LEIDS0ÏÏ
DAGBLAD.
iV. 7240.
Maandag 24 September.
A0. 1883.
Eerste Blad.
LiSKIÏ&lSjS?* 22 September.
PRIJS DEZER COURANT:
▼oor Leiden per 8 maasden1.10.
Franc» per port1.40.
ACsooderiQke Nommers.0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
▼an 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17^.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor hel inctsse#r
reD bniten de stad wordt 0.10 bereken A
Dit nommer bestaat uit DRIE BIADEN.
Gerechtvaardigd.
Niet lang geleden hebben we ons© verontwaar
diging uitgesproken over do behandeling, die de
heer Jorissen van den Transvaalschen Volksraad
ondervond, en op het gevaar gewezen dat de Zuid-
Afrikaansche Republiek, wanneer zij aldns te werk
ging, groot gevaar liep de sympathie 7an onze
landgenooten, waarop zij zooveel prijs zegt te stelIeD,
geheel te verliezen.
Spoedig bemerkten we, in deze opvatting niet
alleea te staan: de afkeuring van het gebeurde
met den gewezen Staatsprocuroar was hier te lande
vrij algemeen. Met name heeft het Wageningsch
"Weekblad zich zeer beslist in dien geest uitgelaten.
Ieder gevoelde dat de reden, voor het ongevraagd
ontslag aangevoerd, namelijk dat men die hooge
betrekking liefst door een bij de juridische faculteit
gegradueerd persooa zag vervuld, niets meer dan
eon voorwendsel was. Zydelings weri dit ook van
Transvaalsche zijde erkend en liet men door
schemeren dat de eigenlijke reden moest gezocht
worden in de adviezen, door den heer Jorissen ge
geven in zake d9 Bank-concoBsieaan hem zou het
te wijten zjjn dat de onderhandelingen over deze
zaak met de Nederlaudscho Handelmaatschappij
gevoerd, op niet waren uitgeloopen.
Wat er in die quaestie was geschied, kon toen
in Earopa nog niöt bekend zijü, en viel dus buiten
onze beoordeeling: alleen beweerden we, dat zoo
men zich over de houding van dr. Jorissen had te
beklagen, men hem eenvoudig tot verantwoording
had moeten roepeD, - maar niet hem aan den dijk
zetten zooder de gelegenheid aan te bieden tot
zelfverdediging.
Thans is ook over de Bankzaak het volle licht
opgegaan. De man die het heeft ontstoken is niemand
anders dan dr. Jorissen zelf. In esn open brief, ge-
dagteekend „WiesbadeD, 20 Augustus 1883 en ge
richt „aan zijn IIoogEd.den Staats-President der Zuid-
Afrikaansche Republiek", tcont hij het onhoudbare
aan van de beschuldigingen, togen hem ingebracht
in het rapport der Volksraad-Commissie in zake de
Bank-coccessie enz." Be:den, rapport en verdediging,
zijn in een brochure vereenigd uitgegeven to Utrecht
bij J. L. Beyers. Ieder die belang stelt in de Repu
bliek en onze verhouding tot haar. raden wij ten
sterkste de lezing van het merkwaardig geschrift aan.
De wijze waarop de Volksraad zich van haar
verplichtingen tegenover een der hoogste ambte
naren van den Staat heeft gekweten, wordt'in de
volgende woorden gekenschetst:
„Het rapport is een bijna doorloopeade aantijging
van mij, achter mijn rug en in mija afwezigheid.
Ik ben bescheiden van gevoelen, dat geen publicatie
had behooren te geschieden zonder dat het stuk
mij vooraf ten fine van opmerkingen enz., was toe
gezonden, zoodat do openbaarmaking van het rap
port en zijn wederlegging als het ware tegelijkertijd
had kunnen geschieden. Nu is inderdaad een ont-
eerend vonnis de wereld ingezonden, zonder dat
de aangeklaagde zelf is gehoord geworden. Tot
verontschuldiging ben ik geneigd het feit te laten
gelden, dat de Rogeering niet voorzien kon dat een
kwaadwillige partij verband zou zoeken, ten nadeele
van den ondergeteekende, tusschen dit rapport en
een weinige dagen daarop gevolgd aan mij gegeven
ontslag - op gronden ten eenenicale van anderen
aard. Iatu9schen blijf ik mij nog beklagen, dat dit
rapport mij zelfs nimmer olficiëel is toegezonden."
