LEIDSOH DAGBLAD.
Eerste Blad.
N°. 7046. Maandag 5 FetomarL A°. 1883.
PBIJS DEZER COURANT:
foor Leiden per 8 maanden1.10.
Franco per post.1.40.
ACzonderl^jka Nommers.0.05.
Dit nojumer bestaat uit DRIE BLADEN,
Omciöol© Keimisgevingen.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
Gezien art 8, 1ste alinea, der wet van 2 Juni 1875
(Staatsblad No. 95), tot regeling van het toezicht bij het
oprichten van inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder
kunnen veroorzaken;
Brengen bij deze ter algeraeene kennis dat door hen op
heden vergunning is verleend aan de firma VERVOORT
bn VAN CRANENBURGH en hrae rechtverkrijgenden, tot
het plaatsen van een zicavelhuisje op een open erf aan de
VIietzijde achter het perceel Rapenburg N°. 11.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
2 Februari 1883. E. KIST, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien art. 5, 1ste al. der wet van den 28sten Juni 1881,
Staatsblad No 97,
Brengen ter algemeene kennis dat een adres is ingeko
men van J. A. DE NEYS, alhier woonachtig, houdende
verzoek om vergunning tot uitoefening van den klein
handel in sterken dronk in het perceel Haven N°. 40.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden. DE KANTER, Burgemeester.
3 Febr. 1883. E. KIST, Secretaris.
Een hulde.
In een vorm, die wellicht niet door ieder zal zijn
opgemerkt, maar die niettemin treffender is dan
eenig stoffelijk eereblijk, werd dezer dagen aan ons
vaderland de lof toegebracht van heel de be
schaafde wereld.
Wij bedoelen de circulaire, waarvan mede melding
werd gemaakt in het „Leidsch Dagblad" van Woens
dag 24 Januari, en die verspreid is door de Inter
nationale Letterkundige Vereeniging, opgericht in
1878 ODder eere-voorzitterscbap van Frankrijks
beroemden dichter en denker Victor Hugo.
Dat deze „Association" dit jaar haar zesde congres
denkt te houden in onze hoofdstad, bij gelegenheid
van de tentoonstelling, is op zichzelf reeds een
onderscheiding. Maar met dankbaarheid en met
geestdrift begroeten we het plan tot den algemeenen
letterkundigen wedstrijd, voor die bijeenkomst uit
geschreven, en waarvan het onderwerp aldus luidt:
„Nederland en de vrijheid van denken en schrijven
in Europa in de 17de en 18do eenwen. Een studie
over de Nederlanden als toevluchtsoord van de
vrijheid van de gedachte en de invloed op de ont
wikkeling der denkbeelden."
Welk een wereld van gewaarwordingen bestormt het
vaderlandslievend hart bij het lezen dier regelen!
Het kleine land dat ons zag geboren worden, met zijn
destijds zoo gebrekkige staatkundige vormen, des
niettegenstaande de bakermat der hoogste vrijheid,
die van de gedachte! Toen gansch Europa bukte
onder het juk van het despotisme, dat elke uitiDg
van zedelijke en intcllectueele onafhankelijkheid
met kerkerstraf of erger nog bedreigde, vond het
kostbaarst erfgoed van het menschelijk geslacht
daar een schatkamer, waar het niet slechts veilig
kou worden belegd, maar bovendien rijke intresten
afwierp. Daar, bij dat kleine volk, Bauwelijks ont
worsteld aan den scepter eens dwingelands, sloeg
de vrijheid van denken en schrijven haar tenten
op, ea noodigde allen tot zich wien de drang tot
spreken sterker was dan het machtwoord eens
alvermogenden monarchs.
We noemen thans de namen niet van de velen,
die naar de Republiek der Geünieerde Provinciën
uitweken om daar onbevreesd het licht te doen
schijnen dat de wereld zon bestralen en haar een
betere toekomst voorbereiden, noch zullen we de titels
vermelden van de belangrijke geschriften, die toen de
Nederlandsche persen verlieten en overal elders
terstond na de verschijning in beslag genomen
zouden zijn, - die niet zelden ook door|machtige vorsten
verbodon, door lichtschuwe „geleerde" genoetschap-
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
pen verworpen, door hooggeplaatsten in allerlei ker
ken op den index werden geplaatst. We bepalen er ons
too den geheelen nadruk te leggen op do erkenning van
het feit door een zoo ten volle tot oordeelen bevoegde
vereeniging als de „Association Littéraire Interna
tionale." Wij zijn trotsch op die erkenning, - wij
aanvaarden haar als een adelbrief, do Nederland
sche natie uitgereikt.
