LEIDSCÏÏ
DAGBLAD.
j\°. 7001.
Maandag 11 December.
A0. 1882.
Derde Blad.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers.0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PBIJS DER ADVERTENTIES
Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17$.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incassee-
ren bnilen de stad wordt 0.10 berekend.
Gemengd Nieuws.
De overgang van Venus voorbij de
zon was in Noord-Amerika overal zichtbaar. Bevre
digende waarnemiDg'n der vier contacten zijn o. a.
aan de Harvard-universiteit gedaan. Ook moeten
de photographische beelden op het observatorium
te Washington genomen, geslaagd zijn.
De Vonus-overgang is te Utrecht door don hoog
leeraar Oud9mans nog eenige oogenblikken waarge
nomen. Toen de zon te voorschijn kwam, was Yenus
al ingetreden, vóór de tweede aanraking had een
wolkbank de zon alweder bedekt.
Door den voortdurenden val van de
Waal zijn te Nijmegen nu weder een viertal stra
ten, met name Praalshof, Rozengas, Grootegas en
Achter-het-Gasthuis, van de overstrooming bevrijd
geraakt en kunnen de inwoners droogvoets hunne
woningen verlaten, wat sedert vele dagen niet het
geval was.
Aan het station te Wijlre is eenmeisje
van de loopplank onder een in beweging zijnden
trein geraakt. Zij had de tegenwoordigheid van
geest, zich onbeweeglijk plat op deö grond te leg
gen, met het gelukkig gevolg dat, hoewel 15 wa
gens over haar heen reden, zij slechts eenige onbe
duidende kwetsuren bekwam.
De Seine blijft evenals verschillende
andere riveren in Frankrijk nog steeds stijgen. Zon
derling is de omstandigheid dat meer dan twintig
gemeenten in den omtrek van Parijs, ten gevolge
van de overstrooming, zonder drinkwater zijn. De
stoompomp van Nogent, waardoor het water in het
groote reservoir van Fontenay gevoerd werd, uit
welke de bedoelde plaatsen plegen bediend te wor
den, kon Diet langer werken en het reservoir was
DageDoeg ledig.
Volgens een berichtuitNieuw-Orleans
van Donderdag 11. is de ketel aan boord van de
stoomboot „Morning Star" gesprongen en hebben
daarbij 17 menschen het leven verloren.
Te Philadelphia is een bende lijken-
dieven gevat. Men vond hen in het bozit van zes
lijken, bestemd voor ontleedkundigen. Bij onderzoek
bleek dat deze lieden eene van de begraafplaatsen
der stad bijna hadden leeggestolen. Hunne inhech
tenisneming is te danken aan eenige verslaggevers
van Philadelphia8che bladen, die geheel op eigen
hand als vrij willige rechercheurs hadden dienst
De schade, door den brand gisternacht
te Londen veroorzaakt, bedraagt 1 millioen pd. st.
en geen 2 millioen.
Een buitengewoon strenge koude
heerscht te Nieuw-York en het vroege begin daar
van doet een langen en streDgen winter verwachten.
Gepa8seerden Maandag is de thermometer tot 12°
beneden het vriespnnt gedaald in Connecticut en de
omstreken van Nieuw-York.
INGEZONDEN.
Mijnheer de Redacteur
Geheel uit eigen beweging zou ik zeker niet in
nog nadere beschouwingen zijn getreden over het
meer of minder noodzakelijke van een leerstoel
voor archaeologie aan onze universiteit. Doch
mij wordt door u een bepaalde vraag gesteld en
het zou mijnerzijds niet wellevend zijn daarop het
antwoord ten eenenmale schuldig te blijven. Ter
zake dus.
„Staan onze philologen zoozeer ten achter bij die
van andere landen, b. v, van Duitschland?"
