Een 10-jarig knaapje, genaamd J.v.B., viel al spelende in het Levendaal. Door de geluk kige tussohenkomst van F. Yan den Bosch, die reeds zestienmaal het geluk had een mensohenleven te redden, werd het knaapjo nog behouden in de armen van de ontstelde ouders teruggebracht. Voor het gerechtshof te 's-Hage stond gisteren terecht G. W. v. d. P., oud 27 jaren, laatstelijk goud- en zilverkashouder te Gouda, beschuldigd van bedreiglijken bankbreuk door het als gefailleerd koopman verduisteren van koopman schappen en roerende goederen van zijn boedel. Besch. bad den 23sten November van het vorige jaar heimelijk zijne woonplaats verlaten, met zich nemende een doel van zijn winkelvoorraad, be staande in allerlei kostbaarheden, door hem geschat op eene waarde van 1000. Hij verkocht die en verbleef op enkele dagen na van 23 November tot 13 December te 's-Hage, waar hij een zeer vroolijk leven leidde in gezelschap van dames uit de Tul- linghstraat en dat terwijl hij vrouw en kind, familie en zaken in den steek had gelaten. Toen hij alles verteerd had, kreeg hij daar zijn congé. Den 29sten November werd hij door de rechtbank to Botterdam in staat van faillissement verklaard. Het passief bedroog 10,000. Besch. deed het voorkomen dat hij door den toestand zijner zaken verward was geraakt; hij had gehoopt dat alles zon zijn geschikt, en was eerst na geruimen tijd tot de wetenschap gekomen dat zijne faillietverklaring was uitgesproken. Nadat een twintigtal getuigen verklaringen hadden afgelegd, was het woord aan den adv.-gen. mr. Bijle- veld, die kortelijk aantoonde dat uit de bekentenis van besch. in verband met de verklaringen der ge tuigen volkomen was bewezen hetgeen besch. was ten la6te gelegd. Hij geloofde dat buiten twijfel besch. met zijn onhoudbaren toestand bekend was. Met het oog op zijn onbesmet verleden en zijn jeug digen leeftijd eischte hij eene veroordeeling tot 2 jaren celstraf. De verdediger mr. baron Van Zujlen Yan Nyevelt wees op verzachtende omstandigheden en vooral op de reeds ondergane preventieve gevangenis. De uitspraak is bepaald op aanBt. Yrijdag. Op 16 Juni 11. is uit een koffer per spoor verzonden uit Haarlem via Amsterdam, Utrecht naar Yenloo, door middel van valsche sleutels ontvreemd: een gouden medaillon, bezet met paarlen, eeu foudraal met gouden ring met opaal en dia manten bezet, een foudraal met een gouden broche, bezet met verschillende steenon, en een doosje met gouden ketting en mozaïek medaillon. Aanwijzing voor deze zaken wordt verzocht. Te Amsterdam ontstond brand inde Goudsbloemstraat. De bewoonster van het beneden huis was bezig vet te koken, do vlam sloeg in de pan, de vrouw liet de pan vallen, zoodat de vlam zich weldra door het vertrek verspreidde. In een oogwenk stond alles in lichterlaaie, zoodat de bovenbewoners ternauwernood tijd hadden zich te redden. Het perceel is geheel uitgebrand. Er werd een koekbakkerswinkel in gehouden. Terwijl eergisteren eene melkboerin in een winkel in de Lange Brugstraat te Breda bezig was om geld terug te geven, passeerde op dat oogenblik eene bejaarde Juffrouw," die zich de vrijheid veroorloofde de met melk gevulde koperen kan, die de boerin zoolang op het trottoir had laten staan, op te nemen en onder haren mantel te stoppen, waarop zij doodbedaard haren weg vervolgde. Toevallig werd de diefstal opgemerkt en liep de boerin de dievegge na, die met een leuk gezicht verklaarde, dat zij het zonde vond, dat zoo een mooie kan onbeheerd op het trottoir stond en ze daarom had medegenomen. In plaats van op melk zal zij nu wel op water en brood getrakteerd worden. Te Wouw, onder Bergen op Zoom, heeft een felle brand gewoed in eene alleenstaande bouwhoeve van P. v. B. Aan redding viel niet te denken, zoodat binnen korten tijd het vee en de inboedel een prooi der vlammen waren. Ook van een som geld van f 500 werd slechts 200 aan zilver in de asch teruggevonden. Alles was verzekerd. De oorzaak is tot nog toe onbekend. Onder de gemeente Lierop (N. B.) is een schapenhok afgebrand van Saris; 65 schapen kwamen in de vlammen om. Evenals in vorigejaren loopen som mige lieden wedor het platteland af, vooral in den Tielerwaard, met het doel om jonge ooievaars te rooven. Ondanks het