De 69-jarige Rouher lijdt sedert 4
maanden aan eene hersenaandoening. Hij woonde
in een klein huis bij Gannat (dep. Allier). Hij staat
nog eiken morgen te 5 uren op en werkt soms,
maar nu en dan is hij geheel de kluts kwijt. Hij
is zich daarvan bewust en voelt zijn einde naderen.
De doctoren Vulpian en Danet waren gekomen om
zijne ziekte te bestudeereö, maar ze vermogen niets
daartegen. De zieke is eergisteren naar Parij9
overgebracht, waar hij in zijne woning in het
quartier Malesherbes beter kan worden verpleegd.
Valsche munters in België. - Te Soig-
nier zijn verleden Vrijdag drie valsche munters
gevat, van wie één reeds tien jaar wegens het
zelfde vergrijp had gevangen gezeten. Zij hebben
verklaard dat hun werkplaats zich te Nimy be
vindt en dat er een talrijk „genootschap" bestaat,
dat deze „industrie" exploiteerd. In hoever een en
ander waar is, moet nog blijken.
Onheil op het meer van Genève.
Omtrent het onder de telegrammen vermelde onge
luk schrijft de „Gazette de Lausanne" het volgende,
dat van de ramp eene eenigszins andere voorstelling
geeft. Do stoomboot de „Rhóne" was Vrijdag-avond
te kwart over vijven van Evian, de „Cygne" tien
minuten later, d. i. een kwartier te laat, vau Ouchy
vertrokken. Er waaide een stevige wind en het meer
was onstuimig. Raar het schijnt, zijn beide vaar
tuigen op hetzelfde oogenblik om verschillende
redenen van hun koers afgeweken, en de „Cygne"
voer tegen het bakboord der „Rhune", welker voor
onder terstond volliep. Terwijl het eerste schip
achteruitwerkte, hadden eenige passagiers en een
deel der bemanning van het laatste den tijd om
over te springen. Onmiddellijk daarna verdween de
„Rhone" in de golven. De „Cygne" zelf was zwaar
beschadigd en toen men zich overtuigd had dat er
niets meer te helpen viel, stevende zij naar Ouchy.
Onder het binnenloopen moest men nog met ma
trassen zooveel mogelijk het binnenstroomende water
keeren. Van de bemanning der „Rhone" zijn de
kapitein, de machinist en drie matrozen gered. In
het geheel moeten tasschen de twaalf en vijftien
personen omgekomen zijn. Onder do omgekomen
passagiers der „Rhóae" bevonden zich de moeder
de zuster van den kapitein der „Cygne,"
Een huwelijksrecept. - Men neemt
een jongenheer en eene jonge dame, de eerste is
eenigszins ruw, het meisje moet zeer zacht van
aard zijn, brengt hen dan te zamen aan een diner,
giet er langzaam een flesch rooden wijn bij en wil
men het eens recht lekker maken, zoo doet men
er nog een flesch champagne bij. Wil hij niet warm
worden, dan neemt men er nog een. Als hij begint
rood te worden, plaatse men hem in de huishond
kamer, 'swinters naast de dame bij den haard;
daarna zette men zulk eene hoeveelheid thee, dat
ieder drie kopjes drinken kan, en laat dit alles
te zamen zachtjes trekken. In den zomer stelle men
hen veel aan de lucht bloot of plaatse hen voor het
geopende venster, maar in ieder geval zoo ver
mogelijk verwijderd; men tooie de dame met bloe
men, laat haar voor de piano plaats nemen en
schudde haar dan net zoo lang tot zij begint te
zingen. Hoort men het jonge raensch zachtjes mee-
neuriën, dan voorspelt dit een goeden uitslag. Daarna
neme men haar weder weg en plaat6o hen met een
album in een hoek der kamer en laat dan alles
den heelen avond zachtjes koken. Deze geheele
bewerking herhaalt men, indien het noodig mocht
zijn, drie of vier keermen zorge dan slechts dat
het vuur goed aanblijft. Is het echter te beet, dan
loopt alles over; brandt het te flauw, dan stolt
alles en wordt zoo hard als eeu klomp ijs. De tijd,
dat zij op het vuur moeten staan, hangt geheel af
van de omstandigheden. Hoe meer munten met
de beeltenis des Konings men er bij doet, zoo
veel eerder is het gaar. Zeer netjes staat hot als
men den rand van den schotel versiert met bank
biljetten. Vooral moet men zorgen geen azijn erbij
te doen; het gerecht wordt zonder dat wel zuur genoeg.
BUITENLAND.
4 Frankrijk.
De „Standard" meldt uit eene „vertrouwbare
Chineesche bron" dat de regeering te Peking aan de
aohttien onderkoningen van het provinciale gouver
nement eene circulaire gezonden heeft, waarin hunne
aandacht op den bedenkelijken toestaud gevestigd
wordt, met mededeeling van haar vast besluit een
Franschen inval tot liet uiterste tegen te gaan.
