LEIDSCH DAGBLAD. N°. 7333 Maandag 14 Januari. A0. 1884. Eerste Blad. PRIJS DEZER COURANT: ▼öor Leiden per 3 maanden1.10. Trant* per post.1.40. Afzonderlijke Ifommers.0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PBIJS DER ADVERTENTIES: ▼ai 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17$. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incassee- ren builen de stad wordt 0.10 berekend. Dit Nommer bestaat uit TWEE BLADEN. Officieel© Kennlajferingen. MTIOTALE MILITIE:. BURGEMEESTER en "WETHOUDERS van LEIDEN doen te weten, dat ingevolge art. 18 der Wet van den 19den Augustus 1861 (Staatsblad n°. 72) allen, die volgens art. 15 dier Wet voor de nationale militie behooren te worden ingeschreven (zij die op den lsten Januari hun 19de jaar waren ingetreden en alzoo de geborenen in 1865), verplicht zijn zich daartoe bij Burgemeester en Wethouders aan te geven tusschen den lsten en den Sisten Januari; dat bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis van den mililieplichtige, zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder, of, zijn beiden overleden, zijn voogd lot het doen van die aangifte verplicht is; en dat overtreding van het aangehaalde art. 18, krachtens art. 183 der meergemelde wet, wordt gestraft met boete Tan f 25 tot 100. Voor hen, die verzuimden zich op de door het Gemeen tebestuur bepaalde dagen ter inschrijving aan te melden, wordt mitsdien daartoe alsnog gelegenheid gegeven ter gemeente-secretarie, van 's voormiddags 10 tot 's namid dags 3 uren, op iederen werkdag, tot en met den 31sten Januari aanstaande, op welken dag het register van in schrijving, des namiddags te 4 uren, voorloopig wordt ge sloten. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 12 Januari 1884. Met velerlei wapens. De wijze, waarop het Nederlandscbe volk den strijd tegen het drankmisbruik heeft aangebonden, begint in het buiteüland de aandacht te trekken. Uit Duitschland, nit België zijn belangstellende mannen van invloed gekomen om onderzoek te doen naar de werking dor „Drankwet", en de rapporten die zij daarover uitbrachten kannen we gerost als een compliment beschouwen. En, zonder nationale grootspraak mogen we dan ook zoggen dat we kalm maar beslist zijn opge treden tegen den meest te vreezen vijand der volkswelvaart en openbare zedelijkheid. We hebben niet, gelijk in sommige Staten van Noord-Amerika, hem den kop pogen in te drukken met een onbe paald verbod dat misschien eenigen tijd gehand haafd kan worden, maar naderhand toch weer wordt ingetrokken, als wanneer de liefhebbers hun „schade" dubbel en dwars zullen inhalen. Onze vrouwen zijn niet in groote troepen de kroegen langs gegaan ora door haar gezang de kasteleins wanhopig en de pimpelaars half dol te maken. Evenmia zag men hier optochten van het „leger des heils", met zijn krankzinnigheid verwekkende buitensporigheden. De strijd bleef een ernstig en gepast karakter dra gen, - en ofschoon de bondgenooten een verschillend standpunt kozen, dewijl hier geijverd werd voor totale onthouding, zelfs bekrachtigd door een ge lofte, - elders alleen de matigheid op den voorgrond stond, - bg derden meer gelet werd op de sociale toestanden in het algemeen, die van zoo grooten invloed zijn op het drank misbruik, - vereenigd bleef men elk in zyn kring den gemeenschappelijken arbeid voortzetten, totdat eindolyk de tijd rgp was om de hulp in te roepen van den Staat, - hetgeen met aanvankeiyk goede resultaten geschiedde. Was de „Drankwet" aanvankeiyk eenigszins im populair, - te verwonderen is hot, dat die periode zoo kort heeft geduurd: men kan zeggen dat ons volk over het algemeen er reeds vrijwel aan gewoon is geraakt. Zeker hangt dit samen met de