LEIDSCH
DAGBLAD.
JX°. 6998.
Donderdag 7 December.
A0. 1882.
Avond editie.
PBIJS DEZER COURJUÏT:
foor Leiden per 8 maanden.f 1.10.
Franco per post.1.40.
Afzonderlijke Nommers... 0.05.
Deze Couraat wordt dagelijks, met uitzondering
fan Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PBIJS DEB AD VEBTE JiTIEX
Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17^
Groot ere letters naar plaatsruimte. Voor het incassea»
ren bonen da stad wordt ƒ0.10 berekend.
JACOBUS LUDOYICUS COP^ET.
De verdienstelijke historiesg&TIder, de ervaren
etser, de welwillende direcfcfor van het Leidsche
Kabinet van Prenten en Pleisterbeelden, is den 3den
dezer bezweken aan deyziekte, waarvan in Augustas
laatstleden reeds dev eerste teekenen zicb hadden
vertoond. Met deernis hadden wij bemerkt, dat
Cornet door een^ aanval van beroerte belet was ge
worden om zijr>je gedachten in gezellig gesprok uit
te drukken, #ooals wij het van hem gewoon waren
na een hej haalden aanval is onze geachte stadge
noot epoe^diger dan wij hadden gedacht, uit ons
midden $/eggenomen.
Op werzoek van de Redactie van het Leidsch
Dagbla^ wijd ik een woord aan de nagedachtenis
van d«^n man> dien ik steeds groote achting heb
"toegedr^agen en wiens verdiensten op eene waardige
plaats 'in de kunstgeschiedenis aanspraak maken.
Cornet was 18 Augustus 1815 alhier geborenen
had voorrecht leerling te worden op de teeken-
schoolj van het Genootschap „Mathesis Scientiarum
Genit^ix" Van den ervaren teekenmeester B. Yan
den /Broek; zijn talent ontwikkelde zich onder den
bezielenden omgang van D. Humbert De Superville
en -N. De Gijselaer, die tot op hun ouden dag steeds
h©t gezelschap van Cornet zochten en waardeerden.
Watjj ^eze voortreffelijke kunstkenners van de ge-
scWiedenis van het vak wisten, werd door Cornet
§r,atig opgevangen, en met den grootsten eerbied
v^óor zijne leermeesters heeft hij dien schat van
zlraken weten mede te deelen aan de velen, die op
Munne beurt tot hem kwamen,
jf Cornet was historieschilder geworden, maar hij
'Leeft nooit gtoote doeken vervaardigd; het waren
^kleinere paneelen zooals genrestukken, doch die
AVaren vol waarheid en natuurlijkheid, de nauw
gezette schilder kon zich tot in de bijkomende kleinig
heden aan geen historisch foutje bezondigen,
c Menig stuk van hem vond een waardige plaats
'r-n de Kabinetten, die tusschen 1830 en 1850 hier
Ifcte lande werden aangelegd door de toenmalige be
schermers der schilderkunst. Hij had ze geschilderd
*r 1 het welbekende oude atelier, die ouderwetsche
garner met hinderbinten op den hoek van de Haar
lemmerstraat en Paardensteeg tegenover het kantoor
'«er turfdragersCornets vader was commissaris van
/dat gild, als ik dat zoo noemen mag. Het is het-
zelfde bouwvallige atelier, waar de onvergetelijke
Hugo Bakker Korff later zoovele meesterstukjes
heeft gepenseeld, en dat weinige maanden geleden
e verkocht is en afgebroken om voor nieuwere wonin-
I gen plaats te maken.
(Bovendien hanteerde Cornet de etsnaald evenals
zoovele onzer Hollandsche schilders gedaan hebben
hij deed dit met goed gevolg, en talrijk zijn zijne
kleine maar goed geslaagde etsen, al sprak de
t nederige kunstenaar vaak te bescheiden over deze
T fijne voortbrengselen van zijn talent.
