LEIDSCH DAGBLAD. N°. 7025. Donderdag 11 Januari. A". 1583. Avond-editie. PRIJ8 DEZER COURANT: foor Leiden per 8 maanden1.16. Franco per post.1.40. AJzonderl\jke Nommers.0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PEIJS DEB ADVEItTENTIEN: Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17$. Grootere letten naar plaatsruimte. Voor het incassee- ren buiten da atad wordt 0.10 berekend. LEIDEN, 10 Januari. Ia de Raadszitting van morgen zal nog aan de irde worden gesteld het verzoek van de afdeeling .eiden en Omstreken der Maatschappij tot bevor. ering der Geneeskunde betrekkelijk de oprichting an een tijdelijk pare vaccinogène. Met belangstelling hebben B. en Ws. van het Göds door ons medegedeelde adres kennis genomen en zij zijn met adressante overtuigd van de wen- ichelijkheid dat zoo spoedig doenlijk de noodige aatregelen worden genomen ten einde ook voor de animale vaccinatie voldoende gelegenheid aan wezig zij. Evenzeer als zulks in het jaar 1880 heeft plaats ;ehad, kan thans in de Stadstimraerwerf eene olioorlijke gelegenheid voor de stalling en verzor ging van de noodige kalveren worden ingericht, een persoon worden aangewezen met de oppassing elast en verder eenig aan de gemeente behoorend okaal worden ingericht, alwaar de vaccinatiën zul len kunnen geschieden. Qet is uit den aard der zaak ondoenlijk om thans eeds met juistheid de kosten op te geven die aan ion en ander zijn verbonden. Iutnsschen schijnt oorloopig met een bedrag van f 1000, gegrond op de raming door het college der stads-doctoren ge geven, te kunnen worden volstaan en komt het B. en Ws. van het hoogste belang voor dat onver wijld een aanvang worde gemaakt met de inrichting van een tijdelijk pare vaccinogène, zoodat zij in over weging geven hun daartoe de vereischte machtiging te verleenen. Yoor het eerst in het nieuwe jaar vergaderde gisteravond in het Loge-gebouw de Afdeeling Leiden en Omstreken der Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantenkunde. De president opondo de vergadering met een woord van opwekking voor het jaar 1883 en zag tevens met genoegen terug op den afgeloopen tijdkring. De afdeeling nam steeds in bloei toe en overtreft alle andere afdeelingen in het aantal leden. De heer Hemmingson, burgemeester van Zoeter- woude, werd als nieuw lid voorgesteld en aangenomen. Allereerst kwam het woord aan den heer Jentink, die mededeelingen deed omtrent den invoer van planten uit Japan. Wegens den verkoop van planten van vorige jaren kon hij een gunstigen stand van zaken constateeren. Het batig saldo toch was f 70.49. Met de bezendingen uit Japan was het echter in het afgeloopen jaar niet meegeloopen, daar drie kisten alhier in zeer beklagenswaardigen toestand aaDkwamen. De planten waren verrot en op het oogenblik stonden er geene bij de firma Yon Sie- bold in den grond. Yoor het vervolg waren echter voorzorgsmaatregelen genomen. De heer Weebers, die voor het eerst als bestuurs lid tegenwoordig was, werd door den voorzitter welkom geheeten, terwijl deze den heer Jentink bij zijn aftreden wel een vaarwel, doch tegelijk ook een tot weerziens toeriep. De penningmeester, de heer Witte, deed vervol gens verslag over het afgeloopen jaar, waaruit bleek dat de rekening sloot mot een batig saldo van f 342.61 Een jaar te voren bedroeg dit slechts 23.83]. De heeren Clarion en Yan der Hoef werden uit- genoodigd haar na te zien en brachten na de panze onder dankzegging aan den penningmeester hun goedgekeurd rapport uit. De heer Boursso Wils deed eenige mededeelingen omtrent de Rameh-cultuur, welke hij echter tot zijn spijt niet zoo uitgebreid kon doen als hij wol ge- weneoht had, daar hij niet tot de belangrijke ont dekking was