gematigd heid en het overleg, waarvan by de uitvoering blijken worden gegeven. Ongetwijfeld zullen de handhavers der openbare orde op dien weg voort gaan, zorg dragende dat de wet zoo weinig mogelijk drukkend zij voor de burgery die niet van zins is zich aan uitspattingen over te geven noch die van andere lui te bevorderen. Maar tevens zij de Wet gever voorzichtig genoeg om niet de tot dusver be haalde voordeelen prijs te geven door dewetzelvo te verzwakken. Men verwacht weldra een voorstel tot wijziging van sommige bepalingen. Yan verschillende zijdea is aangedrongen het „vergunningsrecht" niet te ver binden aan de localiteiten, maar aan de personen die het beroep van herbergier uitoefenen, - onder opmerking dat volgens de tegenwoordige opvatting een privilege in het leven wordt geroepen ten be hoeve van de eigenaars van hnizen waarin toevallig tijdens het ia werking treden der wet een draok- verkooper woonde. Ons dunkt, de gansche économie der wet wijst op een persoonlyk recht. Men leze slechts de 3de, 4Je, 5de en 7de alinea van art. 3, waarin telkens wordt gesproken van de gevallen waarin den verzoeker de vergunning wordt geweigerd. Een nadere formuleering, om dit beginsel boven allen twijfel te verheffen, zou zeer gewenscht zijn. Yoorts wordt stellig gerekend op een wijziging van de 8ste alinea van hetzelfde artikel, ten einde den verkoop van sterken drank in kleinere hoeveel heden dan twee liters, - niet echter het zetten van gelag, want dat zou tot misbruiken aanleiding geven, - te vergunnen ook aan beD, die een bepaald aan te wijzen winkelnering uitoefenen. Beperking van het getal drinkgelegenheden door de gemeentebesturen, tot aan do grenzen van het in artikel 2 gegeven maximum, blijft voortdurend aan te bevelen. Wij wagen het niet te beslissen in hoeverre in onze gemeente daartoe maatregelen genomen kunnen wordener zijn buurten in LeideD, waar de kroegjes elkander byn.' de hand geven, ea het is, gelooven we, de bedoeling des Wetgevers, die soort van gelegenheden vooral zooveel mogelijk op te ruimen, omdat zy een bron van ellende zijn voor den werkenden stand. By alles wat van overheidswege gedaan wordt, mag de maatschappij, mogen de particuliere burgers niet stil blijven staan. De strijd tegen het drank misbruik is in de eerste plaats een sociaal belang, en sociale wapens moeten uit de scheede gehaald worden. Verbetering van arbeiderswoningen, verbete ring van de volksvoeding, verbreiding van onder wijs tot in de onderste lagen der bevolking, - zietdaar middelen waarvan duurzame hervorming in deze kan worden verwacht. Nog op één bijzonderheid moeten we ten slotte wijzen. Men wil de jenever bevechten door middel van het bier. Ofschoon daar wèl iets vóór te zeggen i3, zijn er niettemin bedenkingen. We zouden niet graag van de Seylla op de Charybdis geraken, of van den regen in den drop komen. Een bierzwel- gende natie is waarlijk ook niet alles. Ook is, vooral in het koude jaargetijde met ons nevelig klimaat, een glas bier een onvoldoende plaatsver vanger voor de „hartsterking" die sommigen van een borrel verwachten. Meer heil zien we in den raad, onlangs gegeven, om gelegenheden te openen waar op ieder uur van den dag een goede kop koffie voor weinige centen te verkrijgen is. Wij zeggen koffie, en bedoeleu daarmee niet een aftreksel van cichorei, peekoffie, gebrande stroop of welke andere misselijke surro gaten in zwang mogen zyn. In Brazilië is de koffie volksdrank geworden, en nam daardoor het gebruik van geestrijk vocht in korten tyd verbazend af. Ofschoon nu in klimatologischen zin Nederland niet met Brazilië op één lijn kan gesteld wordeu, zou het toch niet kwaad zijn als we ons de daar verkregen ervaring ten