Maar - „adeldom verplicht", vrienden!
Er wordt weieons gezegd dat we er spoedig
genoog toe geneigd zijn de hulde, aan ons voor
geslacht bewezen, in ontvaDgst te nemen - doch
dat we die ook weieens aanwenden als een oorkussen
van traagheid. En - als we de aan cBze natie toe-
geroikte lauweren niet beter weten te gebruiken
dan om er zoetelijk op te gaan rnsten, dan ware
het voor ons gelukkiger indien men zo ons ont
hield.
Zeker, uit geen land van Europa behooven thans
de martelaren der vrije gedachte de wijk te nemen
naar onze dreven. De man die zich niet meer thuis
gevoelt iu hetgeen anderen vóór hem gedacht hebbon
of gelijktijdig met hem denken, vindt bijDa overal
gelegenheid het resultaat van zijn onderzoek ken
baar te maken, zonder dat de een of andore Bastille
hom als verblijf wordt toegeschikt. Onze rol van
beschermers der vrijheid is dus uitgespeeld - ge
lukkig! Met eere verlieten we als zoodanig het
tooneel, en nog in do eeuw daarna wordt ons door
het dankbaar publiek oen krans toegeworpen. We
hebben een historische taak te vervullen gehad, en
het verheugt oas te vernomen dat wij ons waardig
van die opdracht kweten.
Op elke natie in het bijzonder rust thans de
plicht, de vrijheid van denken binnen haar eigen
landpalen te beschermen en te handhaven.
Hoe is het thans in dit opzicht bij ons gesteld
Ook in het Vrije Nederland wordt geen denker
met straf bedreigd. De wetten van don Staat waar
borgen in dit opzicht zijn rechten volkomen.
Is misschien dan ook de vraag, of die wetten
geheel en al overeenstemmen met onze zeden,
volkomen overbodig, misschien zelfs ongepast?
Of deed de leekedichter een greep uit hot leven,
toen hij het „critiekste" uitsloot van het onder
zoek dat de critiek zich volgens de algemeene op
vatting mag veroorloven?
Niemand onzer zal wenschen dat de man, die
niet volkomen hetzelfde denkt als hij, aan de open
bare verachting wordt prijsgegeven, - minder nog,
dat men hem binnen zekere veilige plaats „onscha
delijk" zal makeD.
Maar of we allen wel zóó vrijzinnig zijn, dat we
„andersdenkenden" van heeler harte als broeders
kunnen begroeten, - dat het nooit bij ons opkomt,
hen uit te sluiten van sommige corporatiën, van
welken aard ook, waarin zij met ons zouden willen
samenwerken tot bevordering van hetgeen dienen
kan aan het zedelijk en stoffelijk welzijn van ons
volk in het bijzonder, van de menschheid in het
algemeen.
Of we niet in het diepst onzer ziel afkeer koes
teren van, of, zoo we tot do meest welwillenden
behooren, zeker hooghartig medelijden hebben met
lieden wier gedachtengang hen tot andere resul
taten voerde dan die wij meenen bereikt te hebbeD.
Wij zullen niet beslissen we vragen slechts.
En mocht onverhoopt het antwoord slechts aar
zelend gegeven kunnen worden - laat ons dan
toezien.
Het vrije Nederland moet steeds loven in de har
ten van Neerlands zonen. Het rijk der gedachten
duldt geen dwang, in geenerlei vorm, en zelfs niet
onder het voorwendsel dat wij om liefdes wille ijve
ren voor het zieleheil van onzen naaste.
Als straks het bekroond geschrift in duizenden
PBIJS DEB ADVERTENTIEN:
Ven 18 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17$.
