LEIDSCH DAGBLAD. Maandag 19 Februari. A0. 1883. Eerste Blad. IN"0. 705,1 PBIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden.1.10. Franco per posL1.40. Afzonderlijke Nommera.9 0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PBIJS OER ADVERTENTIE»: Ven 18 regels 1.05. Iedere regel meer (W*. Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor hel incaase^ ren builen de stad wordt 0.10 berekend. Dit Kommer bestaat uit TWEE BLADEN. Een dreigend gevaar. In ons lags land lijdon velen schier telken jare ■van overstroomingen, vooral zij die in Noord-Bra bant en Gelderland langs de greote rivieren wonen. Natuurlijk dat ze blijde zijn dat door de aanneming van 't ontwerp tot verlegging van den Maasmond en de welhaast te verwachten bekrachtiging er van door Z. M. den Koning, na verloop van eenïge weinige jaren, aan dien betreurenswaardigen toe stand eon oiade zal komen. Het inroepen der lief dadigheid zal dan ook niet moer noodig, teD minste .zeldzaam zijn, om hen te gemoed te komeD, die ■door Neer)and3 geduchten vijand, het water, schado hebben geloden. Voor hen zal dan een dreigend gevaar zijn afgekeerd. Als wij boven dit hoofdartikel: een dreigond gevaar, schrijven, hebben wij dus niet de schier jaarlijks terugkeerende overstroomingen op 't oog. Aan een ander zeer dreigend gevaar denken wjj thans, nu wij - en dit is heel natuurlijk, - nog onder den iadruk van den buskruitramp te Muiden verkeeren. Wie gevoelt zich niet alleronaangenaamst gestomd, die het oogenblik herdenkt, waarop een bus- kruitontploffing aldaar plaats greep? Een kille huive ring bevangt ons. Voorzeker gevoelt ieder mede lijden met de ongelukkige slachtoffers, wier levens draad zoo plotseling werd afgesneden, en wil gaarne een penningske offoren voor do arme nablijvenden, die van hun kostwinners op zoo jammerlijke wijze werden beroofd. De oponbare liefdadigheid die voor hen wordt ingeroepen, zal dan ook niet tevergeefs zijn. Na zulke treffende rampen werd altijd voor de nablijvenden voldoende gezorgd. Dat mag mon voor do ongelukkige Muidenaars ook wol verwach ten. Met welgevallen neemt ieder menschenvriend kennis van do giften die voor hen reeds zijn inge komen en nog inkomen. Gaat men weer op die zelfde plek tot den her bouw van den kruitmolen over, wie in Muiden zal dan nog niet meer dan vroeger daarmee weinig in genomen zijn? Hoe dit ook zij, de ramp te Muiden wijst streken, waar een kruitmagazijn is, op het gevaar, dat haar e$n ontploffing kan treffen. Natuurlijk dat de aan wezigheid van zooveel duizenden poDden buskruit in de Wiericker6chans in vele kringen in de Rijn strek oen onderwerp van gesprok uitmaakte en nog uitmaakt. Wio toch huivert niet bij de godachte, dat déir eens een buskruitontploffmg plaats greep? D.prpen, bloeiende door landbouw en veeteelt, ja zelfs naburige steden, zouden de treurige naweeën ondervinden, door do verwoestingen veroorzaakt welke een ontploffing na zich zou sleepen. Ontzaglijk zou zulk een ramp zijn. Hoeveol menschenlevens zou ze niet kunnen kosten, dio onder 't puin bograven veerden of op andore wijze jammerlijk den dood vonden! Eu onnoemlijk zou do matoriëelo schade zijn van eon gebeurtenis, waarop wij zinspelen en waarvoor de nablijvenden, ofschoon voor do huizen of gebouwen geassureerd, toch geen penning zouden uitbetaald krijgen, omdat schade, door buskruitont- ploffing veroorzaakt, niet vergoed wordt. Hoe zou dit ook mogelijk zijn, wijl de ramp zulke groot© afmetingen kan aannemen. "Wie, die do vreeselijke gevolgen van een derge lijke ramp indenkt, huivert niet alleen, maar voelt zich door de aanwezigheid van een kruitmagazijn in een dichtbevolkte, welvarende streek niet be dreigd? Doch