gens zouden Engeland en Frankrijk, ovenals de overige mogendheden - ook do Yereenigde Staten en Griekenland - elk eenen vertegenwoordiger in die commissie hebbeD. De kleinere staten zouden col lectief worden vertegenwoordigd. Alleen Egypte zou twee vertegenwoordigers hebben, namelijk den voor zitter en den onder-voorzitter der commissie. Gemeenteraad. Zitting van hedennamiddag to ééo unr. In de hedennamiddag gehouden gemeenteraad* - zitting waren tegenwoordig de heeren De Kanter, voorzitter, De Fremery, Bool, Yan der Zweep, Bredius, Juta, "Wilhelmy Damsté, Zaayer, Yan Dissel, Land, Dercksen, Buys, Yerster, Du Rieu, Cock, Donner, Knappert, Quant, De Goeje, De Clercq, DriesseD, Zaalberg en Yan Wensen. Afwezig met kennisgeving de heer Hartovelt. Door den Yoorzitter wordt medegedeeld dat van Ged. Staten is bericht ontvangen dat het rijkssub sidie voor het 1. o. voor Leiden is bepaald op ƒ46,488 30 voor 1882; zoomede het gisteren door ons mede gedeeld adres van bewoners van het Rapenburg, tot demping dier gracht, met uitzondering van het gedeelte tusschen den Yliet en de Kaiserstraat, voor welke demping de kosten op nog geen 46,000 worden geraamd. Bij do Leidsche Bankvereeniging is een bedrag van 167,000 in prolongatie belegd. Tot eersten leeraar in de gymnastiek alhier werd met 17 stemmen benoemd de heer C. A. Bader; en tot lid der commissie van financiën, bij derde stemming, nl. tusschen de heeren Buys en Quant, daar bij do eerste en tweede niemand de volstrekte meerderheid verkreeg, de heer Buys, met 17 stem men. De heeren Knappert, Juta, Land en Quant hadden vooraf verklaard dat zij een benoeming door eigen drukke bezigheden niet zouden kunnen aan- nemon. De benoeming van een voorzitter werd aangehouden. Bij de voordracht ter beplanting van de Nieuwe Beestenmarkt verklaarde de heer Quant er zich niet tegen, doch zou gaarne de plaatsen weten waar de markten ook beplant zijn. Die opgaaf zou door den voorzitter in een volgende vergadering worden gegeven. De heer Du Rieu was tegen een beplan ting; ook de heer DonDer, omdat, als de hoornen schaduw zouden geven, de markt het minst bezocht is. De voordracht werd met 17 tegen 4 stemmen aangenomen. Goedgekeurd werden: de begrootiog voor 1883 der Stadsbank van Leening en die van hot Heilige Geest- of Arme Weos en Kinderhuis, beide metal- gemcene stemmen. Zonder hoofdelijke stemmiDg j werd besloten tot het verleenen van restitutie van betaald schoolgeld aan L. Scheltus Van IJsseldijk en aan mej. A. C. Japikso eervol ontslag verleend als derde onderwijzeres aan do school 4de kl. no. 1. Met algemeene stemmen werd mede goed gekeurd de rekening der plaatselijke schoolcom missie van 1881. De voordracht aangaande de oprichting van een Practische Ambachtsschool gaf den heer Damsté aanleiding tot de verklaring dat hij tot de minderheid der commissie van financiën behoorde en tegen de oprichting was, althans dat de gemeente er een subsidie aan zou geven. Vele vertrouwbare perso nen, ook van elders, had hij over de zaak gospro- ken, en huDne ervaring van de resultaten was on gunstig. Ook acht hij de zaak meer een rijks-dan gemeentebelang en begint men raet aan deze par ticuliere vereeniging subsidie te geven, dan zal men dit ook moeten doen met die der smeden, timmer lieden enz. enz. wanneer zo ondersteuning vragen. De heer Do Goeje wees op het feit dat de zaak door do bazen zelf op het getouw is gezet die dus wol goede resultaten zullen verwachten. Ook toen de Kweekschool voor Zeevaart alhier zou worden opgericht, kwam men met tal van bezwaren voor den dag. Men zou studentjes krijgen. En hoe zijn die bedenkiogen niet gelogenstraftHet denkbeeld is geopperd of de