BUITENLAND. Frankrjjk. Naar men verzekert, zal de regeeriDg den Belg Boland het verblijf in Frankrijk ontzeggen. Ge noemde heer Boland had zich in België voor den rechter te verantwoorden wegens het verdwijnen van 16,000 fr., die hij toen verklaarde aan tweo leden der Fran? he Kamer uitbetaald te hebben, welke verklaring aanleiding gegeven heeft tot rumoer, dat met de weigering van den heer Boland om die twee afgevaardigden te noemen geë:ndigd is. Het bericht, dat zelfs de „Figaro" onder reserve mededeelde, omtrent het overdragen der aanspraken van den graaf van Chambord op den zoon van den graaf van Parijs, wordt geheel onge grond verklaard. De graaf van Parijs was eergiste ren in Chantilly bij den hertog van Aumale en reisde van daar terug naar het kasteel Eu. Dultachland. De Pruisische minister van landbouw heeft aan de directeuren der Landbouwscholen aanbevolen, de leerlingen vertrouwd te maken met de studio der weerkaarten en weerberichten van de Ham- burgsche „Seewarte" en de eerlang in het binnen land op te richten meteorologische centrale stations, ten einde op die wijze meteorologische kennis onder de bevolking te verbreiden en het praktisch gebruik der weerberichten te bevorderen. De keizers van Duitscbland en Oostenrijk, de koning van Portugal en andere souvereinen hebben koning Alfonsus gelukgewenscht mot het spoedig onderdrukken van den opstand. Groot-Britannië. Het Hoogerhui8 heeft de pacht-bill voor Schot land in derde lezing aangenomen. De „Standard" kan zeer goed begrijpen dat vele Iersche leden van het Lagerhuis, wegens de groote voordeelen, die de Iersche tramwegenwet aan Ierland geeft, voor die wet hebben gestemd, ofschoon daarin tevens, wat de naam weinig ver moeden deed, een voorstel opgenomen was om 100,000 pd. at. ter bevordering van emigratie uit Ierland toe te staan. De tweede lezing van de wet heeft echter niet plaats gehad zonder dat door ettelijke Iersche leden mot nadruk tegen het van Staatswege bevorderen van landverhuizing uit Ier land is geprotesteerd. De heer Parnell drong er dan ook bij de regeering op aan, dat de helft van die 100,000 pd. st. door de regeering zou worden gewijd aan het bevorderen, niet van emigratie, maar van |migratie, d. i. van de verplaatsing van Ieren uit te sterk bevolkte of weinig vruchtbare deelen van Ierland naar andere streken van Ier land, waar zij meer kans hebben van behoorlijk levensonderhoud te vinden. De „Standard" heeft niets tegen eene dergelijke proefneming en meent dat het aanleggen van tramwegen - waarvoor de regeering bij deze wet 2 millioen pd. st. toestaat - aan die verplaatsing bevorderlijk kan zijn. Toch rust op den heer Parnell, meent het blad, thans de verplichting om met een kennelijk uitvoerbaar en goeddoordacht stelsel van migratie te berde te komen. In gelijken geest spreekt ook de „Daily News". De Engelsche regeering heeft aan de andere mogendheden eene circulaire gezonden, naar aanlei ding van de beschuldigingen, die tegen Engeland gericht zijn wegens het uitbreken der cholera in Egypte. De vele dagbladen, die deze beschuldigingen hebben doen hooren, hebben steeds als vaststaande aangenomen dat de oorsprong en de wijze van besmetting van de cholera bekend waren, dat de quarantaine een beproefd middel van bescherming er tegen is, dat de cholera altijd met schepen uit Indië wordt overgebracht, dat de Britsche regeering wegens de belangen van hare kooplieden der Egyp tische regeering heeft verhinderd, de noodige voor zorgsmaatregelen te nemen en dat dus de Britsche regeering de schuld draagt van het heerschen der cholera in Egypte. Maar de Britsche regeering is op grond van veel en langdurig onderzoek van meening dat de oorsprong en de wijze van besmet ting der cholera nog altijd verborgen zijn, dat de quarantaine over het algemeen stellig gebleken is meer schadelijk dan nuttig te zijn, dat de cholera nooit door schepen uit Indië naar Egypte of naar Europa is overgobracht. Toch zegt de Britsche regeering volstrekt niet, bij de Egyptische op ver slapping van quarantaine-maatregelen aangedrongen te hebben, ofschoon zij meent dat uit den loop van zaken in Egypte alweder opnieuw gebleken is, hoe weinig quarantaine-maatregelen en sanitaire oordout afdoen. Do Britsohe regeering verzookt aan deze circulaire zooveel mogelijk openbaarheid te geven. Oostenr.