Rechtsgeding zijne gemalin zijn naar Peterhof vertrokken. In de diplomatieke kringen wordt de kroning beschouwd als eene bevestiging van de conservatieve politiek in het Rijk en van de vredelievende staatknnde tegenover het buitenland. De „Norddeutsche AUgemeine Zeitung" neemt een artikel over van de „Moskousche Courant," het blad van den heer Katkoff, waarin deze doet uitkomen dat de Duitsche ambassade do eenige was, die tijdens de kroningsfeesten de eer genoot den keizer en de keizerin to mogen ontvangen. De „Moskousche Crt." zoekt de reden van dat feit hierin, dat Duitschland nauwer dan een der andere Staten, die bij de feesten tegenwoordig waren, met Rusland verbonden is. Telej^ramraen. ST.-PETERSBURG, 10 Juni. De keizer en de keizerin zijn hier behouden aangekomen. Ze reden, enthousiastisch door eone volksmenigte begroet, in een open rijtuig naar de Kasans-kathedraal en be gaven zich daarna zonder oponthoud per stoomschip naar Peterhof. Langs het Neski-prospect waren troepen „en haie" opgesteld. De stad heeft door tal van vlaggen een feestelijk aanzien. Het weer is fraai. LONDEN, 10 Juni. (A). Do oorlogsschepen „Lord "Warden" en „Hecla" stoomen morgen van Ports mouth uit om de Eogelsche vloot in de Chineesche wateren te versterken, met het oog op de verwik kelingen tus8chen Frankrijk en China. De „Hector" en de „Repulse" volgen Dinsdag en later de kanon neerboot „Shannon". Andere oorlogsschepen liggen gereed, indien later nog versterking der Engelsche macht wenschelijk zal blijken. NIEUW-YORK, 10 Juni. (A.) Volgens het be richt van het Landbouw-bureau te Washington is de gemiddelde toestand van den oogst als volgt: Texas 81, Louisiana 85, Mississippi 86, Alabama 94, Florida 87, Georgia 86, South-Carolina 91, North-Carolina 89, Tennessee 87, Arkansas 78. De gemiddelde toestand is 3 pet. beneden verleden jaar, do gezamenlijke beplante grond 5 pet. daar boven, gelijkstaande met 504 duizend acres. Men is met den aanplant twee a drie weken te laat. Met herplanting wordt in sommige deelen voortgang ge maakt, meer algemeen in deelen van de golfstaten, waar de vooruitzichten beter worden. Er heerscht in sommige noordelijke deelen vorst die nadeelig werkt, doch in de meeste gedeelten is de schade onbeduidend. Het is te droog. Het gewas staat over het algemeen schoon en zuiver, doch er zijn be richten over rupsen in Alabama en Texas. Do gemiddelde opbrengst is 86 tegen 89 in 1881. De gemiddelde opbrengst van wintertarwe is 75 tegen 83 naar de schatting in Mei, die van voorjaars- tarwe 98, die van gerst 97, die van haver 96. Eene depeche uit Mexico van den 9den dezer meldt dat de Kamer van Afgevaardigden aldaar met groote meerderheid het wetsontwerp heeft aan genomen waarbij de president wordt gemachtigd tot regeling der nationale schuld. Men verwacht het zelfde resultaat in den Senaat. BERLIJN, 11 Juni. (Part. Tel.) In parlementaire kringen loopt het gerucht dat de heer Bonningsen wegens het onlangs voorgevallene bij de discussie over de begrooting en het kerkelijk politiek wets ontwerp zijn mandaat als lid van den Rijksdag en den Landdag