nutte konden maken. Wij hebben behoefte aan echte vol ks-koffiohuizen, - geen café's waaronder er zyn die hunnen naam alleen dragen omdat er nooit van zijn leven een druppel koffie wordt gebruikt. We drukken daarbij den weP?oh uit, dat dq Regeering moge afzien van haar plan om door het heffen van invoerrecht de koffie duurder te maken. Daardoor zou zij, vreezen we, nadeel toe brengen aan den uitslag van den strijd tegen de jenever. Integendeel, door verbetering en uitbrei ding van de koffiecultuur, door aanmoediging vooral van die der particuliere ondernemers, en door wegneming van alle fiscale belemmeringen trachte zij het hare toe te brengen om de koffie te maken tot volksdrank bij uitnemendheid. LEBÖEY, 12 Januari. Ia de vergadering met dames van het departe ment Leiden der Maatschappy tot Nut van't Alge meen zal Donderdag 17 Januari a. 8. als spreker optreden de heer A. H. Lamie, luitenant tor zee lste kl. Evenals elders zal de heer Lamie ook hier zijne hoorders bezighouden met oenige mede- deelingen over de Noordpool-expeditie, waaraan hij zelf zulk een werkzaam aandeel heeft genomen. Geprojecteerde photographieën zullen de voordracht opluisteren. Gaarne verwijzen wy met een enkel woord naar de in dit nommer voorkomende advertentie, ter kennis brengende dat de Leidsche afdeeling van het Ned. Werkliedenverbond „Patrimonium" (Va derlijk Erfdeel) op Dinsdag 15 Januari a. s., 's avonds te 8 uren, in do „Zaal Noordeinde" hare openbare jaarvergadering wenscht te houden, en dat alsdan als spreker zal optreden de heer J. Esser, nit 's-Hage, oud-resident van Timor. Aangezien de hee Esser bij zeer velen, ook te Leiden, een goede bekende is, zullen bestnur en leden er zich zeker in mogen verheugen dat ecne groote schaar van belangstellenden met hen samenkomt. Het in de volgende maand feestvierende 3de regiment huzareD, bij autorisatie van Zijne Door luchtige Hoogheid Karei August, regeerend hertog van Saxen-Weimar, van den 13den Fobr. 1814 onder de benaming van Régiment de C'hevau- légers opgericht door Louis graaf Yan der Burob, werd achtereenvolgens het regiment lichte dragonders N°. 5, 3de regiment lichte dragonders, 3de regiment dra gonders, en verkreeg ten slotte zijne tegenwoordige benaming. Het depot-escadron ligt te Leiden in garnizoen. Yoor de onderofficieren zal er des avonds bal zijn, terwijl de manschappen eeno geldelijke bijdrage zullen genieten. Gedurende deze week zijn dagelijks in het Werkhuis alhier opgenomen van 4576 volwassen personen en van 410 kinderen. De Koning en de Koningin vereerden gisteren in den Haagschen schouwburg de eerste opvoering aldaar van het drama „Hannes", geschreven door Rosier Faassen, met hunne tegenwoordigheid. De vor- stelyke bezoekers vonden by deze eerste voorstelling een talrijk publiek in de zaal bijeen. De Koningin had als gewoonlijk een bloemruiker in de hand, haar bij het binnentreden vanwege het bestuur van „Het Nod. Tooneel" aangeboden. Den 15den dezer zal de gymnastiek-cursus by de normaal-schietschool te 's-IIage eindigen en zullen de gedetacheerde onderofficieren naar de verschillende corpsen terugkeeren. Jhr. mr. A. F. De Savornin Lohman, die zyne benoeming tot boogleeraar bij de Yrye Universiteit heeft aangenomen, denkt die betrokking tegen Mei a. s. te aar vaarden. De colleges aan deze inrichting voor H% O. zullen Dinsdag a. 8. 's morgens te 9 urea door den rector heropend worden, Ia de rN. R. Crt." goed ingeüoht, do den op het oogonblik door de T>..'1 wor" Wjg-MaatschappiT poging» concede d,e met 189* £fl Terlongd tekrijgen. De beschikking over den Nederl. Centra.l-spoorweg rou daarmede samenhangen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1884 | | pagina 1