Telegrammen.
PARIJS, 27 Mei. Eene depeche, heden uit Saigon
ontvangeü, meldt dat de commandant Rivière, een
uitval doende met 400 man, door een talrijke over
macht werd aangevallen; hij moest zich terugtrek
ken op Hannoï; hij werd gedood en De Villers doo-
delijk gewond.
De verliezen bedragen 26 dooden en 51 gekwet
sten. De troepen zijn weer de vesting binnen ge
trokken en houden nog steed3 hunne positie bezet,
het aan de Franschen afgestane gebied en de konink
lijke pagode. De fregatkapitein, Morel-Beauliou,
voert thans het bevel over de troepen te Hannoï.
Belangrijke versterkingen zijn uit Cochinchina ge
zonden. Admiraal Bouët zal het oppergezag op zich
nemen over het expeditiecorps naar Tonkin. De
minister van marine tolegrapheerde naar den gou
verneur vau Cochinchina, om als dagorder voor de
troepen en de divisie dor vloot de volgende depe
che te stellen: „De Kamer heeft met algemeene
stemmen het krediet voor Tonkin aangenomen;
Frankrijk zal zijn roemrijke zonen wreken."
Admiraal Courbet heeft bevel ontvangeD, naar
Indo-China te vertrekken met eene afdeeling, samen
gesteld uit de „Boyard", nog een pantserschip, en
snelzeilentlen kruiser.
PARIJS, 27 Mei. Eene manifestatie had heden
op Père-Lachaïse plaats ten gunste der Commune.
Een duizendtal communards vergenoegden zich te
schreeuwen: „Leve de Commune! Leve de sociale
omwentelingGeon ander incident en geene arresta
tie had plaats.
CAIRO, 27 Mei. Men verzekert dat het gouver
nement het plan heeft om, in strijd met de vredes
voorwaarden, eene belasting te heffen op de onroe
rende goederen van vreemdelingen, in Egypte ver
blijf houdende.
SAIGON, 27 Mei. Het gouvernement heeft naar
Haï-Phong een bataljon infanterie met artillerie
gezonden. In de laatste week werden twee com
pagnieën geëxpediëerd. Energieke maatregelen wer
den genomen om de veiligheid van Tonkin te ver
zekeren. Het eenstemmig gevoelen alhier is dat Hue
gebombardeerd moet worden] en te gelijk uit Tonkin
eene expeditie moet afgezonden worden om een be-
slissenden slag te slaan.
PARIJS, 27 Mei. Hedenmorgen te 4 uren zijn
de troepen, voor Tonkin bestemd, te Rochefort op
spoor gegaan.
SAIGON, 23 Mei. De heer Kergaradec wacht
alhier nieuwe instructiën, alvorens zich naar Hue,
naar het hof van keizer Tu-Duc, te begeven.
BERLIJN, 28 Mei. Hedenmiddag had alhier de
plechtige onthulling plaats van de standbeelden van
Alexander en Wilhelm Yon Humboldt.
ZURICH, 28 Mei. (j4.) Bij volksstemming zijn
door de bevolking van het kanton Zurich de wet
ten tot wederinvoering der doodstraf on tot straf
baarstolling van den woeker aangenomen. Do
ontwerpen betreffende de afschaffing der gedwongen
koepokinenting en de hervorming der Bank werden
verworpen.
KRONING EN ZALVING VAN DEN CZAAR.
(Reuter-Telegrammen.)
St.-PETERSBURG, 27 Mei (1 u. 44 m.) Na de
zooeven aangekomen tijding uit Moskou, berichtende
dat de kroningsplechtigheid is afgeloopen, weer
klinkt van alle kerken alhier klokgelui. De gods
dienstoefeningen waren overal talrijk bezocht. Op
het plein bij de Izankskerk wordt eene schitterende
parade gehouden. De stad is overal feestelijk ver
sierd. In den namiddag heeft op het Mar3veld eon
groot volksfeest plaats. De illuminatie voor heden
avond wordt op buitengewoon groote schaal voor
bereid.
