LEIDSCH DAGBLAD. N°. 7162. Maandag 25 Juni. A0. 1883. Derde Blad. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco per posi1.40. AJiooderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17$. Grootere letters naar plaatsrnimte. Voor het incassee- ren buiten de stad wordt 0.10 berekend. Gemengd N i o u w a. Omtrent de klok van den stadhuis- torou vernemen we nader dat de slinger - een pendule-slinger in de zóóveelsto macht - des mor gens in tweeën gevonden werd, waardoor het uur werk wat al te haastig werd. Dit is trouwens niet zco erg te verwonderen, want de slinger hoopte met September zijn 300sten verjaardag te vieren en is eertijds - hetgeen thans bij het maken van een nieuwen niet zou geschieden - uit twee stukken vervaardigd. Het kan wel gebeuren dat de klok nog gedurende eenige dagen minder juist zal loopen, daar men den sliDger natuurlijk weer op de goede lengte moet brengen. Het speelwerk was niet van streek, doch het bleek bij den arbeid noodig dat men het „Wien Neerlandsch bloed" voor enkele keeren ophield. Deze week werden op „Rhynzigt" 842 zwembaden door heeren en 142 door dames genomen. Temperatuur van het water 19° Celsius. Ter correctioneelo terechtzitting van het gerechtshof te 's-Gravenhage is het vonnis der rechtbank aldaar - waarbij de landbouwer v. d. B. uit Nootdorp tot geldboete was verwezen wegens niet- aangifte van een paard in de personeele belasting - alleen voor zooveel die boete betreft, vernietigd, terwijl den beklaagde thans eene boete van f 145 werd opgelegd. Te Sche ve n i n gen k w a m en g i s t e r en ter markt 227 vaten Engelsche visch; voor schol werd besteed f 13 tot f 17.50 en voor braad ƒ5.50 tot f 6. Yersche visch werd aangebracht door 2 Schoveningsche, 1 Katwijksche en 3 Zandvoortscho schuiten. - De berichten van Lerwich betreffende haringvisscherij luiden niet zeer gunstig. De vis- schers hebben gedurig met stormweer te kampen. Door de politie te 's-H ertogenbosch zijn drie personen (Amsterdammers) gearresteerd, die op de jongste jaarmarkt aldaar weder hunne praktijk met kaartspelen hadden uitgeoefend en een landman twintig gulden hadden afgezet. Do heer Slager, hoofd eener school te Alkmaar, is voornemens Maandag a. s. met 25 kinderen de Amsterdamsche tentoonstelling te be zoeken. Het uitvoerend comité heeft er in toege stemd dat de kinderen voor halve entrée worden toegelaten. Eene boerin, d i e t e 's-B o s c h t e 1 a a t aan do Maastrichtsche boot kwam en deze voor haar neus zag wegstoomen, wierp zich van verdriet en ergernis van de sluis en zou verdronken zijn, als de omstanders haar niet gered haddon. De landbouwer H. v. d. Weogh te Maar- heeze is doodelijk door den biksom getroffen, terwijl hij bezig was een boom neder te vellen. Uit de lijkschouwing bleek dat de bliksem hem niet ge raakt had, maar rakelings langs zijn gelaat ging, waardoor hem de adem werd afgesneden. Zijne kleeren vond men tot op 20 voet afstands in flarden om den boom verspreid. Onder de gemeente 's-Gravenland zijn bij de vee houders G. Meyer drie koeien en bij J. Snoek één koe door den bliksem doodgeslagen. Te WaddiDgsveen werden eene koe en een kalf in de weide door den bliksem getroffen, terwijl een der rolpalen op het jaagpad in tweeën werd gespleten. Toen een der knechten van den land bouwer G. onder Bedum twee paarden uit het land zou halen, nam hij een stevig touw moe, dat hij het eene paard om den hals sloeg met een lossen knoop. Om het andere paard te krijgen en mis schien om zijne beide handen tot zijne beschikking te hebben, sloeg de jongen het losse eind van het touw met een strik om zijn eigen hals. Het paard schijnt het op een loopen gezet te hebben, waarbij de jongen gestruikeld is, met die gevolgen dat deze door het paard eenige malen heen en weer door het land is gesleept, waardoor het touw nauwer werd toegehaald. Toen de boer op het land kwam, was de jongen reeds gewurgd; het paard kon nauw meer adem halen, maar werd gered. De „Indépendance" behelst een tele gram uit Bern, volgens hetwelk to St.