kunnen komen boo het met die cul- luur in de laatste jaren was gegaan. Hij bohield zich echter voor er later op terng te komen. Niet temin waren zijne mededeelingen zeer belangrijk. De Rameh is, onder een microscoop gezien, samen gesteld uit vezels, gelijk aan die der hennep. Uit die plant wordt een zeer harde, fijne en duurzame stof vervaardigd, nl. het neteldoek, dat echter en vooral in deo laatsten tijd vaak door katoen verdron gen wordt. Meermalen had men getracht die planten ook gedurende den winter over te houden, dat wol ten deele geslaagd ie, maar in zeer geringe mate. De firma Von Siebold toch had van de 5000 exem plaren slechts enkoio in de open lacht overgehouden. In oranjerieën gaat dit zeer goed, daar Z3 over het a1 gemeen niet tegen ons kond klimaat bestand zijn. Later, toen de heer Mater de plaats van den heer Yon Siobold innam, waren de planton niet meer voorhanden. De handel er in was door hem niet voortgezet, zoodat hij geene mededeelingen omtrent de Rameh kon doen. Reeds in 1817, onder Koning Willem I, had men in Indië getracht op te sporen in hoeverre ze voor invoering in onze streken ge schikt was, en bij die gelegenheid had men 20 ver schillende soorten gevonden. De gewone Rameh behoort tot do familie der brandnetels, doch m st de kliertjes, die bij aanraking do menschelijke huid zoo onaangenaam aandoen. Ook in den Academietuin alhier wordt ze gekweekt en voor belangstellenden was zulk een plant in do zaal ter bezichtiging ge steld. Eortijds had de heer Meerburg de prijsvraag beantwoord: „Is de Rameh ock dienstig voorvlag- gedoek en touw" en zijn antwoord was met goud bekroond. Het vervaardigde doek en touw was toen ter bezichtiging gesteld in het Museum te Haarlem. Een voorstel van den heer Witte, om in den aan staanden zomer aan jongelieden beueden do IS jaren in tegenwoordigheid van belangstellende leden ge legenheid te geven hunne bekwaamheid in verschil lende werkzaamheden te toonen, gaf veel stof tot be spreking. De heer Speet had mede een concept ingele verd, hetwelk inhield dat jongens van 14-jarigen leef tijd een boekje zouden krijgeD, waarin de patroons do vorderingen van hunne leerlingen zouden op- teekenen. Zij zouden dan deel moeten nemen aan een 6-jarigen cursus en zich aan enkele examens onderwerpen. Da heer Witte bedoelde dit echter niet. Zijn doel was voor jongens de gelegenheid open te stellen zich tegen elkaar op één dag, b. v. op Zomer- zorg, te meten in verschillende werkzaamheden, gesplitst in twee afdeolingen, nl. zuiver tuinwerk, dat moet omvatten grasmaaion, banden afsteken, spitten, bloomvakken gelijkmaken, aanharken enz., terwijl het tweede gedeelte, bloemistenwerk, in uit- plaDten van jonge zaadplanteD, stekken oppotteD, stekken laten snijden en snoeien, bonoveus verpotten enz. moet bestaan. Yerder zou hij willen dat zij, die daaraau deeloemen en blijken gaven vlug en goed met die werkzaamheden overweg te kannen, daar voor een prettigen dag zouden hebben en tevens tot aanmoediging een kleine belooning in geld zonden ontvangen. Hij wil alles zoo smakelijk mogelijk maken, daar men bij ondervinding weet dat iets smakelijks zioh beter gebruiken laat dan iets droogs. Do heer Speet vreesde echter dat de jongens op die wijze te veel pretenties en pedanterie zouden krijgen, daar de ondervinding al geleerd heeft dat de jongens bij de minste aanmerking van den patroon al dreigen met wegloopen. Indien ze nu bekroningen zonden ontvangen, zou dit zeker niet verminderen. De beer De Vos, van Hazerswoude, was dit niet met hem eens. Zijns inziens waren tegenwoordig vele tuinlieden onberekend voor hun vak en het ligt juist op den weg der afdeeling Leiden en Omstreken dit te verbeteren. Ook