Het stoomschip „Utrecht", van Batavia naar
Rotterdam, vertrok Zaterdag van Port-Saïd; de
„Amsterdam", van Amsterdam naar Nieuw-York,
passeerde gisterochtend Dover.
De luit. ter zee 2de kl. C. E. Hummel en de
offioier van administratie lste kl. C. J. Lagaay,
uit Oost-Indië in Nederland teruggekeerd, zijn op
non-activiteit gesteld.
De CïemccntcbegrootlDg In de Sectiën.
Uitgaven.
Kosten voor het Gymnasium. - Evenals in vorige
jaren waren do gevoelens over het al of niet wen-
schelijke van het uitdeelen van prijzen verdeeld,
terwijl het de aandacht trok dat op het gymnasium
wèl en op' de hoogere burgerschool voor jongens
daarentegen geen prijzen werden toegekend, ver
moedelijk een gevolg van de daaromtrent bestaande
zienswijze bij de verschillende commissiëD.
Enkele ledon handhaafden de vroeger meermalen
verdedigde bewering dat, bij de aanzienlijke sommen
voor onderwijs besteed, door de gemeente voor
prijzen, met uitzondering van de scholen voor on-
en minvermogenden, geene gelden moesten worden
toegestaan. Belooningen voor vorderingen en goed
gedrag konden door de ouders gevoeglijk zelf wor
den bekostigd.
Kosten voor het onderwijs in kunsten en weten
schappon. - Door enkele leden werd bezwaar ge
maakt tegen de toelage sedert 1880 toegekend aan
de Vereeniging tot bevordering van geregeld School
bezoek, ten behoeve van do Herhalingsschool. Nu
de Wet de oprichting van gemeentelijke herhalings
scholen had bevolen en zoodanigo scholen hier ter
stede tot stand waren gekomen, moest b. i. de
ondersteuning aan deze bijzondere school uit den
aard der zaak vervallen. Het scheen h. i. een minder
gewenscht precedent, aan eone vereeniging te dier
zake een subsidie uit de gemeentekas toe te kennen,
aangezien, wanneer eene andere voreeniging eene
diergelijke school wilde oprichten en een subsidie
aanvroeg, de gemeenteraad alsdan bezwaarlijk zijnen
financiëelen steun zon kunnen weigeren. Zelfs werd
de opmerking gemaakt dat hot hier eigenlijk een
partijzaak gold, waartegen evenwel werd aange
voerd dat in de Vereeniging tot bevordering van
geregeld Schoolbezoek de meest verschillende rich
tingen op godsdienstig en politiek gebied waren
vertegenwoordigd.
In twee soctiën werd de vraag besproken of aan
<le op te richten Ambachtsschool een gemeentelijk
subsidie zou worden toegekend, uit welke bespre
kingen bleek dat vele leden de zaak van zoodanig
belang achtten dat het verleenen van een subsidie
in alle opzichten was gerechtvaardigd, terwijl ande
ren vreesdon dat de school hoofdzakelijk ten goede
zou komen aan den meer gegoeden burgerstand en
niet tevens aan de behoeftige klassen. Mocht dit
inderdaad het geval blijken te zijn, dan zouden die
leden hun steun aan een gemeentelijk subsidie
moeten ontzeggen. Intasschon was men algemeen
van oordeel dat de zaak voor eene afdoende be
handeling niet rijr, was, daar de toegezegde voor
dracht nog uip'„ Was ingekomen en de behandeling
daarvan ^0 gelegenheid zou aanbieden om haar in
bijzonderheden te onderzoekon.
^Losten van de Inrichting voor de opleiding van
Dost-Indische ambtenaren. - Een lid verklaarde
evenals in vorige jaren tegen dezen post te zuilen
stemmen, aangezien deze inrichting door hem be
schouwd werd als eeno zaak van luxe, waarvan
de handhaving, met het oog op de aanzienlijke uit
gaven aan de gemeente opgelegd, niet wel was te
rechtvaardigen. Het getal leerlingen bleef dan ook
steeds gering, getuige het groot verschil van de
uitgaven met de ontvangsten, een nadeelig saldo van
ongeveer 9000 opleverende. Van andere zijde werd
opgemerkt dat de inrichting nog to kort bad be
staan om een juist oordeel te kunnen uitspreken
omtrent hare levensvatbaarheid. Lettende op den
gimstigen uitslag der eindexamina, wat de Leidsche
leerlingen betreft, meenden vele leden dat men de
toekomst niet te donker moest inzien, terwijl uit de
laatst ontvangen opgaven bleek dat het aantal
leerlingen thans 14 bedroeg, waarvan zelfs 3 in Den
Haag woonachtig.