MOSKOU, 27 Mei (2 u. 30 m.) De kronings
plechtigheid is zonder eenige stoornis afgeloopen.
Te zeven uren 's morgens verkondigden artillerie
salvo's en klokgelui hot begin der kroningsplechtig
heid. De omgeviog van het Kremlin was met eene
dichte menschenmassa bezet. Het weder was gunstiger
geworden. Te acht uren vereenigden zich de buiten
gewone gezanten benevens het corps diplomatique
bij generaal Von Schweinitz, oudste lid van het
corps en gezant van het Duitsche rijk. Gezamenlijk
begaf zich het geheele gezelschap naar de plaats,
waar de kroningsplechtigheid geschieden zou. In
het inwendige der kerk werden wegens do beperkte
ruimte slechts do hoofden der missiën, eerste legatie-
raden en militaire attachés toegelaten. Den overigen
waren plaatsen aangewezen buiton de kerk op de
tribune.
Te halfhegen kwam het corps diplomatique op
het Kremlin aan. Spoedig daarop begaven zich de
grootvorst-troon opvolger en de leden van het keizer
lijk huis, alsmede de vreemde vorstelijke personen
in schitterenden optocht naar het Kathedraal. Trom
petgeschal en tromgeroffel kondigden aan dat de
stoet des keizers geformeerd was. Op het oogenblik
dat deze stoet te voorschijn kwam, luidden alle klok
ken, muziekcorpsen speelden, de tamboers roerden de
trom, de troepen presenteerden het geweer. Uit de
dichte drommen der volksmassa stegen oorverdoo-
vende jubelkreten op.
Nadat alle personen, die uitgenoodigd waren om
de kroning in de Kathedraal bij te wonen, hunne
plaats hadden ingenomen, en de stoet in de zalen
van het Kremlin was opgesteld, verscheen het kei
zerlijk paar en nam in do troonzaal onder het bal
dakijn plaats. Te halftien verliet de keizerlijke
stoet het Kremlin-paleis en werd met enthousiastisch
hoezee-geroep begroet. Do plechtigheid duurde van
tien uren tot kwart voor éénen. Toen do keizer,
op de knieën liggende, het gebed deed voor zijn
volk, overweldigde hem do aandoeningen zoo zeer,
dat hij overluid weende. De aanwezigen, die ge
durende het gebed stonden, waren zeer diep ge
roerd en herhaaldelijk werd overluid snikken ge
hoord. Daarop werd het gebed namens het volk
voor den keizer door den metropolitaan van Now-
gorod en de aanwezigen geknield uitgesproken,
terwijl do keizer stond.
Na afloop der plechtigheid ging het keizerlijk
paar naar de Blagowestschensky- en Aartsengel-
kerk, deed daar een kort gebod en kcerdo over de
Roodo Trap naar het paleis terug.
Daarna vertoonde het keizerlijk paar zich op het
naar den kant van de Moskowa gelegen terras aan
het volk, driemalen buigende.
Te drie uren begon het feestmaal in het Grano-
witajapaleis.
De houding der bevolking was voorbeeldig. Overal
heerschte eene ernstige, eerbiedige stemming.
MOSKOU, 27 Mei. Do keizer heeft aan den mi
nister van buitenlandsche zakon, den heer Von
Giers, het volgende schrijven gericht.
„De macht en de roem, wolke Rusland - dank
zij der Voorzienigheid - heeft verworven; do uit
breiding van het Rijk en van zijne talrijke bevol
king, laten geene plaats voor gedachten aan nieuwe
veroveringen. Mijne zorg is uitsluitend gowijd aan
de vreedzame ontwikkeling van het Rijk en van
zijno welvaart aan de handhaving der vriendschap
pelijke betrekkingen tot de mogendheden op den
grondslag dor bestaande verdragen en aan d© hand
having der waardigheid des Rijks. "Wijl ik in u
een vertrouwden, ijverigen, bij de leiding der in
ternationale betrekkingen met dezelfde bedoelingen
bezielden medewerker heb gevonden, verleen ik u
de orde van Alexander Nowski, met diamanten
omzet, als een bewijs mijner dankbaarheid".
