Een echt veteraan is in den avond van den
25sten dezer te Haarlem in den hoogen ouderdom
van bijna 91 jaren overleden, namelijk Johann
Conrad Boller. Hij werd geboren den 3laten Dec.
1792 te Oberkaufingen, in Hessen-Kassei. Na den
veldslag bij Leipzig, den 18den October 1813, is
hij als vrijwilliger in dienst getreden bij bet reg.
Keurhessisohe veldhuzaren, onder bevel van den
kolonel Scheffer. Met dat regiment heeft bij onder
scheidene en roemrijke krijgsverrichtingen mede
gedaan. In de ontmoeting met de Franschen bij
Luxemburg werd hij door een kogel in de borst
getroffen, welke op het slagveld met goed gevolg
uit de wond werd gehaald. Vervolgens is hij naar
Metz opgetrokken en bij onderscheidene ontmoe
tingen met den vijand door geweerkogels in de
beenen gewond. Hij heeft deelgenomen aan de ver
nietiging van het Fransche regiment dragonders bij
Sétang en is bij het neervellen van een dragonder
in het pareeren van de kling, die hem moest treffen,
aan de rechterhand gewond. Daarop is hij over
Charle8ville naar Mercier opgerukt, heeft deelge
nomen aan de inneming dier plaats en is toen op
"Waterloo aangetrokken, doch met zijn regiment
daar aangekomen na afloop van den slag. Vervol
gens is hij Frankrijk ingetrokken en heeft bij
Campró met moed en beleid acht huzaren en een
onderofficier van zijn regiment, die in een kelder
werden opgesloten gehouden, verlost. Na herstel
van den vrede is bij met zijn regiment naar Duitsch-
land teruggekeerd, heeft in bezetting gelegen te
Fritzlar en is van daar op 16 Oct. 1818, ten ge
volge van ongeschiktheid voor den militairen dienst,
door zijne bekomen wonden, op de meest eervolle
wijze uit den dienst ontslagen. Kort daarna is hij
met eene Nederlandsche vrouw gehuwd en heeft hjj
zich te Haarlem gevestigd, waar bij gedurende een
aantal jaren het beroep van vleeschhouwer heeft
uitgeoefend. Boller was een braaf en oppassend man
en bekend als een stil en vreedzaam burgor. HC.)
De gemoentebegrooting voor Amsterdam be
draagt 11,064,579.70 in ontvangst en uitgaaf,
waarvan f 3,696,003 buitengewoon. De post onvoor
ziene uitgaven is vastgesteld op 52,568.301/a.
KOLONIËN.
BATAVIA, 22 September.
Het bericht is van den resident van Bantam
ontvangen dat ook Zuid-Bantam, voor zoover het
niet nit hoog land bestaat, door de vloedgolf ver
woest is. De controleur Van Heutz bereist de streek
om te zorgen voor het begraven der lijken en den
algemeenen toestand na te gaan. Hij zal trachten
Java's eerste punt over land te bereiken. Die reis
gaat met geen geringe moeilijkheden gepaard. Dat
gedeelte van Bantam bestaat uit eentonige, onher
bergzame, huiveringwekkende wildernis met een
zeer geringe bevolking, maar rijkelijk door tijgers
bevolkt. De weg, die door schier onafgebroken
moerassen voert, is na gevallen regens zelf een
modderpoel.
De laatste berichten uit Telok-Betong zijn eer
gisteren hier aangebracht per stoomer „Prins
Hendrik der Nederlanden." Nog is de plaats niet
over zee te bereiken. Van af Poeloe Mahitam is
de Lampongbaai verstopt door puimsteen. Er is
gestoomd door eene laag puimsteen over 2 Engelsche
zeemijlen zich uitstrekkende ten zuidoosten van
dat eiland en waarvan de grootste dikte 2 voet was.
Intusschen blijven de giften tot lenigiDg der ramp
ruim vloeien. Tot 14 dezer had het Centraal-
Comité in het geheel ontvangen eene som van
f 370,208.15, terwijl sedert de navolgende vorste
lijke giften zijn ontvangenVan Z. M. den koning
van Siam 10,000, van de koningin 5000. De
kapitein der Chineezen te Padang gaf uit eigen
fondsen f 5000, terwijl hij uit de fondsen van de
Tepekong-Hoe-Tjoe eeoe som van f 20,000 ter be
schikking stelde.
