LEIDSCH
DAGBLAD.
JN 74S9.
Vrijdag 18 Juli.
A°. 1884.
De uitvaar! van den Kroonprins.
PRIJS DEZER COURANT l
fêor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS BEK AD VERTE JTTIEX
Van 16 regels 1.05. Iedere regel moer 0.174.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incassee-
ren buiten de slad wordt 0.10 berekend.
De verliezen door ons Vorstenhuis sedert 1877
geleder volgden elkander zóó snel op, dat rouw-
dragen sedert de laatste jaren, helaas! niet meer tot
de zeldzaamheden kon gerekend worden.
Nauwelijks is een drietal jaren heengegaan sinds
de Vorstelijke grafkelder zich opende tot ontvangst
van dm afgestorven oudsten telg van het geliefde
Huis van Oranje, of lieden ontsloten de grafgewelven
zich o: nieuw om het stoffelijk hulsel van den 1 aalsten
troonopvolger uit dat stamhuis in eeuwige rust op te
nemer, datzelfde doodenverblijf waar Hij, wiens over
schot heden ten grave daalde, zoo vaak in stille
eenzaamheid verwijlde om tranen te plengen op de
rustplaats van eene Ilem onvergetelijke Moeder en
eenen Mem dierbaren Broeder. Van heden af is het
stof der beminde bloedverwanten met het Zijne binnen
de sombere muren van dit Vorstengraf vereenigd.
Ondanks de in de laatste jaren zoo opeenvolgende
uittochten, draagt dergelijke begrafenisdag toch nog
altijd een hoogst ernstig en plechtig karakter, al mogen
de levendigheid en het verkeer, welke de hofstad bij
zoodanige gelegenheden cn ook heden biedt, nu juist
niet ir; staat zijn dien indruk voetstoots te vestigen.
Straks, wanneer de straten en wegen langs wel
ken de graftocht ondernomen wordt, ontruimd zijn,
om den lijkstoet tusschen de dichte rijen der aan
weerszijden geschaarde menigte een geregelden door
tocht te verleenen, wanneer de drukte zal zijn ge
weken voor eene passende stilte, die niet dan door
de voor den rouwwagen uitgaande treurmuziek, het
gebrom van alle kerkklokken en de stem van het
geschut- wordt verbroken, is een oogenblik van die
pen ernst en sombere stemming ingetreden.
Met het oog op het buitengewone vroege uur van
aanvang der teraardebestelling, bood de stad reeds
in de eerste ochtenduren een tooneel van drukte.
De houderden van elders, die, gisteren aangeko
men. zekerheidshalve overnacht hadden, groeiden he
den ;n den vroegen ochtend tot duizendtallen aan,
met stroomen volks die de ochtend- heter gezegd
nach i treinen derwaarts brachten.
Schutterij, infanterie, cavalerie en artillerie bega
ven zich zonder tromslag of trompetgeschal naai
de hun in den trein aangewezen plaatsen, muziek
instrumenten, trommen en andere militaire voorwer
pen in rouwfloers gestoken.
Piketten cavalerie doorkruisten den nog met men
schel bezaaiden-weg, om, in vereeniging met de po
litiemacht, straks de straten en plaatsen voor den
stoet vrij te maken.
H aantal rouwvlaggen reeds eenige weken aan
de gevels van veler woningen zichtbaar, was heden
langs den weg verdubbeld.
Ziet men hier en daar in winkels rouw versierin
gen. één effect, hetwelk het karakter van de uitvaart
kan verhoogen, wordt in tegenstelling met het bui
tenhuid nog altijd gemist, nï| het branden der straat-
lant. ,irns met omfloersde lichten.
Terwijl allen tot den stoet behoorende zich in het
Voorhout, op de wijze in het programma aangewe
zen, rangschikten, en de le compagnie van het
le bataillon der 's-Gravenhaagsche Schutterij met
het vaandel, onder bevel van kapitein Van Oordt
en waarbij de le luitenant J. H. Van Boelens van
der ïlaer, alsmede de 2de luits. G. baron Van Asbeek
en G C. Baerends als officieren zijn ingetreden, zich
reeds sinds halfacht aan het paleis van wijlen
Z. K H. den Prins van Oranje als eerewacht had
opgesteld, werden binnen 's Prinsen woning de noo-
dige maatregelen voorbereid om het Vorstelijk Lijk
uit de woning in den rouwwagen over te brengen.
Van de zaal, waar de lijkkist, te midden van een
heg van kransen en bloemen op eene estrade ge
plaatst was, werd reeds vroeger eene beschrijving
gegeven.