Tot dit doel zijn 120,000 man noodig, en dus
worden do onderkoningen aangeschreven onverwijld
maatregelen te nemen tot het leveren van de man
schappen en tot het aanschaffen van uniformen en
proviand.
De jonge prins Victor Napoleon heeft een
banket, hem aangeboden door de Bonapartistische
leden der „Conférence-Molé," van de hand gewezen.
In zijn schrijven zegt de prins dat hij thans geen
staatkundige rol heeft te vervullen; bovendien zon
het hem zeer onaangenaam zijn, wanneer zijn naam
tot voorwendsel werd gebruikt om tweedracht
tusschen hem en zijn vader te zaaien.
Naar men verzekert, hebben de leden der
uiterste linkerzijde gisteren een tweetal hnnner
afgevaardigden naar de commissie voor de zaken van
Tonkin gezonden, ten einde dringend te verzoeken dat
het rapport zoo spoedig doenlijk ter inzage zal worden
gelegd. De gemelde groep zou in den loop van den
namiddag eene bijeenkomst houden ten einde te
beraadslagen over het antwoord, dat hierop behoort
te worden gegeven. Verscheiden leden beweren dat
het Chineesche memorandum eene oorlogsverklaring
bevat.
In de couloirs der Kamer werd verzekerd dat
de Tonkin-commissie heden den minister van buiten-
landsche zaken, Jules Ferry, zou hooren. Generaal
Campenon zon dan den minister vragen of het
Chineesche memorandum al dan niet het zendon
van nieuwe troepen zal ten gevolge hebben en, zoo
ja, hoe die troepen zullen gevonden worden. Ver
scheidene leden van de minderheid der commissie
moeten ook voornemens zijn, om heden een incident
over het Chineesche memorandum uit te lokken.
De vrienden van den aanvoerder der commu
nards Delescluze beweren zijn overschot op de
Montmartre-begraafplaats te hebben ternggevonden,
hebben die overblijfselen op Père-la-Chaise ter aarde
besteld en eene inschrijving geopend voor een ge-
denkteeken.
Aan de „Frankforter Zeitung" wordt uit Mar
seille geseind dat daar het gerncht loopt van de
dadelijke mobilisatie van een legercorps om tegen
ChiDa te worden afgezonden. De minister van oorlog
zou met de „Compagnie Transatlantique" en met
de „Messageries Maritimes" zoowel als met het
marine-bestuur te Toulon, maatregelen beramen om
tien transportschepen voor de troepen in gereedheid
te brengen.
DultscRlancL
Het Huis van Afgevaardigden heeft gisteren enkele
hoofdstukken der staatsbegrooting naar de bndget-
commissie verzonden en zal de overige bij tweede
lezing in de volle vergadering behandelen. De min.
van fin. verklaarde dat hij in de aanstaande Rijks-
dagzitting niet rekende op een voorstel totverhoo-
ging der rechten op hont, doch voor de verdere
toekomst niet kon instaan en veeleer de spoedige
indiening van een desbetreffend ontwerp wenschte.
Gisteren werden de voorzitters en ondervoor
zitters der Prnisische kamers door den keizer ont
vangen. Bij deze gelegenheid verklaarde laatstge
noemde overtuigd te zijn, dat de vrede voorloopig
verzekerd is. Tevens zeide hij met vreugde te kunnen
berichten dat de betrekkingen met Rusland niets
te wenschen overlieten.
De te Madrid verschijnende bladen toonen
bij voortduring veel sympathie voor den kroonprins
vao Duitschland en wijzeu er met bijzondere vol
doening op dat de kroonprins levendige belangstel
ling toont in Spanje en zijne bevolking.
Gri-oot-Britanni©.
Gisteren werd te Londen op het stadhuis eene
groote vergadering gehouden, onder voorzitterschap
van den lord-mayor. Lord Shaftesbury en de heer
Forster hielden redevoeringen, on de vergadering
nam met eenparige stemmen resolutiën aan, waarin
de hoop wordt geuit dat bij eene eventueele schik
king met de Transvaal niet worde afgeweken van
de grenslijn, bij de conventie van 1881 vastgesteld
en tevens afdoende bepalingen mogen gemaakt wor
den tot bescherming der grensstammen en herstel
der orde in Bechuanaland.
De vergadering erkende het groote gewicht van
het behoud der groote gemeenschapswegen in het
binnenland van Zuid-Afrika ten behoeve van handel
en beschaving en beschouwde het als een plicht
der regeering om de handelswegen in Bechuana-
laHd open te houden, ten einde aan de Britsche
kooplieden en de zendelingen alle voordeelen van
het vrije verkeer mot de inboorlingen dor verschil
lende stammen te verzekeren.