heeft nedergelegd, hetgeen algemeen opzien verwekt. [Dit bericht is nader bevestigd.] betreffende de zaak van JA1KTJE tORVKLI.» STSCIH, (de zoogenaamde ilillioenenju/frouw Deze zaak was heden voor de rechtbank te Rot terdam dienende. Vóór het publiek binnenkwam, werd aan de bri gadiers last gegeven, ieder die slechts een oogen- blik de orde verstoorde door 6preken of lachen, onmiddellijk te verwijderen. Om bij tienen werd hot publiek tot de afgezonderde ruimte toegelaten, waar het als haringen samengepakt stond. Met klokslag van tienen trad het hof binnen, saamgesteld als volgt: voorzitter: mr. A. A. Weve; rechters: mrs. A. H. Van Tienhoven on jhr. J. B. N. ridder Van der Schueren; bijzitter: mr. A. C. Wesenhagen; officier van justitiemr. A. N. baron De Vos Van Steenwijk; griffier: mr. M. J. E.Viruly Verbrugge. De gedaagden werden binnengebracht. De millioe- nenjuffrouw is een niet groote, oer gezette dan slanke gestalte, een weinig misvormd aan den schouder. Haar optreden was rustig, haar gelaat stond eenigszios bedrukt. Zij was eonvoudig maar deftig in het zwart gekleed. Zij nam met de anderen plaats op de bank der beschuldigden. De voorzitter verzocht de beschuldigden op te staan en deed hun achtereenvolgens de gewone inleidende vragen, die door hen beantwoord werden. Na het lezen van den naam van Emmanuel David Consenheim, oud 50 jaar, goudsmid, geboren te Alfen en wonende te Amsterdam, maande de voorzitter do beklaagden aan bedaard en kalm te blijven. Wie beleedigende uitdrukkingen bezigen mocht, zou overeenkomstig de strafwet worden vervolgd. De griffier las daarop de dagvaarding voor. Beklaagde J. C. Struik heeft hare verdediging opgedragen aan mr. Haas, advocaat te Amsterdam. Beklaagden G. Struik en A. Hoetink hebben geen verdediger. De officier van justitie verzocht de vroegere ver oordeeling tot eene crimineele straf van J. H. Yan Zutphen voor te lezen, waaraan door den griffier werd voldaan. Voorz.Hebt gij die straf ondergaan, beklaagde? Yan ZutphenJa, mijnheer. Daarop werd de geboorteakte van Jannetje Struik voorgelezen. Yoorz.Beklaagde Hoetink, zijt gij verleden jaar in 't huwelijk aangeteekend? Beklaagde: Ja, mijnheer. Yoorz.: Wae het uw voornemen te huwen? Beschuldigde: Ja mijnheer. Voorz.: Zijt go in dien tijd bijeen geweest? Beschuldigde: Somtijds, mijnheer. Voorz.: En gij, Jannetje Struik, zijt gij 30 No vember 1881 niet bevallen? Beschuldigde: Ja, mijnheer. Daarop werden de getuigen binnengebracht, waar van de vier eersten zich tot 's middags 12 uren konden verwijderen. No. 1721 werden vandaag niet gehoord en moeten morgenochtend te halftion terugkomen. No. 2245 konden heengaan en moe ten Woensdag halftien terugkomen. Povel en Brui ner waren niet opgekomen. Nos. 4758 moeten Donderdag halftien verschijnen. Nos. 5966 be hoeven eerst Vrijdag halftien terug te komen. Nadat de officier van justitie de aanklacht van Cornelia Bijl had voorgelezen, vraagt de voorz.: Beklaagde Jannetjo Struik, hebt ge daarop iets aan te merken? Millioenenjuffrouw: Neen, mijnheer. Voorz.: Bekl. G. Struik, hebt gij iets op te merken