LEIDSCÏÏ
DA (IBLAD.
j\°. 7127.
Dinsdag 15 Mei.
A0. 1883.
Eerste Blad.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17$.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incassec-
ren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend.
Dit nommer bestaat uit DBIE BLADEN,
Een loffelijke proefneming.
Men zal zich de belangrijke discussie herinneren,
in onzen gemeenteraad gevoerd bij de behandeling
van het voorstel tot het verleenen van subsidie ten
behoeve der Ambachtsschool. Door sommigen werd
daartegen aangevoerd, dat op den nok van het huis,
niet in een leerinrichting bruikbare werklieden wor
den gevormd, m. a. w. dat de praktijk op het hand
werk, niet de meer theoretische opleiding van een
ambachtsschool de voorkeur verdient.
Voor die meening is wel iets te zeggen, even
zeer als voor de bewering dat in den regel de
ambachtsscholen veeleer bezocht worden door do
zoons van werkbazen of meesterknechts dan door
de kinderen van den werkman, voor wie ze voorna
melijk werden in het leven geroepen. Jammer echter,
dat in werkelijkheid de opleiding van leerjongens
in werkplaatsen, de goede niet te na gesproken,
zooveel te wenschen overlaat, èn omdat het den
knechts aan tijd of lust, of wel aan beide ontbreekt
om zich veel met de vormiüg van de jongmaatjes
bezig te houden, èn omdat het feit dat de knapen,
zoodra zij eenig begrip van het vak beginnen te
krijgen, zich ter wille van slechts enkele stuiters
hooger loon maar al te dikwijls haasten een anderen
werkgever de vruchten van het geleerde te doen
plukken, weinig geschikt is de patroons aan te moe
digen zich veel aan de opleiding hunner leerjongens
te laten gelegen liggen.
"Wat te doen om dat euvel tegen te gaan, dat,
hoewel de ouders der knapen uit kwalijk begrepen
eigenbelang het veelal aanmoedigen, een zoo nadee-
ligen invloed uitoefent, op het gehalte der werklie
den In menige vergadering van vereenigingen, die
zich de bevordering der handwerksnijverheid ten
doel stellen, werd dat moeilijke vraagpunt behan
deld, maar tot een oplossing kwam men niet. Tot
de gilden met hnn gezellen en meesters terug te
keeren, was nu eenmaal niet gewenscht, zoo het
in onzen tijd ook al mogelijk warehet sluiten van
contracten met de ouders dor leerjongens was aan
vele bezwaren onderhevig en gaf buitendien niet de
noodige waarborgen. In het kort, het bleef bij praten
en overwegen, al deed daarom de behoefte aan dege
lijk gevormde werklieden zich niet minder gevoelen.
Te midden van al dat wikken en wegen maakt
het daarom een aangenamen indruk melding te kun
nen maken van een poging in de goede richting
aangewend door de oudste Nederlandsche Spoor
wegmaatschappij. In de overtuiging dat het wensche-
lijk is iets te doen tot het verkrijgen van goede
werklieden, besloot het bestuur der Hollandsche
Spoorwegmaatschappij maatregelen te nemen om te
trachten een zeker getal leerlingen in de werk
plaatsen te Haarlem op te nemen en met hun ouders
of voogden een overeenkomst aan te gaan, waarbij
zij zich verbinden, na een zekeren proeftijd hnn
zonen een bepaald aantal jaren aan de werkplaats
in dienst te laten tegen een vooruit te bepalen loon.
Naast het welbegrepen en zeker alleszins geoor
loofd eigenbelang, dat het bestuur tot handelen aan
dreef, de begeerte nl. om zich goede werklieden te
verzekeren, verloor het ook het belang der medepartij
niet uit het oog blijkens de bepaling dat dit loon
in de eorste jaren iets hooger wordt gesteld dan
het anders door zulke jongelieden verdiende Iood,
en in de latere jaren iets minder, om de ouders
in de gelegenheid te stellen meer ten koste te
leggen aan het onderhoud en onderwijs van den
leerling.
