£5E' '-tacar' Ea - wat liet voornaamste is - het met deze voorc .elling beoogde doel zal zeker op bevredigende wijze bereikt zijn, althans de schouwburgzaal was, uitgenomen do loges, zeer goed bezet, zoodat de hulpbehoevenden, wat hun geldelijken toestand be treft, ongetwijfeld wel gebaat zullen zijn. Eon van do slachtoffers van do stormen van 22 November 11., schipper J. De Ruyter van Iiellevoetsluïs, kwam ons heden verzoeken, bij onze mede-ingezetenen een goed woordjo te doen tot leniging van zijn nood. Door het verlies van zijn viselschokker, die op gemelaen datum door do zee verzvolgen werd, is de man totaal gernïaeerd. Van Burgemeester en Wethouders van Leiden verkreeg hij vergunning om van af Maandag 5 Februari tot Zaterdag d. a. v. langs de huizen der burgerij een collecte te doen om zich wat op to beuren van don slag en zijn huisgezin voor broodsgebrek te bevei ligen. - Waar hot gemeentebestuur vóór ging hopen wij dat velen zullen volgen, in de overtuiging dat eenig geldelijk offer hier wel besteed is. Maakten wij dezer dagen melding van ontvTc-emding van een tiental konijnen van een der bewoners onder Zoeterwoude, thans meldt men ons dat een dergelijk geval zich aldaar weder heeft vooi gedaan bij zekeren De J., maar na heeft men er naar één medegenomen. Men schijnt het er nogal op die beestjes voorzien te hebben. Door den heer C. Hekker, restauratie- houder aan het station van den Rijnspoorweg te Zegwaard, verd gistermorgen in de wachtkamer een gouden signet gevonden. Na gedaan onderzoek is net hem mogen gelukken den eigenaar te ont dekken en hem hot verlorene weder ter hand te stellen. De heer Yiveen, uit Zoetermeer, wien dit signet behoorde, beloonde op royale wijze dit voorbeeld van vertrouwen. Omtrent do gewonden door do ramp te Muiden wordt nog gemeld, dat een negental mannen zoodanig door do vlammen zijn geteisterd, dat ze vooreerst niet werken kunnen. Een van hen is nog in voortdurend levensgevaar, ofschoon men de hoop koesterde hem in 't leven te zullen behouden. Zijn gelaat moet onherkenbaar zijn. Evenals in de nabjjheid van de Wie- rikerschans bij Bodegraven maakt men zich, na het onheil te Muiden, ook te Lob'th meer dan ooit voor eene mogelijke ontploffing bevreesd. En dit niet zonder reden. Aanhoudend toch wordt ei' een groote voorraad dynamiet den Rijn afgevoerd, meest om de acht of veertien dagon eene bezending. Volgens onze wetten nu mag er slechts een be trekkelijk geringe hoeveelheid in elk schip worden geborgen. Doch zulk eene bepaling schijnt in het Pruisische wetboek niet gevonden te worden. Dit is ten minste zeker, dat die dynamiet met grooto schepen tot op do grenzen komt en daar in twee of drie kleinere schepen wordt overgeladen. Dat overladen geschiedt tegenover de Tolkamer - de aanlegplaats te Lobith, waar o. a. behalve de rijksambtenaren, de expediteurs, burgemeester, de telegrafist on postdirecteur wonen - op Pruisisch terrein. Vandaar dat de Hollandsche politie niets te zoggen heeft; en de Pruisische politie ontbreekt- zegt men - geregeld. De noodige voorzichtigheid schijnt dan ook niet in acht genomen te worden, want de kisten dynamiet laat men langs een plank in de schepen glijden, soms met zooveel geweld dat het geluid op pl. m. 800 meter afstands aan den wal weerklinkt. Wat, wanneer door de wrijving of door den schok eens eene ontploffing plaats had Zoo vroeg men zich reeds laDg af; doch zoo vraagt men thans met meer angst dan ooit. Dat deFransche pers niet zeer consciën tieus met de aardrijkskunde en de geschiedenis om gaat, is meermalen gebleken, maar het staaltje door het „Petit Journal" geleverd van een Franschen slag, waarmede zij de gebeurtenissen en toestanden bespreekt, is, gelooven we, niet overtroffen. Het blad bericht aan zijne lezers den dood van Prins Karei van Pruisen, broeder des Konings, en vat diens necrologie in de volgende woorden samen „Prins Karei heeft in 1861 de dochter van den koning van Portugal gehuwd. In 1870 werd hij can- didaat gesteld voor den Spaanschen troon en was hij alzoo oorzaak van den treurigen oorlog tegen Duitschland. Hij is den 22sten September 1835 ge boren en dus 47 jaar oud." Blijkbaar wordt bedoeld prins Leopold van Hohen- zollern; zou nauw moet men het evenwel met eene Fraii8che courant niet nomen. (Arnh. C Op den dag der opening van