Alle bijzonderheden betreffende die Bank-geschie-
deni8 kunnen wij hier niet bespreken. Van den aan
vang af, dat is nadat de Transvaal haar zelfstan
digheid had herwonnen, was het Joris sens streven
een financiëelen band te zien gevlochten tasschen
Nederland en de Republiek, en groot wes zijn blijd
schap toen in het begin van Augustus '81 de Neder!.
Handelmaatschappij per telegram aanvraag deed voor
een Bank-concessie. De maatschappij wenschte in
dat geval resds dadelijk voorloopige maatregelen te
nemen om, na ontvangst der concessie, de inschrij
vingen te openen. Het plan vond algemeen bijval.
De Volksraad nam een besluit aaD, strekkende om
de Regeering nit te noodigen, zonder verwijl de
noodige stappen te doen. De Staats-secretaris tele-
grapheert daarop naar Amsterdam„Strekking cqb-
cossie met wijzigingen door Volksraad goedge
keurd. Brief volgt." Het daurde echter vijf en een
halve maand eer die brief werd afgezonden.
Inmiddels wordt, door een Engelsche firma te
Pretoria concessie gevraagd voor een Volksbank.
Do stukken worden den Staafsprocureur toegezon
den. Deze adviseert, die aanvraag en alle dergelijke
als niet-ontvankelijk te beschouwen, gebonden als
men is door de onderhandelingen met Amsterdam.
De Ned. Handelmaatsch. schrijft in Febr. 1882 dat
zij nog altijd wachtende is op inlichtingen omtrent
de verlangde wijzigingen; dat echter de kansen
om het benoodigd kapitaal te verkrijgen, èn door
bet uitstel, èn door den gespannen toestand der
Europeesche geldmarkt, minder gunstig zijn ge
worden, zoodat zij zich moet voorbehouden of de
concessie nog door haar aanvaard zal kunnen
worden."
De staatsprocurenr (dr. JorisseD) adviseert over
dezen brief met de verklaring dat het plan tot oprich
ting eoner Volksbank aan de Ned. Handelmaatschappij
het recht heeft gegeven haar aanvraag terug te
nemeD. Die meening bleek juist te zijD, want kort
daarop berichtte de Handelmaatschappij de RegeeriDg
„Aangezien ons uit de dagbladen blijkt dat thans
bij u te lande pogingen aangewend worden om een
Circulatie-Bank in het leven te roepen, welke wij
niet wenschen in den weg te treden, z'en wij ver
der af van onze plannen tot oprichting der gepro
jecteerde Nationale Bank vsd Zuid-Afrika, waarvoor
ons ten vorigen jare per telegram de concessie
werd toegezegd."
Dat alies is zeer natuurlijk. „Het ligt zoo voor
do hand", zegt dr. Jorissen, dat er al heel weinig
politiek of nuanciëel doorzicht voor vereischt wordt,
om de waarheid te erkennen, dat men niet tegelijk
van twee wallen kan eten, aan een Nederlandsche
Maatschappij concessie geven voor een Nationale
Bank en een eigen Volksbank oprichten." De be
wering der Volksraad-commisssie, dat Jorissen in-
conseqaeut was, door eerst den Raad gebonden te
verklaren, later de Maatschappij bevoegd te achteü
om zich terug te trekken, een bewering, gegrond
op het praatje dat het Volksbank-plan slechts was
ontworpen om de onderhandelingen te Amsterdam
te bevorderen, is armzalig in de hoogste mate.
We zullen over de Bank-zaak niet verder spre
ken. Wie er alles van weten wil, koope de bro
chure, en leze ook wat er verder is geschied toen
uit Londen een nieuwe concessie-aanvraag was aan
geboden, welker aanneming door dr. Jorissen werd
aangeraden. Ook deze zaak mislukte.
