LEIDSCH jfëfcs DAGBLAD. i\°. 7147, Donderdag 7 Juni. A0. 1883. Eerste Blad. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post.B 1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. Bit Noromer bestaat uit TWEE BLADEN. Offlciëele HennisgevingOBu BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien art. 6 der Verordening van den l lden November 1880 (Gemeenteblad N°. 4 van -1881); Brengen ter algemeene kennis dat tot het doen in schrijven van nienvre leerlingen voor de openbare scholen voor voorbereidend en voor meer uitgebreid lager onderwijs, gelegenheid zal gegeven worden: voor die voor voorbereidend meer uitgebreid lager onder wijs voor jongens en meisjes, in het schoolgebouw aan de Oude Vest-, voor die voor meer uitgebreid lager onderwijs: der 1ste klasse, voor jongens, in het schoolgebouw aan de Aalmarkt der 1ste klasse, voor meisjes, in het schoolgebouw aan de Boommarkt der 2de klasse, voor jongens, in het schoolgebouw aan de Pieterskerkstraat) der 2de klasse, voor meisjes, in het schoolgebouw aan de Br eestraat en wel van den 4den tot en met den lGden Jani e.k., dagelijks (den Zondag uitgezonderd), van des voormiddags half negen tot negen uren, en op Maandag, Dinsdag, Don derdag en Vrijdag bovendien van hal/twee tot twee uren des namiddags. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 31 Mei 1883. E. KIST, Secretaris. De Burgemeester, Hoofd van het Gemeentebestuur van Leiden, brengt ter algemeene kennis dat op heden aan den ontvanger der directe belastingen is ter hand gesteld een op den 5den Juni jl. invorderbaar verklaard kohier der personeele belasting, dienst 1883/84, en herinnert voorts een ieder aan zijne verplichting om zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. Leiden, De Burgemeester voornoemd, Juni 1883. DE KANTER. Ook een kunst. „Onze tijd is ziek, zeer ziek. Jonge mannen schrap pen het woord „huwelijk" op de lijst hunüer wen- schen en illusion uit of zetten er een groot vraag- teoken achter. Jonge meisjes trachten (wat overigens braaf en goed is) de lijst harer middelen om in eigen onderhoud te voorzien, nit te breiden en nemen plaatsen in, die vroeger door mannen waren bezet. Ieder zal gevoelen, dat deze en verdere in den laatsten tijd uitgedachte middelen geen genees middelen zijn. De groote kwaal blijft bestaan - en dat niet alleen - ze woekert voort." Zoo lezen wij in een werkje, bij den uitgever van dit blad verschenen, getiteld: „De kunst om met 1500 inkomen 'ajaars, gehuwd, fatsoenlijk te kun nen leven" - een opschrift, wel geschikt om do aandacht te trekken ran menig jonkman of jeugdige scboono, die alleen door de vrees dat zij in die kunst zullen te kort schieten, weerhouden worden van in het huwelijksbootje te stappen. "Wij kunnen hun ten sterkste aanraden het door E. M. A. Otto in onderhoudenden trant geschreven bookske te doorloopen en wij twijfelen niet of zij zullen, wanneer zij het uit handen leggeD, menige zaak, die zij tot dusver al heel donker inzagen, wat meer van de lichtzijde bekijken. Onderhoudend noemden wij het werkje, en met alle recht. Men denko niet hier een soort van recep tenboek of huishoudlijst te vinden: zooveel voor dit, zooveel voor dat; totaal 1500 'ajaars. Zulke opgaven komen er ook in voor, 't is waar, maar niet als dorre opsomming; zij zijn aan de werke lijkheid ontleend en dat juist geeft er waardo en beteekenis aan. Die werkelijkheid ligt ook ten grondslag aan de eenvoudige, maar joist daarom zoo van waarheid getuigende wijze, waarop de schrijfster een huis houden schetst zooals het niet moet zijn, waar het eerste jaar van het huwelijksleven een niet onbelangrijk tekort leverde, het tweede een nog grooter, dat in dit geval door bijzondere omstan