Een keizerlijk manifest verkondigt kwijtschel
ding aller op den lsten Januari 1883 achterstallige
belastingen en mot name aller achterstanden van
hoofdgeld en directe on indirecte belastingen; verder
verzachting van alle veroordeelingen die nog niet
in staat van wijzen gekomen zijn, verlichting van
te ondergane straffen, opheffing van het politietoe
zicht op de langs administratie ven weg verbannenen,
en veroorlooft aan dozen om terug te keeron. Het
manifest bevat verder verlof tot terugkeer voor
over de grenzen getogen vluchtelingen, voor degenen
die deelgenomen hebben aan den Poolschen opstand
en wien verblijf in de residenties en Poolsche
gouvernementssteden, benevens het vervullen van
betrekkingen in don staatsdienst tot heden ontzegd
was. Uitgezonderd zijn moordenaars, roovers en
brandstichters. Buitendien is voor een aantal begane
misdaden gedeeltelijke amnestie verleend.
Particulier Telegram.)
MOSKOU, 27 Mei ('s avonds). Sedert vier uren heden
morgen verdrongen zich reeds de menschenmassa's
voor het Kremlin om door de vijf enge poorten toe
gang te verkrijgen tot deze reusachtige stad van
paleizen. Die toegang was echter slechts mogelijk
voor de genoodigden na een streng onderzoek hunner
identiteit.
Aan elke poort stond een reeks van wachters.
Reeds om zeven uren begon het klokgelui het begin
der kroningsplechtigheid te verkondigen, welke den
halven dag in beslag nam. Ook bij de kroning is de
plechtige verdeeling in drie afdeelingen te onder
scheiden: eerst de eigenlijke kroning en zalving, dan de
rondgang met gebed door de voornaamste kerken van
het Kremlin en tot besluit het kroningsfeestmaal.
Van ooggetuigen voor zoover die in de beperkte
ruimte iets te zien kregen, verneem ik de volgende
schildering: liet Kremlin is een reusachtige vijfhoek.
Den muur rond te loopen kost twee volle uren. In
den zuidwesthoek ligt het zoogenaamde „Groote paleis",
welks hoofdfront op de Moskwarivier uitziet. Hier
heeft men een uren ver gezicht over het land en op
de aan den voet gelegen stad. Aan de voorzijde van
dit paleis bevindt zich links het beroemde „Roode
Balkon", dat bij de kroning een belangrijke rol speelt.
Dit balkon is eigenlijk een hooggelegen terras, waarop
rechts en links twee trappen uitkomen, die naar het
binnenste van het paleis voeren.
Van het terras zelf voert vervolgens over de ge
heele breedte een trap naar het plein voor de zoo
genaamde Hemelvaartskerlc. liet hooggelegen balkon
is tot ver in de stad zichtbaar. Daarom gaat de
geheele kroningsstoet hier tweemaal overheen, opdat
ook het vóór liet Kremlin staande volk den czaar met
kroon en hermelijn getooid kan zien.
Tegen negen uren namen de genoodigde vertegen
woordigers der vreemde mogendheden in de Hemel-
vaartskerk plaats. Ilier in de halfdonkere kleine kerk
ruimte waren de twee ouderwetsche troonzetels voor
het czarenpaar dicht bij het altaar opgeslagen. Elke
troon is met ongeveer 15,000 edelgesteenten versierd.
Van de deur tot de zevende trede van den troon stonden
de reuzengestalten der Russische garde met ontbloote
„pallasch" geschaard. Tusschen hen zag men de schitte
rende ceremoniemeesters met lange gouden staven, die
van boven met den Russischen dubbelen adelaar ge
kroond zijndaarachter de met rijk gestikte priester
mutsen en lange kostbaar versierde zijden kleederen
bedekte Russische hoogwaardigheidsbekleeders der Kerk,
waarvansommigen kaarsen in de hand hielden.
Eerst verscheen met rijk gevolg de 44-jarige troon
opvolger. Het is een slanke knaap met bleek smal
gezicht, meer gelijkende op de teedere moeder dan
op den krachtigen vader. Nadat hij dicht bij den
troon plaats genomen had, naderde uit het binnenste
van het groote paleis over het roode balkon, de lin-
kertrap afkomende, de kroningsstoet.
