Door de uitgeyers van „Het Vliegend Blad van Amsterdam" wordt eene eigenaardige premie yoor den jaargang 1883 aaDgeboden. Deze zal be staan in eene flinke nette werkwanswoning, voor dat doel te bonwen in een van de nienwe wijken der hoofdstad. Dit pand, ter waarde ran omstreeks f 10,000, zal in het laatste kwartaal van 1883, bjj loting, in eigendom aan een der lezers van dat blad toegewezen worden. De Koning hooft ter gelegenheid van het Kerstfeest aan een honderdtal arbeiders van het koninklijk domein het Loo hammen doen uit reiken. Uit Maastricht meldt men van gister morgen dat de Maas vallende was. Te Grave was die rivier gisterenmiddag echter nog wassende; evenzoo de Waal te Nijmegen, waar de doorgaande gemeenschap tnsschen den Lindenberg en het Yeer andermaal is verbroken door den hoogen rivier stand; de Waal staat weder tot aan den voet der Grootestaat nabij de drukkerij van „Do Gelderlan der", die bij verderen was, zooals in de laatste drie dagen, met overstrooming zou bedreigd wor den. Ook de Kade aan den Waal wal is nu gedeel telijk onder water gezet, waar do gaslantaarns te midden der golven op den dag staan te branden. De hoogere landen om Deventer worden weer over stroomd. Bij Katerveer staan alle uiterwaarden onder water. De overtocht geschiedt nog mot do pont en roeibooten. Te Breda ziet het er mede treurig uit; de vloed stroomt door de laaggelegen gedeelten der stad. Komt er geen verandering van wind, dan is nog erger te vreezen. De boneden- kaden te Arnhem zijn weder geheel ondorgeloopen, terwijl de bovenkade thans ook opnieuw bedreigd wordt. De KeuUch-Dusseldorpsche Stoomvaart-Maat schappij heeft Donderdag bekend gemaakt dat zij den dienst wegens den hoogen waterstand van den Rijn moest staken. Hetzelfde is geschied met het Rijn-traject bij Bonn. - Te Homburg is een deel der schoone laan bij de bronnen en zijn de weiden bij het station overstroomd. In de buiten wijken van Trier staan hier en daar de straten reeds onder en ook daar is de stoombootdienst gestaakt. Te Weenen viel dezer dageneene petroleumlamp om in de kamer eoner burgervrouw, die even buiten de deur gegaan was, terwijl hare twee kinderen met eon grooten hond achterbleven. De kleederen van het eene kind geraakten in brand, maar werden gebluscht, doordien het kind, in zijn schrik wegloopende, struikelde en op een natten dwijl viel. Het andere kind, dat nog niet loopen kon en op den grond lag, werd gered door den hond, die hot sleepte naar een hoek van de kamer, waar de brandende petroleum niet heenstroomde. Een achterkleinzoon van Andreas Hofer, de luitenant ter zee in Oostenrijksehen dienst Andreas ridder Von Hofer, is dezer dagen bij eene schietoefening te Pola door een geweerkogel zóó noodlottig getroffen dat hij na twee dagen ovor- leed. Zijn grootvader en twee zijner ooms kwamen eveneens in den krijgsdienst om het leven, maar op het slagveld. Te Bradford, in Engeland, is Don derdag een hooge schoorsteen van eene fabriek naar beneden gestort en ongelukkig neergekomen op een gebouw, waar vele personen aan het werk waren. Ettelijken bleven op de plaats dood; twee en twintig werden min of meer zwaar gewond nit de puinhoopen te voorschijn gehaald. buitenland. Frankrijk. In den Senaat heeft de heer Dauphin gisteren het verslag voorgelezen betreffende de gewone be grooting. In dit verslag werd het recht van den Senaat gehandhaafd om in de begrooting veran deringen te brengen, maar voorts geconcludeerd om die, gelijk zij van de Kamer terugontvangen was, ten onderpand der goede verstandhouding tns schen de beide staatslichamen, goed te keuren. Dienovereenkomstig heeft de Senaat een amende ment verworpen, strekkende om de door de Kamer geschrapte kredieten te herstellen en met 216 uit gebrachte stemmen eenstemmig de begrooting, gelijk die door do Kamer was aangenomen, goedgekeurd. In de Kamer heeft de voorzitter, de heer Brisson, het decreet voorgelezen, waarbij de zitting ge sloten wordt verklaard. Hedenavond zal te Parijs door do pers een feest worden gegeven ten voordeele der slacht offers van de overatroomingep der Seine euMarne. Het feest zal bestaan in een concert, gevolgd door een bal. ii i tisclilaii<l. De „Nordd. Allgem. Zeitnng" zegt gemachtigd te zijn om allo verhalen omtrent