N". 7503 Maandag 4 Augustus. A0. 1884. Tweede Blad, LEIDSCH DA OBLAD, Mtr—i mi111mi i im i PRIJS DEZER COURANT: ▼•or Leiden per 3 maanden....»,..1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTEXTIEN: Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.174. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incassee- ren buiten de stad wordt 0.10 berekend. Ofilciëele Kennisgevingen. Oproeping in wcrkelijken dienst van milicien-verlofgangers der lichting van 1881. DE BURGEMEESTER der GEMEENTE LEIDEN, Gezien de Circulaire van den heer Commissaris des Konings in de provincie Zuid-Holland, van den lsten Mei 11., A. N°. 1126 (2de afd.), Provinciaal blad n°. 32; Brengt ter kennis van de navolgende in deze gemeente gevestigde milicien-verlofgangers der lichting van 1881, dat zij, krachtens art. 125 der Militiewet, onder de wapenen worden geroepen en daartoe respectievelijk op de hieronder vermelde dagen, des namiddags vóór vier uren, bij hunne corpsen tegenwoordig moeten zijn, in uniform gekleed en voorzien van al de voorwerpen van kleeding en uitrusting door hen bij hun vertrek met groot verlof medegenomen, alsmede van verlofpasen zakboekje, zullende de opgeroepen manschappen, op de mede hieronder aangewezen tijdstippen, in het genot van onbepaald verlof worden hersteld, als: die behoorende tot het regiment Grenadiers en Jagers van 19 Aug. tot 17 Sept., 1ste Infanterie 12 u 9 2de 14 12 3de 14 12 4de 19 17 d n 5de 19 16 n 6de «H» 12 7de 19 16 8ste 19 16 1ste Veldartillerie le en 2e batterij en le treincompagnie 11 13 1ste 3e en 6e bat terij en 2e treincom pagnie 18 20 D corps Rijdende Artillerie 29 2 Oct. Pontonniers 12 16 Sept. Genietroepen 25 27 de compagnieën Hospitaalsoldaten 19 16 dat bedoelde miliciens mitsdien worden uitgenoodigd, zich op Maandag den llden Augustus aanst., des voor- middags tusschen 9 en 12 uren, aan te melden ter plaatse lijke Secretarie, tot het ontvangen van aanwijzing van de plaats waarheen zij zich hebben te begeven en van het hun eventueel toekomende daggeld of passage-biljet; en dat, bijaldien ziekte of andere wettige redenen hen mochten verhinderen aan deze oproeping te voldoen, zij daarvan tijdig ter plaatselijke Secretarie behooren kennis te geven, in het eerste geval onder overlegging eener ge neeskundige verklaring. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 1 Augustus 1884. DE KANTER. Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden achten zich verplicht, met het oog op het uitbreken der Azia tische Cholera in Frankrijk en de mogelijkheid van uit breiding dier ziekte ook tot ons land en deze gemeente, de ingezetenen met nadruk te wijzen op het groote ge wicht, vooral in dezen tijd, van liet gebruik van goed zuiver drinkwater en hen ernstig te waarschuwen tegen het gebruik maken van onzuiver, voor de gezondheid schadelijk, drinkwater, alsmede tegeu bet nuttigen van bedorven levensmiddelen en onrijp of groen ooft. Ter bevordering van het gebruik van goed drinkwater, £al het duinwater, dat geheel aan de eischen voldoet, zoo ruim en zoo gemakkelijk mogelijk, ook kosteloos, ver krijgbaar worden gesteld en, in verband daarmede, het aantal standpijpen, waar duinwater kan verkregen worden, belangrijk worden vermeerderd, terwijl daarentegen pom pen met voor de gezondheid schadelijk water zullen worden afgesloten. Burgemeester en Wethouders gelooven dat eene trouwe behartiging dezer wenken en de betrachting van de grootste reinheid, zoowel buiten als in de huizen, er ongetwijfeld toe zullen bijdragen orn het uitbreken der ziekte te voorkomen of althans hare uitbreiding tegen te gaan en zij vertrouwen op de gezindheid der inwoners om hiertoe mede te werken. Ook hopen zij dat de ingezetenen, die veel panden