N\ 7102. Vrijdag 13 April. A0. 1883. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZEB COURANT: foor Leiden per 8 maanden....1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers.s 0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES: fan 18 regels 1.08. Iedere regel meer 0.17|» Grootere letter* naar plaatsruimte. Voor het incassee- ren buiten da stad wordt f 0.10 berekend. Ticeede Blad. Opnieuw de krankzinnigen-yerpleging alhier. Thans is ook door den hoogleeraar dr. G. D. L. Huet bij den gemeenteraad een adres ingediend betrekkelijk de tijdelijke verpleging van krankzin nigen. Met den adressant zijn B. en Ws. overtuigd van de noodzakelijkheid dat zoo spoedig doenlijk in den tegenwoordigen toestand verandering worde gebracht. Hoezeer nu waardeerende de door adres sant gedane stappen in het belang van de ongeluk- kigen, voor wie geene plaats in een gesticht be schikbaar is, achten zij zich evenwel verplicht af wijzend te adviseeren op het verzoek dat van ge meentewege in de tijdelijke verpleging op andere en betere wijze worde voorzien en zij meenen tot motiveering van dat afwijzend advies te kunnen verwijzen naar de uitvoerige beraadslagingen om trent dit onderwerp in de zitting van 15 Maart jl. gevoerd. Duidelijk toch is h. i. daaruit gebleken dat de groote meerderheid van den Raad van oordeel is dat het niet op den weg ligt van het gemeente bestuur voorzieningen te nemen als waarop thans wordt aangedrongen en een taak op zich te nemen, waartoe de Regeering verplicht is overeenkomstig de wet van 1841. Zooals in de bovenvermelde raads zitting werd aangetoond legt art. 10 dier wet aan het Openbaar Ministerie de verplichting op de on verzorgde lijders onder verzekerd toezicht te stellen wanneer zulks in het belang der openbare orde of ter voorkoming van ongelukken noodzakelijk wordt ge oordeeld en nu is het h. i. voor geen tegenspraak vatbaar dat de Regeering het Openbaar Ministerie in staat moet stellen aan deze verplichting in voor komende gevallen te voldoen en alzoo de noodige maatregelen te nemen dat plaatsen beschikbaar zijn alwaar de krankzinnigen kunnen worden opgenomen terwijl geheel overeenkomstig de bedoeling van de laatste alinea van art. 10 der aangehaalde wet door het gemeentebestuur gebruik wordt gemaakt van de hem daarbij toegekende bevoegdheid om de krankzinnigen tijdelijk op doeltreffende wijze in bewaring te stellen, tijdens door het openbaar minis terie de noodige maatregelen worden genomen voor het stellen der krankzinnigen onder verzekerd toe zicht. Mocht nu worden besloten om meer te doen van gemeentewege dan thans reeds is geschied, dan zoude hetzij feitelijk eene nieuwe bewaarplaats worden opgericht geheel in strijd met de wet, hetzij moeten worden overgegaan tot de inrichting van een ge neeskundig gesticht, hetgeen voorzeker allerminst naar B. en Ws. meenen door den gemeenteraad zal worden gewenscht. Wat overigens aangaat de wijze waarop in de tijdelijke afzondering en verpleging wordt voorzien, hebben zij het college van stads- genees- en heel kundigen uitgenoodigd daaromtrent een onderzoek in te stellen, waarop zij onlangs het antwoord ont vingen, dat zulks voor het oogenblik voldoende kon worden geacht. Het zal volgens hen evenwel geen betoog be hoeven dat zoodanige inrichting allerminst voldoen kan aan de eischen die redelijkerwijze voor eene behoorlijke verpleging van krankzinnigen moeten worden gesteld en alleen moet worden beoordeeld als tijdelijke bewaring en afzondering totdat tot de plaatsing in een gesticht kan worden overgegaan, zoodat naar hunne meening de inrichting door adres sant ten onrechte als zoodanig niet doeltreffend wordt genoemd. Op grond van een en ander geven B. en Ws. in over