeijer bij het garns.-bat. van PalembaDg, P. Methorst bij het garns.-bat van Banka, baron W. H. Van Neukirchen genoemd Nijvenheim bij het garns.-bat. van de Oostkust van Sumatra en K. W. F. Scheurer bij het garns.-bat. der Wester-afd. van Borneo. Ingedeeld: De lsts luit. der inf. J. R. Jasobs en J. H. A. W. Schultze bij bet garns.-bat. van Atjeh en Onderhoorig heden; de lste luit. der inf. G. F. Soeters bij bet 10de en de kapt. der inf. H. Heercs bij het 12db bat. Verleend: Een 2-jarig verlof n. Europa, w. ziekte, aan den 2dea luit.-kwartierm. bij de mil. adm. F. D. Van Genderen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1884 | | pagina 2