hem en zQn gezin naar Amerika werd bestreden,
maar waaruit hem bij zijne aankomst aldaar nog
een sommetje kon worden ter hand gesteld, om
gedurende een korten tijd in de behoeften van zich
en de zijnen te voorzien. Reeds eea paar malen
deed hij iets van zich hooren en volgens die berich
ten ziet hij met eenige hoop de toekomst te gemoet.
Een gevoelig verlies werd geleden door het afster
ven van den ht r D. A. Schretlen, sedert 1856 een
ijverig en belangstellend lid van het bestuur alhier.
Zijne plaats was nog niet vervuld.
Dezelfde groeve, waaromheen een veertien dagen
geleden de familie geschaard stond om er eene dier
bare doode in te zien nederdalen, was hedenmorgen
opnieuw van de blauwe zerk ontdaan. De vader
volgde er zijne dochter.
Op verlangen van den overledene geschiedde de
teraardebestelling van het stoffelijk overschot van
wijlen generaal De Neve op eenvoudige, burger
lijke wijze, zonder eenigen militairen praal. Dit be
lette evenwel niet dat, lang vóórdat de stoet den
doodenakker aan de Groenesteeg bereikt had, zich
daar honderden belangstellenden hadden vereeoigd,
waaronder tal van burgerlijke en militaire auto
riteiten.
Alle wapens van het garnizoen waren er door
hunne hoofd- en verdere officieren vertegenwoordigd.
Ook de verpleegden van het Oudemannen- en vrou
wenhuis, waarvan de overledene regent, en van het
Invalidenhuis, waarvan hij mede-bestuurder was,
hadden zich om den grafkelder geschaard.
In de volgkoetsen bevonden zich o. a. de burge-
meester en de garnizoens-commandant dezer gemeente,
de heer De Laat De Kanter en de kolonel Leers,
de generaals Loder en Yan Swieten, admiraal Brutel
De la Rivière, de kolonels Rappard en Yan Ketwich.
Nadat de met vijf fraaie kransen bedekte kist
was neergedaald, - terwijl op het lijkkleed zich ook
de eereteekenen hadden bevonden der orden waartoe
de overledene behoorde-, trad generaal Yan Swieten
naar voren en herdacht in korte maar kernachtige
taal wie en wat De Nove geweest was, de man
dien hij nagenoeg 35 jaren gekend had en van wiens
wapenfeiten, o. ain den tocht tegen Bali, waar
hij de Militaire Willemsorde verwierf, hij meer dan
eens getuige was geweest.
Als kweekeling der Militaire Academie genoot
De Neve te Breda zijne eerste wetenschappelijke
opleidiüg, waarbij hij reeds eene groote mate van
gezond verstand aan den dag legde. Ook in Atjeh
volgde de overledene den spreker, die met hem
ondervond dat het krijgsbeleid eerst voor de staat
kunde moest wijken, doch later daarop weer zege
vierde. Tot de familieleden eenige woorden van
troost en opwekking gericht hebbende en nadat de
omstanders bloemen in het graf had gestrooid, her
innerde vervolgens de schoonzoon des overledenen,
kapitein De Wijs, van het Indisch leger, er aan
welk een beste vader hier was verloren en zeido
hij dank voor de op hoogon prijs gestelde tegen
woordigheid van allen, in wier aandenken de familie
zich aanbeval.
Door den kolonel-garnizoens-commandant alhier
Ï6 heden de volgende order uitgevaardigd:
„Het is mij eene aangename taak aan hot gar
nizoen te kuünen mededeelen, dat het militaire
feest „Leiden-Krakatau", op Zomerzorg 14 Septem-
ter jl. tot leniging van de ramp in Indië gegeven,
zuiver opgebracht heeft do somma van ƒ1159.42'/,,
welk bedrag heden bij de Plaatselijke Commissie,
tot inzameling van gelden voor hetzelfde doel, is
gestort.
„Aan allen die hunne medewerking hebben ver
leend tot het welslagen van dat feest, en in het
bijzonder aan de regelingscommissie, aan de staf-
muzïek van het 4de regiment infanterie en aan de
onderofficieren en minderen, die aan de verschillende
uitvoeringen hebben deelgenomen of zich door het
rondgaan met de inteekenlijsten als anderszins
hebben verdienstelijk gemaakt, betuig ik mijn dank
voor de moeite, die zij zich wel hebben willen ge
troosten om het feest dien boven verwachting gun-
stigen uitslag te doen verwerven."
Per Nederlandsche mail ontviügen we heden-
namiddag de Indische bladen van 13 en 14 Augustus.
Gedurende deze week zijn dagelijks in hot
Werkhuis alhier opgenomen van 4366 volwasser»
personen en van 412 kinderen.
Omstreeks drie uren viel hedennamiddag een
juffrouw van omi schuit in de Haarlemmervaart.
Zij werd echtc-r nog gered door zekeren D. en oen
voorbijganger.
Door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
is goedgekeurd de rokening der gcrueento Hazers-
woude, door den Raad voorloopig vastgesteld in
ontvang op f 55,045.495 en in uitgaaf op f 50,683.72
en mitsdien met een batig saldo van f 4,361.775.