ambachtsschool niet eigenlijk door de gemeente moet worden opgericht. Is dit zoo, dan moest men van de gelegenheid om de particuliere krachten slechts met een subsidie te steunen, ge bruik maken. De heer Damsté bleef zijn bezwaren handhaven; de omstandigheden voor werklui hier zijn heel ander8 dan elders. De heer Bool wees op do statistiek van de overige ambachtsscholen. Ban noemde hij het onjuist dat men niet anders dan heertjes zou krijgen. Het tegen deel is waar. Volgens den heer Donner was gaandeweg de ver houding tusschen knecht en baas verbroken. Om daarin te voorzien neemt men meer dan eens tot het geven van een borrel jenever de toevlucht, om door een knecht van een en ander op de hoogte te komen. Dat middel is slecht. Kan daarin nu de Practische Ambachtsschool verbetering brengen? En zal do stand waarvoor ze bestemd is, de zoo genaamde vierde stand, er wel gebruik van maken Die jongens moeten reeds op hun 12de jaar geld gaan verdienen. Hoevele goede knechts vertrekken or ook niet naar elders! Met ernst dringt, spr. zijn medeleden op het hart de bijzondere omstan digheden waarin Leiden verkeert, niet uit het oog le ïerliesen. Willen particulieren een proef nemen, zij gaan hun gang; de gemeente mag dit. niet, ze wordt er niet mede gebaat. Do school zal voor haar een lastpost wordon. Den bazen zou hij wel den raad willen geven om don jongens voor het vervolg te verplichten voor niet minder dan drie jaren in hun dienst te treden. Bovendien zullen toch niet alle vak ken aan de school kunnen onderwezen worden. De heer Zaayer daarentegen was bijzonder in genomen met het oprichten eener Practische Ambachtsschool alhier, doch sterk tegen de plaats waar men haar zou willen vestigen, nl. in het voorm. Caecilia-gasthnis. Blijft men bij dat plan dan zal hij toch tegen de voordracht stemmen. De hoer Yan Dissel begrijpt niet hoe men tegen een subsidie van slechts 2500 kan zijn voor een stand, die volstrekt vorstoken is van het onderwijs dat mon nu wil gaan geven, terwijl men ƒ300,000 voor aDdere takken van onderwijs grif toestaat. Voor don door den heer Donner zoogenoemden vierden stand moet ook gezorgd worden. Daar heb ben zij recht op. - Hiertegen merkte de heer Donner o. a. op dat z. i. de vakken niet op de schoolbanken, maar op don winkel, op den nok van het dak moeten geleerd worden. Behalve in den heer De Goeje, die verschillende bezwaren nader weerlegde, vond de voordracht ook in den Yoorzitter een warm verdediger, die de bronnen, waaruit de heer Damsté zijn be zwaren geput had, met reden niet hoel vertrouw baar meende te mogen noemen; het particuliere ini tiatief moet men z. i. in deze steunen, en ook bij Ged. Staten zal men, naar zijne meening, niet te vergeefs aankloppen. Men staat hier niet voor een oubekende zaak: de ondervinding van elders is daar om dit te bewijzen; zelfs te Goes, dat kleine plaatsje is zulk een school bloeiende. Hoeveel te meer zou dan dit hier niet het geval zijn! Do ouders zullen gaandeweg ook wel hun belang gaan inzien om niet dadelijk geld van hun kinderen te vergen, als dit met eenige opoffering later meer kan bedragen. Goede vruchten kan men bovendien alleen verwachten van goede leermeesters op school, en niet van b. v. halve knechts op een winkel. Het bezwaar van den heer Zaayer omtrent de plaats waar de school zal worden opgericht, deelde spr. niet. Het bestuur vraagt het Caecilia- gasthuis zelf. Men moet dit dus aan het bestuur zelf overlaten. De heer Juta was dit niet met den Yoorzitter eens. Z. i. laadde do Raad een zekere verantwoor delijkheid op zich door dit toe te staan. Dit be zwaar begreep do heer De Goeje niet, daar in de zelfde buurt ook een school van