Wat de opleiding in de werkplaats betreft, wordt
elke leerliDg onder onmiddellijke leiding van een
ploegbaas of werkman gesteld; dus geen overlaten
aan de willekeur of de meerdere of mindere, soms
door minder goedkeurenswaardige middelen ver
worven goedgunstigheid van een aantal werklieden,
waarvan eigenlijk geen enkele persoonlijk verant
woordelijk isneen, de leerling wordt toevertrouwd
aan een bepaald persoon, die weet, dat hem die
taak door zijn superieuren is opgedragen, en dus
alle reden heeft zich daarvan zoo goed mogelijk te
kwijten, tevens in de overtuiging dat hij bij een
goeden afloop eer kan inleggen. Dat de leerling
gedurende zijne dienstjaren aan alle voorschriften
en reglementen der werkplaats is onderworpen, is
vrij natuurlijk, maar het vordieDt toch vermelding,
omdat daaruit blijkt dat bij de opleiding niet alleen
bekwaamheid, maar ook tucht en orde wordt be
oogd, nit het oogpunt van zedelijkheid vooral voor
jongelieden zoo hoogst gewenscht en zonder welke,
blijkens de ondervinding, ook de bekwaamste werk
man dikwijls onbruikbaar wordt.
Daar tegenover verbinden zich de ouders bij
contract hun zoons gedurende vier jaren op de
werkplaatsen te doen blijven en alles in het werk
te zullen stellen om hen tot ijver en plichtsver
vulling aan te sporen. Als waarborg stort de vader
of voogd een som van minstens f 50, welke later
wordt teruggegeven.
Het bestuur zolf voelde blijkbaar het bezwarende
van die laatste bepaling voor den onvermogenden
werkman, die zijn zoon als leerling wil doen plaatsen.
Daarom voegde het daaraan de clausule toe, dat
ook met 6olide borgen genoegen wordt genomen
of zelfs en dit vooral is belangrijk dat de
waarborgsom bij uitzondering kan gevonden worden
door inhouding van 2 cents per nnr van hetgeen
de leerling gedurende het eerste, en 1 cent per
uur van hetgeen hij gedurende het tweede jaar
verdient. De laatste faciliteit maakt de zaak ook
voor zoons van geheel onvermogende ouders be
reikbaar.
Stippen wij ten slotte nog aan, dat de verplich
tingen van den vader vervallen bij minnelijke
schikking, of wel wanneer hij de stad metterwoon
verlaat, of ook wanneer voor het einde van het
eerste jaar een der beide partpen den wensch daartoe
te kennen geeft. In dat geval wordt de waarborgsom
teruggegeven. Bij wanpraestatie door den vader of
den leerling echter wordt zij verbeurd ten bate
van het ondersteuningsfonds der maatschappij.
Ziedaar in hoofdtrekken het belangrijke plan.
Hoe men er over moge denken, niemand zal ont
kennen dat het bestuur der Holl. Spoorwegm. een
woord van lof verdient voor het doen van deze
eerste proefneming. Aan teleurstellingen zal het
waarschijnlijk niet ontbreken, maar aan goede vruch
ten, naar wij vertrouwen, evenmin. Het is daarbij
te wenschen, dat tal van werkgevers, in stede van
kalm de uitkomsten van de proefneming der Spoor
wegm. af te wachten, het door haar gegeven voor
beeld zullen volgen. Daardoor zal meer nut worden
gesticht dan door telkens herhaalde beraadslagingen
zonder practisch gevolg of door bestrijding van het
geen anderen doen, zonder dat men er zelf iets
beters voor in de plaats geeft.
LEIDEN, 12 Met.
Heden is aan de universiteit alhier de heer
H. E. E. Lagerwey, geb. te "Westbroek, bevorderd
tot doctor in de rechtswetonschap, met academisch
proefschrift, get.: „Het karakter der ongeldigheid
van overeenkomst op grond van minderjarigheid,
historisch ontvouwd."
Yeel goeds, veel afwisseling heeft het verzoek
van de commissie voor de Volksbijeenkomsten te
weeggebracht om coaranten en tijdschriften voor
verpleegden in infirmerie en ziekenhuis af t9 staan.