Ik antwoord: In aanleg gelukkig allerminst;ook
niet in philologische wetenschap in den meest strikten
zin des woords; maar wèl, op hoogst zeld
zame uitzonderingen na, in algemeene kennis
van de klassieke oudheid. Deze eenzijdigheid van
vorming nu belet wel is waar niet dat enkelen door
vernuftige vindingen op het gebied der conjecturaal-
kritiek de eer van den Hollandschen Daam weten
op te houden, maar zij geeft voortdurend aanleiding
tot allerlei lang niet ongegronde klachten over de
dorre methode, volgens welke de humaniora
aan verscheidene Gymnasia gedoceerd worden.
Evenwel niet in het belang der aanstaande Neder-
landsche philologen in het algemeen Dam ik de
pen op. Dit zou overbodig zijn geweest, vooral in
de oogen van hen, die ook op dit veld der weten
schap centralisatie willen bevorderen. Immers aan
de Amsterdamsche gemeente-universiteit is reeds
sinds jaren het voor de philologische studiën be-
noodigde docenten-personeel compleet. Niet minder
dan drie professoren (de hh. Naber, Karsten en
Yaleton) doceeren daar, behalve de klassieke let
teren, de oude geschiedenis, de zoogenaamde Anti-
quiteiteiten en de Archaeologie, terwijl bovendien
voor Aesthetica nog een afzonderlijke hoogleeraar
is aangesteld (de heer Pierson). Wie dus in delet
teren willen studeeren, kunnen, zoo al niet hier
ter stede, dan toch elders in Nederland eene volledige
opleiding verkrijgen I
Op een geheel ander standpunt plaatste ik mij,
Mijnheer de Redacteur. Als oud-student der Leid-
sche Hoogeschool sprak ik uitsluitend in het belang
van onze Alma Mater. Ik voelde mij tot dat spre
ken gedrongeD, omdat het mij èn als ingezeten
dezer stad èn als goed vaderlander innig aan het
hart zou gaan, indien de Leidsche academie, de stich
ting van den grooten Willem van Oranje, tot zelfs
op het gebied der klassieke lettereD, niet meer blij
ven mocht, wat zij van Scaliger tot Co bet toe
steeds geweest isde beste en meest bezochte
universiteit van Nederland.
Ge denkt wellicht dat archaeologie desnoods nit
een handboek of door eigen nasporingen in een
Museum kau worden aangeleerd. Vergun mij u
slechts op één der nuttigste onderdeelen van deze
nuttige wetenschap te wijzen: de epigraphiek.
Het is m. i. even onmogelijk dat een student hierin
uitsluitend door eigen oefening zich bekwamen zou
als het ondenkbaar is dat zoo iemand zonder eenige
leidiüg den weg zou vinden in de Grieksche of
Latijnsche palaeographie.
Ten slotte nog één opmerking. Op uw bijzonder
lange lijst van leervakken en leervakjes, welke in
de respectieve faculteiten met voeg zouden te onder
wijzen zijn, is de juridische faculteit bovenal goed
bedacht. Ik schrijf dit toe aan uw grooten zin voor
recht en gerechtigheid. U op het standpunt van
recht en wet plaatsende, zult ge zelf de eerste
moeten zijn om te erkennen dat allerlei vrome wen-
schen tot uitbreiding van het academisch personeel
geenszins op één lijn mogen worden gesteld met
verplichtingen, welke voortvloeien uit een nadruk
kelijk, wettelijk voorschrift (Artt. 43 en 126 W.
op het H. O.).
Is een wet slecht, men schaffe haar af of ver-
betere haar. Het zich onttrekken aan verplichtingen
door vigeerende wetten opgelegd verdient als in
strijd met de politieke moraliteit, onvoorwaardelijke
afkeuring.
Met waardeering uwer welwillende polemiek blijf ik
Hoogachtend, X.