Alsof Indië nog niet genoeg heeft aan de rampen,
die het in verschillende vormen in de laatste jaren
teisterden, moest de veeziekte, die men op Java
geweken achtte, weder uitbreken. Op een land,
ressorteerende onder Meester Cornell's, brak in het
tijdvak van 24 tot en mot 30 Aug. de veeziekte
weder uit bij negen nog van moedermelk levende
buffelkalveren. De oorzaak van het ontstaan der
ziekte op een land, waar de eigenaar steeds de
grootste voorzorgen tegen de besmetting van zijn
veestapel nam, ligt nog in het duister. Volgens
het laatste rapport, loopende van 7 toten met 13,
is de ziekte gelukkig tot dat land gelocaliseord
gebleven.
In Atjeh heerscht nog steeds een volle oorlogs
toestand. Geen enkel feit, dat wijst op toenadering
van hoofden en bevolking of zelfs ook in de verste
verte het uitzicht opent dat een normale staat van
zaken zal intreden. Java-Bode
Het verslag van den gouverneur van Atjeh,
loopende van 22 Augustus tot en met 8 dezer, is
een relaas van rooftochten, moordpartijen en geleverde
schermutselingen.
Van militaire zijde werden de excursies en pa
trouilles trouw volgehouden met het doel de vijan
delijke benden in de vlakte van Groot-Aljeh geen
rust te gunnen. Verscheidene Atjehers werden ge
vangengenomen of hij verzet neergeschoten.
Bij het sneuvelen van den 2den luitenant Van
BeDnekom werd deze handgemeen meteen Atjeher;
hij brak zijn lans, maar de kerel slaagde er in hem
in het hart te treffen. Do Atjehers te Penang heb
ben hunne landgenooten aangespoord den oorlog
voort te zetten, daar het Hollandsche gouvernement
niet in staat zal zijn veel meer te doen.
Is men goed ingelicht, dan zou het departement
van oorlog der Regeering hebben voorgesteld om
te Atjeh den staat van oorlog weder af te kondigen.
Deze maatregel zou niet zoozeer de strekking heb
ben om iets te verandoren aan den algemeenen
toestand, doch hoofdzakelijk dienen om verschil
lende misdrijven, zooals desertie, gebrek aan waak
zaamheid op post enz. weder te kunnen straffen
overeenkomstig het werkelijk ernstige der over
treding; wanneer de oorlogstoestand niet is afge
kondigd kan van „vijanden" geen sprake zijn, dns
ook niet van „desertie naar den vijand", zoodat de
personen, die in den laatsten tijd het feit pleegden
om naar de Atjehers over te loopen, niet kannen
worden gestraft met al den nadruk, dien de zaak
eischt.
De Gouverneur van Sumatra's Westkust deelt
onder dagteekoning van 6 dezer, het ondervol-
gende mede:
„Tuchtiging landschap Si Torang, dat op aan
stoken van doebalangs Singamangaradja herhaal
delijk vijandelijkheden pleegde, had op 27 Augustns
jl. plaats.
Na een vuurgevecht van eenige uren, waarbij
onzerzijds geen verlies, werden vijandelijke benden
verdreven en negen kampongs genomen. Sedert
nog 2 kampongs genomen en verbrand en twee
hoofden gevangengenomen.
De meeste kampongs betaalden door Resident
opgelegde boeten.
Nadat nog enkele kampongs tot betaling boete
zullen genoodzaakt zijn, zullen onze operation in
Toba hiermede als geëindigd te beschouwen zijn.
Ik vertrek morgen met kuststoomer naar Siboga,
ton einde mij persoonlijk te vergewissen van het
geen noodig is tot consolidatie van een goeden
toestand in dit landschap." JavCrt.)
Naar de Java-Bode verneemt, is de Regeering
over het algemeen Diet ingenomen met de wijze,
waarop de resident dor Lampongsche districten,
Altheer, Da de ramp, die zijn gewest getroffen heeft,
is opgetreden. Men verwacht ook vrij stellig een
onderzoek, wolks uitslag zal leiden tot pensionoering
of wTel verplaatsing.