GStruikIk weet van do geheele zaak niets af. Eelt je Pelgrim wordt als getuige voorgebracht en ondervraagd omtrent leeftijd, beroep enz. Voorz.Herinnert ge u iets van een som van f 1000 geleend aan J. en C. Struik? Get.: Ja mijnheer. Voorz.: Deel dat dan eens mede. Getuige verhaalt thans wat in hoofdzaak in de akte van beschuldiging reeds wordt gemeld. Voorz.: Waren die f 1000 verschuldigd voor winkelwaren Get.: Eerst had ik een kleiner stuk ontvangen, dat later echter tegen een grooter werd ingewisseld. De naam van G. Struik stond er onder. Voorz.: Stond de naam vau Jannetje Struik er onder? Get.Neen, mijnheer. Voorz.: Zijn de beklaagden u bekend? Get.Ja, mijnheer. Voorz.Hebt gij in Vuren gewoond in 1880 en 1881? Get.: Ja, mijnheer. Voorz.: Hebt ge de familie Struik gekend? Get.Ja, mijnheer. Voorz.Wat deden de ouders van J. en G. Struik Get.: Metselen, mijnheer. Voorz.: Is het u bekend dat Jaantje bij haar broer Gerrit woonde? Get.Ja, mijnheer. Voorz.: En wat deed Gerrit? Get.: Metselen. Voorz.: Hebben ze fortuin gehad? Get.Neen, mijnheer. Ze leefden van handenar beid. Voorz.Kent gc het handschrift van G. Struik? Get.: Neen, mijnheer. Voorz.: Kent ge mijnheer Kolff? Get: Ja, mijnheer. Yoorz.\ Notaris te Vaasen? Get.Ja. Voorz. vertoont het handschrift van Jaantje Struik. Voorz.: Is het u bekend dat Jaantje hypotheek had op een huisje van een arbeider te Vuren? Get.Ja mijnheer, ik heb de papieron geziende hypotheek bedroeg f 1600. Voorz.Bij wien moest ge met het stuk op zegel komen. Get. Bij Jaantje Gerrit Struik. Ik moest op een bepaalden dag komen met het stuk. Voorz.: Heeft notaris Kolff ook gewaarschuwd? Get.: Ja. Voorz.: Heeft mijnheer Kolff die f 1600 uitbe taald? Get.: Ja mijnheer. Voorz.: Hebt gij toen die f 1000 gekregen? Get.: Neen mijnheer. Voorz.Heeft ze beloofd terug te komen met het geld? Get.: Neen. Voorz.: Zijt gij alleen bij haar gekomen? - Get.Ja. Voorz.: Was gezegd dat ge alleen moest komen Get.: Neen. Voorz.: Was ook een tijd op den dag bepaald? Get.Neen. Voorz.: Je moeder is nu dood? Get.: Ja. Voorz.: Was zij er bij? Get.: Ja. Voorz.: Vertel eens hoe de zaak zich toedroeg in het huis van G. en J. Struik. Get.De eerste begon het geld uit te tellen toen ik kwam had hij ongeveer f 3000 geteld in zilver geld; toon zei hij aan Jaantje, dat zij de rest betalen moest. Daarop zei zij: leelijkeroode smeerlapbetaal zelf, je hebt zelf helpen opeten. Voorz.: Heeft Jaantje om het zegel gevraagd? Get.Zij trok het zegel uit mijn hand en gaf het aan Gerrit. Voorz.: Wat zei Gerrit toen? Get.: Ik heb nu zooveel geld niet, ik zal later betalen. Ik zeide daarop niet thuis te durven komen. Maar het hielp niet; ik heb toen en later geen cent ontvangen. Voorz.: Heeft later Jaantje Struik u steeds ge paaid te betalen? Get.: Ja. Voorz.Heeft zij u wel eens over een erfenis gesproken Get.: Soms wel, maar welke ben ik vergeten. Maar Gerrit verklaarde borg te zijn voor f 1000 van Jaantje Struik. Voorz.Heeft ze nog niet eens voor f 100 later aan winkelwaren gehaald? Get.Jaantje Struik heeft ons steeds gepaaid met betalen en heeft eok die f 100 