[Aan het bovenstaande hebben wij slechts weinig
toe te voegen, willen wij niet te zeer op speciaal
technisch gebied raken. Zoo onze zin voor recht en
gerechtigheid - een zin, dien wjj ons zeer gaarne
laten toeschrijven zoo ook onze meening dat een
wet uitgevoerd of afgeschaft moet wordeD, ons er
toe bracht art. 43 j°. art. 126 wet op het H. O. na
te gaan, dan zijn wij daarbij tot een andere con
clusie gekomen. Precies hetzelfde toch wat geldt
voor 5°. a en e in dat artikel, geldt voor 1°. a;
2°. c3°. a, c, d; 4°. a\ 5°. d. Dat zijn evengoed
bevolen vakken en zij worden hier evenmin als
archaeologie en aesthetiek onderwezen. Waar dus de
uitvoering der wet nog zoo onvolmaakt is, meenden
wij dat naar recht en billijkheid de eerste verbete
ring dddr thuis behoorde, waar de meeste leerlingen,
de dringendste behoeften zijn. O. i. was dit de beste
wijze van behartiging van het belang onzer academie;
gij meeot dat dit op een anderen weg moot worden
gevondeD. Wij zullen elkaar wel niet overtuigen,
maar toch constateeren wij met genoegen dat odzo
drijfveer dezelfde is: de bevordering van den bloei
van onze universiteit. De Redactie.]
Geachte Redacteur
Gisteravond had in het Nutsgebouw alhier de eerste
vergadering plaats van de leden der „Yereeniging
tot bevordering yan Zondagsrust." Met eenparige
stemmen is door gezegde leden alstoen besloten zich
tot eone afdeeling te constitueerenen vermits hun
getal betrekkelijk nog gering is, acht ik het niet
overbodig een plaats tot opwekking van deze goed
zaak in uw geëerd Dagblad te verzoeken.
De Yereeniging stelt zich ten doel:
a. de volksovertuiging te versterken aangaande
het hoog belang van Zondagsrust voor ieder in hot
bijzonder, voor het huisgezin en voor de maatschappij;
b. te bewerken dat de Zondag voorzoovelen mogelijk
een rustdag kan zijn.
Het valt reeds dadelijk in het oog dat de Yer
eeniging zich niet op een exclusief godsdienstig ter
rein beweegt; trouwens dit zou bij velen misschien
reeds genoeg zijn om haar verdacht, to maken of
althans minder sympathie te schenken. Immers ons
volk behoort niet meer onder de godsdienstige natiën
bij uitnemendheid, en het feit dat er in 's-Graven-
hage reeds sedert geruimen tijd eene vereenigiog
bestaat tot bevordering van Zondagsheili
ging, zonder dat het haar is mogen gelukken ergens
elders afdeeÜDgen te vestigen, spreekt genoegzaam
voor haar gebrek aan levensvatbaarheid; zij is onbe
kend gebleven in den lande en gaf bijna geen teeken
van leven.
De onderwerpelijke onlangs opgerichte Yereeniging
voor Zondagsrust sluit inmiddels de Zondags
heiliging niet uit; zij wil echter geen gedwongen
Engelsche Sabbatsrust invoeren op den Zondag, maar
zij wil ook niet dat eeu groot deel van ons vrij
volk wordo genoodzaakt om een slavenjuk te dragen
en gebukt te gaan onder een last van onverstoorden
arbeid, die voor lichaam en geest nadeolig is.
Die toestand kan en moet veranderen, zij het dan
ook eerst na verloop van tijd, en de Yereeniging
tracht dit doel te bereiken door allo wettige mid
delen die daaraan bevorderlijk kunnen zijn. Het is
dus een beginsel van zuivere humaniteit, dat eenige
kloeke mannen het initiatief deed nemen om de go-
wichtige taak te aanvaarden, en de Nederlandsche
natie wakker te schudden uit eene noodlottige
sluimering.
Reeds vóór dat zij zich als Yereeniging geves
tigd hadden, hebben zij - in Februari 11. - honderden
in den lande een gewichtigen dienst bewezen en
door hun krachtig en ernstig optreden bewerkt dat
de ministeriëele bepalingen, waarbij het verzenden
van postpakketten ook op Zondagen geoorloofd was,
werden ingetrokken.
Binnenkort zal er gelegenheid zijn de zaak nader
te hooren bespreken en aanbevelen, daar het voor
nemen bestaat een moeting te houden, die zeker
op een druk bezoek aanspraak maakt en die waar
schijnlijk menigeen zal aansporen om tot het lid
maatschap toe te treden. Y.
Leiden, 8 December 1882.