LEIDSCH
DAGBLAD.
IV. 7034.
X&aandag 22 Januari.
A0. 18
Tweede Blad.
Ramp ie duiden.
n
CO.
PRIJS DEZEB CQUBANT:
foor Leiden per 8 maanden1.10.
Franco per post1.40.
ADoodrrlijka Nommers... m 0.05.
Deze Conrant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, nitgegeren.
FBIJS DEB ADVERTENTIES:
Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17^
Grootere letten naar plaatsruimte. Voor het inoassee*
roo boilen de etad wordt /0.10 berekend.
Het ongeluk schjjnt in do zoogenaamde kruit-
I ovens, waar het buskruit gedroogd wordt, to zijn
I -ontstaan on had dergelijke afmetingen aangenomen,
3 dat in don eersten tijd aan geen redden te denken
viel en men niets anders doen kon dan do vreesdijk
i brandende gobouwen zoo haastig mogelijk te ont
ij vlieden, althans in de stoomstoof worden de eerste
ontploffingen gehoord, waarop terstond do zes molens
volgden.
Volgens een anderen berichtgever had de eerste
ontploffing plaats in een van de lokalen, waar do
kruitkoeken aan reepen gesneden en verder het
kruit tot zijn prisma-vorm gebracht wordt. "Waar-
i -door het kruit ontplofte, is nog onbekend.
Hartverscheurend waren de tooneelen, die zich
na de ontploffing voordeden. Moeders on kinderen,
beducht voor het lot dat hunne mannen en vaders
getroffen kon hebben, maakten de algemeene ver
warring nog grooter.
De geheolo Haarderstraat in Mn*den werd tot
-aan do Vost toe als in eene ruïne herschapen. Wel
I bleven alle huizen staan, maar zo werden verschrik
kelijk gehavend. In de ontsteltenis durfde niemand
het wagen, zich te begeven naar de plaats des on-
heils. Luitenant Van Asbcck evenwel liet zich door
niets weerhouden en was met eenige zijner man
schappen onmiddellijk gereod tot het vcrleenen van
hulp.
Dat de ontsteltenis in de stad Muiden des mor
gens even groot was als thans de droefheid be
grijpt men. Toch hebben er eenige kloeke mannen
zich terstond met de brandspuit naar het terrein
gehaast - de eigenlijke brandweer durfdo het waag
stuk niet aan - en wat die lieden daar nuttigs uit
gericht hebben, zal weldra kunnen blijken. Ook
aan hot garnizoen uit Haarden komt grootelof toe
ventro a terro kwam de vestingartillerie met haar
brandspuiten aangeloopon. De sergeant-majoor Lok
ker was met tien man het eerst aanwezig; de
fourier Fenneman met de zijnen was nummer twee.
Zij allen waren het, die door hunno tegenwoor
digheid van geoet grootere rampen voorkwamen,
want een 200-tal bakken, elk met 30 kilo kruit
gevuld, werden van uit eone gevaarlijke plaats,
terwijl de brand in de nabijheid woedde, door hen
in een sloot geworpen. Ook werden alle voorzorgen
genomen om den kruittoren to beschermen door
bedekking met kleeden enz.
De lijst der slachtoffers moet nog met één worden
vermeerderd, want op do brug over de Vecht bij Mui
den werd een jongeling van 19 jaren door den
slag zoodanig verschrikt, dat bij op de plaats dood
bleef.
In den omtrek van het terrein des onhoils liep
het gerucht dat een partij kruit uit afgekeurde
hulzen of bussen dat opnieuw gemalen moest wor
den, motaalbestanddeelen zou hebben bevat, die
door wrijving ontvlamden, hetgeen volgens het Hbl.
niet wel aan te nemen is, omdat uit de beoordeeling
der plaatselijke gesteldheid blijkt dat de ontplof
fingen niet zijn ontstaan in de werkplaatsen tot
malen bestemd.
De stoomtram, die des ochtends uit Haarden den
krnitmolon moest passeeren, was circa 8 minuten
te laat, en ontkwam daardoor hot gevaar van
geheel verbrijzeld te worden. "Ware hij op tijd
geweest, dan zou hij zich juist vóór don molen
hebben bevonden, toen de ontploffing plaats had.