Men zag tegen den aanvang der plechtigheid in
de rouwzaal vereenigd den opper-ceremoniemeester
des Konings, minister Du Tour van Bellinchave,
den gepensionneerden kolonel jhr. Hooft, buitengewoon
adjudant des Konings in de schitterde uniform van
hoofdofficier der rijdende artilleriekolonel Hojel,
majoor IVyerman, do twee getrouwe adjudanten van
den Afgestorvene, die sedert het begin der ziekte en
den dood, van het paleis zoogoed als niet geweken
zijn, alsmede kapitein baron Sirtema van Grovestins,
's Konings adjudant, wien met de drie vorengenoemde
hoofdofficieren de eer van slippendrager ten deel viel,
als zijnde vroeger toegevoegd aan het Huis van Z. K.
H. den Kroonprins.
Allen, die tot de lijkstaatsie behoorden, waren ten
paleize tegenwoordig, ook de vrec-mde gezanten, met
hofrijtuigen afgehaald.
Buiten wachtte de rouwwagen reeds aan den ingang
van het paleis tot opname van de zware looden
kist, des avonds te voren voorgoed gesloten. Alvorens
daartoe werd overgegaan, was, geheel in den geest met
's Prinsen gevoelens van vereering jegens zijne over
leden Moeder, het portret van wijlen Koningin Sophia
achter de glasruit van het deksel gelegd, met het
gelaat naar den doode gericht.
De handen van zestien eervol dienende onderofficie
ren der zee- en landmacht, van de Haagsehe en Delftsche
Schutterij, torschten den koninklijken last op den kor
ten afstand van de rouwkamer naar den praalwagen.
En terwijl liet mahoniehouten gevaarte langs het
bordes door de handen der dragers in de lijkkoets
werd geschoven, werden reusachtige kransen op het
fiuweelen rouwkleed dat over de kist geslagen was,
aangebracht en herschiepen dit in een bloemensprei,
waaronder het lijk rustende was.
Toen Z. M. te 8 uren 50 min. met den Groothertog
van Saksen door den hoofdingang aan den Kneuterdijk
het paleis van den Prins van Oranje binnentrad,
stond de stoet tot vertrek gereed,. Om halfnegen was
liet lijk reeds roet behulp van een roltoeste) in den
rouwwagen opgesteld.
Z. M. was in grenadiersuniform, en werd op het
bordes door den Groothertog ontvangen.
Klokslag.9 uren bestepg de Koning het voor hem
bestemde rijtuig. De groothertog zat aan zijne rech
terzijde en prins Albert van Pruisen, kort te voren
gearriveerd, tegenover Z. M.
Ten gevolge van deze verandering kwam de graaf
van Vlaandeaen met Prins van Wied in het volgende
rijtuig te zitten.
Daar knalt uit de verte het eerste kanonschot tot
sein dat de lijkstaatsie zich in beweging gaat stellen.
Het is juist 9 uren.
Reeds kondigt het doffe geluid van den rouwtrom
een eind vooruit de nadering van den lijkstoet aan,
gelijk mede de klokken luide verkondigen dat de
plechtigheid een aanvang heeft genomen.
De cavalerie, voorhoede als zij gewoonlijk is van
de droeve colonne, beweegt zich reeds stapvoets al
verder en verder, nu eens halt houdende, dan weer
voorwaarts schrijdende, al naar mate van de bevelen,
die de eerste stalmeester, adjudant des Konings, be
last met de organisatie van den trein, naar de spits
zendt. Het zijn drie escadrons van het 3e reg. huza
ren met den staf en den standaard onder bevel van
den kolonel Van Rappard.
De treurstukken, die de kapel van het corps hier
en daar uitvoerde, maakten, hoofdzakelijk door het koper
voortgebracht, den gewenschten indruk.
Nauw zijn de treurklanken uit het oor verdwenen
en is eene compagnie van het corps koninklijke scherp
schutters, aangevoerd door den kapitein Van Schagen
van dat weerbaarheidscorps, voorbijgemarcheerd, of
de funeraire muziek van de schutterij en de koninklijke
militaire kapel wisselt beurtelings af.
Aan het hoofd van het bataillon met vaandel, onder
commando van den majoor jhr. W. V. R. C. Baud,
doet het muziekcorps der dd. schutterij langs den
weg, door dezen troepenmacht met den stoet afge
legd, nu eens den gevoelvollen treurmarsch van Chopin,
dan weder de breed opgevatte treurmelodieën van Beet
hoven en Mendelssohn hooren, terwijl de muziek der
grenadiers en jagers, die het lste (commandant overste
Greve) en 4de bat. onder bevel van kapitein Scheltus,
van het regiment vooruitgaat, de lucht vervult met
treurcompositiën van Zaberthal, E. Greeve en Beet
hoven. Dunkler's gaven als musicus, ook voor derge
lijke treurige gelegenheden, werden herinnerd door de
vertolking onderweg van twee zijner toonscheppingen,
waarvan een het verheffende „Een Traan op haar graf."
Nadat alzoo de militaire macht in rouwpas voorhij
getrokken was, den weg nemende in liet programma j
vermeld, kwam de eigenlijke Hofstoet in het gezicht,
geopend als die werd door den aan zijn rood schar
laken uniformjas herkenbaren hoffourier te paard, met I
twee rijknechts achter zich.