De Leidsche Schilder- en Teekenacademie „Ars
Aemula Naturae", de stichting der oude Leidsche
schilders, had vroeger de oude wachtkamer boven
de Rijnsburgerpoort tot oefenschool in het teekenen
naar het gekleed of ongekleed model. Daar heeft
Cornet trouw gebruik van gemaakt met de broeders
van de bent elkander opbouwende, om zijne ouder
wetsche schilderstaai te gebruiken. Gelukkig ver
vaardigde hij een schets van dat gebrekkige ver
trek, voordat het met de sierlijke poort verdween
onder den moker van den afbreker. Geen wonder
dat Cornet aan deze teekenacademie een warm
hart bleef toedragen, ook toen zij zich in een beter
lokaal mocht verheugen op de Pieterskerkgracht;
jaren achtereen heeft hij de teekenoefeningen geleid
en besteund, toen hij als Bestuurslid en Secretaris
der Academie zijne krachten ten beste gaf aan de
jongere teekenaars.
Als directeur van het Prentenkabinet was de heer
N. De Gijselaer aan Humbert opgevolgd, en toen
deze op zijn benrt uit die betrekking ontslagen
wenschte te worden, in 1851, kon hij Cornet
als zijn alleszins aangewezen opvolger aanbe
velen. Nauwelijks was Cornet een jaar of vier als
zoodanig werkzaam, of de directeuren van Teylers
StichtiDg vestigden hot oog op hem, toen de post
van conservator van Teylers Kunstkabinet was
opengevallen, welke voordeeliger was en niet minder
eervol. De curatoren der hoogeschool mochten er
gelukkig in slagen verbetering in het Leidsche
directeurschap te brengen en aldus Cornet voor het
Kabinet alhier te behouden. En zoo heeft de wel
willende man 31 jaren de talrijke bezoekers van
de rijke platenverzameling te woord gestaan en
aan vele professoren en studenten de keurige porte
feuilles met gravures en teekeningen uit alle schil
derscholen met de meeste bereidvaardigheid voor
gelegd, of aan de jeugdige kunstbroeders en onder
zoekende geschiedvorschers de behulpzame hand
geboden, waartoe zijne uitstekende memorie en dege
lijke kunstkennis hem uitnemend in staat stelden.
Vole mannen, die thans in de kunstgeschiedenis
met eere werkzaam zijn, hebben voor hunne kennis
en ontwikkeling aan het Leidsche Kabinet en zijn
overleden directeur veel te danken.
Cornet heeft in genoemd tijdperk de verzameling
door geregelde doch uiterst matige aankoopen, maar
vooral door aanzienlijke schenkingen aanmerkelijk
zien toenemen, en in de laatste jaren leefde hij
geheel voor het Prentenkabinet, en verder voor het
Leidsche Mnsenm in de Lakenhal, dat een voor
werp zijner aanhoudende zorgen was. Cornet is
toch een der meest verdienstelijke leden geweest in
de commissie voor het Museum, dat hij mocht hel
pen scheppen en zien toenemen, en dat in hem een
kundigen en nanwgezetten beheerder verliest.
Leiden betreurt in Cornet een bescheiden burger
en verdienstelijken kunstenaar, de universiteit een
trouwen bewaarder van hare kunstschatten, de kunst
zelve een gewaardeerden beoefenaar, velen een
gezelligen vriend en niet 't minst zijne familie, al
was Cornet niet gehuwd, een geliefden nabestaande;
gelukkig zullen 's mans werken zijn naam in geze
gend aandenken doen blijven.
Leiden, 5 Dec. 1882. Dr. W. N. Dc Rieü.
LEIDEN, 6 December.
De minister van binnenlandsche zaken brengt
ter algemeene kennis dat het Kabinet van Prenten
en Pleisterbeelden te Leiden, éot nadere aankondi
ging voor het publiek gesloten is.
Yan welwillende zijde deelt men ons mede
dat het gisteren, 5 December, 12'/. jaar geleden
was dat de heer P. Los Gz. als predikant bij de
Gereformeerde gemeente op den Nieuwen Rijn zijn
dienstwerk aanvaardde. Bij die gelegenheid werd
hem aan den avond van den dag in eene particuliere
bijeenkomst, als blijk van toegenegenheid, door de
leden zijner gemeente en andere vrienden en vrien
dinnen, onder het houden van eene gepaste toe
spraak een keurig gebonden prachtbijbel met mahonie
houten lezenaar aangeboden. Zeer verrast met dit
huldeblijk, aanvaardde hij het geschenk en bracht
op diep geroerde, maar kernachtige wijze een woord
van warmen dank uit. Na zich in het gebed te
hebben vereenigd, bleef men nog eenige oogenblikken
genoeglijk bijeen.