bezitten, welke door minvermogenden bewoond worden, zich doordrongen zullen toonen van de op hen rustende verantwoordelijkheid om hunnen huurders de gelegenheid te verschaffen van duinwater gebruik te kunnen maken, opdat ook dezen in staat worden gesteld hunne medewerking in liet publiek belang te verleenen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 1 Aug. 1884. E. KIST, Secretaris. KOLONIËN. BATAVIA, 2528 Juni. Vervolg.) De intrekking van het civiel bestuur in Atjeh staat vast. Kolonel Demmeni wordt éénig gezag hebber. Hem is de overste Van Teyn toegevoegd, die in Palembang vervangen wordt door den gis teren reeds vertrokken overste Mack. Door den raad van justitie alhier is rechts ingang met bevel van dagvaarding in persoon ver leend tegen den heer W. F. Mayer, gewezen pre sident der Wees- en Boedelkamer alhier, ter zake van verduistering van gelden ten bedrage van f 20,000 uit de kas dier kamer. {Bat. Hbl.) „The Penang Times" meldt dat de cholera opnieuw te Samalangan, ter Oostkust van Atjeh, is uitgebroken. Atjeh. Verslag der militaire verrichtingen in Atjeh en onderhoorigheden van en met 28 Mei tot en met 11 Juni 1884. Toen van de militaire commandanten van Tjot Basetoel en Lepong Arra berichten waren ontvan gen, dat de vijand pogingen aanwendde, om don transportweg tusschen genoemde posten onbruikbaar te maken, deed do gewestelijke militaire comman dant, in den morgen van den 3den Juni, een deta chement genietroepen van Kotta-Radja naar Anaga- loeng marcheeren, ten einde bij de dekkiügstroepen van het transport, dat den volgenden dag zou ver trekken, te worden ingedeeld. Tevens deed hij in den nacht van den 3den op den 4den van Lambaroo twee colonnes naar Ana- galoeng oprukken en eene compagnie van Toengkoep naar laatstgenoemden post gaan. De gewestelijk militaire commandant sloot zich, ter hoogte van kampong Lamtengah, bij de colonnes van Lambaroe aan. Te 5 uren marcheerde het transport af. Het volgde, onder bescherming van een gewapend infanterie-detachement, waarbij de genietroepen waren gevoegd, den grooten weg; terwijl de dek- kiDgstroepen in de nabij dien weg gelegen kampongs positie namen. Onder het vuur des vijands werden op negen plaatsen de aangebrachte hindernissen, bestaande uit een „granaatmijn", rijen palissaden en kuilen, door de genietroepen opgeruimd. Te halfacht kon het transport doorgaan. De troepen leden dien dag een verlies aan ge sneuvelden van 4 minderen; aan gewonden van 1 officier (kapitein dor infanterie J. H. Heyl) en 8 minderen, van welke laatsten 6 zeer lichtgekwetst werden. Den 8sten Juni werd van Anagaloeng opnieuw uitgerukt in de richting van Tjot Basetoel met het doel, om in de nabijheid van Samagani een tijde- lijken post op te richten. Versterkt door troepenmacht van Lambaroe, eene sectie artillerie en een detachement genietroepen van Kotta-Radja, marcheerde een gedeelte van het garnizoen van Anagaloeng vóór het aanbreken van den dag af, om ter bescherming van de werkzaam heden in de nabij Samagani gelegen kampongs stelling te nemen. Een der dekkingsdetachementen, onder bevel van den kapitein der infanterie A. H. W. Scheuer, be zette bij verrassing 's vijands versterking in kam pong Lepong. Te twee uren 's namiddags waren alle bonoodigde materialen te Samagani beschikbaar; drie uren later was de post in verdedigbaren toestand ge bracht en konden de dekkingstroepen terugtrekken. Zij leden dien dag een verlies van 1 gesneuvelde on 1 gewonde (minderen). De nieaw opgerichte versterking, bestemd voor eene bezettiDg van 1 officier en 50 man, werd voor- loopig bezet door een detachement van het 2de bataljon infanterie, sterk 2 officieren en 100 man, een detachement artillerie, een detachement genie troepen en eene