-Hong.-Monarchie. Te Agram hebben hevige onlusten plaats gehad; in een aantal huizen, onder anderen van den dom heer Taljan en een magistraat, werden de ruiten ingeslagen. Te Oedenburg is de toestand nog lang niet rus tig. De bevolking nit de omliggende dorpen komt bij duizenden naar de stad om do Joden te helpen plunderen, onder den kreet van „Eljen Rostockzy!" De politie wordt telkens teruggedrevenalleen de troepen kunnen de rust herstellen. Pöst is weder kalm; alleen tus3chen Pest en Neu- pest, waar Slowakische daglooners wonen, is het onveilig. Men verwacht echter in September nieuwe ongeregeldheden. Van het huis van Eötvös heeft men de deur opengetrapt, om hem te dooden; hij is door eene achterdeur gevlucht en heeft zich in het politiebnreel verscholen. Spanje. De berichten uit Spanje geven vrij onbepaalde aandaidingen omtrent nieuwe woelingen. „Havas" meldt dat kapitein L'ginio Maganda, die de vallei der Segra bezet houdt, te Alp een nieuw gevecht heeft geleverd tegen eene afdeeling geregelde troe pen. Een korporaal en twee man zijn gekwetst. De Spaanscbe bladen doelen eene proclamatie mede, die te Seo d'Uigel door de opstandelingen is uitgevaardigd, volgens welke ieder die zich tegen de Republiek verzet, onmiddellijk zal gefusilleerd worden. Moeilijk te vereenigen zijn de twee berichten dat generaal Martinez Campos den koning zijn ontslag als minister zou hebben aangeboden, en dat hij den koning op diens reis door Spanje zal vergezellen. Koning Alfonsus is, naar gewoonte, niet karig ge weest in fraaie woorden. Tot de senatoren en afgevaardigden, die hem hunne toewijding kwamen verzekeren, zeide hij: „De ge- heele natie kan overtuigd zijn dat de jongste op stand geene verandering zal brongen in mijn vast besluit, om de belaDgen van den troon met de wen8chon van mijn volk in overeenstemming te brengen, waarmede ik, in tegenspoed als in voor spoed, steeds één zal blijven." De Spaansche pers is zeer verdeeld omtrent de houding, welke de opstand aan Spanje tegenover hot buitenland voorschrijft. De conservatieve pers blijft bij het beweren van de „Kölnische" en de „Times" dat de Fransche radicalen er geld voor zouden hebben over gehad om in Spanje opstand te stoken; de onafhankelijke organen, als „El Dia", wijzen er op dat het thans vooral tijd is dat Spanje zich aan staten als Frankrijk en Engeland aansluite om vastheid on samenwerking te verkrijgen in zaken van handel, scheepvaart en koloniën. „El Porvenir", het orgaan van Zorrilla, is gestraft met een boete van 500 fr. wegens een artikel over de tegenwoordige politiek der regeering. Effypte. Sedert de laatste opgave, tot gistermorgen te 8 uren, zijn te Cairo zes personen aan cholera over leden. Het totaal in de provinciën is 386. Volgens gerucht is eene ministeriëele crisis ontstaan, en zon Riaz pacha met de vorming van een nieuw kabinet belast wordeD. - De Italiaansche regeering is, naar het schijnt, voornemens weldra te Rome een soort van gezond heidscongres te beleggen, dat zich zal bezighouden met de maatregelen, die genomen kunnen worden om den sanitairen dienst in Egypte te verbeteren, meer bepaald om den internationalen gezondheidsraad van Alexandrië meer gezag en macht te geven. Zuid-Af rilca. De berichten uit Kaapstad loopen tot 24 Juli en brengen uit de Transvaal de disenssiën van den Volksraad over het ontslag van dr. Jorissen als staats-procureur. Zij vonden plaats naar aanleiding van de begrooting, waarop 1000 pd. st. gebracht was als de bezoldiging van den staats-procureur, hetgeen de commissie, die de begrooting onderzocht had, tot de opmerking noopte dat die ambtenaar een behoorlijk gequalificeerd advccaat moest zijn en geene private praktijk mocht hebben. Uit het zeer levendig en soms heftig debat bleek niet dat er andere bezwaren tegen dr. Jorissen bestonden dan dit, dat lig geen doctor in de rechtswetenschap was; zelfs geene zinspeling op eenige andere be denking werd geuit. Ten slotte werd met 21 tegen 17 stemmen het volgende voorstel van den heer Neethliog aangenomeo: „Met betrekking tot het salariR van den itaata- proenrenr is de Raad van oordeel, dat deze betrek king in de toekomst slechts bekleed zal worden door een behoorlijk gequalificeerden en gegradueer den rechtsgeleerde, die van de wet eene afzonder lijke stodie gemaakt heeft, en de Raad besluit, zulk