Op do tafel von.d men o. a. een briefje met 10
yoor den dokter, hetgeen veel waarschijnlijkheid
aan dat vermoeden geeft. Sommigen trekken bet
overleg in twijfel en houden het er voor dat de
doovekolen moesten dienen ter verdrij ving der mug
gen, welke in die buurten erg hebben huisgehouden.
Door den geneoskundigen insoecteur
in Zuid-Holland is verklaard dat de p -kken te
Botterdam hebben opgehouden epidei isch te
heerschen.
Een dronkaard te Zuid-Schermer heeft
zijn buurman en buurvrouw S. met een hakmes
zóódanig mishandeld, dat beiden ernstig gewond
thuis gebracht werden.
KOLON I E IN.
BATAVIA, 4 Augustas. (Venwig.)
Hedenmorgen vertrok de gouv.-generaal meteen
extra-trein van Noordwijk naar TandjoDg Priok,
ten einde zich daar in te schepen aan boord van
de „Tambora", in opvolging zijner voorgenomen
reis naar Atjeb.
Aan den ex-gouverneur van Atjeh, Prajjs Van
der Hoeven, heeft de Regeering een pensioen toegelegd
ven ƒ6900 'sjaars.
In de „Penang Times" van den 24 Juli jl. wordt
gemeld dat de cholera te Pedir en Samalangan
toeneemt. De aanlegger van den moord op Smith
en de zijnen is een broeder van Tjot Banta, die
naar Batavia opgezonden is. Deze afschuwelijke
daad, met zooveel succes volvoerd, heoft den be
drijver er van zóó doen rijzen in de achting der
Atchineezen, dat zij hem hebben verkozen als han
leider en opvolger van Njaq Hassan. Voorbereidingen
tot hervatting der vijandelijkheden worden weder
van Atchineesche zijde gemaakt en het is te ver
wachten dat gedurende de poeasa het fanatisme
overal krachtig werkzaam is, zoodat er weldra
weder van een treffen met de troepen zal worden
vernomen.
Door den gouverneur-grneraal van Ned.-Iadiö zijn de vol
gende beschikkingen genomen.
Civiel Departement. Benoemd: Tot algem. oütv. van 's lands
kas: te Buitenzorg, L. Van Honk; te Tjiaadjoer, J. li. A. Dom-
mers; te Madjalengka, \V. O. Brouwer; tot voorzitter van dan
landraad te Patie, mr. Ch. A. Granpré Molière; tot lid in den
raad van justitie te Padang, mr. P. A. L. Mac Lean; tot pres.
van deo raad vau jastitie te Soerabaïa, mr. J. C. Mulock Hou
wer tot officier \an jaatitie bij den raad van justitie mr. W. A.
Brilltot ontv. bij de in- en nitvoerr. en acc. te Moeara-Kompeh.
W. Jackson; tot id. te Tandjong-Pandan, D. "VVestdijk; tot verific.
4de kl. bij id., H. A. F. WulfT; lot ontv. bij id. te Toeban,
J. F. Alexander; tot id. te Siak Sri-fdrapoera. C. F. W. Dias;
tot tijdelijk verificateur der 5de kl., A. Demminkbij den watcrst.
en 's lands borg. openb. werk. tot opz. der 1ste kl., J. L P.
J*adratot opzichter 2de kl. J. E. C. Stroijk; tot referendaris
bij het departement van fioanciën J. Jonker; tot hoofdcommies
bij id. F. Th. Peereboom Voller; tot opzichter-machinist 2de
kl. bij den dienst der staatsspoorwegen op Java C. J. Bloys
Van Treslong; tot vice-president van het hooggerechtshof van
Ned.-Indie mr. H. B. Van Davelaar; tot controleur der 2de kl.
bij het binnenl. bestuur op Java en Madoer K. E. N. Maier;
tot machinist-monteur, tevens chef van het atelier bij den spoor
weg Oleh-lch Kota-Kadja, J. Van Swieten.
Belast: Met het beheer over het boschdistrict Tceban-
Bodjonegoro de benoemde hontvester der 3de kl. F. Van de Roemer.
T ij d e 1 ij k belast: Bij het binnenl. bestuur op Java en
Madura, met de waarn. der betrekking van control. 2de kl. de
adsp.-control. A. J. C. Schmidt; van adsp.-contr. bij het dep.
van binnenl. bestuur P. M. J. Meyboom.