weging op adressants verzoek afwijzend te be schikken onder tekennengeving dat het nemen van maatregelen als door hem worden verlangd niet behoort tot de taak van het gemeentebestuur en het verzoek zal behooren te worden gericht tot de in deze geroepen autoriteiten. Tevens deelen zij mede dat de gevoerde discussiën hun aanleiding hebben gegeven een schrijven te richten tot den officier van justitie, waarin diens tu6schenkomst wordt ingeroepen ten einde zoo mogelijk te bevorderen, dat aan de verplichtin gen, het openbaar ministerie bij art. 10 der aange haalde wet opgelegd, in voorkomende gevallen kan worden gevolg gegeven en zij hopen en vertrouwen dat zoowel daardoor als ten gevolge van hetgeen reeds ter zake door het gewestelijk bestuur is ver richt, do bestaande bezwaren voor een goed deel zullen kunnen worden opgeheven. Intusschen zal, ook al worden meerdere plaatsen voor de verpleging van krankzinnigen, woonachtig in deze gemeente, beschikbaar gesteld, de tijdelijke bewaring steeds tot eenige bezwaren aanleiding moeten geven, met het oog op den exceptioneelen toestand waarin deze gemeente in vergelijking mot andere gemeenten van gelijken en zelfs belangrijk minderen omvang ten gevolge van de opheffing der Leidsche rechtbank verkeert. De opzending der krankzinnigen naar het voor hunne verpleging bestemde gesticht wordt, nu de machtiging steeds te 's-Gravenhage moet worden aangevraagd, uit den aard der zaak belangrijk vertraagd en de tijdelijke bewaring aanmerkelijk verlengd, zoodat deze bewaring voortdurend een onderwerp zal blijven waaruit vele moeiten, zorgen en kosten voor de gemeente voortvloeien. LËIS9I3N, 13 April. In de vorige raadszitting werd besloten de kosten voor de verbouwing van het lokaal van het Gym nasium, strekkende voor eeDe vergrooting der Hoogere Burgerschool, geraamd op f 4000, niet te vinden door geldleening, zooals door B. en Ws. was voorgesteld, zoodat die uitgaven uit de gewone inkomsten zullen moeten worden bestreden. Zij geven thans in overweging, ten einde de begrooting voor dit jaar in ontvangst en uitgaaf te doen sluiten, den post plaatselijke directe belasting met genoemd bedrag van f 4000 te verhoogen, aangezien het kohier der plaatselijke directe belasting in bewerking is en het te heffen percent alzoo nog niet is vast gesteld. Ware bovengenoemd beslnit genomen bij de vaststelling van de begrooting, dan zou uit den aard der zaak de inkomstenbelasting in plaats van op f 137,000 op f 141,000 zijn uitgetrokken. Ter vervulling van de bestaande vacature aan de Jongensschool der 2de klasse van derden onder wijzer, op eene jaarwedde van f 550, vermeer derd met f 200 voor het geven van onderwijs in de Fran8che en Eogelsche talen, is de volgende voordracht opgemaakt: J. F. Kramers, onderwijzer te Dokkum; mej. C. Van Altena, onderwijzeres te Boskoop, en mej. C. M. Dee, onderwijzeres alhier. De beide laatsten zijn op het drietal geplaatst om te voldoen aan de voorschriften. Bij de behandeling van de gemeentebegrootiDg voor dit jaar werd de wenscbelijkheid ter sprake gebracht van eene voortzetting van de demping der Tweede Binnenvestgracht tot aan de Mare en dezerzijds een onderzoek deswege toegezegd. Blij kens het nu overgelegd rapport van de commissie van fabricago bestaan tegen de demping geene be zwaren en wordt deze ook noodzakelijk geacht, welk gevoelen door B. en Ws. wordt gedeeld, vermits de demping ongetwijfeld zal strekkon in het belang van de openbare reinheid en gezondheid en het be houd van de gracht voor het verkeer te water niet meer wordt vereischt. Zij geven mitsdien in over weging tot de voorgestelde demping te besluiten en de benoodigde gelden ten bedrage van f 5500 te dien einde beschikbaar te