de kunst tentoonstelling to Rome werd uit een kast gestolen oon medaillon ter waarde van 10,000 fr. Te Aken is oen jeugdige bende zakken rollers van twaalf jongens en meisjes, van 8 tot 14 jaren oud, in hechtenis gonomen. Het meisje van 14 jaren was de onderwijzeres ia dat vak. Vier en dertig portemonnaies waren in hun bezit. Volgens „Veritas" zijn in Dec. 1882 verongolukt 176 zeil- en 23 stoomschepen. Daar onder waren 8 Ned. zeilschepen. Te Ulverston, in Engeland, overleed onlangs do bediende van een geneesheer, die eene weduwe naliet. Zij had geeoe familie en bleef alleen achter met een hond, die zeer aan ziju meester gehecht was geweest. Toen men de kist van den overledene kwam 6luiten, vond men de weduwe en den hond daarnaast beiden levenloos. Waarschijn- lyk had zij zich zelve en hot dier door vergif om hot leveü gebracht. Slachtoffors van het korset. UitTreut- schin (Hongarije) wordt bericht dat een 20-jarig meisje op con hal den dood vond wegens het te dioht rijgen van het korset. Een twoede geval van dien aard deed zich voor te Salzburg met een jong meisje, dat haar eerste bal bijwoonde on na een paar toeren te hebben gedanst, bewusteloos werd; weinige oogenblikken later gaf zij den geest; ook hier was het te dicht rijgen de naaste oorzaak. Amorikaanscho b 1 a d e n m e 1 d e n d a t een lclein meisje te Glendale van de directie vaü den Missouri-Pacific-spoorweg een levenslang vrij- biljet heeft gekregen tot belooning voor hare tegen woordigheid van geest, waardoor een groot onheil voorkomen is. Zij zag nl. twee treinen op dezelfde rails in tegenovergestelde richting naderen en wist door wuiven met haar schortje de aandacht der machinisten te trekken. Dezen stopten en reden tot den wissel terug; de treinen waren anders onver biddelijk op elkaar iDgerend. De „National Zeitung" bevat eenbrief uit Siberië van een Russischen politieken gevan gene, waarin ijselijke bijzonderheden betreffende mishandelingen in de gevaDgonis te Murinks ender gaan, vormeld worden. Nadat acht gevangenen gevlucht doch teruggebracht waren, werden al de overige om politieke redenen gokerkerden, 84 mannen en vrouwen, des nachts half naakt met gowold van hunne legersteden gehaald en aan ketenen gelegd. Vervolgens plunderden de kozakken wat die lieden bezaten. Aan vrouwen en mannen werd de helft van bet hoofd kaal geschoren. Allen werden naar eene andere gevangenis vervoerd, en daar moesten zij, zieken en gezonden bij elkander, vijftien dagon ongewassehen in zeer enge cellen op den grond en in ketenen geklonken slapen. De gouverneur gelastte dat de rantsoenen spijs ver minderd moesten worden, ten einde - dit waren zijne eigene woorden - de gevangenen langzaam den hongerdood zouden sterven. Italiës beroemdste tooneolpeler, Bel- lotibon, heeft zich gisteren, wegens geldgebrek, te Milaan een kogel door het hoofd gejaagd. Zijn troep was de aanzieulijkste van geheel Italië. Officier. - „"Wat moot de man zijn, die e3n militaire begrafenis deelachtig wordt?" Rocruut. - „Dood mot ie wêzc." BUITENLAN D. Frankrijk. De gisteren door de Kamer van Afgevaardigden gehouden zitting werd door den nieuwen minister van oorlog, genoraal Thibaudin, bijgewoond. De heer Develle las eene verklaring voor, hou dende dat de uitzonderingsmaatregelen tegen de pretendenten niets revolutionnairs hadden. Ten gevolge van de fusie te Frohsdorf zijn de prinsen van Orleans thans de vermoedelijke erfgenamen en de regeering is alleszins gerechtigd om voorzorgs maatregelen te nemen. Zij wil niettemin zoowel do verbanning zonder vorm van proces als eiken ge- welddadigon maatregel vermijden. Wel verre van het bezit van rangen bij het leger aan te tasten, wil zij dit bezit beveiligen. De beginselen, waarbij burgerlijke onbevoegdheden geregeld worden, zijn geene nieuwigheid. Het geldt hier eenvoudig, do veiligheid van den Staat tegen elke aanranding te waarborgen. Deze wet wordt door het land verwacht. (Toejuichingen van de linkerzijde.) De heer Madier De Montjeau ondersteunde het voor6tel-Floquet en herinnerde de leus der konings- gezinden„Le Roi est mort, vïve le Roil" De rechterzijde juichte en de heer Larochefoucauld- Bisaccia riep uit: „Wjj nemen deze leus als gun stig voorteeken aan!" Met 396 tegen 134 stemmen besloot de Kamer toen tot de behandeling der artikelen over te gaan. Na