eene briefwisseling, welke in de laatste weken tusschen prins Von Bismarck en graaf Kalnoky zon hebben plaats ge had, voor onwaar te verklaren en daarbij te kunnen voegen dat er in de buitenlandsche politiek niets voorkomt, noch voorgekomen is, dat iemand op de gedachte van zulk eene briefwisseling heeft kunnen brengen. De bekende hoogleeraar Max Pettenkofer to Munchon is met zijne nakomelingen in den adol- stand verheven. Prins Frederik Karei van Pruisen heeft zijne reis naar Palestina en Egypto aanvaard, nadat hij aan HH. Keizerl. MM. en aan al de andere leden dor koninklijke familie eon afscheidsbezoek gebracht had. Z. K. H. heeft zjjne route over Weenen ge nomen, waar hij twee dagen zou vertoeven. Turkije, Volgens hot zevende artikel der conventie, tus schen Griekenland en Turkije gesloten, is aan Grieken land verboden belastingen te heffon op do weiden in de streken aan Griekenland afgestaan. Grieken land wil thans echter daar toch belastingen heffen. Het decreet, dat de militaire hervormingen invoert, door Duitsche officieren voorgesteld, is nog niet uitgevaardigd. De sultan heeft het echter monde ling goedgekeurd, toen Z. M. aan Radovitz audiëntie verleende. De Porte zal binnen enkele dagen antwoorden op de Engelsche nota betreffende den Donau. Groot-Britannlë. De speciale correspondent van de „Daily News" in Ierland verzekert dat de grootste nood aldaar die is, welke in het graafschap Donegal heerscht. Hij is, na die stroken bezocht te hebben, tot de overtuiging gekomen dat er grond voor bezorgdheid bestaat ten aanzien van do voeding van velen. Zoo er niet spoedige krachtig hulp verleend wordt, zal er niet alleen honger en gebrek geleden worden, meent hij, maar zullen er werkelijk menschen zijn, die van honger sterven. Dezelfde berichtgever zegt dat in het Iersche graafschap Mayo velen gaarne omigreeren zouden. Van den tegenzin daartegen, waarvan dikwijls zoo veel gesproken wordt, heeft hij weinig bespeurd; maar wel dat hun de middelen om te omigreeren ontbreken. Hij acht het dan ook zeer ncodig dat door de regeering eeno grootero som dan tot nn toe het geval is ter subsidiëering van do emigranten worde afgezonderd. Het Iersche parlementslid Biggar heeft zijne rechterlijke dagvaarding te Dublin niet afgewacht, maar de wijk naar Engeland genomen. Ten gevolge van de aanhoudende zware regens, zijn uitgestrekte landstreken in de graafschappen Leicester, Northampton on Nottingham geheel over stroomd. Ook de valleien van do Welland, Soar en Trent staan eenige voeten diep onder water. INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur Vergun mij s. v. p. ook een duit in 't zakje te gooien over de quitantio-zegelquaestie. Met belang stelling heb ik gelezen, wat daarover in dit blad werd gezegd: en ofschoon ik geen handelaar ben, en de kans om het ooit te worden voor mij op mijn ouden dag uiterst gering is, - verklaar ik mij toch ton volie te kunnen veroenigen met het denkbeeld van hen, die van meening zijn dat ieder, die na 31 December 1882 een geldschuld boven de tien gulden heeft te innen, onverschillig van welken aard, maar flinkweg zijn vordering met 5 cents moet verhoogen. Wordt dit niet dadelijk en alge meen gedaan, dan loopen we later gevaar van tot allerlei kleingeestigheden te vervallen. Om maar iets te noemeneen klein werkbaasje of voor eigen rekening arbeidend handwerksman, die van oen aanzienlijk heer voor loon en leverantiën een nota aanbiedt boven het minimum bedrag, en die later voor „voldaan" teekenen moet, zou licht aarzelen van zijn recht gebruik te maken, nit vrees dat zijn werkgever hem dit kwalijk zou nemen. Zulke din gen zullen niet plaats hebben als men de wetsbe paling dadelijk flink opvat. Dat vorderingen ten laste van gemeenten, waterschappen en andere cor poraties in dezelfde termen vallen, spreekt vanzelf. Men heeft deze zaak in verband gebracht met „contante betaling", en gezegd dat quitanties eigenlijk artikelen van woelde zijn, die als zoodanig gerust belast kunnen worden. Ja, Mijnheer de Redacteur, in zekeren zin kan dat waar zijn: ik wil over dat ding niet twisten, van staathuis houdkunde, zoo heet het immers? weet ik nie mendal; maar met die contante betaling is het lang niet in den haak. Eenige jaren geleden liet ik