stellen en wel te vinden door geldleening als behoorende deze uitgave tot de zoodanige die nit haren aard door buitengewone ontvangsten moeten worden gedekt, terwijl bij de 4-percents-geldleening ad f 500,000 een hooger bedrag is opgenomen dan voor de dadelijke be hoeften benoodigd was. In het rapport der commissie van fabricage wordt medegedeeld dat op de be grooting voor 1882 voor de som ad f 8500 toege staan voor de demping van de Binnenvestgracht bij de Buitensoeiëteit met bijbehoorende werken, een bedrag van f 2000 zal beschikbaar blijven. De commissie van financiën heeft de suppletoire begrooting van het Stedelijk Werkhuis voor het jaar 1882 onderzocht en daarop geene bedenkingen gevonden, waarom zij voorstelt die goed te keuren. Een aan de gemeente Leiden toebehoorend ge bouw, in de Smidssteeg gelegen, wordt reeds ge- ruimen tijd gebruikt door de alhier garnizoen hou dende infanterie, zonder dat dit echter op officiëele wijze aan het Rijk in gebruik is afgestaan. Om deze reden kan dan ook het onderhoud van be doeld gebouw niet ten laste van den Staat gebracht worden, terwijl er vanwege de gemeente evenmin iets aan verricht wordt. De kolonel Leers, garni- zoens-commandant, wilde echter gaarne in de be nedenverdieping daarvan de compagnies-, bagage- en ziekenkarren plaatsen, tot uitrusting van de twee bataljons, alhier in garnizoen behoorende, waar mede door den minister van oorlog genoegen wordt genomen. Vooraf zal het gebouw dan echter moeten worden hersteld, bestaande inhet maken van nieuwe deuren, ramen, blinden, vloeren enz., samen ten bedrage van f 1000, en daarom vraagt de kapitein eerstaanwezend ingenieur A. Jentink, te 's-Hage, hem te willen mededeelen of de gemeente raad van Leiden genegen is bedoeld gebouw kos teloos aan het rijk in gebruik af te staan, op den zelfden voet als met de kazernes enz. in 1860 heeft plaats gehad. De commissie van fabricage en B. en Ws. adviseeren gunstig, doch stellen tevens voor dat door het Rijk wordt overgedragen aan de gemeente de buiten gebruik gestelde ziekenstal iu dezelfde steeg. Op voorstel van B. en Ws. werd indertijd door den gemeenteraad uit zijn midden eene commissie benoemd met de opdracht om den Raad te dienen van advies over de vraag „of de gemeente al of niet zal voortgaan met het verzekeren van hare eigendommen en zoo ja, of alsdan de waarde waar voor de eigendommen zijn verzekerd, aan eene her ziening moet worden onderworpen." In het door die commissie breedvoerig uitgebrachte rapport werd evenwel de vraag of de gemeente al dan niet zal voortgaan met het verzekeren van hare eigendom men, onbeantwoord gelaten, omdat de leden der commissie van gevoelen verschilden. Thans komen B. en Ws. nader op dit onderwerp terug en stellen zij op verschillende gronden voor: lo. te besluiten dat de gemeente zal voortgaan hare eigendommen tegen brandschade te verzekeren; - 2o. aan B. en Ws. op te dragen: a. de thans nog geldendeassn- rantiecontracten, naarmate zij afloopen, op te zeggen; b. voor de aldus vrij vallende eigendommen deel te nemen in de onderlinge brandwaarborg-maat schappij „de vereenigde gemeenten"; c. de waarde der gemeente-eigendommen opnieuw te doen schatten en de assurantiecontracten in overeenstemming daar mede te sluiten; d. met den minister van justitie in nader overleg te treden over de verzekering van het Militair Detentiehuis; - 3o. in het vervolg de premie van verzekering van gebouwen bij anderen iu kosteloos gebruik, aan de gebruikers in rekening te brengen- 4o. de kerktorens aan de respectieve gezindten, voor zoover deze eigenaren der kerken zijn, zoo mogelijk bij minnelijke schikking over te dragen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1883 | | pagina 1