Do uit Amsterdam komende machinist hoorde
den eersten slag, die betrekkelijk niet zwaar wa°,
maar had tegenwoordigheid van geest genoeg om
terstond te stoppen en achteruit te rijden. Daar
door stelde bij den trein verder buiten gevaar.
Drie personen, die in do „Komboef" zaten te
„schaften", onmiddellijk op het terrein der fabriek,
zijn allen ongedeerd, hoewel hot huisje geheel werd
uit elkander geslagen en verbrijzeld. Een werk
man, die do eerste ontploffing, in de stoomstoo
hoorde, vluchtte terstond naar buiten en wierp
zich op den grond. Ook hij kwam zonder letsel vrij.
Twee grooto magazijnen zijn behoudenoverigens
is alles verwoest, ovenals voor het grootste gedeelte
de machinerieën. De voorraad kruit moet op het
oogenblik nogal groot zijn geweest; er was juist
voor een paar dagen een partij van circa 15,000
kilogr. ter verzonding gereed gemaakt, bestemd voor
Zuid-Afrika. Do vernielde fabriek was, Daar men
verneemt, niet aan de Amsterdamscho Beurs tegen
brandschade verzekerd, maar door belangstellenden
onderling.
De schilders te Weesp hebben geen handen,
maar ook geon glas genoeg om de schade to her
stellen; men ziet overal metselaars met ladders,
om do dakschade op te nemen. Timmerlui slaan
planken voor de gebroken ramen, opdat men zich
wel bewast is, dat er geen werklui genoeg zijn om
alles in oen dag te herstellen.
Bij de eerste noodlottigo slagen vloog iedereen
het huis uit, velen Dog in nachtkostuum, doch allen
bleek als de dcod van schrik. Daarbij kwam nog
een dompige luchtgesteldheid, zoodat men hoorde
schreeuweu en gillen zonder do menschon to kun
nen zien. Yelen pakten hunne waarden bij elkaar en
doolden zoo, klagendo door de straten; er zjja ge-
heele huisgezinnen, die naar iets verderaf wonende
familie gevlucht zijn. De gemoederen waren al weer
wat aan het bedaren, toen er lieden uit Muiden
kwamen, die uitkraamdon dat het gevasr lang nog
niot geweken was, en dat do grooto kruittoren (zoo
heet het grooto kruitmagazijn) op het punt stond
van in de lucht te springen. Dit was olie in hot
vuur; een kwartier lang was de sensatie zoo grojt,
dat men aan moord en doodslag begon te denken.
Gillen, schreeuwen, bleoke gezichten, huilende vrou
wen en kinderen, en grooto sterke menschon zoo
bleek en ontroerd als de kinderen.
Ia de Roomsch-ICatholieke Kerk te "Weesp was
het juist dienst. De kapelaan, die hem waarnam,
hield onmiddellijk op en de menigte ontvluchtte
het kerkgebouw daar het plafond gedeeltelijk naar
benoden kwam. Alle glasruiten waren gesprongen.
Onder do eorsto paniek heeft do burgemeester do
inwoners bij bekkenslag aangemaand toch kalm te
blijven. Gelukkig zijn de kruittorens gespaard; hunne
ontploffing zou do ondergang der plaats zijn geweest.
Uit Loonen a/d. Vecht meldt men het volgende,
dat dienen kan als een bewijs hoever do schok van
de ontploffing zich heeft doen gevoelen Een vreemd
verschijnsel deed dc bewoners van Loenen gistor-
morgen hevig verschrikken. Omstreeks kwart vóór
achten ondervond men op een6 een drietal hevige
schokken, die in het geheel ongeveer een minuut
duurden. Dezo schokken, die zoo hevig waren dat
men aan eene aardbeving begon te denken, doden
eenige menschen, die op straat waren, hevig opschrik
ken en zelfs omvallen, velen violen in zwijm, de
huizen dreunden, de ramen ratelden, stukkon kalk
vielen van de muren, do deuren schudden als bij den
hevigsten storm, hoewel er hoegenaamd geen wind
was. Sommige deuren werden met gewold dichtge
slagen of geopend, in een huis violen de glazen
uit de ramon.
Het terrein is een verschrikkelijk tooneel van
vernieling. Steenen, balken, stukken van machines,
ontwortelde en heinde en ver geslingerde boomen
enz. liggen wild dooreon. De grond is hier en daar
in een poel verkeerdeenige verkoolde overblijfse
len van daar rondloopende koeien waren nog te
onderscheiden. Toch zijn éón der molenhuizen en
sommige schuren nog blijven staan.