-Gallen anti- semietische onlusten ontstaan zijn, naar aanleiding van een dagbladartikel. De menigte drong den winkel van den man, die voor den schrijver ge houden werd, Bamberger genaamd, binnen, plunderde den winkel leeg, wierp de meubelen op straat en veilde de koopwaren. De overheid was machteloos, de politie werd met steenworpen aangevallen en vervolgens wierp het volk de vensterruiten van het stadhuis in, roepende om vrijlating der gevan gengenomen personen. Eindelijk kwam een bataljon der militie tusschenbeide om de orde te herstellen. De wolkbreuk in het Sil ezische gebergte heeft in de omstreken van Hirschberg en Schweiditz groote verwoestingen aangericht. De Bober trad "VVoensdag-nacht uit hare oevers ©n overstroomde Hirschberg; vele menschen zijn met. levensgevaar gered. In verschillende dorpen zijn eenige huizen ingestort; te Hermsdorf verdronk een man. De spoor- en postverbinding tusschen Hirschberg en Breslau was geheel gestremd. Ook het Weistritzdal is overstroomd en te Schweidnitz stonden eenige straten onder water; vele bruggen werden wegge slagen en veel vee vond don dood in de golven. Bij Freiburg trad de Polsnitz uit hare oevers. De spoortrein, welke Dinsdag-avond van Breslau ver trok, is tusschen Konradsthal en Fellhammer ont spoord door het water, zonder echter ongelukken te veroorzaken. De Neisse trad bij Kander en Rohn- stoff buiten hare oevers en in de stad van dien naam bereikte het water gelijk reeds gemeld is een sedert lang ongekend hoogon stand. Ook daar werden verschillende dorpen in den omtrek over stroomd. Te Bromberg verdronken twee personen. Volgens berichten uit Weenen is de Donau sterk gerezen en vreesde men voor overstroomingen. Het onheil te Sunderland. - Het ver schrikkelijke voorval te Sunderland wordt meer en meer in de Engelsche bladen besproken. De ver slagenheid is algemeen. Meo vraagt zich af hoe het mogelijk was dat een zoo omvangrijk onheil kon plaats hebben. Waarom was er bij al die kinderen niet cén volwassen persoon aanwezig om toezicht te houden? Onder anderen was er een kind van drie jaar en zeven maanden bijgeen was er boven do veertien jaar. Hen allen aan hun lot over te laten, was dus allerminst verantwoordelijk. Koningin Victoria heeft van hare deelneming aanstonds doen blijken en verzocht om nadere be richten aangaande het voorgevallene en den toe stand van het oogenblik. Sir Henny Poüsonby seinde uit Balmoral namens haar: „De koningin is diep geschokt ten gevolge van de vreeselijke ramp, en haar hart bloedt bij de gedachte aan de vele onge lukkig beroofde ouders. Zij bidt dat God hun kracht geve. Hare majesteit verwacht met ongeduld tijding omtrent den toestand der gewonde kinderen." Roerend is de inhoud van oen telegram aan „de kinderen van Sunderland," ontvangen van de kin deren eener Zondagsschool te Liverpool en aldus luidende: „Wij hebben met diepe droefheid ver nomen dat zoovele uwer broeders, zusters en speel makkertjes gedood zijn. Wij schreien met u om het leed dat u treft en bidden voor het herstel der ge wonde kleinen." De koningin had ook aan den burgemeester van Sunderland haren wensch te kennen gegeven dat, indien de begrafenis der bij de ontzettende ramp aldaar omgekomen kinderen van overheidswege mocht geschieden, een lid van het koninklijk gezin ze zou bijwonen. Door den burgemeester werd, onder