Voorts wordt gemeld dat de leden der Trans-
vaalsche delegatie zich gisteravond naar Birmingham
zouden begeven, om er eenige dagen to blijven.
Rusland.
Uit Rostoff aan den Don wordt vier graden boven
vriespunt gemeld. De Donau-mondingen zijn nog
bevaarbaar en het meer van Azoff is bij voort
during open.
Men meldt uit St.-Petersburg aan de „Kölni-
sche Zeitung" dat de nihilisten weder veel van
zich doen spreken. Dezer dagen zijn drie jonge
dames, van de hofkringen, onder verdenking van
nihilisme gearresteerd.
Het aftreden van den minister van financiën Bunge
wordt als aanstaande beschouwd.
Effypte.
De Egyptische regeering heeft aan de consuls-
generaal eene nota gezonden, waarin wordt verklaard
dat, volgens het gevoelen der rechtsgeleerde raads
lieden, geene verandering zal kunnen gebracht wor
den in den bestaanden toestand van het Suez-kanaal,
zonder eene nieuwe concessie der Egyptische
regeering.
Volgens een telegram uit Alexandrië aan de
„Daily News" van Zondag had Cherif-pacha een
telegram ontvangen van den ondergonverneur van
Khartoum, dat de berichten uit Sondan tegenspreekt.
Volgens dat bericht zon de Mahdi zijn gedood, Hicks
de overwinning hebben behaald en te El-Obeid zijn.
Niemand hecht geloof aan dit bericht.
In de 48 uren, eindigende Zondag-middag,
kwam te Alexandrië slechts J cholera-geval met
doodelijken afloop voor.
Uit Cairo wordt aan de „Standard" het be
richt bevestigd dat de expeditie naar Soudan onder
bet bevel is geplaatst van Baker-pacha, met kolonel
Sarfcorïu8 als chef van den staf. Het eerste detache
ment zou gisteren vertrokken. Men vreest echter
dat verscheidene Egyptische officieren het voorbeeld
zullen volgen, hun door de Turksche offioieren
gogeven, om te weigeren naar Soudan te gaan. Ver
der wordt gemeld dat de Koptische ambtenaar,
die het eerst de tijding der nederlaag van generaal
Hicks overbracht, tevens mededeelde dat de moord
niet zoo algemeen was als men aanvankelijk dacht,
aangezien vele Egyptische soldaten naar den Mahdi
overliepen. Men vreest nu een algemeenen opstand
in Opper-Egyptealthans zendelingen van den
Mahdi zijn daar aanwezig.
Vereenigde Staten.
Naar men aan de „Times" seint, is verleden
Vrijdag en Zaterdag door president Arthur en het
Kabinet over de betrekkingen tusschen Frankrijk
en China beraadslaagd, waarna volledige instructiën
werden opgesteld voor den bevelhebber der Ameri-
kaansche zeemacht in de Chineesche wateren, met
het oog op de bescherming der Amerikaansche be
langen ingeval van vijandelijkheden. Bedoelde in
structiën zijn langs telegraphischen weg den admiraal
kenbaar gemaakt. Bijzondorheden zijn er niet van
uitgelekt.
President Arthur heeft gratie verleend aan
den sergeant Mason, die indertijd Guiteau, den
moordenaar van wijlen president Garfield, in zijne
gevangenis trachtte dood te schieten.
INGEZONDEN.
Met de opneming van onderstaande regelen zult
ge, Mijnheer de Redacteur, niet alleen mij, maar
ongetwijfeld ook vele anderen ten zeerste ver
plichten.
Reeds lang heb ik in uw veelgelezen blad rond
gezien of niet een meer bevoegd, een met meer
kennis begaafd persoon, of wel iemand d.e in nau
were betrekking tot het onderwerp staat, de pen
had opgenomen om de aandacht te vestigen op
hetgeen zoozeer mijne bezorgdheid heeft opgewekt.
Sedert eenigen tijd toch heerscht onder het rund
vee eene kwaadaardige ziekte, verontrustend eens
deels om haar spoedig verloop, meestal met den
dood eindigende, en anderdeels om hare toe
nemende verspreiding.
Ontstaan, zooals men mij mededeelt, aan de
boorden van den Rijn, begint zij ook hare offers
in de omliggende streken te zoeken, breidt zich daar
al verder en verder uit, zoodat men dagelijks
hoort dat runderen, het eene uur schynbaar gezond,
het andere uur zijn bezweken.
Ik vermeen dat ik door de inzending dezer let
teren, ten doel hebbende do aandacht van bevoegde
en bekwame mannen op dit verontrustend ver
schijnsel to doen vestigen, aan velen geen ondienst
heb gedaan, daar de veestapel in Holland geen
gering aandeel in de welvaart des lands uitmaakt
en die bron voor schade te behoeden is ongetwijfeld
een dure plicht. UEd. dïonstv. Dienaar,
\Y., 25 November 1883. J. R.