Naar wij vernemen, zal het morgen 25 jaren
geleden zijn dat de heer C. H. Yan den Bergh
door den gemeenteraad tot regent van het Roomsch-
Katholiek "Wees- en Oudeliedenhuïs alhier werd
benoemd.
Aan den heer W. H. C. G. Keyzer, militair-
apothekersbediende bij het hospitaal te Haarlem,
is op zijn verzoek eervol ontslag verleend.
Tot hoofd der bijzondere school te Vreeswijk
is benoemd de heer J. Couvee te Zuid-Beierland.
De gemeenteraad van Den Haag heeft gnnstig
beschikt op het verzoek van den heer C. H. Yan
Dam te Rotterdam, om voorloopige concessie tot
den aanleg en de exploitatie van een stoomtramweg
tusschen een te Loosdoinen op te richten badhuis
en de residentie.
Naar men verneemt is de heer G. Yan Aken,
orkest-directeur bij de Rotterdamsche afdeelingvan
het Nederlandsch Tooneel, benoemd tot kapel
meester bij het 5de reg. inf. te 's-Bosch.
In „Eigen Haard" van deze week wijdt dr.
H. Yan Cappelle te 's-Hage een artikel aan de
nagedachtenis van J. Hanon Jzn., den scheepsheel
meester van de „Jan Hendrik", zoo bekend uit
Ter Haar's „St.-Paulus Rots." Diens bejaarde weduwe
verkeert thans in moeilijke omstandigheden on dr.
Yan Cappelle spoort aan tot schraging van de
pogingen der commissie, die zich haar lot aantrekt.
Ook hij zelf is bereid mede-kassier te zijn voor de
nagelaten betrekkingen van den verdienstelijken man.
Naar men verneemt, is de heer G. E. H.
Tutein Nolthenins benoemd tot intendant en jager-
meester van de groothertogelijke domeinen in Luxem
burg. De thans door den heer Nolthenins 'oekleede
betrekking van rentmeester van het paleis en kon.
domein het Loo is door den Koning opgedragen
aan den heer Van Stein, vroeger te Soestdijk.
Met de vijfde aflevering, die dezer dagen bij
den uitgever den heer A. Ter Gunne te Deventer
het licht zag, is de „Braga" thans compleet en
kunnen onze tjjdgenooten met het werk, dat een
maal zooveel opgang maakte en voor onze letter
kundige geschiedenis van zooveel belang is, in zijn
geheel kennis maken.
Door den heer Oldenhuis Gratama is op het
Justitie-hoofdstuk een amendement voorgesteld tot
vermindering van den post traktementen van den
Hoogen Raad met f 5000 ten einde het voorge
dragen getal van dertien raadsheeren op het minimum
te brengen. - Door de heeren Schaepman en Yan
Nispen is een amendement voorgesteld op hoofdstuk
Binnenlandsche Zaken, om art. 134 (tijdelijk subsidie
voor het lager onderwijs aan behoeftige gemeenten),
te verminderen met de helft en dus te brengen op
f 250,000.
Volgens do „Daily News" heeft de bey van
Tunis den consul-generaal der Nederlanden begif
tigd met het Grootkruis der Taneesche Orde.
De gewone audiëntie van den minister van
financiën op Donderdag en die van den minister
van marine op Vrijdag a. s. zullen niet plaats hebben.
Het stoomschip „Utrecht", van Rotterdam
naar Java, passeerde gistermorgen Kaap Dell Armi
de „Surrey", van Amsterdam naar Nieuw-York, is
gisteren te Plymouth binnengeloopen om kolen in
te nemen.
Z. M. heeft den militairen student voor den
geneeskundigen dienst der zeemacht, W. Blaakhert,
arts, met ingang van heden benoemd fot officier van
gezondheid der 2de klasse bij de zeemacht; - aan
P. J. K. Janson, op zijn verzoek, eervol ontslag
verleend uit zijne betrekking van controleur van
het buitengewoon zegel te 's-Gravenhage en van
het algemeen zegelkantoor, behoudens aanspraak op
pensioen- aan den burgemeester, tevens secretaris,
der gemeente Wijk aan Zee en Duin, J. P. De
Zwaan, vergunning verleend om tot 1 November
1883 te Beverwijk te wonen; - aan H. A. A. baron
Collot D'Escury, te Hontenisso, op zijn verzoek eervol
ontslag verleend als schoolopziener in het arron
dissement Axel.