Gesteld: Voorloopig voor den tijd van ée'n jaar, ter be
schikking vau den resident van Japara, ten einde tijdelijk werk
zaam gesteld te worden onder de bevelen van den houtvester,
belast met het beheer over het bocchdistrict Japara, H. M.
Rossmann.
Verplaatst: Naar het boschdistrict Pekalongan-Keodal de
wd. houtvester 21e kl. D. J. Crol; naar Rembang-Blora de houtv.
3de kl. A. J. E. Bruiusma.
Overgeplaatst: als lste hulponderw., naar de openb.
2de lag. school te Soerakarta, H. F. Wcehuyzennaar de
openb. lagere school te Klalten, T. F. Visser.
Ingetrokken: De benoeming van den machinist lste kl.
bij het mijnwezea J. J. C. Van den Abeelen tot machinist-
usonteor.
Verleend: Een 2-jarig verlof Daar Europa: wegens meer
dan 12 jaren onafgebroken dienst, aan den 2den comm. bij bet
dep. van fioauc J. J. P. Diephnizen; wegens ziekte aan den
machinist 3de kl. bij den dienst der staatsspoorwegen op Java
E. D. C. Middelaer; wegens id. aan den commies der 2de kl.
I bij den post- en telegraafdienst V. E. Blctterman.
Ontslagen: Eervol de hoofdambtenaar met verlof -mr.
G. T. H. Henoy; idem de gewez-n stationschef 3de kl. bij de
ataatsspoorw. op Java. Th. Piper; wegens ziekte eervol de
voorzitter van den landraad te Pati (Japara) mr. Ch. Samuels.
Departement van Oorlog. Bevorderd: Bij de mil. adm. tot
majoor-intendant G. G. Ouwerling en P. M. E. Soetcra; tot
kapt.-kwartieren. L. Manrer, J. L Kroeze, H. C. Van de Ven,
J. H. De Sanvage, W. D. J. Bezemer en E. II. Veraer; tot
l9ten lnit.-kwartierni. J. A. Steenmeyer, J. B. C. Bondix, J.
Soeep, B. W. C. G. Vries, J. J. Hupscher en N. A. De
Voogt; bij het wapen der genie: tot kapiteins II. W. Scheaer,
H. R. De Vries en T. C. A. Vemer.
Ontslagen: Wegeas lichamelijke ongeschiktheid voor alle
mil. dieo9teo, eervol uit Zr. Ms. rail. dienst met behond van
reebt op peDS., de lste luit. der genie H. J. Bijleveld.
Overgeplaatst: De 2de luit der inf. E. De Roy v.
Zaijdewijn naar Atjeh; tie lste luit. der inf. J. Harenberg
naar Meester Cornelis; de offic. v. gez. J. Tnlleners en H. v.
"VVijk naar Atjeb, J. A. Tschudnoswsky naar Tjilatjap, S. A.
Norden naar Samarang, A. E. F. GrippeÜDg naar Batoe-Toelis
J. C. F. Scheller en F. Rogier near Weltevreden
Verleend: Een 2-jarig verlof a. Enrora, w. ziekte, aan
den kapt.-kwaitierm. bij dc mil. admin 1"). II. I.öling.
Departement van Marine. V e r 1 o e n d Een 2-jarig verlof
n. Europa, w. ziekte, aan den 2den stanrman bij de gouv. marine
G. W. Thesing.
BUITENLAND.
België.
Het stoffelijk overschot van Hendrik Cons
cience zal morgen, Donderdag, te Brnssel ter aarde
besteld worden, op de Iselles-begraafplaats, en daar
blijven tot den daarop volgenden Zondag. Dan wordt
Consciences lijk naar Antwerpen vervoerd, waar de
begrafenis zal plaats hebben op kosten der gemeente,
met goedvinden van de nabestaanden des overledenen.
O ostenr.-Hong.-Monar chie.
De berichten van de grens zijn, naar uit
Agram gemeld wordt, van ernstigen aard. Bijzon
derheden ontbreken, maar toch is het zeker dat de
bevolkingen van de plaatsen tusschen Grtina en Petri-
nia in vollen opstand verkeeren. De aanval is voor
namelijk op de bemiddelde klasse gericht. Eene
sterke militaire macht is derwaarts gezonden.
