LEIDSCH DAGBLAD. N°. 7246. Maandag 1 October. A0. 1883. Tweede Blad. PRIJS DEZER COURANT: ▼oor Leiden per 3 maanden1.10. Franoe per post1.40. Afzonderlijke Nommers.0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. V FBIJS DER ADTERTEJTCEN: Tu 16 regeli 1.05. Iedere regel meer 0.17$.' Grootere letten naar plaatsruimte. Voor het iocatsee- ren baiten de stad wordt/0.10 berekend. BUITENLAND. Duitschland. Nadat gisteren de genoodigden, de deputation, de generaals en de vorsten zich rondom het Germania- standbeeld bij Rudesheim hadden vereenigd, ver schenen te twaalf uren de keizer met den kroon prins en de kroonprinses, de koning van Saksen en de groothertog van Baden. De koning van Beie ren was niet tegenwoordigook Yon Bismarck niet. Na een welkomstgroet door de eere-jonkvrouwen, berichtte prof. Sartorius dat het monument voltooid was. Het koraal: „Nun danket Alle Gott" werd aangeheven en door alle aanwezigen meegezongen. De keizer hoorde het staande aan. Deze bleef ook 3taan onder de bezielde feestrede van graaf Zu Eulenburg, vol waardeerende erkenning van de groote verdiensten des keizers en alles wat het Duitsche rijk aan hem verplicht is. De keizer antwoordde ongeveer deze woorden: „Wanneer de Voorzienigheid haren wil op aarde verkondigt, kiest zij daartoe den tijd, het land en het werktuig, om dien wil te volbrengen. 1870/71 was daarvoor het geschikte tijdperk. De Almach tige voerde de Duitsche wapenen van overwinning tot overwinningmillioenon harten dankten God daarvoor en brachten Hem lof, ojndat Hij ons waardig bevond Zijnen wil uit te voeren. Doch nok voor het verre nageslacht wil Daitschland aan dit gevoel van dankbaarheid duurzame uiting geven. Het is met dit doel, dat het gedenkteeken is opge richt. Ik wijd het in met de woorden mijns vaders: den gevallenen ter gedachtenis, den levenden tot dankbaarheid, het komende geslacht tot navolging. Dat geve God 1" De woorden des keizers werden beantwoord door de losbranding van het geschut en het koraal: „Heil dir im Siegerkranz", dat door den keizer blootshoofds werd aangehoord, terwijl het omhulsel van het gedenkteeken viel. Schilling en Weiss- bach werden daarop den keizer voorgesteld. De kroonprins en de vorsten kusten den keizer de hand. Deze trad op de tribune en reikte Von Moltke de hand, waarop een donderend: „Hoch!" volgde. Na een omgang om het monument, verlieten de keizer en de vorsten de open plek, die het monu ment omgeeft. Het weder was eerst goed, maar later somber en steeds met regen dreigende. Aan het door den keizer to Wiesbaden gegeven diner werd deelgenomen door de vorsten die als gast gekomen waren, de burgemeesters van Ham burg, Bremen en Lubeck, de aanwezige ridders der orde van den Zwarten Adelaar, den bevelvoerenden generaal, de ministers, de leden van den Bondsraad, de voorzitters en ondervoorzitters van den Rijksdag en de leden van het comité voor het nationaal ge denkteeken. De koning van Saksen dronk de gezondheid van den keizer, aan wiens roemrijk bestnnr men niet slechts de eenheid van Duitschland, maar ook den vrede in eigen boezem en dien met het buitenland verschuldigd is. De keizer betuigde zijn dank, en dronk niet alleen de gezondheid van den koning van Saksen, maar ook die van alle bondsvorsten, die tot het verkrijgen van Duitschlands eenheid hadden bijgedragen. De stad was schitterend verlicht. De keizer en de vorsten woonden 's avonds de voor stelling in den schouwburg bij. Prins Bismarck is met zijne gemalin en zijn zoon graaf Herbert, gisternamiddag te 4 uren naar Friedriohsruhe vertrokken. Het plan bestaat te Berlijn een