Eene pensioneering zou, volgens genoemd blad.
voor dien hoofdambtenaar een dubbel onaangename
zaak zijn, aangezien hij veel geld en goederen van
waarde bij de verwoesting van Telok Betong zou
hebben verloren.
In den nacht van 14 op 15 dezer, eenige
minuten over halféén, heeft te Padang door een
vrij sterke aardschudding een opschudding plaats
gehad. De beweging, die verticaal schokkend en
nogal hevig was, ging gepaard aan een duidelijk
waarneembaar onderaardsch gerommel en een geluid
als dat van de alles overrompelende zee. De richting
was van west naar oost. Niet alleen inlanders,
maar ook Chineezen en zelfs Europeanen werden
daardoor het bed en de deur uitgejaagd.
De hemel was ons echter genadig- na de aard
beving kregen wij wel water, doch slechts regen
water. (Sum. Crt.)
In den morgen van 19 dezer is een hevige
brand uitgebroken in de beruchte kampong Kram-
bangan te Soerabaia, terwijl hot grootste gedeelte
der mannelijke bevolking afwezig was om een
overleden kampong-bewoner de laatste eer te be
wijzen. In een korten tijd werden 120 huizen in do
asch gelegd.
Den heer G. T. De Bruyn Kops, controleur
van de afdoeliug Seloema van de residentie Ben-
koelen, is om dringende familie-redenen een binnen-
landsch verlof naar Batavia verleend voor den tijd
van een maand.
In de Padang8cbe Bovenlanden zijn door vee
pest aangetast van 1 t. m. 10 Ang. 176 karbouwen
en 53 djawies en 11 t. m. 20 Aug. 157 karbouwen
en 81 djawies.
Volgen6 bericht van den hoofdinspecteur van
den post- en telegraafdienst, vertrekt Maandag 24
dezer, 's morgens vroeg van Batavia, een stoomer
naar de Lampongbaai, mot telegrammen en post
pakketten.
Door den Gouverneur-Generaal is aan de
inlanders Sondong, Djogodimodjo en Sokromo gratie
verleend van de doodstraf, waartoe zij wegens
diefstal bij nacht in een bewoond huis door meerdere
gewapende personen gepleegd, zijn veroordeeld.
Die straf is veranderd in eene van dwangarbeid
in den kettiDg voor den tijd van 20 achtereenvol
gende jaren.
Eindelijk schijnen de plannen tot uniformver
andering van officieren en minderen van het Ned.
O.-I, leger tot uitvoering te zullen komen. Uit
goede bronnen zegt men te vernemeo, dat reeds
modellen van kleeding ten behoeve van officieren
en mindere militairon uit Nederland ontvangen zijn.
Te Buitenzorg is heden de landbouwtentoon
stelling geopend met groot succes. President Derx
begroette den Gouverneur, die in antwoord daarop
zijne warme ingenomenheid mot de zaak uitsprak.
Er zijn prachtige inzendingen.
Naar men uit Padang mededeelt, zou de
majoor der genie Broese Yan Groenou het voor
nemen hebben opgevat in 't begin van het vol
gende jaar den militairen dienst met pensioen te
verlaten.
Aan de ondercollecteurs in de afdeelingen
Anjer en Tjeringin is voorloopig tot standplaats
aangewezen Tjilegon en Menes.
Yolgens een schrijven in de „Sumatra Crt."
zou de geheele expeditie in Toba niets te beduiden
hebben.
Op het traktement van een Indischen onder
wijzer is korting gevraagd wegens een gel everden....
trouwring, ten bedrage van ƒ43.
Door den gouvernenr-generaal van Ned.-In'lié zijn de vol
gende beschikkingen genomen.
Civiel Departement. Benoemd: Tot kantoorchef 2de kl. bij
den post- en tel.-dienst de chef 3de kl. N. J. J. Marlier De Routon;
tot griff. bij den landr. to Kotta-Radja, tevens and. mil. te Palem-
bang, rar. P. Nijsman; tot griff. bij den landr. te Paleabang
tevens and. mil. mr. M. M. Rosman; bij liet binnenl. best. op
Java en Madura, tot contr. ïste kl., de ambt. op non-act. E.
