LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 6991.
Woensdag £9 November.
A0. 1882.
Avond- editie.
Premie LEIDSCH DAGBLAD.
PRIJS DEZER C0URA5T:
Vcor LeideD per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers.0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PKIJS DEK ADVERTENTIES:
Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17$.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incassoe
ren builen de stad wordt ƒ0.10 berekend.
Van 1 December a. s. wordt de Heer
K. OVERVOÖEDE, Boekhan
delaar te HillegomAgent van het LEIDSCli
DAGBLAD.
Voor hen, die verhinderd waren heden
het Premie-boekwerk te laten afhalen, wordt
daartoe nog, voor zoover de voorraad strekt,
morgen, Woensdag, op dezelfde uren en
dezelfde voorwaarden de gelegenheid ge-
LEIDEN, 28 November.
ODzen abonnés is de bon aangeboden voor het
premioboekwerk, dat hun door onzen uitgever was
toegezegd. Evenals wij dit bij vorige gelegenheden
deden, hadden wij ook van Spoors „Historie en
Fantasie'' gaarne een kort overzicht willen geven,
ware het niet dat men daardoor aan de eene novelle
te kort zou doen boven de andere, hetgeen ook
met de gedichten het geval is. De onlangs overleden
zoo beminde schrijver verstond toch bij uitnemend
heid de kunst om zoowel in proza, als in poëzie
zijne tafereelen naar hot loven zóó natuurlijk te
schilderen, dat hij den lezer steeds meer en meer
aan zich boeit, en dat enkele fragmenten niet in
staat zijn een getrouwen indruk te doen weergeven.
"Wij kunnen den inteekenaren evenwel de verzeke
ring geven dat Spoors laatste werk - een fiiok
octavo-boekdeel van 232 bladzijden vormende - hun
menig genoeglijk en genotvol nar zal verschaffen.
Op ons althans maakte de lectuur dien indruk.
In menig huisgezin zullen deze 15 onderhoudende
pennevruchten gedurende de aanstaande winter
avonden - het leesseizoen bij uitnemendheid - zeer
welkom zijn, hetzij ze groot, hetzij ze klein kannen
genoemd worden.
Immers, klein maar rein is vooral do parabel
(vergelijking), welke men een juweeltje onder de
velen zou kunnen noemen.
Wilt ge er iets van hooren? Luister: De schrij
ver stelt ons een koningin voor gezeten op haar
troon, of liever op haar zetel, want troon - naar
do gewone beteekenis, roocht haar zitplaats niet
heeten; die zetel was toch van eenvoudig eiken
hout, smaakvol doch zonder versierselen. Geen zij-
flawoelen mantel, met hermelijn gevoerd, omgolfde
hare leden. Zij was niet getooid, maar gekleed in
een helder wit gewaad, niet ruimer dan de zede
vorderde en dat hare schoone vormen bedekte, maar
niet verheelde.
Op de sierlijke golvende lokken droeg zij een
krans van eikenloof, waartegen haar hoog gewelfd
blank voorhoofd goed uitkwam. Haar gelaat bezat
den idealen vorm, dien wij met den naam van edel
bestempelen. Haar oogblik was kalm, en geen lijn
op haar schoon gelaat verried hartstocht. Zij zat
geheel alleeD, in het volle daglicht. Bij de schit
terende stralen der middagzon was geen smet aan
de witte wanden dor zaal, waar haar zetel stond,
geen vlek aan haar sneeuwblank kleed te ontdek
ken. Geen hofstoet wachtte in hare zijvertrekken;
geen gewapende soldenieren bewaakten de deur van
haar paleis. Ieder mocht vrij komen en gaan, want
zij had alle hoofsche étiquette afgeschaft. Zij eischte
geen slaafsche hulde, geen gedwongen dienstbetoon,
alleen met oprechte genegenheid wenschto zij ge
diend te zijn, en wie dat ernstig meende, van wat
rang of stand hij ook zijn mocht, werd opgenomen
onder hare trawanten.
Ofschoon rein menschelijk, is zij toch geen men-
achenkindT Het Recht was haar vader en do Rede
hare moeder. Haar geboorteunr is der vergetelheid
prijsgegeven, want zij stond, reeds volwassen, aan
de wieg der menschheid. En ofschoon zij door de
eeuwen in sterkte is toegenomen, onveranderd en
onverouderd heerscht zij en zal ze eeuwig jong
blijven, zelfs al verging onze planeet. Zij draagt
een naam waarvoor al wat leeft de knie buigt.