gedenkteeken voet Beethorea op te richten, fir zal een groot muziekfee8t in het voorjaar worden gegeveD, waar van de opbrengst tot dat doel zal worden beschik baar gesteld. Het feest van India Oriëntalis. Gisteravond had in de Stads-Gehoorzaal het aan gekondigde liefdadigheidsfeest ten voordeele van de ramp in Indië plaats. Dit feest droeg eeD eigen aardig karakter en verschilde geheel en al van andere die in den regel voor zulk een doel worden gegeven. Het ging uit van eene studenten-vereeniging die den naam draagt van: „India Oriëntalis" en wij kannen niet anders dan lof toezwaaien aan het be stuur dier vereeniging. De zaal was uitnemend versierd en reeds bij het binnentreden viel direct het oog op twee zeer nette, in den rechter-corridor ingerichte nissen, waar vier dames-stadgenooten in keurige toiletten alle pogingen aanwendden om hunne waar tegen goede prijzen van de hand te zetten. De uitslag daarvan is ons niet bekend, maar wij zijn zeker dat het resultaat bevredigend zal mogen genoemd worden. Een woord van hulde voor de wijze, waarop zij hnnne taak volbrachten Het feest werd geopend door het gebruikelijke „Iö vivat," aan studentenfeesten eigen, en werd ge volgd door het algemeene in den Oost-Indischen Archipel bekende liedje„Nina bobo", dat op ver dienstelijke wijze werd voorgedragen. Het tweede nummer was Topèng: „Negri Blambangan", dat voör de meesten wellicht vreemd zal schijnenwe zullen hierbij een oogenblikje stilstaan. Men vindt bij de Javanen twee hoofdsoorten van tooceolvoorstellingen, de Wajang en de To pèng, de eerste is eene voorstelling van schimmen en de tweede met maskers. Bij de Wajang worden de handelingen door de schaduwen van poppen of beeldon voorgesteld, terwijl bij de Topèng de han delende personen menschen zijn die altijd gemas kerd zijn, behalve wanneer zij voor den Vorst spelen. De Topèng van ons programma had plaats in het land Blambangan, dat vroeger een rijk uit maakte van Oostelijk Java, maar in de 16de eeuw ten gronde is gegaan. Wat in deze Topèng behandeld wordt kan de lezer nagaan aan de keerzijde van het pogramma. Bij deze voorstelling ziet men het dansen begeleid door de Gamelan; dit dansen (tandak) bestaat bij de Javanen hoofdzakelijk in kunstmatige bewegingeD, verdraaiingen der lede maten, naar hunne meening zeer bevallig; de voeten hebben in den regel het minste deel er aan. Dit soort van dansen is meer voor het vermaak der toe schouwers dan wel voor eigen genoegen. Wanneer echter de Topèng voor den Vorst wordt vertoond, dan zijn de acteurs ongemaskerd en dragen ze ook zei ven hunne rollen voor. De gamelan of het orkest maakt meer een vreemden dan wel een mooien indrukhet is eene combinatie van eigenaardige klanken, en tevens is het zeer moeilijk er eenig verband in op te merken. De gamelan behoort uitsluitend bij de Javanen tehuis en bestaat uit onderscheiden muziekinstrumenten. Hiertoe behooren: de rëbab, een soort van viool met twee snaren welke bespeeld worden door den orkestmeester; de gambang gangsa, een soort van harmonica, samengesteld uit een langwerpig vierkanten bak, waarop verscheidene metalen staafjes liggen, welke geslagen worden door een houten hamerde g a m b a n g k aj o e, die evenals de vorige is, maar in plaats van metalen, houten staafjes heeft de kètjèr, een soort van bekkens; de gong, twee metalen bekkens, met koorden in een houten raam opgehangen, geslagen met hamers, welke met eene zachte stof omwoeld zijn; de bèdoeg, een trom die met een houten hamer wordt geslagen enz. enz. Harmonie vindt men er zelden in; voor elke soort van gamelan bestaan verschillende