Sieburgh; tot contr. 2de kl. "W. P. D. De Wolff Van Westerrode;
tot adsp.-contr. D. De Boer; tot 3den comm. bij het dep. van
6n., J. K. Faoser.
Goedgekeurd: Dat door de landraden te Japara is be
noemd tot buit. sub -giiffier buiten bezwaar van den lande bij
die rechtbank S. G. Van Ginsel; dat te Patjitan is ontslagen:
eervol als buit. sub.-griffier buiten bezwaar van den lande bij
die rechtbank S. C. Goonraadbenoemdtot bait. sub.-griffier
buiten bezwaar van den lande bij die rechtb C. Hofland.
Tijdelijk gesteld: Ter besch. van den res. van Bantam,
dc ambt. op non-act. C. E. Bodemeijer.
Verleend: Een tweej. verlof naar Europa, wegens ziekte,
aan den arch. 2de kl. bij den waterstaat A. Eisses.
Ingetrokken: De tijdelijke terbeschikkingstelling van den
dir. van binnenl. best., spec aal om werkzaam te worden gesteld
tot het tegengaan van de uitbreiding der in West-Java heer-
schende veeziekte, van den contr. 2de kl. bij het binnenl. best.
op Java en Madura J. P. F. Van Heutsz.
Ontslagen: De gewezen comm. te SampaDg (Madura)
tevens alg. ontv. aldaar, P. Ch. Van Ossenbruggen.
Ontheven: Eervol van de hem opgedragen waarneming
van den civielen genecsk. dienst en van bet opzicht over de
vaccine in de residentie Pekalongan de civ gen. aldaar H. L.
Vernhont.
Verleend: Een 2-jarig verlof n. Europa, wr. ziekte, san
den gouv.-veeart9 F. Paszotta.
Belast: Met de waarneming vau den civ. geneesk. dienst
en bet opzicht over de vacc. in de res. Pekalongan de gewezen
off. van gez. 2de kl. van het Ned.-Indisch leger A. M. J. Bolsius.
T ij del ij k gesteld: Ter beschikking van den res. der
Lampongsche districten, om gedurende de afwezigheid roet bin-
nenlandsch verlof van den secretaris van dat gewest F. Sie
burgh, roet de waarneming vau diens functien te worden belast,
de amblenaar op non-activiteit A. V. Van Os. laatstelijk lsten
commies op bet bureau van den gouverneur van Sumatra's
Westkust.
Benoemd: Tot architect 2de kl. bij den wateistaat en
's lands burg. op. werken, H. Me6sertot bonwknndig ambte
naar 2de kl. bij den dienst der staatsspoorwegen op Java Th. C.
Coleobrander.
Overgeplaatst Van Doetamatï. res. Cheribon, naar
Padang, de ingenieur 3de kl. R. A. Van Sandick.
Bevorderd: Tot vcriScateur 2de kl. F. W. Rappard,
met bepaling dat hij te Soerabaia geplaatst blijft.
Departement van Oorlog. Benoemd: Tot off. van gez. 2de kl.,
de tijd. id. J. Letzeisen.
Verleend: Een tweej. verlof naar Europa, wezens ziekte,
aan den kapt. inf. G. D. S C'amphuis; idem aan den oltic. van gez.
lstc kl J. M. W. Van der Hoeven en aan den l6ten luit. der
inf. F. W. Knhn.
Vergund: Aan den bij bet leger- in Ned.-Indic gedet.
lnit. inf. J. J. Koolemans Beijnen op verzoek Daar Ned. terng
te keeren.
Overgeplaatst: De 1ste luit. der inf. J. T. A. Delhougne
naar Telok-Betoog.
Bevorderd: Bij het wapen der iDfauterie, tot majoor A.
De Haas, tot kopt. D. J. A. E. De Brauw, tot lsten luit.
J. H. C. G. Augenent, W. Boer en E. W. Van Baerle.
Overgeplaatst: l)e off. van gez. late kl. A. F. Heijl
naar Djocdjokarta en H. C. J. T. Van Hardenbergb Daar Saroarang.
Departement van Marine. Ontslagen: Eervol, de 2de
stuurman bij dc marine, AV. A. Alofsenidem de 2de machinist
L. F. Fritz.