van eiders komen duizond sigarentoeu ik ze had zond ik het geld per postwissel over. Een paar maanden later werd mij een quitantie voor dat bedrag ter betaling aangeboden. Ik schreef aan den vent dat ik betaald had: hij antwoordde dat hem „tot zijn leedwezen" (die Judasniets daarvan bekend was. Daar stond ik: ik had geen bewijs. Toch wel. Gezocht.gezocht daar kwam 't re^u van den postwissel voor den dag. Triomfantelijk sohreef ik nu: (de geest der ironie was toen ook vaardig over mij geworden 1) „Hooggeachte Heer) Als ik u misschien van dienst kan zijn met de overlegging van rega No. zooveel voor een post wissel in dato.aan uw adres bezorgd, en waarvan ik mij heb overtuigd dat het bedrag door u in persoan aan het postkantoor te K. is afgehaald" (de brievengaarder was zoo vriendelijk geweest daarnaar te informeeron,) „dan houd ik bedoeld strookje papier gaarne tot uwe beschikking. Dat ik mij onthoud van het u toe te zenden, zult u mij, hoop ik, niet ten kwade duiden." Do goeie man schreef een brief mot ik weet niet hoeveel excuses, beriep zich op nonchalance van een be diende en meer zulk moois. Maar o wee, als ik eens met dat regutje m'n Gouwenaar bad aan gestoken Dit jaar nog is het mij hier in Leiden gobenrd, dat ik in een galanteriewinkel iots gekocht en aan do toonbank betaald had. Drie dagen later kwam men mij om het geld vragen, met gequitteerde nota in de hand. Enfin, toen ik er heenging wilde men mij wel gelooven, zoodat de vrede bewaard bleef, maar ik vind zulke dingen toch onploizierig. En evenwel is het van het grootste belang, con tante betaling zooveel mogelijk algemeen te doen worden. De nieuwe zegelwet, ofschoon niet met dat doel in het leven geroepen, - do dnbbeltjes-nood van de schatkist was de eenige reden! - zal, zogt men, daartoe medewerken. Ik wil 't gelooven, - maar dan moeten er ook lo. waarborgen zijn dat men met óóns betalen kan volstaan; 2o. aan het poffen geen voordeelen verbonden worden, wel aan het omgekeerde. Wat het eerste betreft (van boekhouden weet ik ook zooveel als niemendal, Mijnheer de Redac teur! en u zult wel zeggen: als je zoowat niks weet, waarom voor don drommel schrijf je dan?) ieder koopman moest in een soort van winkelboek, op verlangen van den kooper, de bedragen boven 10 gulden die contant betaald zijn aanteekenen, en met zijn handteekening bekrachtigen. Wordt dan later die betaling betwist, dan kan een uittreksel uit dat winkelboek gevraagd worden. Dat wordt dan natuurlijk een quitantio, die aan de voorschrif ten van de zegelwet is onderworpen. Ten tweede: de 1 pet. die de winkeliers gewoon zijn te goven „voor de meid" is een premie op het poffen. Een eerzame dienstbare, bij een ouder- wetschen Hollander wonende, zegt: „Ik dank je lekker - ik blijf daar niet: die lui doen altijd boter bij de visch - daar schiet nooit een fooitje over." En zoo is men wel verplicht, ter wille van den huiselijken vrede, zijn rekeningen te laten oploopen. Zie, mijnheer, ik zal dat nu eens heel netjes noemen óón van de vele misbruiken die de heden- daagsche maatschappij ontsieren. Ik stel aan heeren handelaars voor, dit van nu af te veranderen, en het blaadje geheel om te keeren. Alzoo: Elk, die iets dadelijk aan de toonbank betaalt, ontvangt reen of quitantie, - (in zeer eenvoudigen vorm kan dat gedaan worden, en znlke bewijzen boven f 10 zijn natuurlijk gezegeld.) Met Nieuwjaar betaalt de winkelier van het gezamenlijk montant, bij hem besteed, 1 pet. op vertoon dor quitantiën. De koo per kan dan desverkiezend zijn dienstbodenperso- neel schadeloos stellen voor het gemis van de be kende fooitjes. Zoo lang aan hot contant betalen geen bepaalde voordeelen zijn verbonden, zal het geen algemeens regel worden. Toch geloof ik, dat het in ieders be lang is, die gemakkelijke betalingswijze in de hand te werken. En daar ik nu stellig meen, dat het volgen van mijn voorstel dio uitwerking moet heb ben, - ik behoor, gelijk u ziet, niet tot de aller- bescheidenste lui, - verzoek ik u dezen brief te plaatsen, welks samenstelling, op mijn woord van eer, mij niet weinig moeite kostte, - die ik mij ge troost heb tor wille van de soliditeit in handels zaken. Een vijand van vberen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1883 | | pagina 2