Zij wordt aangebeden en bewonderd, maar ook
verguisd en vertreden; zij wordt toegejuicht en
uitgefloten, gekroond en gekruisigd, verheerlijkt en
gemarteld, en toch gaat zij door de stormen van
alle tijdvakken heen, recht op haar doel aan. Zij
weet van vreeze noch wankelen, en altijd te midden
van den strijd, en vaak met wonden overdekt, treedt
zij telkens ongedeerd te voorschijn.
Eeuwen heeft mon haar aan hoven, in kloosters
en kerken opgesloten, niet bewust dat zij onster
felijk is. Men heeft haar, móór dan vele menschen-
levens lang, lucht, licht en voedsel onthouden.
Maar hoe gefolterd en geschonden, toch zetelt zij
daar nog, onveranderlijk schoon en reiD, als do
paradijsroos, versierd met der paarlen dauw van
den eerston scheppingsmorgen.
Wij begrijpen het, lezer: gij wilt haar naam
weten. Welnu, uwe weetgierigheid zal worden bo-
vredigd. De schrijver leidt u daartoe een zaal
binnen; de deuren gaan open en mannen van ver
schillende rangen en standen treden binnen. Allen
ontblooten het hoofd en blijven op eerbiedigen afstand
van den zetel der koningin. Gij ziet haar wonken,
waarop een vorst naderrreedt en haar toespreekt,
dech een smartelijke trek op haar gelaat was haar
eenig zichtbaar antwoord. Na de tot haar door een
rechtsgeleerde en een priester gerichte woorden,
ziet ge een traan lang3 de wang der koningin rollen
en met meewarigen blik ziet gij ze op haren gemar-
telden volgeling neerzien. Een medicijnmeester, een
schilder, een beeldhouwer, een tooneelspeler, een
componist en eindelijk ook een dichter ziet go ver
volgens op haar toetreden en tot haar spreken.
En allen ziet ge ze met den weemoed der teleur
stelling op het gelaat weer heengaan, ora na jaren
terug te keeren en hot loon te ontvangen van hun
werk. Alleen de dichter scheen meer bezield dan
ooit, want in heilige vervoering kuste hij den zoom
des kleeds zijner gebiedster, en een straal als die
van het gewijde pinkstervuur, schitterde in zijn blik.
Hoe die koniügin heet? Lezer, doorblader, neen
geniet deze schoono nalatenschap van den diep be
treurden schrijver en dichter.... on ge zult ge
voelen wat Waarheid is.
Trof voor eonigen tijd het „Leidsch Dagblad"
de banvloek der Nederlandscho Rijnspoorweg-Maat
schappij, ook het „Nieuws van don Dag" is deze
thans naar het hoofd geworpen. Het „Leidsch Dag
blad" had zich nl. het ongenoegen der N. R.-S. op
den hals gehaald, door aan zijne lezers mode te
deelen dat de Rijnspoor zich niet ontzag een vreem
deling, die bij vergissing aan haar loket kwam, in
plaats van aan dat der Holl. Spoorweg-Maatschappij,
zonder terechtwijzing te vervoeren over den veel
duurderen, veel langeren en minder bereden weg
van Amsterdam over Breukelen-Harmelon en Woer
den naar Leiden.
Eenigen tijd nadat dit bericht geplaatst was,
werden wij met een bezoek namens den Rijnspoor
vereerd, met het voorstel dat wij ons zouden ver
binden in het vervolg geen stukken meer, door het
publiek aangeboden en tegen den Rijnspoor go-
richt, op te nemen: de Maatschappij zou ons dan
weer hare advertentiën zenden.
Daar deze overeenkomst natuurlijk door ons werd
afgeslagen, bleven onze lezers van de geadverteerde
mededeelingen van den Rijnspoor verstoken!
Ten. gevolge van het publiceeren van stukken
in zake den zooveel besproken toestand van den
weg dorzelfde Maatschappij, naar aanleiding van
hot déraillement bij Ede, heeft het N. v. d. D. zijn
„straf" nu ook niet ontgaan De directie heeft nl. be
volen dat dit blad niet meer aan hare stations mag
worden verkocht.