men zal ons wellicht te gemoet voeren, dat de Wioricker6chans reeds zoovele jaren een groote bergplaats van bnskrnit is, zonder dat er «enig ongeluk heeft plaats gegrepen. Gaarna willen wij de gegrondheid van dat be weren erkennen. Zelfs willen wij gaarne toegeven, dat de uiterste behoedzaamhoid word in acht go- nomen bij het werken in dit kruitmagazijn. Ware dit niet het geval geweest, dan zou er voorzeker reeds een ontploffing hebben plaats gegrepen. Toch zal niemand daaruit willen besluiten, dat een ontploffing tot do onmogelijkheden behoort. En juist daarom gelooven wij wel niet te veel te zeggen, als wij de aanwezigheid van een grcot kruitmagazijn in de dichtbevolkte, bloeiende Rijn streek een dreigend gevaar voor haar noemen. Als onverhoopt ooit dat gevaar werkelijkheid wordt, zou ieder uitroepen: hoe was het mogelijk, dat do Hooge RogceriDg in zulk eene bevolkte, welvarende streek als de Rijnstreek is, een groot kruitmaga zijn liot bestaanEen kreet van edele verontwaar diging zou door 't gansche land gehoord worden. De Wierickerschans zou daarna wel niet weer tot bergplaats van zooveel buskruit dienen. Doch tal van kostbare menschenlevens zouden te betreuren zijn en akelig het aanzien van de eens zoo lachende streek wegeHS de puinhoopen die de ontploffing veroorzaakt zou hebben. Is het dan niet wijselijk, waar het niet ontkend kan worden dat do Wierickerschans, omdat er eenige honderdduizenden ponden buskruit geborgen zijn, een bedreiging voor oen welvarende streek, als de de Rijnstreek, is dat er stappen gedaan worden om bij de Regeoring aan te dringen ddar niet langer een buskruitmagazijn te vestigen? De Regeering zal dat verzoek, zoo het door de geheele Rijnstreek, ja ook door de naburige steden, zoo ruimschoots mogelijk, wordt ondersteund, zeker in ernstige overweging nemou en kan zij zelve de mogelijkheid eener buskruitontploffing in de Wierickerschans niet ontkennen, daaraan - waarom er aan getwijfeld - voldoen. Hoe zou zij toch gewaarborgd zijn voor het verwijt, indien er ooit - wat wij wenschen dat nimmer moge gebeuren, - een buskruitramp aldaar plaats greep, dat zij op hot verzoek vau zooveel ernstige mannen afwijzend had beschikt. De tijd, waarop het buskruit naar elders wordt vervoerd en niet enkel Bodegraven, maar do geheele Rijnstreek van een niet te ontkennen dreigend gevaar wordt bevrijd, zal door de bevolking met gejuich begroet worden. Moge die tijd eerlang aanbreken LËIBËN, 1? Febrnari. Heden is aan de universiteit alhier de beer A. D. T. Gevers, geb. te 's-Gravenhago, bevorderd tot doctor in do rechtswetenschap met academisch proefschrift, get.: „Art 44 der Gemeentewet". De 109de vergadering der afdeeling Leiden en Omstreken der Maatschappij tot bevordering der Bouwkunst werd gisteravond in het Nutsgebouw alhier gehouden en was zeer belangrijk. Was men toch in de eerste plaats in de gelegenheid de drie in het vorige jaar bokrooDdo antwoorden van een door de Maatschapbij-zelve uitgeschreven prijsvraag te bezichtigen, het tweede punt der agenda was niet minder belangrijk en bestond uit eene voordracht door dr. W. N. Du Rieu, die zijne bevindingen op zijne „Wandelingen door Weenon" aan do leden met hunno introducés zou verbalen. Na opening der vergadering deed de secretaris verslag van de vorige bijeenkomst, waarna de president zich verplicht gevoelde den hoer Dn Rien, die zoo welwillend aan het verzoek Yan bet bestuur om eene bijdrage te willen leveren gehoor gaf, daarvoor dank te zeggen. Nadat dr. Du Rieu aangetoond had hoe Weenen in het betrekkelijk kort tijdsverloop van 50 jaar eene ongelooflijke uitbreiding had gekregen, ging hij over tot zijno eigenlijke „wandelingen", tot