Wij zagen in het onmiddellijk aansluitend twee- I
spannig rijtuig 's Konings kamerheer-ceremoniemeester I
Jhr. Van Bronkhorst gezeten, met den schèpter in de I
hand.
Te voet volgden nu de hofbeambten en officianten I
van het huis van Hem wiens stoffelijk omhulsel thans I
met zooveel eerbetoon werd omringd. De sombere
rouwkleeding van dat hofpersoneel deed als het ware I
den bedroefden staat waarin zij twee aan twee het I
lijk van hun Meester tot aan de laatste rustplaats I
vergezelden, des te scherper uitkomen. Zoowel in een I
physiek als stoffelijk opzicht is voor deze dienaren I
de dood van hunnen Vorstelijken Meester een zwaar I
verlies en zeker gaan zij eene zorgvolle toekomst te 1
gemoet, tenzij de hooge erfgenamen van wijlen Z. K. II.
in de bedoeling van den overledene mochten hande-1
len, waarvan de uitvoering door den te vroegen en I
onverwachten dood is verhinderd.
Behalve het personeel dat in den laatsten tijd den I
afgestorvene diende, waren nog eenige beambten van
andere Hofhoudingen in de rijen der officianten in
gedeeld. Van de Hofhouding van den overleden Vorst I
maakten deel uit van den begrafenisstoet als offi-l
ciar.ten, de heeren: Heesterman, Van Baaien,
Hemmes, Visser, Donker (de voormalige trouwe ka-1
merdienaar van 's Prinsen Broeder Willem, ook tij-1
dens zijn verblijf en ziekte te Parijs) en Chapelle
als livreibedienden, de heeren: Wissing, A. Sluiter,!
Kemfer, J. A. Van Dijck, Bertram, Alberts en Van
Velzen. Officianten uit de Hofhouding van Z. M. den
Koning waren de heeren: Le Blanc, Van den Bosch,!
Klein, De Kort, Jona en Van der Burgh, terwijl de
heer Franken, van de Hofhouding van H. K. H. Prinses
Hendrik, in hunne rijen liep.
Er volgde nu eene serie ledige Hofrijtuigen, bestemd I
voor de adellijke dragers van het Vorstelijk lijk, en I
daarna zag men aan de heeren Dr. H. J. Vinkhuij-
zen en Dr. G. J. Van Wieringhen Borski de eer toe-1
gewezen, welke gebruikelijkerwijze aan de lijfartsen
van een lid der Koninklijke familie in den lijkstoet I
toekomt. Als geneesheer, verbonden aan 's Konings
dienst, was Dr. Vinkhuijzen Jr. in Hofkostuum.
Nog een hofrijtuig, hetwelk den opper-ceremonie- I
meester des Konings, den minister van justitie, baron
Du Tour van Bellinchave naarDelft bracht en de
hoofdgroep van den rouwtrein is genaderd.
Langzaam maar statig, voortgetrokken door zes I
prachtige donkerzwarte rossen, uit de stallen van den f
heer Kuys, de paarden nagenoeg geheel verborgen in
zwart fluweelen dekkleeden met zilver galon en mane-1
kappen rolt de K o n i n k 1 ij k e R o u w w a g en met I
het lijk van Z. K. H. den Prins van Oranje voorbij.
Geheel met zwart fluweelen stof behangen, hier en
daar in draperievorm saamgevat met een viertal I
waaiende pluimen op den hemel en opgesierd met I
zinnebeeldige doodsteekens in zilver, is het rouwlaken, I
de kist dekkende en bijna tot aan den grond reikende,
als in een bloeraenkleed herschapen.
De schoonste exemplaren uit den weelderigen I
bloemen- en rozenhof, welke door de handen der I
erkentelijkheid, achting en vereering rondom 's Prin-
sen lijkbaar was aangelegd en vooral in de laatste I
dagen in omvang toegenomen, waren aangewezen om
op den rouwwagen te prijken of dezen te omhangen.
Boven dat alles stak de koninklijke kroon op een I
rood fluweelen kussen uit, waarop strikvormig gehecht I
waren de Ordelinten van het Grootkruis van den I
Nederlandschen Leeuw en de Eikekroon, met de I
insigniën in het midden. - Onder de rangen en onder-1
scheidingen achter 's Prinsen naam op het programma I
vermeld, kwam ook voor de titel van ridder le kl.
(Grootkruis) van den Gouden Leeuw van het Huis I
van Nassau. Daar het onderscheidingsteeken dier orde I
echter niet in het bezit van den overledene schijnt I
geweest te zijn, kon het kruis niet bij de andere I
ridderorden op het kussen gevoegd worden.
Hoewel voor het oog bijna onzichtbaar, waren nog
op de kist gelegd de sabels, epauletten en schouder- f