Het volledige programma dor feestelijkheden
te Amsterdam, op den 30sten November en 1 Decem
ber, aangeboden aan alle gerechtigden tot het dra
gen der Citadel-medaille, luidt als volgt:
Donderdag 30 November 11 urenontvangst op de
groote Beurs door de feestcommissie, halftwaalf: op
tocht (zooveel mogelijk in rijtuigen) naar Natura
Artis Magistra, alwaar ververschingen worden aan
gebodenhalffcwee: groote parade van het garnizoen,
waarbij op last van Z. M. den Koning de vlag, die
gedurende het beleg binnen de muren der Citadel
wapperde en thans in het koninklijk paleis wordt
bewaard, zal worden ontplooid en met militaire eer-
bewijzingen worden begroet; 3 uren: feestrede, te
houden door ds. M. A. Perk, in „Natura Artis
Magistra;" 5 uren: kameraadschappelijke maaltijd
in de versierde zalen van Natura Artis Magistra;
8 uren: muziek-uitvoeriDg in het Paleis voor
Volksvlijt.
Vrijdag 1 December 1012 urenVrije toegang
tot het Panorama „Beleg van Haarlem", in de
Plantage, en het Panorama „Beleg van Parijs", in
don tuin van het Paleis voor Volksvlijt; 12 uren:
vereeniging dor feestgenooton, in de restauratie
zalen van het Nederlandsch Panopticum, alwaar
ververschingen worden aangeboden. Daarna: bezich
tiging van het Panopticum, en te 2 uren muziek
uitvoering door de stafmuziek van het 7de reg.
infanterie; 8 uren: voorstelling in don stadsschouw
burg door de Koninklijke Vereeniging „Het Neder
landsch Tooneel", van het blijspel„Inkwartiering".
Voor do onbemiddelde feestgenooten zal, zoo noodig,
in de reiskosten worden voorzien, en van Woensdag
avond lot Zaterdag-ochtend voor huisvesting worden
gezorgd.
Bij de Marine-Commissie te 's-Hage is ten
behoeve van do nagelaten betrekkingen der omge
komen bemanning van Zr. Ms. rammonitor „Adder",
totaal f 11,053.43'/, ingekomen.
Naar men verneemt, heeft de afd. Rotterdam
van het „Nederlandsch Tooneel" oen nieuw stuk
van Rosier Faassen in studie, getiteld „Zwarte
Griet" en spelende in Noord-Brabant. Zaterdag a. s.
zal te Amsterdam de eerste opvoering van „Fijne
beschuiten", het nieuwe blijspel van Justus Van
Maurik, plaats hebben.
De heer J. Prins, te Waalwijk, viert deze
week zijn zilveren feest als predikant.
De minister van koophandel heeft aan den
President der Fransche Republiek ter onderteeke-
ning een decreet voorgelegd, waarbij 200,000 fr.
beschikbaar gesteld worden om den Franschen in
zenders de deelneming aan de internationale kolo
niale uitvoerhandel-tentoonstelling te Amsterdam
gemakkelijk te maken. - Ook door den secretaris
van het departement van buitenlandscbe zaken der
Vereenigde Staten van Columbia is aan den con
sul-generaal dezer republiek te Brnssel bericht dat
Columbia aan deze tentoonstelling zal deelnemen.
De gewone audiëntie van den minister van
oorlog zal op Donderdag en die van den minister
van marine op Vrijdag a. s. niet plaats hebben.
Z. M. heeft aan do nagenoemde gepensioneerde
officieren der land- en zeemacht, die tijdens het be
leg der Citadel van Antwerpen in 1832 en ter zake
van wapenfeiten, daarmede verband houdende, in de
Militaire Willemsorde opgenomen of wel eervol ver
meld werden, de volgende rangen verleend: aan
graaf M. D. Van Limburg Stirum en aan F. Van
Exter, generaals-majoor, den rang van luit.-gen.;
aan A. C. Camerlingh, luit.-kol. met rang van kol.,
dén rang van gen.-maj.; aan E. J, A. Timmerman,
kapt., dien van majoor; aan Dx A. Hendriks, lsten