digheden nog kon worden gedekt, een buitenkansje, Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. waarop belanghebbenden overigens verstandig doen niet al te veel te rekenen. We kent ze niet, die betreurenswaardige ge zinnen, waar de geldelijke achterstand van maand tot maand grooter wordt, totdat het kwaad niet meor te verhelpen is en aanhoudende zorg het huiselijk geluk verwoest en eindelijk ook de gezond heid ondermijnt? Zulke gezinnen zijn veelal meer te beklagen dan te verhelpen, daar gewoonlijk ge mis van de kennis der waarde van het geld bij de vrouw of wel bij man en vrouw beide daarvan de oorzaak is. Gelukkig zij, die nog bijtijds voor hun voeten den afgrond ontwareD, waarin voor zoo menig echtpaar, dat met de schoonste verwachtingen in het huwelijksbootje plaats nam, het echtelijk geluk voor altijd werd begraven; die zich rekenschap weten te geven van den onhoudbaren toestand, waartoe zij gekomen zijn, en moed genoeg bezitten om terug te keeren, eer het te laat is. Het zoo ongekunsteld geschreven boekske over de kunst om goed te huishouden zij hun als een vertrouwbare gids aanbevolen. Dat in zulk een geschrift de dienstbodenquaestie een belangrijke plaats inneemt, behoeft nauwelijks gezegd te worden. Hoe de schrijfster er over denkt De volgende woorden zullen het duidelijk maken: „Men zegt wel eens, dat het geslacht der goede dienstboden is uitgestorven zonder op waardige wijze vervangen te worden. Hoe is dat dan wel gekomen zou men vragen, en dan moet het antwoord luiden doordat hare onderwijzeressen, zij, die haar hielpen en terechtwezen, met haar gestorven zijn. Jonge meesteressen, die zelf het huishouden niet geleerd hebbeD, zijn niet in staat om een ander te leiden en op den goeden weg te brengen." Behartigenswaardige les niet slechts voor jong gehuwde vrouwen, maar ook en vooral voor moeders, die dochters hebben op te voedeD. Waarlijk, het is niet altijd de schuld der jeugdige huisvrouw zelvo, wanneer het in haar huishouden den verkeerdon weg opgaat; maar al te dikwijls moet zij boeten voor hetgeen aan haar zelve niet is te wijten, maar veeleer aan een soms al te goedhartige moeder, dio, ofschoon zelve het toonbeeld eener volleerde huis houdster, verzuimde haar dochters in die onmisbare kunst op te voeden, een verzuim dat juist zoo me nigvuldig voorkomt in dien stand, waarin het inko men tot een bedrag van ongeveer 1500 of nog minder is beperkt, omdat men in zulke gezinnen, juist met het oog op de toekomst, menigmaal al te uitsluitend het oog heeft gericht op de ontwikkeling van muzikale of andere talenten, niet zelden ten koste der degelijkheid. Toch mag de aankweeking van die begaafdheden evenmin te veel worden verwaarloosd; het bezit daarvan kan zeer veel bijdragen tot verhooging der huiselijke gezelligheid, en een vrouw in zulk een gezin kan zeer goed op voorbeeldige wijze haar huiselijke plichten vervulleD, zonder daarvan de slavin of eene ook voor haar echtgenoot weinig aantrekkelijke soort van asschepoester te worden. Ook hier zal de gulden middelweg wel do beste zijn. Het groote geheim voor een huisvrouw om ook voor dergelijke opwekkende ontspanning tijd te vinden is zeker wel gelegen in een verstandige verdeeling der bezigheden. Tot do lezenswaardige bladzijden behooren ook die waarop gesproken wordt van den zedelijkon moed om zich te toonen zooals men is, waardoor men niet zelden warme vrienden wint. Het tafe reeltje, daar geschetst, treft door zijn eenvoud, evenals dat andere, waarin bet overlijden der eerst geborene wordt geschilderd. Maar wij meenen genoeg te hebben gezegd om tot de lezing van het boekske aan te sporen. "Wij deden dat in de overtuiging dat het velen tot nut zal wezen. PRIJS DER ADYERTENTIEN Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.I7J. Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor het incassee- ren buiten de stad wordt 0.10 berekend. LI8IBE1V, 6 Juni. Heden is aan de universiteit alhier de heer A. C. Yan Blommenstein, geb. te Samarang, bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap met academisch proefschrift, get.„Is de curator van den krankzin nige en van den verkwister bevoegd, om eene rechts vordering tot ontkenning van een kind (action en déseveu) voor den onder curateele gestolde in te stellen zoomede tot doctor in de rechtswetenschap de heer Eelco Schaafsma, geb. te Dokkum, met academisch proefschrift, get.„De nietigheid van koop en verkoop van eens anders goed." Gedurende de eerste helft der maand Mei zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende brieven, welke wegens onbekendheid der geadres seerden niet besteld konden worden: P. Yan Dorp (2 maal), moj. R. Beekhuis, J. v. d. Valk, J. Van Rooijen, mej. A. Overhoff, W. F. A. Leeserman, Amsterdammej. B. Willemsen, Deven ter A. De Wit, Directeur der Haagsche Stoomtram- Maatschappij, 's-Gravenhage; W. v. d. Vliet, Hoog- made; mej. E. Van Voen, RotterdamP. Van Beek, Zierikzee. Frankrijk: A. Bennet, Parijs. Briefkaarten: Mej. P. J. Spaan, Leiden; Petro- nella Flipse, P. Trouw, movr. L. De Waal, niet vermeld. Volgens het Weekblad van minder courante of incourante fondsen van Broekman en Honders worden gedurende de afgeloopen week de oprichtors-aan- deelen Rijnl. stoomtram noch aangeboden noch ge vraagd; de aandeelen spoorweg Leiden-Woerden noch aangeboden noch gevraagd; de aand. Rijnl. stoomtram gevraagd tot 64 pet. en aangeboden tot 683/* pet.de aand. Koninklijke Nodorlandsche Grofsmederij te Leiden gevraagd tot 100 pet.; de aand. Leidsche Duinwatermaatschappij noch aan geboden noch gevraagd; de aand. Leidsche Brood fabriek gevraagd tot 190 pet. en verhandeld tot 195 pet.; de aand. straatweg en vaart Gouda- Bodegrave gevraagd tot 14 pet. De Kamer van Koophandel te Rotterdam heeft besloten niet te steunen het adres van de heeren Brodte van Amsterdam en Hoos van Leiden, vra gende verbod tot handeldrijven door Ce stationschefs. Tot hoofdonderwijzeres aan de Christelijke bewaarschool te Rijnsburg is benoemd moj. M. De Jong, te Alkmaar. Benoemd is tot hoofd der christel. school te Raamsdonk de heer W. C. Uyttenbroek te Katwijk. Tegen 1 en 2 Juli zal te Aalsmeer eene groote collectieve aardbeziën-tentooDstelltog gehou den wordeD. Bij het onderzoek in de afdeelingon van do Tweede Kamer van de wetsontwerpen tot bekrach tiging van Indische kredieten, geopend boven de Indische begrootingen voor 1881 en 1883, brachten verschillende leden opnieuw de bekende bezwaren in tegen de exorbitante wijze, waarop de bevoegd heid van den gouverneur-generaal gebruikt of liever misbruikt wordt. Ook bleek wederom hoe gebrekkig de grondslag is, dien do begrooting ter beoordeeling van den financiëelen toestand van Indië oplevert, uit de mededeeling dat het tekort voor 1881, op ruim 2 millioen geraamd, niet minder dan 12 mil- lioen 9 ton heeft bedrageD. Men wenschte dat het Indisch bestuur ernstig zou worden aangemaand om bij het openen van kredioten boven de begrooting veel omzichtiger te werk te gaan. Hier tegenover werd gewezen op de enorme uit gestrektheid van het Indisch grondgebied en den omvang en de moeilijkheden der financiëele admi nistratie, zoomede op do zeer vele onvoorziene omstandigheden die zich daar kunnen voordoen. In Nederland zelf bleken telkens overschrijvingen nood zakelijk, hoeveel te meer waar het Indië geldt. In- tusschen erkenden ook deze leden dat de ministe-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1883 | | pagina 1