LEIDSCÏÏ DAGBLAD. fl\ 71 SO. Maandag 11 Juni. A0. 1883. Eerste Bind. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PBIJS DEK ADVERTENTIES Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17$. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incassee- ren buiten de stad wordt 0.10 berekend. Dit nommer bestaat uit DRIE BLADEN, OfRcïëele Kennisgeviogea. ildDïlssiC'Cïasiea Hoogere Burgerschool voor Jongens. Burgemeester en Weihouders der gemeente Leiden brengen Ier kennis van belanghebbenden dat het admis- sïc-examen voor de Hoogeve Burgerschool voor Jongens, cursus '1883/84, zal plaats hebben in het gebouw op de Piete kerkgracht op Donderdag, Vrijdag en Zaterdag 12, 13 en 14 Juli aanst. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 25 Mei 1S83. E. BUST, Secretaris. K'intpen van Paescns en Idoddergaf cn van ürk. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen bij deze :r algemeene kennis dat sedert de laatst gedane opga .n, bij hen nog is ontvangen door tusschenkomst van ;t Leidsch Dagblad voor de nagelaten betrekkingen te Moddergat 5, voor die te Paesens 2.50 en voor die te Urk 2.50. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 9 Juni 1883. E. KIST, Secretaris. De Vissclierij-overeenkomst. O. de thans te Londen geopende visscherij-ten- toon telling is ons land, mag rnen de daaromtrent vernomen berichten gelooven, flink vertegenwoordigd. De a'ederlandsche afdeoling met haar smaakvol geschikt netwerk trekt er algemeen de aandacht en onze visschersmeisjes in haar eigenaardig kostuum hadden er heel wat bekijks. Zco'n klein land kan toch heel wat ten uitvoer brengen, als de zaken met geeetkacht worden aan gepakt. Terwijl Maleiers, Javanen, Arrowakkers en andore (r)akkers, zooals oen Amsterdamsche straat jong :n zei, op de internationale tentoonstelling in de hoofdstad, een aanschouwelijke voorstelling geven van de vischvangst, zooals die in onze koloniën Wordt uitgeoefend, vertegenwoordigen wij Neder landers zelf onze inke8msche visscherij en piscicul tuur aan de overzijde van het Kanaal. Dat wij er een flink figuur zouden maken, was te verwachten, nadat wij ook op de indertijd te Beid n gehouden visschery-expositie een eervolle plaats hadden bekleed. Thans vooral echter was er een bijzondere reden, waarom ons land in zako de visscherij en al wat daarop betrekking heeft eenigszins meer op den voorgrond kon treden. Aan het initiatief van Neder land toch was hot te dankeü, dat in het tijdsver loop tusschen de Berlynsche en de Londensche tentoonstelling een zaak tot staDd kwam, die veel zal kunnen bijdragen om den bloei te bevorderen van een zoo belangrijken tak van bestaan als de zeevisscherij voor de daarbij betrokken staten, nl. de overeenkomst tot regeling van de politie dor visscherij in de Noordzee. Schier eindeloos waren de klachten over roo- verytn en balddadigheden, door visschors van ver schil lende natiën tegen elkander gepleegd. De daders waren nooit te vinden, en waar een poging tot gerechtelijke vervolging werd ingesteld, wisten de aangeklaagden niet beter te doen dan aan hun beschuldigers den bal terug te kaatsen en een nog hooger borg van ongerechtigheden tegen hen op te stapelen. Aon dien treurigen toestand zal door bovenge- noemde overeenkomst, waaraan juist dezer dagen de Tweede Kamer der Staten -Generaal baar goed keuring hechtte, een einde kunnen worden gemaakt, ■althans groetendeels, want geschillen tusschen de dikwijls maar al te ruwe visscherlieden, die elkaar in daadwerkelyken zin niet zelden in het vaarwater of, juister gezegd, in het vischwater zitten, zullen nog wel niet zoo spoedig tot de geschiedenis be- hooren, maar de bepaling, die