bestendig patrouilleeren van politie en rijksveldwachters, gelukt het den dieven hier en daar, vooral op eenzame plaatsen, eenige nesten te bestelen. Het is bekend dat die jonge vogels naar Engeland vervoerd worden, waar zij tot parkvogels worden gebruikt. De prijs is ƒ5 per Btuk, zoodat de dieven een aardig duitje er aan verdienen. Gistermiddag ootspoorde tusschen Arnhem en Westervoort een trein van don Neder- landschen Rijnspoorweg. Verscheidene wagens in en over elkander geworpen tuimelden van den dijk, om tot een niet te onwarren chaos te worden, aan de opruiming waarvan men 's namiddags met goed gevolg krachtig de hand sloeg. Persoonlijke onge lukken hebben niet plaats gehad. Daar het tweede spoor niet beschadigd werd, ondervond de dienst geen noemenswaardige stoornis. In sommige g a r n i z o e n e n z n 11 e n o p last van don minister van oorlog proeven worden genomen met het bezigen van houtwol tot vulling van de bedzakken der onderofficieren en minderen. Een hevige brand hoeft te Engelen (N.-B.) gewoed 8 huizon zjjn een prooi der vlammen geworden. Den lOdon Aug. wil d e Gel der sche har d- draverij- en renvereeniging te Nijmegen wederom groote wedloopen houden. Volgens de „Arnh. Crt." zal dit voornemen bij hot gemeentebestuur, met het oog op den Zondag, bezwaar onderviuden en zal dit daarvoor het vereischte verlof weigeren. De beruchte dief H. W. uit Avoreest is door het gerechtshof te Arnhem veroordeeld tot 12 jaren tuchthuisstraf, wegens ouder verzwarende omstandigheden gepleegde diefstallen in het spoor wegstation en de gasfabriek te Tiol en het spoor wegstation te Kampen, en zulks na reeds tweemaal tot crimineele straffen te zijn veroordeeld geweest. Anarchisten, naar men meent, hebben beproefd den expres trein tusschen Czernowitz en Lemberg te doen verongelukken, door vlak vóur eene brug een zwaren balk over de rails te leggen. Het was stikdonkerde trein is over den balk heen gesprongen en toch op de brug terecht gekomen. BUITENLAND. In het, dezer dagen verschenen, derde deel van Meding's „Memoiren zur Zeitgesehichte" wordt omtrent den dood van keizer Napoleon III hot vol gende verhaald Wolk een invloed lichamelijke toestand en smar telijk lijden op het laatste levenstijdperk van den vorst hebben gehad, wordt het best aangetoond door de tragische wijze waarop hij stierf. Omstreeks 1873 was in Frankrijk alles voorbe reid om het keizerrijk in ouden luister te kunnen herstellenhet Fransche volk was er, door de wandaden der commune, toe gekomen om met ver langen naar een vasten regeeringsvorm uit te zien en maarschalk Mac Mahon zou gaarne bereid zijn geweest om don terugkeerenden keizer te gemoet te gaan en het rijk weder binnen te voeren. Alles was voor eene landing in gereedheid ge- braoht on men had, van Chislehurst uit, door een vertrouwd persoon laten polsen hoe de Duitsche regeering zich in dit geval zou gedragen, daar een deel van het Duitsche bezettingsleger nog in Frankrijk aanwezig was. Het antwoord luidde: „Wij zullen het geweer aan den voet houden 1" Eu alles scheen de onder neming dus te begunstigen, maar de keizer leed duldeloos door de pijnen, die het graveel hem ver oorzaakte. Koizerin Eugénie drong er op aan dat hij zich, alvorens tot eene uitvoering der plannen over te gaan, aan eene operatie zou onderwerpen waarvan de doctoren een gunstigen uitslag hadden Napoleon weigerde; hij verklaarde dat hij zich, niettegenstaande zijne ziekte, toch krachtig genoeg gevoelde om de aan den tocht naar Frankrijk ver bonden moeilijkheden en bezwaren te weerstaan, maar dat hij aan de gevolgen eener operatie zou bezwijken. Er volgden heftige tooneelen en ten slotte gaf de keizer aan den drang der beden en verwijten toe en werd er tot eene operatie overgegaan. Zij liep, gelijk de doctoren voorspeld hadden, gelukkig af, maar ook Napoleon had gelijk gehad toen hij zijn gestel niet berekend achtte om al het pjjnlijke eener operatie te kunnen uithouden, want een zenuwlijden maakte zich van hem meester, dat weldra een einde aan zijn leven maakte. Deze bijzonderheden, zegt Meding, zijn slechts aan weinigen bekend. Maar er kan, met het oog op de bron waaraan ik ze ontleende, geen oogen blik aan de juiste historischo waarheid er van