op heldering waarvan bjj eene prachtige collectie pho- tographieën had meegebracht, welke hij een voor een besprak en ter bezichtiging stelde. Zoodoende kwamen in geregelde volgorde alle merkwaardige en prachtige gebouwen dier wereldstad in behande ling en werd tevens aanschouwelijk gemaakt wat op zoo leerzame en onderhoudende wijze werd besproken. Met de verschillende stations werd een aanvang gemaakt en achtereenvolgens kwamen in behande ling de kerken met hunne kunstige torens, de ko- mediegebonwen, de cafés, de door hnn pracht en rijkdom schitterende paleizen der aartshertogen, publieke gebouwen, de bij gelegenheid der interna tional tentoonstelling verrezen hotels, de pleinen met hunne keizerlijke standbeelden en kostbare mar meren fonteinen, - dat alles verklaard op eene wijze die het zelfs voor den niet-vakman aantrekkelijk zon maken. Eene bezichtiging van de bibliotheek teWeoneD, waar de heer Du Rieu bij zijn verblijf in die plaats zooveel gearbeid had, besloot zijno voordracht, - en dat iedereen met genoegen zijne wandelingen bad meegemaakt bewees het luid applaus dat hem bij zijne „thuiskomst" werd toegebracht, Met het wel gemeende woord van dank, door den heer Schaap als voorzitter der afdeeling uitgebracht, zal dan ook zeker een ieder bobben ingestemd. Verder werd omtrent het bekende adres van adhaesie aan het hoofdbestuur besloten, dat, met het oog op het gevorderde unr en de vole introducés die deel der vergadering uitmaakten, de behandeling daarvan op eene volgendo vergadering het eerste punt der agenda zou uitmaken. De drie bekroonde antwoorden op de prijsvraag (een vereenigingsgebouw voor beoefenaren der kuüst) waarvan - jammer genoeg - de uitvoering althans in Nederland onmogelijk is, waren van de heeren Van Es en Schmits te Dussoldorf, Evers te Brussel, G. H. Wiegand en A. V. A. Hein te Hamburg, die respectievelijk den lsten, 2den en 3den prijs verwierven. Eene dergelijke tentoonstelling was ook gisteren voor het eerst op de afdeeling ter bezich- tigiDg gesteld. Met 1 April a. s. zal van de Kweekschool voor Zeevaart alhier ongeveer een 90tal joDgens op elk der opleidingsschepen „Anoa Paulowna" en „Admiraal van Wassenaer" worden overgeplaatst. Gedurende deze week zijn dagolijks in het Werkhuis alhier opgenomen van 6278 volwassen personen en van 1012 kinderen. Tot onderwijzer aan de school voor Chr. Nat. Onderwijs te Wassenaar is benoemd de heerJ. W. Van Straaten to Zwaramerdam. Ia de plaats van L. J. Rinkel is tot voor zitter van den Schinkelpolder te Aalsmeer gekozen K. Moleman en tot poldermeester in diens plaats J. Helsloot. Op 2 Apjil a. s. beginnen de examens ter verkrijging van de akte voor lager onderwijs. Te Amsterdam zal met 1 Mei a. s. een nieuwe „Burgerschool met den Bijbel" worden opgericht aan het Westeinde bij hot Frederiksplein. De heor H. F. Gangel zal de leiding dezer 'school, voor jongens en meisjes besterad, op zich nemen. In eene gisteren te Amsterdam gehouden vergadering van aandeelhouders in de Kon. Fabriek van stoom- en andere werktuigen is besloton tot het aangaan van eene 4'/a-pcts. hypothecaire loeniDg groot f 1,100,000, ter aflossing der é'/j-pcts.-premie- leoning per resto f 296,000 en der 5-pcts.-leening, per resto f 653,700 en voorts tot uitbreiding der fabriek. Door deze operatie zal de rentelast over langer tijdperk verdeeld en f 21,000 'sjaars be spaard worden. In eene daarna gehouden vergadering der obligatiohouders der 4,/3-pcts.-leeniog werd het voorstel eveneens goedgekeurd, nadat er op gewezen was dat bij do aflossing do premiën volgens het leening8plan zullen betaald worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1883 | | pagina 1