LEIDSCH DAGBLAD. N°. 6977. Maandag 13 November. A\ 188?. Eerste Blad. PBIJS DEZEB COURANT: Toot Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post.1.40. Afzonderlijke Nommers.0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering ran Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PBIJS DEB ADVERTENTIES; Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17$. Grootere letten naar plaatsruimte. Voor bet incassee- reo buiten de stad wordt/0.10 berekend. Dit nommer bestaat uit DRIE BLADEN. Een belangrijke wedstrijd. Met belangstelling namen wij kennis van het bericht dat het bestuur der Utrechtsche afdeeling van de Vereeniging ter bevordering van Fabrieks- en HandwerksDijverheid in Nederland voornemens is in de maand April of Mei van het volgende jaar een onderlingen wedstrijd te doen plaats hebben van jeugdige ambachtslieden, niet ouder dan twintig jaar, die verschillende ambachten uitoefenen en woonachtig zijn in de provincie Utrecht. Die wedstrijd kan rijke vruchten dragöD, niet louter in den vorm van bekroningen, aan de jeug dige overwinnaars toe te kennen, maar ook als een belangrijke bedrage tot oplossing van de meer en meer dringende vraag: wat kan, wat moet er gedaan worden ter bevordering van een degelijke opleiding onzer toekomstige ambachtslieden? Der Stichtsche afdeeling van genoemde Vereeni ging komt een woord van lof toe voor het in deze door haar genomen initiatief, en reeds het feit dat het bestuur daartoe overging geeft aanleiding tot de gegronde verwachting dat het zich zal beijveren tot het bijeenzamelen en zooveel mogelijk publi- ceeren van al die gegevens, welke nit den voorge nomen wedstrijd zullen zijn af te leiden. Hier toch zal zich oen vruchtbaar veld van ver gelijking voordoeD. Men zal er aan het werk kun nen zien leerlingen der Utrechtsche Ambachtsschool en hen, die hun opleiding ontvingen in particuliere werkplaatsen, en daarbij waarschijnlijk ondervinding opdoeü, dat èn „achter de schaafbank op de Am bachtsschool", èn „in de werkplaats, op het dak, in den nok van het huis" degelijke werklieden kunnen worden gevormd. Niet zonder opzet schreven wij de tusschen aanha- lingateekens geplaatste woorden neder. Zij worden gebezigd bij de hoogst belangrijke beraadslaging, in de gemeenteraadszitting van 26 October jl. gevoerd bij de behandeling der voordracht tot het vorleenen van een subsidie aan de Practische Ambachtsschool. Zooals men weet, werd dat subsidie met een be trekkelijk belangrijke meerdorheid toegestaan, althans wat het tweede gedeelte betreft, 17 tegen 6 stem men, en hierbij gold het meer bepaald het beginsel, daar de stemming over het eerste gedeelte der voordracht grootendoels beheerscht werd door de vraag omtrent de meerdere of mindere geschiktheid der voor de vestiging der Ambachtsschool ge vraagde localiteit. In dien uitslag kunnen wij ons niet anders dan verheugen, ware het alleen omdat wij volkomen instemmen met de zienswijze van hen, die er op wezen, dat, waar onlangs in één zitting voor twee schoolgebouwen, een Hoogere Burgerschool voor Meisjes en een Gymnasium, dus ook geon inrich tingen van algemeen onderwijs, een kapitaal werd gevoteerd, waarvan de interest alleen meer dan het dubbele bedraagt van hetgeen voor de Ambachts school gevraagd werd, men de laatste som zeker niet mocht weigeren, als bestemd voor een stand, die, behalve in den vorm van lager onderwjjs, van al de overige uitgaven voor de scholen niets geniet. Toch waren do argumenten van hen, dia zich tegen het subsidie verklaarden, gewichtig genoog om ze niet onopgemerkt voorbij te gaan. Door hen werd in den loop der beraadslaging de vinger ge legd op de wondeplek, die zicb, wat de opleiding der toekomstige werklieden betreft, meer en meer