voorschrijft dat de vaartuigen op zichtbare wijze de letters, aanduidende de plaats van herkomst, benevens hun volgnommer moeten voeren, geeft althans het middel aan de hand om te weten te komen wie de overtreders zijn, en hun op grond daarvan gerechtelijk te vervolgen. Juist kort geleden is de deugdelijkheid van dat middel reeds gebleken. Tusschen Engelsche en Hol- landsche visschers - de treurige mare is bekend genoeg - deden zich op de Friesche ku9t ernstige ongeregeldheden vcor. De door de jongste stormen reeds zoo vreeselijk geteisterde mannen van het arme visschersdorp Moddergat werden op de schan delijkste wijze mishandeld en beroofd door hun Britsche vakgenooten, die, met groote overmacht tot dicht bij onze ku3t naderende, het want onzer visschers stelen of vernielen, ja zelfs het visch water verpesten door er afval van visch in te werpen. Ditmaal werden gelukkig de letters en het nommer van bet vaartuig van een der delinquenten herkend en de minister van buitenlandsche zaken kon in de Tweede Kamer, waar de zaak ter sprake kwam, dan ook de geruststellende verzekering geven, dat hij, met die kennis gewapend, in staat was een aanklacht in te dienen, waar het behoort, en een onderzoek uit te lokken. Jammer dat zijn ambtgenoot voor marine hierbij niet tevens de verklaring kon voegen, dat het meer bepaald voor de bescherming onzer visschersvloot gebouwde oorlogsvaartuig de „Argus" ter plaatse of althans in den omtrek aanwezig was. Het schip was in reparatie en moest dokken, wat echter niet schijnt te h}bben belet dat het op het bericht der ongeregeldheden toch werd uitgezonden, maar na tuurlijk te laat kwam om do zoo hoog noodige be scherming te verleenon, evenals de „Marnix" en de „Bonaire", die dezelfde order ontvingen. Overvloed schaadt niet, schijnt men te hebben gedacht, toen het eenmaal aankwam op het uitzenden van be schermende kruisersjammer dat dié overvloed van hulp, zoo laat verstrekt, tevens niet meer baatte. Toegegeven dat zelfs een scherpzichtige „Argus" niet alles en overal kan waarnemen, maar de „Bo naire" kruiste toch in de Noordzee, - en heeft haar bemanning dan niets bemerkt van het groot aantal Engelsche visschers - men spreekt van 400 vaar tuigen - dat naar onze kust kwam opzetten? Dat moest toch argwaan wekken en tot waakzaamheid aansporen. Het moge waar zijn, wat in de Kamer werd opgemerkt, dat geschillen tor zee zoo teedere zaken zijn, dat zij met de daarvoor vereischte kennis en diplomatieken tact moeten worden behandeld, om tot die delicate behandeling te kunnen komen, dient men toch zoowat in de buurt te zijn. Misschien spreken wij als de beste stuurlui, die aan wal staan, maar ieder zal het toch zeker met ons betreuren dat onze arme visschers de schade alvast weer beet hebben, al blijft hun dan de troost over dat de roovers, of althans een hunner, ge rechtelijk zullen worden vervolgd. En die ergerlijke feitelijkheden hadden plaats, terwijl in het land, waar de roovers thuis behooren, een tentoonstelling is geopend ter bevordering van den bloei van het door hen uitgeoefende bedrijf, een expositie, waaraan ook wij Nederlanders, tot wier natie de thans weer beroofde, ja mishandelde visschers behooren, op flinke wijze deelnemen. Jammer dat het tijdperk van inzending gesloten is. Wij zonden anders den welgemeenden raad heb ben gegeven er het door de Engelsche visschers stukgezeilde vischwant onzer landgenooten teexpo- seoren met en benevens de modellen van de „Argus" in reparatie, de „Marnix" in het Ylie en de „Bonaire" in de Noordzee. Dat zou toch waarlijk een delicaat protest zijn geweest Yan de natie, waarvan het initiatief tot de overeenkomst tot