Boven verwachting zelfs wordt er een druk ge
bruik van gemaakt en met verlangen zien de ver
pleegden steeds nieuwe lectuur te gemoet.
Het aantal zieken is echter groot en daarom is
het moeilijk een ieder hunner tijdig in de gelegen
heid te stellen van de geheurtenissen der laatste
dagen op de hoogte te kunnen houden, niettegen
staande dat in hunne eentonige levenswijze zoozeer
den tijd doet korten.
Geenszins is het daarom overdadig den goeden
maatregel bij Leidens ingezetenen nog eens in her
innering te brengen. De moeite en kosten zijn ge
ring, de weldaad die men er mee doet is groot.
Behalve dat er oen bus is geplaatst aan het
Station alhier, hebben de commissie voor de Yolks
bijeenkomsten, de directeur der Kweekschool voor
Zeevaart en eenige boekhandelaren zich bereid ver
klaard couranten te ontvangen en voor de ver
spreiding zorg te dragen.
Gedurende de eerste helft der maand April
zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende
brieven, welke wegens onbekendheid der geadres
seerden niet besteld konden worden:
Mej. Rogeer, J. Smit, Coets De Bosson, Amster
dam; J. Roosendaal, P. Yan Thiel,'s-Gravenhage
W. Spoorman, Haarlem; J. F. Feldbrngge, Oud-
Ade; M. J. Henssen, Rotterdam; Cohen, Schoon
oord; A. Yan den Bok, niet vermeld.
België: A. F. Scholman Brussel, le president de
la commission-Genérall, Luik.
Op de voordracht voor hoofd der school eener
nieuw op te richten O. L. school aan den Heenweg,
onder de gemeente 's-Gravenzande, zijn geplaatst:
de heeren P. Yan der Have, te Maasland, J. Yan
Andel, K. K. A. Valken en J. Smits, te VHage,
en A. Goudswaard, te LeidoD.
Gedurende deze week zijn dagelijks in het
Werkhuis alhier opgenomen van 46—62 volwassen
personen en van 48 kinderen.
Zoodra de voorraad schoenen, die nog in de
militaire magazijnen aanwezig is, verbruikt zal zijn,
zal bij het leger een nieuw model machinaal ver
vaardigde schoenen, van eene andere constructie,
worden ingevoerd. Genomen proeven hebben be
wezen dat, na een langdurigen marscb, de schoenen
niet drukten noch knelden.
Heden gaat het gezelschap des heeren Yan
Lier te Amsterdam op reis, deels naar de Groning-
sche kermis, deels naar de Haagsohe.
Te Groningen wordt vertoond, te beginnen met
12 Mei, „Fédora, Frou-Frou, Het Testament van
Koningin Elisabeth, „Margarotha Gautier" en
„Verloren Eer" onder den titel van „Veroordeeld."
In 's-Gravenhage komt het vroolijker repertoire
aan de beurt: „Janus Tulp", „Door tantes opge
voed", enz.
Na Groningen worden kermissen bezocht te Har-
lingen, Leeuwarden, Haarlem, Alkmaar en Zaan
dam. Enkele voorstellingen van „Fédora" zullen
nog plaats hebben op aanvrage, te Winschoten,
Leeuwarden, Amersfoort, Utrecht en Leiden.
De opper-ceremoniemeester maakt bekend dat,
ingevolge de bevelen des Konings, het Hof den
lichten rouw zal aannemen, voor den tijd van acht
dagen, ingaande den 14den Mei a. s., wegens het
overlijden van Zijne Koninklijke Hoogheid Frederik
Frans H, groothertog van Mecklenburg-Schwerin.
Met genoegen vernemen ook wij dat de toe
stand van den heer Van der Oudormeulen zeer
bevredigend is. De inwendige kwetsure, die ge
noemde heer elf dagen geleden door den stoot
eener koe bekwam, liet zich eerst zeer ernstig aan
zien en eenige dagen moest de gekwetste het bed
houden. Thans echter zit hij weder op, doch hij
kan zich nog slechts zeer moeielijk bewegen.
De maatschappij tot exploitatie van de onder
neming Krasnapolsky te Amsterdam, stelt voor, over
1882 een dividend van 8 pet. uit te koeren.