openbaart. „De verhouding tusschen meesterknecht en leerling", zoo werd terecht opgemerkt, „dengt niet, en dit is zeker mede een gevolg van den snellen onvoorbereiden sprong van de giiden naar de patenten. Onze tijd zou wijs handelen, indien men uit hetgeen er in het oude gildewezen goed was, overnam wat tot herstelling van de verbroken verhouding tnsschen bazen, knechts en leerjongens leiden kan." Die betere verhouding - wio zou ze niet wen- schen? Maar ze bestaat nu eenmaal voor het oogen- blik niet en juist daarom is de Ambachtsschool een welkome inrichting om het ontbrekende eenigszins aan te vullen. Want - en dit werd bij de discussie wel ietwat uit het oog verloren - het bestaan eener Ambachtsschool slait immers de opleiding op par ticuliere werkplaatsen niet uit? Of wie zou naïef genoeg wezen om te meenen, dat de Ambachtsschool alle leerlingen voor de daar te onderwijzen vakken aan de bijzondere werkplaatsen zou onttrekken? Laten dan beide middelen nevens elkander worden aan gewend tot bereiking van het beoogde doel. En juist daarom vinden wij het denkbeeld van het bestuur der Utreohtsche afdeeling van de Ver eeniging t. b. v. Fabr.- en Handwerksn. een zoo gelukkig denkbeeld, omdat men, gelijk wij reeds zeiden, bij dien wedstrijd gelegenheid zal hebben de kweekelingen der Ambachtsschool en die der bijzondere werkplaats naast elkander aan den ar beid te zien. Daar zullen lauweren te behalen zijn, niet slechts voor de jeugdige ambachtslieden zelven, maar ook voor de meesters, op wier werkplaatsen zij werden opgeleid. Wij twijfelen dan ook geen oogenblik of, moge het in het algemeen al waar zijn dat de verhouding tusschen meester, knecht en leerling niet dengt - de voorjaarswedstrijd in het Sticht zal het bewijs leveren dat er nog tal van gnnstige uitzonderingen bestaaD. Tot staving daarvan of althans als bijdrage tot juiste beoordeeling van den werkelijken toestand van het leerlingwezen in de provincie Utrecht ware het hoogst gewenscht, dat or een uitvoerig verslag werd opgemaakt van de uitkomsten van den wed strijd mot opgave ook van de namen der meesters, in wier werkplaatsen de bekroonde kweekelingen werden opgeleid, of dat onderricht al of niet legen geldelijke vergooding werd verstrekt, hoeveel jaren de jeugdige ambachtslieden aan één en dezelfde werk plaats verbonden bleven en zooveel meer, wat licht kan verspreiden over deze belangrijke quaestie, zoo terecht een sociale quaestie genoemd. Zulke wedstrijden, ook in andore provinciën en ste den op het getouw gezet, kunnen een heilzame prikkel worden voor de werkbazen, die thans hun moeite maar al te dikwijls met ondank zion beloond, om zich meer en meer met de opleiding der leer jongens bezig te houden, voor de ouders om daar toe mede te werkeD, door hun kinderen te beletten bij herhaling van werkplaats te verwisselen. LEI DE AT, II November. Door den minister van oorlog zijn overgeplaatst de majoor H. H. J. baron Van Haersolto Van den Doorn van het 1ste regiment vesting- bij het 2do regiment veld-artillerie, standplaats Leiden, en de luit.-kolonel J. W. J. Zegers Rijser, van het 2de regiment veld- alhier bij het 1ste regiment vesting artillerie te Utrecht. Aan laatstgenoemden hoofd officier is het bevel over de compagnieën van het regiment te Utrecht in garnizoen opgedragen, ter wijl in verband daarmede de majoor W. Beijerinck eervol van die betrekking is ontheven en door voor noemden commandant is belast met de leiding van de oefeningen bij het reg., te 's-Hage in garnizoen. De lste luit. G. P. Van der Garden, van het 5de bat., 4de reg. inf. te Gouda, wordt gede tacheerd bij de militaire verkenningen te VHage. Hedennamiddag ontvingen we per Engelsche mail de Indische bladen van 27 September tot en