Twee prachtvolle priestergestalten in lange slee-
pende kleederen en met zware baarden wachtten den
stoet aan de kerkdeur op; het waren de metropoli-
tanen van Kiew en Nowgorod. Aan de spits van
den zicli langzaam voortbewegenden stoet schreed een
eveneens schitterend gekleede Priesterschaar met ter
aarde gebogen kruisbeeld. De priesters sprenkelden
uit gouden schotels wijwater op den met een tapijt
bedekten weg, waarlangs de czaar naderde. Reeds
van verre was het czarenpaar als middelpunt van
den stoet zichtbaar. Aan lange vergulde staven werd
namelijk een breed baldakijn boven hun hoofd gedra
gen. Generaals, die als dragers fungeerden, hadden
sedert de laatste week uren lang zich geoefend in het
marschtempo, om met den czaar, die steeds statige
wijde stappen neemt, gelijken pas te houden.
Reeds bij dezen optocht was, evenals daarna bij
het geheele ceremonieel, merkbaar dat de keizerin
bij de kroningsplechtigheid slechts een tweede rol
speelde.
De keizeiin ging niet r.aast, maar verscheidene
passen achter den keizer. Vlak voor den czaar wer
den op een kussen van goudbrokaat de kroningsver
sierselen gedragen. Zoodra deze laatste bij de kerkdeur
waren, verhief zich een ontzettend alarm van muziek,
klokgelui, pauken en gezang. Bij de kerkdeur zegende
de geestelijkheid de rijkskleinoodiën met groote plech
tigheid.
Daar de geheele stoet natuurlijk niet in de kathe
draal een plaats kon vinden, verdwenen tot op een
klein aantal, alle overigen door een achterdeur der kerk.
De kroningsplechtigheid laat zich sneller beschrijven
dan zij afliep. Onder diepe kniebuigingen en herhaald
kussen der oude heiligenbeelden was het czarenpaar
tot onder den troonhemel aangekomen. Hier lagen
op kleine uit raalachit en goud vervaardigde tafeltjes
de kroningsinsignes. Van den troon tot het allerhei
ligste vormde de geestelijkheid een haag, waartus-
schen de overigen zich schaarde. Van den achtergrond
der kathedraal gezien maakte het geheel den indruk
eener levende pyramide, aan welker spits de hooge
gestalte van den czaar in donkergroene uniform ge
kleed stond.
Toen trad de grijze Metropolitaan van Nowgorod
voor den czaar en vroeg hem met een diepe bas
stem „Wat gelooft gij
Gelijktijdig reikte hij den czaar een opengeslagen
boek. De czaar nam het boek, kuste het en begon
toen, eerst met eenigszins doffe stem, toen vast en
vlug de orthodoxe geloofsbelijdenis hardop voor te lezen.
Met de woorden„Zoo zij met u de zegen der
heilige Geestenverliet daarop de Metropolitaan den
troon-estrade.
Onder het voortdurend opzeggen van gebeden en
spreuken sloeg de czaar zich nu den met hermelijn
gevoerden purperen mantel om en zette zich toen met
beide handen de groote Rijkskroon op het hoofd.
Zoo lang moest de Keizerin ter zijde blijven staan.
Nu eerst wenkte de czaar zijne gemalin om na
derbij te treden. Eerbiedig liet de keizerin zich voor
haar echtgenoot op de knieën vallen en zij bleef
daar liggen tot de czaar het hoofd zijner jonge ge
malin met de Rijkskroon zacht had aangeraakt en
daarna met de kleine Vorstinnenkroon gesierd had.
De keizerin droeg bovendien uit den familieschat den
oud-Russischen briljantendiadeem.
Deze kroningsplechtigheid werd onmiddellijk gevolgd
door de zalving, waartoe een wondervol gesneden
groene jaspis-schaal gebezigd werd. De Metropolitaan
van Nowgorod doopte een gouden takje in de olie