Yerkozen zijn tot algemeen voorzitter ea secre
taris van den Omringdijk van den drooggemaakten
Noordpias, de heeren C. Korteweg en J. M. Kok,
beiden te Hazerswoude woonachtig.
Op initiatief van den heer F. M. Baud, bur
gemeester, heeft de Raad van Leimuiden zich in
commissie gevormd om bij de ingezetenen eene
schaalcollecte te houden ten behoeve van de slacht
offers van de ramp in Indië.
De kapitein J. Yan der Horst Bruyo, van de
4de comp. 5de bat. 4de reg. inf. te Gouda, is over
geplaatst bij het 8e reg. inf. te Arnhem.
De bisschop van Haarlem heeft benoemd:
tot president van het groot-seminarie te Warmond
den heer H. J. J. Prenger; tot prof. aan het semi
narie Hageveid den heer G. A. A. Loots; tot pas
toor te Monster den heer C. L. Rijp; tot past.:
te Nïeuwveea den heer J. J. Bruystens; te Noord-
wijkerhout den heer D. Staas; te Brielle den heer
P. L. Poelste Castricum den heer H. H. Spieker
man; te Zierikzee den heer A. R. G. Feyen; to
Middelharnes den heer F. JanseDte Assendelft
den heer G. F. Schluter; te Roon den heer L. Ten
Brink; tot kapelaans: te Amsterdam, H.-Willbror-
dus binnen de Yeste, den heer W. A. Van Halen;
te KraliDgen den heer H. J. Borghols; te Heem
stede den heer P. Stroette Ylaardingen den heer
C. A. Hammer; te Westwoud den heer J. A. Yan
Leeuwen; te Wassenaar den heer A. Yan Rijn; te
Lïmmen den heer J. J. M. Teule; te Spierdijk den
heer H. J. P. Thommann en tot adsistent te Monster
den heer P. De Wit. Da drie laatsten zijn 19 Aug.
11. tot priester gewijd.
Benoemd is tot inwonende directrice aan de
kweekschool voor onderwijzeressen te Haarlem mej.
G. G. Gerritsen te Epe; tot onderwijzeres te Krom
menie mej. Joh. C. Korporaal te Oudshoorn aan
den Rijn.
Ook de Haagsche correspondent van hst Hbl.
meldt dat het bericht der Belgische bladen, omtrent
een tolverbond dat tusschen België en Nederland
gesloten zon worden, geheel en al ODgegrond is.
Tot eereleden van het Oudheidkundig Genoot
schap zijn benoemd de heeren: C. Becker, J. W.
Kaiser, dr. P. Scheltema en P. II. Witkamp.
Uit Haarlem komt het treurig bericht dat dr.
J. Yan Vloten gisteravond aldaar plotseling, na
zeer korte ODgesteldheid, is overleden. Van Vloten was
een persoonlijkheid die ieder kende, iemand die in
de laatste dertig jaar bij het openbaar leven in
Nederland behoorde, wiens stem werd gehoord bij
elke gewichtige gebeurtenis ons land en volk
rakende, die, met hartelijke liefde voor Nederland
bezield, de roede niet spaarde waar hij die noodig
achtte, maar in wiens strafheid tegelijk liefde lag
opgesloten.
Met zeldzame werkkracht begaafd, heeft hij in
een reeks van werken de vruchten van zijn denk
kracht en studie aan ons achtergelaten, terwijl een
serie van vlugschriften van zijn hand, aan tal van
onderwerpen gewijd, het bewijs leveren voor zijne
belangstelling in alle verschijnselen op maatschap
pelijk gebied.
De breede lijst zijner werken op historisch, let
terkundig, taalkundig en wijsgeerig gebied is daar
om dat te staven. Op geschiedkundig gebied ver
dient zijne studie: „Nederlands opstand tegen
SpaDje" ongetwijfeld een eereplaats ooder de wer
ken waarin de worstelstrijd onzer vaderen wordt
geschetst. Van zijn liefde voor taal en letteren
draagt iedere bibliotheek het kenmerk, want evea
rijk als verscheiden van inhoud is de rij der werken
door hem in de eerste plaats aan onze vaderland-
sche letteren gewijd. En van zijn wijsgeerig streven
geeft de „Levensbode" en vooral zijn studie over
Spinoza de meest doorslaande bewijzen.
Van Vloten had vele vrienden en vereerders,
maar ook vole vijanden. Aangenaam in den omgang,
de welwillendheid zelve bij persoonlijke kennis
making, kon hij, als hij eenmaal de pen greep,
niet nalaten geheel en al te zeggen wat hij te zeg
gen had. Zijn critiek was scherp, zijn aanval dikwijls
te persoonlijk.
„Waarheid in leven en streven" was zijn leus
en waar hij iets vond dat, naar het hem voorkwam,
met die leuze in strijd scheen to zyn, daar greep
hij zjjn vijand aan on niets kon hem verhinderen
op de meest heftige wijze den strijd aan te binden.