Groolera letters naar plaatsruimte. Voor het iacawee-
rco bailen da stad wordt ƒ0.10 berekend.
exemplaren over het wereldrond wordt verspreid,
ïuag de hulde, die aan ons voorgeslacht wordt
gebracht, gcon blos van schaamte op onze wangen
to voorschijn roepen.
LEIDEN, 3 Februari.
Donderdag den 8sten Februari a. s., des namid
dags te twee ureD, zal de rector magnificus dr.
P. Van Geer, ter plechtige vieriDg van den 308sten
veijaardag der stichting van de Leidscho hooge-
school, eone redevoering honden in het groot audi
torium van het academiegebouw, waartoe alle be
langstellenden worden uitgenoodigd.
Naar men vernoemt, worden door het bestuur
der Leidsobe afdeeling van het Nederlandsch
Werkliedenverbond „Patrimonium" (Vaderlijk Erf
deel) pogingen aangewend om genoemde afdeoling
door een der govierdste Nederlandsche redenaars
bij onze stadgenooten in te leiden.
Gedurende de maand Jannari 11. werden door
den Rijnlacdschen stoomtram vervoerd 12,010 per
sonen mot eene opbrengst van f 2304.17, zijode
f 8.744,/ioo per dag en per KM., tegen een vervoer
van 20,725 personen met eene opbrengst van
f 2200.02, zijnde f 8.49u/100 per dag en per KM.
in Jan. 1882.
Gedurende deze week zijn dagelijks in het
Werkhuis alhier opgenomen van 6673 volwassen
personen en van 1013 kinderen.
De lieer J. W. Van Straaten, hulponderwijzer
oan de school met den Bjjbel te Zammerdam, is
als zoodanig benoemd aan eone dergelijke school
te Wassenaar.
De rederijkerskamer „Nut en Genoegen" te
Liese heeft hare buitengewono vergaderingen voor
dezen winter gisteravond gesloten door de opvoering
van twee blijspelen, welke aan de vele bezoekers
een vroolijken avond verschaften. In de sluitings-
rede herinnerde de voorzitter, de heer Weijenbergb,
aan de gelegenheid welke door de Kamer, door het
plaatsen van een bus in het lokaal, was geopend
om er ook een bijdrage te offeren voor de nood
lijdenden te Muiden.
Door ongesteldheid van een der leden van
het gezelschap werd de voorstelling van „Mojonk-
vrouwe De Seiglière" door de Rotterdamsche afdee
ling van liet Nederlandsch Tooneel, in den Haagschen
Schouwburg, gisteravond veranderd in het blijspel
„Alphonso" met „Nichtjes Roman" als „lever de
rideau." De Koning en de Koningin, die het voor
nemen hadden de aanvankelijk aangekondigde voor
stelling bij te wonen, waren niettemin bij de ver
anderde vertooning tegenwoordig. 'sKonipgs ge
malin en de dames van het gevolg droegen lichte
rouwkleeding.
De betrekking van lid van den raad van be
hoor voor 's-Gravenhage van de Kon. Vereeniging
„Het Nederlandsch Tooneel" zal, naar men verzekert,
in het looponde tooneeljaar niet meer vervuld worden.
Te 's-Gravenhage wordt verwacht een kolonel
in RumeeDsehen militairen dienst tot bestudeering
van ons krijgs- en vestingwezen. Tot dat einde zal
deze hoofdofficier verschillende militaire inrichtingen
on fortificatiën hier te lande bezoeken.
Ter conferentie, onlangs te Praag gehouden
door de leden der vereeniging van Daitscho spoor-
wegdirectiën, is door de directie der maatschappij
tot expl. van staatsspoorwegen het voorstel gedaaD^
om des nachts sneltreinen te doen loopen tnsschen
Keulen en 's-Gravenhage, Rotterdam en Amsterdam.
Dit geschiedde met het oog op de aanstaande inter
nationale tentoonstelling te Amsterdam; het vond
echter niet don gewenschten bijval. Ten slotte is in
beginsel aangenomen dat eene verbinding zal tot
stand worden gebracht met de nachtsneltreinen,
looponde tusschen Keulen en Hamburg via Ober-
hausen en Emmerich.