den heer Lancel gelegen is, waar zelfs door dames de Zondagsschool gehouden wordt, waarvoor indertijd de Raad zelf zijne toestemming gaf. Ten slotte werd met 13 tegen 9 stemmen beslo ten 1800 beschikbaar te stellen om het Caecilia- gasthuis voor het doel te doen inrichten en met 17 tegen 6 stemmen aan het bestuur tot weder- opzeggens een jaarlijksch subsidie van 2500 uit de gemeentekas toe te kennen. Tegen het laatste stemden do heeren Cock, Dercksen, Bredius, Dam sté, Donner en Yerster. Na een pauze van tien minuten werd overgegaan tot de behandeling der gemeontobegrooling voor 1883. Algemeene beschouwingen werden er niet gevoerd. Hoofdstuk I. Huishoudelijk bestuur. Tegen de verhooging van den gemeente-opzichter Looman had de heer Donner geen bezwaar, mits ze 200 be droeg en zonder verbintonis om ze later tot ƒ1500 te brengen. De Yoorzitter merkte op dat rekening is gehouden mot de traktementen in andere plaatsen. Acht men een latere vorhooging noodig, dan zal dit opnieuw worden voorgesteld. Met den heer Donner was de heer Juta van meening dat men zich niet voor de toekomst moest verbindeD, en dit geschiedt h. i. wel door het voor stel van heden. De Yoorzitter zag geen middel om daaraan te gemoet te komen: men verbindt zich z. i. niet. Reeds het protest dat heden werd aangeteekend is daarvan het bewijs. De M. v. T. bindt den Raad niet. De heer Bool gaf in overweging dat door den heer Doaner dan een motie in de door hem be doelden geest worde voorgesteld, hetgeen geschiedt. Ook de heer Buys meent dat het besluit zooals het thans wordt voorgesteld, niet kan worden genomen. Men kan geen 1500 beloven als men maar 1200 heeft. Men kan nu alleen bepalen dat aan jaar wedden van de bouwkundigen enz. in 1883 zal worden uitgegeven 7575, zonder meer, hetgeen zonder hoofdelijke stemming wordt goedgekeurd, nadat door den Yoorzitter is medegedeeld dat door B. en "Ws. een nader voorstel zal worden ingediend om de positie van den heer Looman te verbeteren. De post voor onderhoud en aankoop van voor werpen van waarde of belangrijk voor de oudheid kunde en de geschiedenis der kunst ad 800 werd goedgekeurd met 19 tegen 4 stemmen en het geheele hoofdstuk met algemeene stemmen. Hoofdstuk H. Kosten voor werken en inrichtingen tot openbaren dienst bestemd. Bij dit hoofdstuk wonscht de heer Quant eenige inlichtingen omtrent de niet-dempiog tot nog toe vai de sloot langs den Stationsweg. Uit het antwoord van den voorzitter blijkt dat de gemeente Oegstseest zich geheel eigenares noemt der sloot, terwijl van andere zijde Leiden voor de eene en de aangrenzende bewoners voor de andere helft zich eigenaars der sloot noemen. Wel is Oe^st- geest niet tegen de demping, doch zo stelt voor waarden die niet aannemelijk zijn. Onder dankzegging voor de mcdedcelingen, beveelt de heer Qaant de zaak verder in do aandacht van hot gemeentebestuur, evenals de heer Juta dit doet voor een eventueele demping der Binnenvest gracht tot de Mare, wanneer de financiën der ge meente dit toelaten. De Yoorzitter verzekort dat het plan reeds bij B. en "Ws. in overweging was. Bij den post van 4330 voor duinwater stelde de1 heer Van Dissel voor om meer dan vier straat- drinkkrancn als worden voorgesteld aan te brongen, voor de 330 die meer op dozen post zijn gebracht. Dit wordt goedgekeurd, en daarna het geheele hoofd stuk met algemeene stemmen. Hoofdstuk III. Kostou van eigendommen der ge- roeente.