betuiging van den dank der stad aan do koningin voor hare belangstelling, hierop geantwoord dat znlk een begrafenis onmogelijk was. Niet allo slacht offers konden tegelijk ter aarde besteld worden. Aangaande de oorzaak der ramp loopen de ge tuigenissen van die kinderen, welke haar overleefden, zeer uiteen. Bekend is, dat mr. Fay tegen 5 uren zijne prijsuitdeeling had aaugekondigd, en dat, toen hij ook werkelijk daarmede begon, her- en der waarts kleine geschenken aan de kinderen in het parterre toewerpende en toereikende, op de boven- galerij de vrees ontstond dat er niets zou over blijven. Een heeft toen geroepen: „Daér zijn de presenten te krijgen!" - zoo verzekert een der kin deren. Ia ieder geval, op een gegeven oogenblik stormde de hoop naar beneden. Onderaan was de trap in duisternis gehuld, en de kinderen kwamen dus plotseling uit het licht in het donker. Men kan zich dus lichtelijk de verwarring voorstellen die daar heerschte, zonder nog te veel gewicht te hechten aan de omstandigheid dat een deur den uitgang afsloot en naar binnen opensloeg. Geen enkel der wichten van de voorste rij ontkwam den dood. Er ontstond eene worsteling om het leven te redden, eene worsteling met zwakke kinderkrachten gevoerd, maar met vertwijfeling, in d3 ijzingwekkendste wan hoop. Geen hand was daar om redding te bieden. De drang werd sterker en sterker, tot driehonderd onder de trap waren samengeperst. Alles had in zoo groote stilte plaats, dat Fay zelf vertrok, zonder iets van het voorval te vernemen. Wel boorde men eenig verward goruisch, maar dit ging onder do vreugdekreten, die in de zaal door de kleinen geuit werden, verloren. Op het punt dat de voorstelling zou eindigen, ging de be diende Graham naar de deur, die hij moest openen, opdat men vlugger buiten zou kunnen zijn. Eerst toen bemerkte hij door do openiüg van 18 duimen breedte het onheil. Hij haalde door de opening eenige kinderlijken te voorschijn, maar ziende dat hij op deze wijze niet ver zou komen, ging hij langs een omweg naar boven, waar hij langs oen andere trap den stroom der kinderen een uitweg bezorgde. Onmiddellijk werden de 190 lijken in het parterre en amphitheater gelegd, waar de ouders kwamen om zich te overtuigen of hunne kinderen aan de ramp ontkomen waren. Onnoodig te zeggen dat daarbij onbeschrijfelijk hartverscheurende too- neelen plaats hadden. Enkele gezinnen zijn door deze ramp geheel kinderloos geworden. Een der geneesheeren, die de slachtoffers het eerst behandeld hebben, heeft verklaard dat men minstens honderd kinderen gered zou hebben, indien men ze vijf minuten vroeger had kunnen bevrijden. Kan Fay ook verantwoordelijk worden geacht, was hij niet verplicht geweest voor toezicht te zorgen? Die vraag verdient overweging. Een der knapeD, Wilson genaamd, spreekt van iemand, die naar het schijnt, bij de trap geposteerd zou geweest zijn. Deze zou den kinderen toegeroepen hebben, dat zij hunne prijzen moesten halen. Toon sommigen wel vijf of zes prijzen bemachtigden, zou hij de deur met den voet tegengehouden hebben, roepende: „Dat gaat zóó niet." Al de omgekomenen zijn reeds op de drie kerk hoven der stad ter aarde besteldhet was een dag van algemeenen rouw. Nacht en dag door, was men bezig geweest met het maken van de dood kisten - doodkisten voor kinderen van 3 tot 14 jaar. Een gedenkteeken, vermeldende de namen der ongelukkigen, zal opgericht worden ter plaatse waar de kleinen begraven wordenvergaderingen worden gehoudenonderzoek wordt ingesteld- het gaat als gewoonlijk bij zulke gelegenheid. Aan herstel der ramp is natuurlijk niet te denken. Deze is onher stelbaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1883 | | pagina 1