het boomeDsnoeien zon hij aan het voorstel-Witte willen zien toegevoegd. De heer Witte zag in het voorstel van den heer Speet veel waars, doch z. i. ging het te ver. Men zon dan wel als 't ware een halve Tuinbouwschool moeten oprichten en daartoe dient men eerst te zien of er levensvatbaarheid voor de zaak zelve bestaat. Yooral in het begin moet men zeer beschei den zijn en als zijn eigen plan werd uitgeroerd, verwachtte hij wel dat er veel goeds uit zou voort komen de jongens zouden elkaar de kunst afzien en naijverig op elkaar worden, hetgeen niet dan uitstekend kan werken. De heer Jentink wilde beide voorstellen te gelijk behandelen, daar ze z. i. hetzelfde doel beoogen, doch langs een anderen weg. Hij zag in het voorstel— Speet meer nuttigs dan in het voorstel-Witte. De voorzitter kon er echter geen verband in zien; het eene had een veel verdere strekking dan het andere. Eindelijk werd het voorstel-Witte in dien geest gewijzigd, dat er noch een concours, noch een wedstrijd van gemaakt zou wordon, doch alleen zou voor de jongens, voorzien van een brielje van den patroon bij wien ze werkzaam zijn, èn in het voorjaar èn in den zomer de gelegenheid opengesteld worden aan verschillende vakken deel te nemeD, waarbij ze tevens op dien dag aangenaam zouden worden onthaald. In stemming gebracht, was de uitslag der 38 stemmen aldus: 17 voor, 16 tegen en 5 in blanco, zoodat de uitslag twijfelachtig was, daar- de volstrekte moerderheid niet was verkregen. Het reglement voorzag niet in dergelijke gevallen, zoodat nn in stemming werd gebracht hetzelfde voorstel, doch om hot gedurende een jaar te probeeren. Dit werd aangenomen met 25 tegen 10 stemmen, ter wijl er nog 2 in blanco waren. Het voorstel-Speet werd tot later aangehouden. De penningmeester diende ton slotte de begroo ting voor 1883 in, welke in ontvangst en in uitgaaf over een bedrag van f 1451.621/, loopt. In de bus was de volgende vraag gevondenIn mijne serre, die ik des daags op een warmte van 54 a 56 graden hou en die des Dachts tot 38 a 40 graden daalt, stond een gewone cl i an thus, die elk najaar eene menigte knoppen voortbrengt, maar die meer geregeld de een na den ander afvalleir zonder tot volmaaktheid te komen. Hoe moet ik nu de plant behandelen, om dezolve in vollen bloei te krijgen De heeren Speet en Witte waren van meening dat de plant vermoedelijk te droog in den pot stond. Om goed te kunnen oordeolen, zou men haar echter eigenlijk zelve moeten zien. Op het drietal voor predikant bij de Chr.- Geref. gemeente te Franeker zijn geplaatst de hee ren Proostdij te Stroobos, Yan der Sluis te Leiden en Geerts te Appingedam. Het beroep naar Nieuwveen en Kalslagen (cl. Leiden) is door den heer L. A. Van Langeraad, proponent te Sint-Maartensdijk, aangenomen. Ter voorziening in de vacature bij de Ned.- Hervormde gemeente to Rotterdam is gisteravond door het kiescollege de volgende nominatie opge maakt: ds. F. Lion Cachet, pred. te Valkenburg;, ds. F. Oberman, pred. te Ommen, en ds. E. E- Gewin, pred. te Renknm en Heelsum. De begrooting der gemeente Katwijk over 1883 is bij besluit van Gedeputeerde Staten goed gekeurd tot een bedrag van f 35,673.05 in ont vangst en uitgaaf. Met 1 September 1883 komt de waterleiding te Gouda in exploitatie. Ds bevolking der gemeente Bodegraven be stond op 31 Dec. 1881 uit 1630 mannen en 1785 vrouwen, te zamen 3415 zielen. Ia 1882 werden 134 kinderen geboroD, als 65 joDgens en 69 meis jes, en vestigden zich in de gemeente 106 maonen en 133 vronwen. Overleden zijn 63 personen van bet mannelijk en 36 personen van bet vrouwelgk geslacht, terwijl 110 mannon en 138 vrouwen de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1883 | | pagina 1