eene redevoering van den heer Pelletan, die het voorstel Floquet ondersteunde, boklom prins Léon de tribnne en betuigde zijne verwondering, dat de regeering bij het Fransche leger een generaal heeft kunnen vinden, om in de tegenwoordige om standigheden minister van oorlog te worden. - De voorzitter der Kamer, de heer Brisson, zag in deze woorden eene beleed'ging van den minister van oorlog. Hij raadpleegde de Kamer, die daarop met eenparige stemmen van de geheelo linkerzijde de censuur tegoR prins Léon uitsprak. De heer Dovès bestreed hot amendement-Madier, dat slechts eene herhaling van het voorstel Floquet is. Hij wees er op, dat het regeoringsont- werp permanente bepalingen bevat tegen de mis daad van hoogverraad. Generaal Thibaudin zal die bepalingen verdedigen en in zijn plicht niet te kort schieten. (Eenparige toejuiching der linkerzijde.) De heer Devès voegde er bil dat de regeering in do algemeene veiligheid voorziet, maar het niet noodzakelyk acht om al de prinsen met hunne vrouwen en kinderen te verbannen. (Rumoer links.) Hij besloot zijoo rede met aan to dringen op do aanneming van het regeeringsootwerp, als een een- voudigen maatregel van voorzichtigheid en verdedi ging der republikeiusche instellingen. (Toejuiching van het centrum.) Na eene repliek van den heer Madier werd diens amendement met 352 tegen 172 stemmen ver worpen. De generaal Thibaudin verklaarde dat het ont werp der commissie geenerlei inbreuk maakt op de rechten der prinsen als officierenzij znllen hun rang behouden, maar alleen van den werkeljjken dienst onthoven worden. Men brengt hen onder de categorie van „pretendenten op disponibiliteit." (Luide toejuichingen ter linker-, protest ter rechter zijde). De minister verbond zich nadrukkelijk tot toepassing der wetten. Hij voor zich had nooit ge loofd, dat de prinsen eenigen invloed op de troepen oefenden. (Rumoer rechts. De heer Larochefoucauld- Bisaccia werd tot do orde geroepen). Het leger is boven kuiperijen verheven. Het is innig toegewijd aan de republiek, welke hot krachtig zal verdedigen het zal één en onverdeeld blijven en vol geloof aan de grootsche bestemming van het vaderland. (Dave rende toejuiching). De heer Cuneo d'Omano stelde een amendement voor van gelijke strekkiüg als dat van den heer Andrieux, met hoofdelijke stemming, waarvan de uitslag op de tribune zou afgekondigd worden. - De heer Lockroy vatte het oude voorstel-Ballue weder op; het strekto om aan al de prinsen hun graden te ontnemen. Dit voorstel werd met 377 tegen 129 stemmen verworpen. Een voorstel van den heer Blancoube, strekkende om te verklaren dat de Kamer niet zal uiteengaan voordat een beslissing was gevallen, werd met 282 tegen 115 stommen aangenomen. Na verwerping van een amendement van den heer Do Cassagnac werd art. 1 met 313 togen 139 stemmen aangenomen. Art. 2 werd met 360 tegen 142, art. 3 met 354 tegen 135 stemmen goedgekeurd. Ten slotte werd het voorstel der commissie (waarmede de regeering zich vereenigd had) in zijn geheel met 373 tegen 163 stemmen aangenomen. De volgende zitting is op a. s. Donderdag bepaald. De zitting van gisteren werd eerst des nachts te vijf minuten voor twaalven opgeheven. De Parijsche correspondent van deBerlijnsche „Nat. Zeitung", die met het Duitsche gezantschap in nauwe betrekking staat, zet zijne scherpe aan vallen, op den nieuwen minister van oorlog, generaal Thibaudin, voort, omdat deze in het jaar 1870, met verbreking van zijn eerewoord, tegen deDuit- schers do wapenen voerde. Duitschland. Bij eene interpellatie betreffende de ondergang van do „Cimbria" verzoeken de interpellanten aan de Regeering om het ongeval met de „Cimbria" tot uitgangspunt te maken van het nemen van algemeene maatregelen; die de veiligheid op zee kunnen verhoogen. Namens de Regeering verzocht daarop de minister Scholz aan de interpellanten en den Rijksdag, het debat over deze aangelegenheid uit te stellen, met het oog op het voorloopig on derzoek, dat nog gaande is. De Regeering zal, na verkregen inlichtingen, zich ernstig bezig houden met de vraag wat tot verhooging der veiligheid op zee gedaan kan worden. Ter bescherming van de scheepvaart wordt een groen wrak-vuurschip geposteerd bij de plek waar do „Cimbria" gezonken is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1883 | | pagina 2