^ De heer Dercksen wijst op de gebrekkige verlichting in het Heeren-Logement aan den Borg, in het belang der gemeente, daar er dan meerder gebruik der lokalen zou worden gemaakt. Het geheele hoofdstuk wordt aangenomen met algemeene stemmen. Hoofdstuk IV. Kosten van invordering pl. dir. bel. of middelen, gaf tot geen discussie aanleiding en wordt mede aangenomen met algemeene stemmen. Hoofdstuk Y. Kosten van opeobare veiligheid en brandweer. EveDals bij de vorige begrooting verklaart de heer Qaant zich tegen de gewoonte ora 's avonds na halftwaalf do helft der straat lantaarns te branden en bij volle maan in het ge heel niet. Na een helderon avond kan oen don kere nacht volgen, en wat dan bij een mogelijk ontdtaan van brand, wanneer velen zich daarheen moeten begeven! Hij wensebt op meer dan eenen grond daarin verbetering fe brengen. Do heer Dercksen herinnerde er aan dat hetr moeilijk is 't ieder naar den zin te maken, want gisteravond Dog hoorde hij 't een zijner cliënten bejammeren dat bij zulk een helderen maneschijn als toen de lantaarns zoo brandden. De Yoorzitter schtte meerdere verlichting niet zoo hoog noodig om er ruim 16,000 voor uit te geven. Niettemin stolde de heer Qaant voor om den post voor straatverlichting met 1000 te verhoo- gen, welk voorstel echter niet werd ondersteund en alzco buiten verdere behandeling bleef. Het gebrekkige alarm bij brand werd door den heer Ziayer eveneens ter sprake gebracht, ovenals het ontijdige aanbrengen van brandladders enz. of wat dies meer zij. Uit het antwoord van den Voorzitter bleek dat hierin verbetering zou wor den gebracht, o. a. door de ladders een andere berg plaats to geven. De begrooting der dd. schutterij werd met algem. st. aangenomen. Opnieuw verklaarde de heer Juta zich tegen het behoud van den z. i. nutteloozen torenwachter, die echter door al de andere leden in zijn hoogo betrek king werd gehandhaafd. Het geheele hoofdst. is met algem. st. goedgekeurd. Hoofdstuk YI. Kosten der plaatselijke gezond- heidspolitie. Opnieuw bracht de heer Donner zijne bezwaren in tegen dit hoofdstuk, dat echter toch met algemeene stemmen werd goedgekeurd. Hoofdstuk YH. Onderwijs enz. De heer Quant stelt voor om den post van 100 voor prijzen op het gymnasium te schrappen. Yan dit voorstel kwam hij echter terug na de opmerking van den voor zitter dat dit tegenover curatoren niet zeer wellevend zal zijn nu de post eenmaal op de begrootiog is ge bracht terwijl er bovendien toch nog geen gebruik van zal behoeven te worden gemaakt. Een voorstel om den post van 200 te schrappen voor prijzen van de H. B.-S. voor meisjes trok hij mede in, na mededeeling van den voorzitter dat een voorstel in onderzoek is. De post jaarwedden ad 42,290 voor leeraren en leerarossen der H. B.-S. wordt mot 350 ver hoogd wegens periodieke traktementsverhoging ook van den leeraar Eykman en de leeraressen Kaptein en Fontein, en met 100 voor de kosten der parallelklassen. Het aanbrengen van verbeteringen m ae verschil lende schoollokalen en vooral in de Meisjesscholen achtte de heer Juta ten zeerste urgent, in 't belang van gezondheid en onderwijs. Sommige banken zijn zoo ouderwetsoh mogelijk, enkele zelfs zonder leu ning, zoodat men er bulpleuningen heeft moeten aanbrengen. Zoolang echter de glazen wanden ont breken, kan men de nieuw model-banken ook niet aanbrengen. Dientengevolge stelt hij voor ora den post met 8330 te verminderen, in plaats van met 10,570 zooals de commissie van financiën voor stelt.'De heer De Goeje stelde voor ook de 1100 voor een houten bevloering voor de school in de Gortestraat te doen vervallen, met welk bedrag dan, ovenals roet het vorige, d. i. te zamen 9480, de post voor onvoorziene uitgaven kon worden ver hoogd. Dezen post wenschte de heer Bredius evon- wel°te doen strekken tot vermindering van den post der plaatselijke directe belasting.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1882 | | pagina 2