niet betaald; wij verliezen dus f 1100, waarvan voor die f 100 geen bewijs ie. Voorz.Heeft zij niet gezegd f 4000 te moeten hebben van iemand uit Gorkum? Get.: Ja, maar toch betaalde zij niet. Voorz.Is Gijs, uw broer, niet in Gorkum ge weest om geld? Get.Jaantje heeft f 3000 gestolen van haar broer Gerrit, naar zij zeide, en die geborgen in een geitenhok. Voorz.Is zij niet mot 3 rijtuigen met Gerrit en Hoetink in Vuren geweest? Get.: Ja, mijnheer, toen heeft mijn broer Gijs op betaling aaDgedrongeü. Voorz.: Eeltje heeft de rekening gebracht bij Gerrit Struik? Get.: Ja, maar er werd niets ontvangen. Voorz.: Hebben zij (J. S. en Hoetink) uw dorp in November '81 niet verlaten? Get.: Ja, mijnheer. Voorz. Hebt ge Hoetink meer bij haar gezien? Get.: Ja. Voorz.: Hebt gij hen dikwijls samen gezien? Get.: Ja, mijnheer. Voorz.: Hoe leefden die twee? Get.: Dat weet ik niet. Voorz.Hebt ge gekend in Vuren Jan Van Veggelen? - Get.: Ja mijnheer. Hij woonde buiten Vuren. - Voorz.: Stond Van Veggelen bekend als rijk man? - Get.: Ja, maar toch niet heel rijk, hij leefde van zijn geld. - Voorz.Is Jan Van Veg gelen weieens uitgeweest op een huwelijk bij de moeder van Jaantje, of anderen? - Get.: Daarvan heb ik nooit gehoord. Jaantje Struik heeft op 't door getuigen gespro kene niets in te brengen. Alleen zegt zij het stuk geteekend en geschreven te hebben. Bescb.: Ik weet niet meer, wat er in dat stuk stond. Het eerste stuk heb ik geteekend voor J. Struik, winkelwaren, toen nog een, daarna een van f 2000. Ik geloof dat zij dien boel vernietigd hebben. Voorz.: Je erkent dus de schuld van f 1000. J. Struik: [Ja, ^Gerrit wist van de heele zaak niets af; ik heb „Gerrit Struik" geteekend, maar dat afnemen enz. is niet zoo gebeurd. Voorz.: Zijn die f 1000 betaald? Be8ch.: Ja, door mijnheer Kolff zijn ze gedeelte lijk betaald. Het zegel is betaald en verscheurd, ik ben niets meer schuldig. Voorz.: Gerrit Stiuik, hebt gij aanmerkingen? G. Struik: Ja mijnheer, ik was in den tijd dat het stuk afgegeven werd niet in Vuren. Ik weeter niets van. Voorz.: Dus erkent ge niet borg gebleven te zijn? Besch.Neen mijnheerik ben geen borg gebleven. Hoetink antwoordt op de hem gedane vraag dat hij van de geheele zaak niets weet. Mr. De Haas (verdediger van J. Struik): Waarom heeft de moeder nooit gevolg gegeven aan de zaak en een rechterlijke vervolging ingesteld? Eeltje Pelgrim: We hebben altijd de zaak ver trouwd en nooit iets aan de zaak gedaan. De tweede getuige kwam 11.15 binnen. De Voorz. doet aan Gijsbert Pelgrim de gebrui kelijke vragen omtrent ouderdom, betrekking en woonplaats (Vuren). Hij kent de beklaagden, behalve Cools en Consenheim en legt den eed af. Voorz.Hebt go altijd op Vuren gewoond bij uw moeder? Get.: Ja mijnheer, zij is 3 maanden dood, en dien tijd heb ik met mijn zuster gewoond. Voorz.: Wat weet ge van de betrekkingen der beschuldigden? Get. PelgrimDe vader van J. en G. Struik was metselaar; de moeder deed een klein snoepwinkeltjo. Gerrit Struik was metselaar, hij leefde van handen-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1883 | | pagina 2