met 2 October. De Staatscourant van heden bevat de statuten der naamloozo vennootschap „De Leidschendamsche Sleepstoombootmaatschappij", te Leidschendam. Het deel der vennootschap is: het houden van oeno geregelde vaart met schroefstoombooten tot het sleepen van schepen, en het vervoeren van pas sagiers en goederen, tnsschen Leidschendam en Leiden, door den Vliet, met zoodanige uitbreiding als door aandeelhouders mocht worden bepaald. Naar ons gemeld wordt, bestaat het voor nemen hier ter stede dezen winter twee symphonie- concerten te geven, hoofdzakelijk dcor Loidsche krachteD, waartoe ook behooren de liefhebbers, die vroeger zoo welwillend bij de Toonkunst-concerten hunne verdienstelijke medewerking verleenden en die dit nu willen doen in verbinding mot de onlangs opgerichte „Leidsche Muziekvereoniging" onder lei ding van den hoer Locher. Door de opheffing van het sedert lang hier bestaan hebbende orkest waren we het vorige jaar van zijne uitvoeringen verstoken. Men vertrouwt daarom dat het nu ontworpen plan op veler steun en sympathie zal mogen rekenen. Inteekenlijsten zullen onzen stadgenooten worden aangeboden en de heeren Enderle en Striening heb ben reeds hunne medewerking als solisten toege zegd, terwijl met andere van elders Dog wordt onder handeld. De repetities hebben bereids een aanvaDg genomen. Gedurende deze week zijn dagelijks in het Werkhuis alhier opgenomen van 4863 volwassen personen en van 811 kinderen. Aan de in deze week gehouden aanbesteding van twee aanlegplaatsen voor atoombooten te Oude- Weteriog, gemeente Alkemade, hebben deelgenomen de heeren: J. Verhagen te Alkemade voor f 999.99, J. Van den Heuvel te Haarlemmermeer voor ƒ869, P. Kolijn te Alkemade voor f 810 en C. Van Amsterdam te Alkemade voor f 780. Bij de HollaDdscho IJzeren-Spoorwegmaat schappij bestaat het voornemen een stoomtram te doen loopen tusschen het nieuwe station aan den LeeuwonhoeksiDgel te Delft en Den Haag, met halten aan het oude station, dat voor een zeer klein gedeelte zal blijven bestaaD, terwijl hot overige gedeelte Yan den grond door de gemeente Delft zal worden aangekocht, de Schoolpoort en den over weg nabjj de Ned. Gist- en Spiritusfabriek. Bij het sectie-onderzoek van de vestingbegroo- ting voor 1883 betoogden verscheidene leden op nieuw de wenschelijbheid om het vestingstelsel de3 Rijks te beperken tot do stelling Amsterdam. Zij achtten een beperkt dofensiestelsel meer overeen komstig onze beperkte hulpmiddelen en het belang des lands. Zij wenschten daarom de Nieuwe Hol- landsche Watcrlienie prijs te geven. Hiertegen rezen van andere zijden de bekende bezwaren dat het wei nig raadzaam w*as de hoofdbeginselen der Vesting wet af te breken nu hare uitvoering bijna voltooid is. Andere leden wilden de Nieuwe Holl. Waterlinie behouden, maar voor de bevestiging van Amster dam geen uitgaven doen dan in oorlogstijd. Het werd in de hoogste mate bedenkelijk geacht indien de minister voornemens was zijne denkbeelden om trent den bouw der forten van de Amsterdamsche stelling ongewijzigd in toepassing te brengen, ook na hetgeen omtrent den uitslag van de proeven met de nieuwste modellen van projectilen in het afgeloopen voorjaar door do firma Kropp genomen, bekend is geworden. Men vroeg hieromtrent nadere inlichting. Het Rolterdamsche Zendelinggenootschap heeft de benoeming van mej. Joh. G. Van Ilulsteyn tot directrice der meisjeskostschool in de Minohassa ingetrokkenonder aanbieding echter van een schadevergoeding groot 1000 guldeo. Mej. Van Hul- 6teyD, die ten gevolge van hare benoeming ontslag had gevraagd uit de betrekking van onderwijzeres te Sckagen, is sedert 15 Sept. 11. zonder betrekking.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1882 | | pagina 1