Hij moge dikwijls hebben misgetast ën in do
keuze der middolon èu in de waardeering van den
persoon dien hij bestreed, niemand zal ontkennen
dat hij gedreven werd door een goed beginsel, dat
hij voor de verkondiging van hetgeen hij waar
achtte alles over had.
Van Vloten was geboren in Januari 1818 te
Kampen. Hij ontving zijne opleiding aldaar, studeerde
te LeideD, werd io 1843 doctor in de godgeleerd
heid, maar aanvaardde, daar de theologie hem
niet laDger aantrok, eene betrekking alsleeraarin
de geschiedenis en Fransche taal aan het Erasmi-
aac8eh gymnasium te Rotterdam.
Later vertoefde hij te Leiden, waar hy gelegen
heid vond zijne studiëa voort te zetten. In 1854
werd hij hoogleeraar te Deventer en bleef daar tot
1867, in welk jaar hij, gelijk men zich zal her
inneren, ten gevolge van de door hem geuite woor
den bij de overdracht van het rectoraat, werd ont
slagen. Hij vestigde zich daarna te Haarlem, waar
hij sedert zijn verblijf hield, doch vertoefde ook
dikwijls te Bloemendaal en Katwijk.
Gistemamiddag is door eene commissie uit de
Eerste Kamer der Staten-Generaal het adres dier
Kamer, ter beantwoording van de troonrede, aan
den Koning aangeboden. Z. M. heeft daarop het
volgende geantwoord: „Mijne heeren! Met welge
vallen ontvang ik vsn de Eerste Kamer der Staten-
Generaal haar adres van antwoord, met de ver
nieuwde verzekering van hare medewerking tot be
vordering van het heil des vaderlands. Ik verzoek
u, myue heeren, aan de Eerste Kamer der Staten-
Generaal daarvoor mijnen dank over te brengen."
De hertog van Albany met zijne gemalin,
zuster onzer Koningin, brachten gisteren een bezoek
aan de Amsterdamsche tentoonstelling.
Naar de Amst. verneemt, vertrekken ze morgen,
Zondag, per extratrein des namiddags te 6 u. 20 m.
van Den Haag naar Vlissingen, om aldaar aan te
komen te 9 u. 30 m. en vervolgens de reis naar
Londen met een der stoomschepen van de Maat
schappij „Zeeland" te aanvaarden.
De minister van binoenlandsche zaken heeft
nogmaals nader de aandacht van commissarissen
des Konings in de onderscheidene provinciën ge
vestigd op de weinige zorg aan oude monumenten
gewijd, waardoor veel, dat wellicht voor de kennis
onzer geschiedenis en van de oude nationale kunst
van belang is, onherstelbaar verloren gaat. De
minister wenscht daarom voortaan tijdig omtrent
dergelijke sloopingen, herstellingen en verbouwingon
te worden ingelicht.
De wakkere manneD, die de Nederlandsche
Noordpool-expeditie hebben uitgemaakt, zijn giste
ren, gelyk reeds gemeld, in het vaderland terug
gekomen.
Dr. Snellen, de luit. ter zee 1ste klasse Lamie
dr. Kremer, de zoöloog Ruys en de pbysicus Ekama
leden van den wetenschappelyken staf, alsmede de
machinist v. Dolder, de stuurman Beutler, de kok
De Bruin en de matroos Stupper kwamen gister
morgen te 9.32 te Utrecht aaD.
De timmerman Svend Petersen, Noor, die het
huis bouwde en op het ijs zette, bleef te Dront
heim achter.
Mevrouw Snellen was haar echtgenoot naar Bent
heim te gemoet gereisd en keerde met de reizi
gers terug.
De geheelo reis van het hooge Noorden af was
een triomftocht, reeds in Kopenhagen.
Hoe vroeg ook, in Amersfoort zag men vlaggeD
Professor Harting was aan het station. Te Hilver
sum waren de heeren Volck, Van Hasselt en Kramp
presentde ontmoeting was allerhartelykst. De eerste
woorden van Snellen en Lamie aan Volck waren
woorden van dank voor de goede zorgen, te hunnen
opzichte betoond.
Do reis werd verder gezamenlyk naar Utrecht
in gezellig onderhoud voortgezet. Mevrouw Snellen
oogen straalden van geluk.
O. a. zei Snellen tot Volck: „Het spyt mij dat
gij hier in Nederland zooveel geld voor ons hebt
uitgegeven, want heusch wij zijn altoos wel geweest.
Volck antwoordde: „Het geld is nog zoo erg
niet. De Nederlandsche natie wil, als het gevaar
dreigt, althans geld geven. Erger was de misken
ning en het nadeelig op de natie werkend kabaal
Te Utrecht was een ontzaglijke menigte op het
perron en daverende hoezees gingen op toen dr
Snellen uit den trein stapte. Prof. Buys Ballot
ontving de expeditie. Het was een treffend oogefl
blik, een gedrang en begroot zonder einde.
By de aankomst in do vestibule sprak prof. Buys
Ballot een hartelijk weikom uit en bracht hy hulde
aan den moed en de volharding der kloelfc manuen?
die hunne opofferingen met zulk een sehoonen uit
slag mochten bekroond zion. De heer SnelleD dankte