muziekstukken, die bij bepaalde gelegenheden moeten dienen; zij bestaan niet op schrift, maar worden door het ge heugen bewaard. Bepaalde toonkunst vindt men bij de Javanen niet. Het 5de nummer was de „Wajang Golek „Negri Siloeman". (Zie tekst op 't programma). De wajang wordt onderscheiden in vele soorten, zooals de wajang poerwjt, welke onderwerpen behandelt uit de alleroudste mythische geschiedenis van Java, en de wajang go 1 k, ook wel genoemd wajang kali tik. Deze wordt ook veel overdag gegeven; de poppen doen hierbij dienst, en de" D al a n g zit niet achter een gordijnmaar terwijl hij die poppen in orde stelt en zoolang de voorstelling nog geen aanvang neemt, staat er voor hettooneel een klein schermpje in den vorm van een omge keerd hart, waardoor het publiek zich verbeelden moet niets te zien. De Dalang is de persoon die de poppen in bewoging brengt, dus de eigenlijke acteur, en die ook de rollen der verschillende per sonen voordraagt onder begeleiding der gamelan. Verder zien wij in No. 8 Angkloeng en Tj on koks pel; de Angkloeng is een samenstel van vijf of meer van boven schuins afgesneden bam boezen pijpen van verschillende lengte, die naast elkander in een raam staan en, bewogen wordende, een sterk geluid voortbrengen. Men zag tevens onder het dansen twee Javaansche vrouwen zich bezighouden met het tjonkokspel; dit wordt meestal be oefond door vrouwen met achttien stukken, ge woonlijk sawopïtten, op een lankwerpig bord, met twee groote gaten aan het einde en twee rijen kleinere gaten aan de beide zijden. Onder no. 10 vinden we: Wajang-Koelit: „Negri Astini." Deze verschilde van de overigen doordat mon op het scherm de schaduwen der poppen zagde Dalang reciteert eveneons de rollen der hande lende poppen. De schaduwen worden te voorschijn geroepen door een lampje van geel koper „blentjeng." Naast den Dalang staat een kist met poppen het scherm draagt den naam van Këlir en hier voor zitten de toeschouwers, hoofdzakelijk vrouwen de mannen en jongelieden gaan op zijde zitten, zij mochten alleen de schaduwen zien. De overige nummers van het programma werden op eene zeer goede wijze onder directie van den heerGrentzius ten gehoore gebracht, en het deed den toeschouwers werkelijk goed toen hem door een der commissieleden een bouquet werd aangeboden. Ook een woord van hulde aan den solist voor viool in No. 4, die de verschillende aria's uit Gou- nods „Faust" zoo goed wist weer te geven! Ten slotte een woord van dank en hulde aan de commissie van „India Oriëntalis" voor het zoo goed geslaagde feest, waaruit gebleken is dat zij kosten noch moeite heeft gespaard om twee dingen samen te doen gaan: het helpen lenigen der ramp in Ned.- Indië en het verschaffen van zooveel genot aan het Leidsch publiek. Het feest werd, zooals reeds werd gemeld, bijge woond door Prins Roland Bonaparte, die teven» nog een gift van f 250 schonk, en besloten met een zeer geanimeerd bal. n. Marktberichten. Leideil, 29 Sept. Heden aangevoerdTarwe 5 hectoliter. Win tertarwe 9.a 10.Zomertarwe 8.a 8.50. Rogge 4 H. L. "Winterrogge 6.50 a 7.Zomerrogge 5.50 a 6.50 Gerst 5 H. L. Zomergesst 5.a 5.60. Chevalier-gerst 6.a 6.50. Haver 6 H. L. Zware Haver 4.25 a 4.75.Lichte Haver 8.a ƒ3.50. Doivenboonen 5 hectol. 8.a 8.50. Paardenhoonen 5 faectol. 7.— a 7.S0. Boter: 7370 kilogr., late qnalit. V* vat 64.a ƒ70.— Scheiboter 2de qualit. V* vat 58.a 62.Boter late qnalit. per kilogr. 1.60 a 1.75, Scheiboter 2de qnalit. per kilogr. 1.45 a 1.55. Lange Zwarte Tori 7000 dnbb. hcatoL, 0.23 a ƒ0.25.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1883 | | pagina 1