Gisteren is, onder voorzitting van den minister
president Tisza, te Budapest eene conferentie over
Croatië gehouden. Zij werd o. a. bijgewoond door
de Croatische vertegenwoordigers, die daartoe door
den heer Tisza waren uitgenoodigd, en ter confe
rentie verklaarden, bereid te zijn hunne beste po
gingen aan te wenden ter verkrijging eener vol
doende oplossing, met medewerking van den ge-
meenschappelijken Rijksdag.
Oliina.
Uit Hongkong wordt nader gemeld dat te Canton
ernstige wanordelijkheden gepleegd zijn. De opstan
delingen hadden het gemunt op de vreemdelingen,
aan wier eigendom groote schade is toegebracht.
Uit een telegram uit Canton, van gisteren, mede
gedeeld door de te Nieuw-York verschijnende
„Herald", blijkt, dat de rustverstoringen het ge
volg zijn geweest van het verongelukken van
een Chineesch ambtenaar, die zich aan boord
wilde begeven van de stoomboot van Hankow bij
haar aankomst in de haven van Canton. Ton ge
volge van dit treurige oDgoval liep eene tallooze
menigte t« hoop en stak verscheiden huizen in
brand, gelegen in de onmiddellijke nabijheid der haven.
Vervolgens lag de oproerige menigte de hand
op een zekere hoeveelheid petroleum, waarmee
nog een groot aantal huizen werd in brand gesto
ken. De bewoners dier huizen, allen vreemdeD,
namen de wijk aan boord van nabij liggende vaar
tuigen.
Aanrandingen van personen hebben, niet plaats
gehad. Vijf uren nadat de ongeregeldheden een
aanvang hadden genomen, rukten Chineesche troepen
aan, die de rustverstoorders uiteenjoegen en de
openbare orde herstelden.
De vreemde bewoners verlaten do stad. Drie ka-
nonneerbooten zijn uit Hongkong naar Canton ge
stoomd, om het leven en den eigendom der vreemde
lingen te beschermen. Zoover de berichten gaan, is
geen enkel Europeaan gedood.
Telegrammen.
PARIJS, 11 September. Admiraal Pierre is
overleden.
De „Temps" zegt dat lord Lyons de bemid
deling der Engelsche regeering heeft aangeboden
tot het regelen van de nieuwe grens van Tonkin.
Een depeche uit Hongkong van den llden
meldt dat het een troep Portugeezen was, die te
Canton een Chinees gedood hebben; zij bevestigt
overigens de bijzonderheden omtrent de onlusten.
LONDEN, 12 September. ADe regeering is
tot de ontdekking gekomen dat het te Glasgow
en te Londen gebruikte dynamiet in Antwerpen
werd vervaardigd. Er zijn getuigen uit België over
gekomen; hunne mededeelingen zijn van hoogst
verrassenden aard.
LONDEN, 12 September. Eene depeche aan de
admiraliteit van Hongkong zegt dat er zich slechts
twee Engelsche oorlogsschepen te Canton bevinden
het was niet noodig er nog meerdere heen te zenden.
Chineesche troepen bewaken de vreeradelingenwijk
te Canton.
LEIDEN 12 September.
De verwachting voor morgen is: goed weer.
De Koning en Koningin worden aanstaanden
Vrijdag-namiddag te halfvijf, per extra-trein, laügs
het Rijnspoor met het Prinsesje in de residentie
verwacht. I1H. MM. zullen vermoedelijk tot in het
begin van October aldaar vertoeven, om zich alsdan
naar het lustslot hot Loo te begeven.
Een man die gisteren door den tram Dam—
Plantage te Amsterdam werd overreden, is kort
daarna in het gasthuis overleden. Het was de 76-
jarige Ten Honte, kleermaker van beroep, die zijn
zoon, in de Pieter Vlamingstraat, een bezoek ging
brengen.
Een brntale diefstal is door de tot heden onbe
kende dieven aldaar gepleegd in het pakhuis „De
Gouden Knop" in de Nieuwe Teertuinen, waar de
lessenaars en kasten met geweld zijn opengebroken.
Alleen oenige postzegels en briefkaarten zijn
ontvreemd.
Het Oriënta!isten«CoDgre9.
Weer een paar proeven der besprekingen!