Men bereikt do terreinen over een pad langs de
vaart. Eerst treft men vier hnisjes, die door werk
lieden met hunno gezinnen worden bewoond. De
daken zijn vernield, het huisraad verplaatst, maar
de vier vrouwen en dertien kinderen, die op het
^ogenblik der ontploffing in huis waren, zijn niet
gedeerd. Wat verder heeft men weder een derge
lijk huisje, dan een groote loods en Dog wat verder
een bergplaats. Alles hangt daar als 't ware doei*
een toeval Dog in elkander.
Dan krijgt men een hek, dat toegang geeft tot
do eigenlijke fabriek, die uit verspreide gebouwen
bestaat. Men heeft dicht bjj het binnenkomen twee
grocte molengebouwen, waar do fabiicage van het
kruit geschiedt; reusachtige steenen malen daar het
poeder. Meer naar achteren zijn, of liever waren,
op drie nogal belangrijke afstandon van elkander
golegen stoven (droogkamors), waar door middel
van stoom warmte werd opgewokt. Al deze gobou
wen lagen verscholen in een boscb, tusschon hoog
opgaand geboomte, men had daar nog een huisje
met een stal, waarin vier koeien, en afzonderlijke
gebcuwtjos voor berg- en werkplaatsen. Ylak bij
het hek waren groote huizen die gespaard worden,
en op een zeer grooten afstand staat nog het uit
gestrekte gebouw waarin de voorraad kruit wordt
bewaard. Tusschen de boomen in stonden vaten
kruit, kisten met gevulde hulzen en kruithoorns,,
en van dat alles dat zoo oven i3 beschreven, is niets
meer dan ruïnen of letterlijk niets.
Op eene plaats zag men een boom dio met wortel
en al op die plek was geworpen, op een andere
een boom die letterlijk was omgekeerd, want de
kruin drong in den bodem en de wortels sta
ken naar boven. Takken, steenen, stukken van
machines, alles dooreen op een omgewoelden bo
dem, rechts on links uiteengeslagon muroD, stuk
ken van gebouwen in balans blijvende, men weet
niet hoe, en middeu in dien chaos van ellende, in
een uitgestrekte ruimte en waar rook cn vlammen,
door de krachtige houding der flink optredende
militairen met het bluschmateriëel in bedwang ge
houden, gisteren hot toonoel der vorschrikking slechts
vermeerderden.
Men spreekt van menschon, die een eind weegs
of in de hoogte geslingerd en ongedeerd gebleven
waren. De z. g. kruitbaas moet zich in zeor hache-
lijko positie bobben bevonden, doch is alleen be
dwelmd. In het bosch lag een gedeelte van een
lijk, een klomp vleesch, afgrijselijk om aan te zien.
Spoedig was ook dit vreesolijk overschot wegge
bracht. Een der worklieden vertelde dat hij aan
een boom het veat had zien hangen van een vriend
van hem, die nog steeds vermist werd „en die dus
ook wol dood zou zijn" - en do stoere kerel, zelf
slechts licht geschramd, snikte het uit. Men ver
telde dat een der gedooden eene vrouw met elf
kindoren achterlaat, en eene vrouw, die haar man
en haar broeder vorloron hcefr, is enkele dagen
geleden bevallen.
Als een bewijs van tegenwoordigheid van geest
van een dor werklieden kan gemeld worden dat de
man, hoewel zwaar verminkt aan gelaat, arm on
been, zich naar een sloot sleepto en z'ch te water
liet vallen, waaruit hij later gered werd.
Vier en dertig jaren goleden heeft in „do Krijgs
man" een groote ontploffing plaats gehad, welke
echter lang zoo noodlottig niet was als die van
thans. Voor zes of zoven jaren ontploften een paar
ovens - ook toen was de verwoesting betrekkelijk
gering. "Wat thans heeft plaats gehad is een ramp,
die zich nog jaren lang in het stedeken Muiden
zal doen gevoelen. Materiëel is de schade onbere
kenbaar groot; maar grooter nog is de rouw, waarin
verscheidene gezinnon gedompeld zijn, het medelij
den dat hunne^stad- en landgonooten voor hen ge
voelen. Zie vervolg in het Eerste Blad.)