Maar dit nog. Eerlang zullen we het bezoek krij
gen van den President Kriigor en nog een paar
leden der Regeering, die hier te lande financiëele
betrokkingen willen aanknoopen. Wij hopen dat
men die heerea niet onkundig zal laten van den
indruk, door het gebenrde teweeggebracht. Vooral
behartigenswaardig is de raad, door dr. Jorissen aan
het eind zijner brochure gegeven, en waarbij we
op verrassend juiste wijze terugvinden, wat we in
ons vroeger artikel zeiden
„De oprechtheid van het verlangen naar hulp uit
Nederland kan door niets beter bewezen worden,
dan door de oprechte waardeering van do personen
en de werkzaamheid der Nederlanders in de Trans
vaal gevestigd, en daar werkzaam voor den bloei
en de onafhankelijkheid van het land. Zoo die
mocht blijken niet te bestaan, dan zou het verlan
gen Daar hulp uit Nederland ten slotte niets anders
beteekeneD, dan begeerte naar het geld dat in
Nederland gevonden wordt; en ofschoon het zeker
mogelijk blijft dat de geldmannen daar te lande,
evenals elders, genegen zullen bevonden wordeD,
om een goede winstgevende speculatie te maken,
zal de sympathie, waarvan de Volksraads-Commissie
zoo geheel naar waarheid spreekt, dat in Nederland
bestaan heeft gedurende den vrijheidsoorlog voor
on8 die met ons leven voor de vrijheid der Repu
bliek gestreden hebben - de koorden der beurs wel
niet losmaken, wanneer de speculatie mocht blijken
minder winstgevend te zijn." v. d. H.
Heden is aan de universiteit alhier de heer
W. F. E. Spiering, geb. te Tiel, bevorderd tot
doctor in de rechtswetenschap, met academisch
proefschrift, get.„De bewijsmiddelen der wettige
afstamming." (Art. 316321 B. W.)
Den -lden October a. 8. zal dr. A. Heynsins
alhier de 25-jarige vervulling van zijn hoogleeraars-
ambt herdenken.
Het Provinciaal Kerkbestuur van Zuid-Hol
land heeft aan den heer J. D. B. Brouwer, pred.
te LeïdeD, met ingang van den lsten November
a. s. het emeritaat „salvo honore" verleend.
Naar wij vernemen, zal op de laatste Trio-
Soirée Fraulein Anna Mirano uit Berlijn optreden.
Vervolgens zal de heer Th. Enderle op. 110 van
Beethoven spelen en met den heer J. G. Striening
een soüate van Grieg ten gehoore brengen. Tevens
heeft de heer Doesburg zijne medewerking in een
strijk-trio toegezegd.
Uit het negen en vijftigste verslag van het
Nederlandsch Genootschap tot Zedelijke Verbetering
der Gevangenen, over het jaar 1882, blijkt dat de
Militaire Strafgevangenis alhier eene afwisselende
bevolkiDg had van 463 mannen. Op 31 December
waren er aanwezig 281. Het getal leden der Afdee-
ling bedroeg 102; bij de correspondenten 6.
Aan 61 ontslagenen werd hulp verleend; hiervan
werden een tiental begiftigd met gereedschap tot
uitoefening van hun beroep of bedrijf of met artikelen
waardoor zij in stast waren hun handel voort te
zetten. Voor 12 anderen werd kleeding of huisraad
aangekocht, terwijl 37 personen kleine giften ont
vingen, waarmede zij hunne reis- en verblijfkosten
konden bestrijden of in de allernoodigste behoeften
voorzien.
Dat onder deze ondersteunden enkele oude beken
den waren, behoeft evenmin vermelding, als het feit
dat anderen niets meer van zich deden hooren.
Wtder was het de oude geschiedenis: de meeaten
stelden de in hen gestelde verwschting teleurmaar
daar waren er toch, die het goede pad bleven be
wandelen.
Voor één persoon, echtgenoot en vader van 7 kin
deren, die meer door slordig beheer dan uit oneerlijk
heid een tekort in de aan hem toevertrouwde kas
niet kon verantwoorden en daarvoor had moeten
boeten, en wiens hoop om hier te lande in het ver
volg in eene dergelijke betrekking als de verlorene
geplaatst te worden vervlogei was, werden door
eenigo invloedrijke personen in deze en in eene na
burige gemeente pogingen aangewend tot het ver
zamelen van eecige gelden, waarmede hij naar Ame
rika zou kunnen vertrekken. Van het hoofdbestuur
mocht de commissie daartoe een bijdrage van/" 100
verwerven, terwijl de Afdeeling, na bekomen mach
tiging, een som van f 200 bijdroeg. Hierdoor en
door de bijdragen van anderen kreeg men een be
drag bjjeen, waaruit niet alleen de passage voor