een persoon 1000 pd. st. salaris te geven, met die voorwaarde evenwel, dat hij geene private praktijk mag hebben. Daar de tegenwoordige staats-pro cureur deze qualificatie niet bezit en na het verlof hem toegestaan, zal moeten bedanken, geeft de Raad aan het Gouvernement volmacht om zoo spoedig mogelijk de noodzakelijke en gewenschte verande ring te maken, en intu9schen zolk eene tijdelijke voorziening te maken als zij mocht noodig oordeelen." Toen men den volgenden dag bijeenkwam werd de volgende brief ingediend, geteekend door den heer W. Ednard Bok en gericht aan den Volks raad: „WelEdole Heeren! - In den naam van het Gouvernement breDg ik onder uwe aandacht, dat het Gouvernement met betrokking tot de resolutie, gisteren door uwe HoogEdele Vergadering gepas seerd omtrent den staats-procureur, in aanmerking nemende dat gezegde resolutie niet gepasseerd is ten gevolge van eenigen misslag, door den staats- procureur begaan, maar alleen, omdat volgens do opinie van de meerderheid van uw HoogEdele Ver gadering, die staats-procureur, niet gegradueerd zijnde in de wet en rechtsgeleerdheid, niet de noodzakelijke qualificatie bezit; dat, in aanmerking nemende de groote en belangrijke diensten, door dien staats- procureur vroeger bewezen gedurende en na den onafhankelijkheidsoorlog, het als eene groote on dankbaarheid jegens hem beschouwt, en dat wij door de geheele wereld als een ondankbaar volk zouden beschouwd worden, indien de HoogEdele Vergadering de resolutie passeerde zonder eenige geldelijke vergoeding. Het is daarom, dat het Gon- vernement bij uwe HoogEdele Vergadering met ernst or op aandringt, dat er zulke voorziening daarin gemaakt worde en don staatsprocureur zal gegeven worden een jaar salaris, te beginnen van den dag waarop zijn verlof zal ten einde zijn, dat is van den lsten Augustus." Toen de Raad met eene meer derheid - hoe groot die was, wordt niet vermeld - besloten had den brief in overweging te nemen, volgde er, zegt de „Volksstem", eene laüge dis cussie, waaruit bleek dat elke spreker er voor was het verzoek toe te staan, hetzij zooals het in den brief blootgelegd was of in eon gewijzigden vorm. Eenige leden wilden alleen het geld toestaan, als de staatsprocureur precies op den dag zon terug zijn, wanneer zijn verlof ten einde liep. Des mid dags werden er drie of vier voorstellen ingediend, twee om aan het verzoek van het gouvernement in zijn geheel te voldoen, en twee om dr. Jorissen zes maanden salaris te geven; één er van stelde de conditie dat hij op zijn post moest zijn op dien dag, wanneer het verlof over was, tenzij verhinderd door onvermijdelijke omstandigheden. Het laatste voorstel werd aangenomendr. Jorissen is dus zijne betrekking kwijt, en ontvangt als loon voor al zijne bewezen diensten zes maanden salaris, of 325 pd. st. De „Oranje Vrijstaat Express" zegt van dit be sluit: „Wat van den kant van dr. Jorissen daartoe aanleiding gaf, is ons onbekend. Zekerlijk kon niets minder dan hoogverraad zulk eene behandeling rechtvaardigen van een man, die zoo uitstekend de Zuid-AfrikaaD8che Republiek gediend heeft. Zonder iets te willen te kort doen aan de vaderlandsliefde en de bekwaamheid van mannen als Paul Kruger en Piet Joubert, zijn wij overtuigd dat dr. Jorissen de leidsman was in den vrijheids-oorlog; dat hij mot levensgevaar arbeidde, waartoe niemand anders de bekwaamheid en de opleiding had; dat de Trans- vaalsche zaak zeer zou geleden hebben, indien hij niet gedeeld had in het lot der patriotten; - van de eerste proclamatie af tot de laatste zitting der Koninklijke Commissie streed hij hardnekkig en met beleid voor de vrjjheid en de onafhankelijk heid, duim voor duim afstand doende van den grond, dien hij verdedigde. Deze allen zijn histo rische feiten, geene persoonlijke opinies. Nauwelijks evenwel was de oorlog voorbij en de Koninklijke Commissie met baar werk gereed, of wij merkten op, dat iets tegen hem in het werk werd gesteld. Wij vreezen dat dezelfde partij, die hem reeds toen verdacht en hem verkeerd en onbillijk beoordeelde, de oorzaak is van dezen nu togen hem genome11 maatregel en dit betrenron wij zeer." RIJNLAND, 17 A'\g. Boezemstandan 'a morsenj 8 ar^ - Onde-Wetering Ka»wgk 54, Spairni.va 54, Halfweg Goada 53, Leidco 52.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1883 | | pagina 2