In de sectievergadering van het Arabisch (la)
werd eene belangrijke meedeeling gedaan door prof.
De Goeje. Er is iets aandoenlijks in de wijze waarop
hij een deel der bouwstoffen voor zijn stuk had
verkregen. Het laatste werk namelijk waaraan de
zoo betreurde hoogleeraar Dozy gearbeid heeft, was
de voorbereiding eener studie over de godsdienstige
gebruiken der bewoners van Haran (Mesopotamia),
waar nog in de eerste eeuwen van den Islam het
oude Syrische heidendom in stand was gebleven.
Dozy had daarover een merkwaardig stuk bij een
Arabischen schrijver gevonden, dat over verschil
lende punten, die in het beroemde werk van prof.
Chwolson „die Sabiër" onbeslist waren gebleven,
een nieuw licht verspreidt. Toen hij dezen arbeid
moest staken had hij een groot gedeelte afgewerkt;
zijn vriend De Goeje verzocht hij het te voltooien
en aan te bieden. Deze bood heden dit stuk in de
Arabische sectievergadering, aan en las een gedeelte
voor, dat doet verlangen naar kennismaking met
het geheel.
In dezelfde sectie sprak prof. Land over een
onderwerp dat vooral de liefhebbers en kenners
van muziek groote belangstelling inboezemde, nl.
over de geschiedenis van den Arabischen toonladder,
die verre van den in het Westen gebrnikelijken
afwijkt. Verscheiden heeren, meerendeels bij eigen
aanschouwing mot het Oosten bekend, gaven hunne
opmerkingen hierover ten beste. Het blijkt dat vele
stammen der Bedouienen in dit opzicht op een vrij
lagen trap, en ook beschaafde Arabieren te dezen
bij ons achterstaan. Maar de muziek ontwikkelt
zich in het Oosten op dezelfde wijze als in het Westen.
In de 5de sectie deelde prof. Van der Lith eenige
merkwaardige bijzonderheden mede uit een Arabisch
handschrift van de 10de eeuw - de „Wonderen
van Indië" genaamd -, dat door hem als feestgave
voor het Congres is uitgegeven, voorzien Yan eene
Fransche vertaling van prof. Devie uit Montpellier.
Hij toonde aan dat dit geschrift - eene verzameling
van berichten van Arabische en andere zeevaarders
hoogst belangrijke mededeelingen o. a. over Java
en Sumatra bevat. Daaruit blijkt b. v. dat het,
in eenige Arabische geschriften genoemde Jobedij,
waarvan de ligging niet juist bekend was, niot
anders als het eiland Java kan geweest zijn, terwijl
ook door enkele verhalen nader bewezen wordt dat-
de steden Sameni en Tantsoer, bekende handels
plaatsen in de 10de eeuw, op het eiland Sumatra
moeten worden gezocht. Deze en andere bijzonder
heden zullen door hem in een 2de deel van do
„Wonderen" uitvoeriger worden behandeld.
In de sectie 1 b sprak prof. H. Oort over de
vermoedelijke oorzaken der „bloedbescbuldiging"
tegen de JodeD. Van de 13de eeuw af is het
gerucht verspreid dat de Joden bij de bereiding
van hunne ongezuurde Paaschbrooden christenbloed
gebruiken en om dit te verkrijgen een Christenkind
doodmartelen. De voornaamste bron dier beschul
diging is ongetwijfeld de haat dien de Christenen
den Joden toedroegen en die maakt dat men allerlei
kwaad van hen geloofde. Maar de vraag is: van
waar juist deze beschuldiging? Spreker zoekt den
oorsprong hiervan in den grooten bijgeloovigen eer
bied, dien niet alleen de Joden maar ook de Chris
tenen voor die ongezuurde brooden hadden: men
gebruikte ze als toovermiddelen, waarom dan ook
de conciliën en synoden van oudsher het gebruik
dier brooden aan de Christenen verboden hebben
en de Christenpredike» al hun best deden die
brooden voor verfoeilijke zaken uit te maken. De
ceremoniën bij de bereiding en nuttiging er v«d,
de bitterheid der Joden tegen de Christenen, hunne
vervolgers, die vooral omstreeks Paschen levendig
was, en menige andere omstandigheid maken eiken
trek van de legende der „bloedbescbuldiging" be
grijpelijk.