ge twijfeld worden. D uitschland. Het ontwerp nopens de subsidie voor de over- zeesche poststoomvaart is, gelijk men weet, naar de oommissie voor het budget verwezen. Het is dasr Donderdag aan de orde gekomen. De heer Eugen Richter, mede-lid dezer commis sie, heeft de vraag om inlichtingen van fioantiëelen aard hier weder herhaald en daardoor aanleiding tot belangrijke mededeelingen gegeven. Hetgeen werd gemeld over de rijksmiddelen was nu juist niet bijzonder opwekkend. Men schatte het tekort van den loopenden dienst op 1,800,000 mark. Rekent men daarbij de 51/, millioen, die minder beschikbaar zijn, als overschot voor de verschillende staten en de 15 milioen batig saldo, waarmede de dienst van het vorig jaar sloot, dan komt men tot een minns van 22 millioen mark. Wel werd namens de regeering op lichtpunten gewezen - de tabaksbelasting b. v., die dit jaar eene mindere opbrengst van 6 millioen heeft gegeven, zon ongetwijfeld weder ruim vloeien, de hervorming dar suikerbelasting zou de schatkist ten goede komen enz. - maar met goede vooruitzichten dekt men geen tekorten. De kansen op hot tot stand komon van de. Rijks- postvaart zijn er door dezo inlichtingen niet op verbeterd. De rijks-kanselier heeft Donderdag eon be zoek aan den Russischen ambassadeur, prins Or- loff, gebracht en met hem een langdurig onderhoud Een Belgisch journalist, Janssens Do Costcr, vroeger correspondent in Duitschiaud van Brussel- sche bladen, is te Dusseldorf in hechtenis genomen, op grond dat hij in het bezit was van militaire documenten, die geheim moesten blijven. Groot-Britannië. Het Lagerhuis heeft gisteravond het wetsontwerp tot conversie der staatsschuld, bij derde lozing zonder stemming aangenomen. Tevens had er eene eenigszins bittere discussie plaats over de onlangs uitgevaardigde circulaire van het comité der Peruaansche bondholders, waarin gezegd werd dat de nieuwe gemachtigde naar Chili ging met goedkeuring der regeering. Lord Fitz- Maurice verklaarde dat dogoedkeurÏDg der regeering noch gevraagd, noch gegeven was. Het comité heeft zijn gemachtigde op eigen verantwoordelijkheid ge zonden. Er bestaat geen verband tusschen deze particuliere zending en de diplomatieke handeling der regeering. De regeering heeft alleen geprotes teerd tegen de schending van de internationalo ver bintenis. Zij is niet voornemens de belangen der bondholders te beschermen. Do heer Tyler herinnerde lord Fitz-Maurico, dal er in het „Foreign Office" eene bijeenkomst heeft plaats gehad en toen hierop de heer Pauncefote in hooge mate het zenden van een gevolmschtigde naar Chili goedkeurde, hernam Fitz-Maurice dat er in die bijeenkomst niets was voorgevallen dat het comité recht gaf in zijne circulaire aldus van de regeering te spreken. Yan betrouwbare zijde uit Londen ontvangt de „Köin. Zeit." eene beschouwing over de voor- en nadeelen van de voorloopige overeenkomst tus schen Frankrijk en Engeland over de conferentie. Engeland heeft, naar de correspondent meent, een onberekenbaar voordeel daarin, dat de confe rentie te Londen plaats vindt, waar de persoonlijke invloed der geheele Engelsche regeering, mot dien der hoogere samenleving voreenigd, en de onbedui dende rol, die Musurus-pacha, de Turksche gezant, er speelt, Engeland geheel overwegend maken. Frankrijk had te kiezen en heeft onbegrijpelijker wijze Londen boven Konstantinopel verkozen, waar het gemakkelijk het Turksche Kabinet als wapen tegen Engeland had kunnen gebruiken. De correspondent meent verder dat Engeland na drie jaren niet met toestemming van ééne vreemde mogendheid, maar van alle Europeesche Staten de bezetting zal mogen verlengen. De 8 millioen pond zouden door Frankrijk en Engeland gezamenlijk voorgeschoten worden en de beide regeeringen zijn reeds zoo zeker dat zij dit van hare Kamers ver krijgen zullen, dat zij dit formeel aan de Euro peesche mogendheden hebben beloofd. De uitgever van de „United Ireland", de afgevaardigde O'Brien, is door het hof van Dublin met 500 pd. st. beboet wegens het publiceeren van een lasterlijk artikel. O'Brien heeft verklaard dat hij geen cent zal betalen, of gedoogen dat een ander het voor hem betaalt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1884 | | pagina 2