regeling van de politie der Noordzeevisschory uitging. Gelukkig dat in de Eerste Kamer de verklaring kon worden afgelegd dat de feiten eigenlijk zoo heel erg niet waren en dat de hoofdgrief bestond in het afvisschen onzer kust door Engelsche vis schers ten onzen nadeele. Of de belanghebbenden er evenzoo over denken, is echter de vraag. Het is te hopen dat de „roovers", tegen welke een aanklacht zal worden ingediend, thans een zoo gevoelig lesje zullen krijgen, dat alle visschers, de onze niet uitgezonderd, in het vervolg met den noodigen eerbied aan de bepalingen en de gevolgen der overeenkomst zullen denken. LEIBfiW, O Juni. In de maand Mei zijn binnen deze gemeente geboren 137 kinderen, als: GD zoons en 68 dochters, waaronder zijn begrepen 4 tweelinggeboortenover leden 127 personen (waarvan 14 elders woon achtig), als: 21 mannen, 25 vrouwen, 43 zoons en 38 dochtersdaarenboven als levenloos aangegeven 6, waaronder 1 tweelinggeboorte; gehuwd 25 paren. Zooals blijkt uit de aankondiging van de Leid- sche Yereeniging tot bevordering van geregeld schoolbezoek, bestaat het voornemen om dezen zomer weder een kinderfeest te geven. Reeds zijn enkele giften ontvangen, doch niet voldoende. Het hoofd bestuur doet daarom een beroep op de burgerij. Elke bijdrage, hoe gering ook, zal in dank worden aangenomen. Wie een hart voor kinderen heeft, wie weet met welk verlangen zij vele jaren naar dit feest uitzien en bedonkt dat zulk eene uitspanning den kinderen, die niet veel afwisseling in hun leven hebben, goed doet naar lichaam en geest, zal hot zich een genot rekenen tot 't welslagen van dit feest mede te werken. De hoogleeraar Barbier De Meynard, reeds door do „Société asiatique" te Parijs benoemd tot haar afgevaardigde op het Orientalisten-Congres alhier in September te houden, is nu ook door den minister van onderwijs aangewezen om het „College do France" bij die gelegenheid te vertegenwoordigen. Nadat gisteravond por Nederlandsche mail de Indische bladen van 2 tot en met 4 Mei arriveerden, ontvingen we hedennamiddag per Fransche mail die alleen van den 5den Mei. Door het college van notabelen zjjn tot leden der gemeente-commissie van het Ned.-Herv. Kerk genootschap herbenoemd de heeren P. G. C. Eigeman, L. Yan Leeuwen, W. F. Yan Wijk en voor de bestaande vacature benoemd P. J. Yan Hoeken. Op de begraafplaats aan de Zeilpoort werd hedenmorgen om acht uren met militaire honneurs het stoffelijk overschot ter aarde besteld van den overleüen bootsman in het vaste corps dek- en onderofficieren D. W. Reiman, laatst gedetacheerd bp de Kweekschool voor Zeovaart en Dinsdag-avond overleden in het militaire hospitaal alhier aan de gevolgen van longtering. De begrafenisstoet was, door de byzondere wel willendheid van den kolonel-commandant van het 4de regiment infanterie, opgeluisterd door de staf- muziek van dat regiment, terwijl onderofficieren van de verschillende wapens hier in garnizoen hun krijgs makker naar zyne laatste rustplaats vergezelden. Bij het graf werden door den luitenant ter zee lste klasse, commandant van het detachement, eenige hartelijke woorden gesproken, zoowel tot de aan wezige familiebetrekkingen als tot de andere aan wezigen en werd het treurige feit herdacht dat men hier was gekomen om de laatste eer te bewijzen aan een jong, braaf en oppassend man, die steeds met eer zijn vaderland had gediend. Behalve de verschillende onderscheidingsteekenen, die de overledene gerechtigd was te dragen, lagen op de lijkkist twee kransen: één van de familiebe trekkingen en één van de onderofficieren der Kweek school voor Zeevaart.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1883 | | pagina 1