ambnlance-afdeeling. Zij werd bewapend met twee kanonnen van 8cM.V, Den lOden d. a. v. had de opvoer van munitie naar den post te Samagani zonder eenige stoornis plaats. In den Damiddag van dien dag kwam te Kotta- Radja het bericht dat een vijandelijke bende eene aanval op do kampongs, gelegen in Marassaenom Misdjid Rajja, op het oog bad. Des avonds te acht uren werden daarom op de wegen naar Oleh-leh en Ketapan Doea hinder- Tó kwart over elven stiet eene vijandelijke bende nabij Mandarsa-poetih op één dier hinderlagen, welke onder bevel sfcpnd van den lsten luitenant der infanterie H. C. A. Noeteson. Door een salvo ontvangen, sloeg de bende mot achterlating van twee tromplaadgoweren, een lans en een zak patronen, op de vlucht. JavCrt Tenom. - Het is niet aan te nemen dat het 5de bataljon alleen zal gaan naar Tenom. Daarvoor is met deze expeditie te veel gemoeid. Zij zal een geheel ander karakter dragen dan eene gewone uitzending van troepen door de Neder- landsch-Indische Rogeering naar eenig bedreigd punt. Deze expeditie toch is het gevolg van diploma tieke onderhandelingen tusschen Engeland en Neder land. Van het oogenblik dat de troepen scheep zullen gaan, zijn dus de oogen van geheel Europa op do expeditie naar Tenom gevestigd, is zij eene zaak geworden, waarvan de gevolgen in het nauwst ver band staan met de positie van Nederland als tweede Koloniale Mogendheid tegenover de Europeesche StateD. De onvoldoende uitslag van de expeditie uit Atjeh door kolonel Demmeni moet aan die positie reeds veel kwaad hebben gedaan, want het moge dan geen échec zijn geweest, - het doel werd niet bereikt. Dat laatste moet thans het geval zijn. Dood of levend moeten de gevangen schepelingen van de „Nisero" in handen komen van onze troepen; in het onverhoopt eor3te geval moeten de Radja van Tenom en zijne volgelingen gezocht worden, al ware het tot do moeielijkst toegankelijke berg streken; zij moeten gestraft worden; gestraft aan den lijve. De navolgende officieren, behoorende tot het vijfde bataljon, zullen, bij eene expeditie naar Tenom, daaraan deelnemen Majoor Sehafer, de lste luit.-adj. Steinmetz; van de lste comp. kapt. Tengbergen, de lste luit. CampeD, de 2de luits. Roque en Stuffers; van de 2de comp. de kapt. Ruempoll, de 2de Inits. Kramer en Dinet; van do 3de comp. de kapt. Pott, de lste luit. Ruitenbach, de 2de luits. d'Hameconrt, Muller en Jielof (dienstdoende bij de 2de comp.); van do 4de comp. de kapt. Willemse of Weersma, de lste luit. Linck en de 2de luit. Van Gogh. {lnd. V.) De „Soer. Ct." bovestigt het bericht van het „Soer. Hbl." dat mr. P. Brooshooft weder naar Holland gaat, echter niet wegens ziekte. Hij zal redacteur in Nederland van de „Soer. Ct." blij ven. Als redacteur voor dagelijksche zaken te Soerabaia zal optreden de gep. kapt. der artillerie de heer Weber. Geregelde bespreking der Indische belangen in Indië en voortzetting der rubriek Indische Kroniek zal opgedragen zijn aan „een te Soerabaia wonend bekwaam man, bekend als goed stylist en door zijne veelzijdige ontwikkeling." De uitslag van het Donderdag afgeloopen Krijgsschoolexamen is als volgt: Geslaagd de heeren Hering, Willemstijn en VeenhuizeD, lste luitenante van het wapen der infanterie. Deze officieren zullen vermoedelijk reeds in den loop van Juli naar Neder land vertrekken. De overste Bowles, oorspronkelijk bestemd voor Atjeh, gaat niet derwaarts, doch Deemt zijn pensioen. De officier van gezondheid Lindmann is van hier naar Atjeh verplaatst. Men verneemt dat door de regeeriDg proeven zullen worden genomen met de invoering van de vaccine in de onderafdeelingen Garam en Ceramlaut en Waroe van de assistent-residentie Banda.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1884 | | pagina 1