Kosten van verpleging van arme krankzinnigen. -
Een lid gaf het denkbeeld in overweging om op dit
artikel of wel het volgende, onderstand, vervoer
en verplegingBkosten, een zeker bedrag b. v. 100
of 200 uit te trekken ter tegemoetkoming in de
kosten van verpleging van doofstomme arme kin
deren in het gesticht te Rotterdam. Uit den aard
der zaak konden die kinderen aldaar niet geheel
gratis worden verpleegd, doch vorderde het bestuur
van het gesticht een bijdrage van 100 per jaar.
Voor het geval nu dat de opneming dringend
noodig was, de ouders niet in staat waren eenige
bijdrage te verleenen en deze ook niet door do par
ticuliere liefdadigheid kon worden verstrekt, zoude
z. i. in eeno werkelijke behoefte worden voorzien,
wanneer het gemeentebestuur eenige fondsen, al zij
het ook tot een gering bedrag, beschikbaar had om
in dusdanige dringende gevallen hulp te verleenen.
Andere ledon, hoezeer ingenomen met het geopperd
denkbeeld, wezen er op dat in geen geval de post
Verpleging van arme krankzinnigen voor dit doel
zoude kunnen worden verhoogd, aangezien de ge
meente tot die verpleging bij de wet was verplicht
en de zorg voor doofstomme behoeftigen aan de par
ticuliere liefdadigheid moet worden overgelaten. Ook
vreesde men dat het brengen van een vasten post
voor dit doel op de begrooting, in vervolg van tijd,
wel eenigszins bezwarend zoude kunnen worden,
daar alsdan op do hulp der gemeente in deze te veel
zoude worden gerekend. Intusschon bloven Burg.
en Weths. krachtens de Armenwet bevoegd, bij vol
strekte onvermijdelijkheid, ingeval vanwege de par
ticuliere of kerkelijke liefdadigheid geen hulp werd
verstrekt, ook in gevallen als de onderwerpeljjke,
eenige ondersteuning te verleenen, en zoude alzoo
in overweging kunnen worden genomen, don post
Onderstandskosten 1000), te dien einde mot een
klein bedrag te verhoogen, te meer daar de onder
vinding leerde dat deze post menigwerf niet vol
doende was voor de behoeften.
Gemengd Nieuws.
Wij vernemen dat behalve alle vrouwen
en meisjes druksters, reed3 weer ruim 40 drukkers
de werkzaamheden bij do heeren De Heyder Co.
alhier hervat hebben en dat er bij vermeerdering
van werk hoop bestaat dat er van de overigen een
vrij groot getal zal kunnen toegelaten worden.
Bij een onzer atadgenooten, den heer M-
op de Hooigracht, doet zich het merkwaardig ver
schijnsel voor dat een pereboom opnieuw in bloei staat.
Men schrijft ons uit Katwijk aan Zee:
Was ons bericht van 27 September 11. ongunstig
wegens geringen aanvoer van haring, sedert dien
tijd is deze aanmerkelijk verbeterd. Yan 28 Sept.
tot 7 Oct. zijn hier 35 schuiten aangekomen, meestal
met een volle lading steurpekelharing, waarvan
sommige voor de derde reis binnen de 10 dagen
(doch niet zoo als werd vermeld als zou or een
Katwijksche bomschuit van een logger eenige
netten mot gevangen haringen hebben overgenomon.)
Schipper C. Yan Beelen, van de reederij Meerburg,
kwam in Ylaard'mgen binnen ract 340 kantjes pe
kelharing, en schipper Arie Nijgh, iieeder W. Dub
beldam met 300 kantjes pekelharing. Yoor volle
pekelharing werd besteed 16 a 1574 en voor
ijle pekelharing 14 a 12 per ton; voor volle
steurharing 19 a 18 en ijle steurharing 12
a 10 per 1000 en voor makrelen 16 a 15
per kantje.
Te Winterswijk is een nieuw oude
mannen- en vrouwenhuis geopend; voor zij in het
nieuwe gesticht overging, kwam een oud vrouwtje
aan een der bestuursleden, ds. A., eene vertrouwe
lijke mededeoling doen. Aan de verpleegden was
namelijk verboden iets van hunne kleine bezittingen
in do nieuwe woning mee te brengen. Zou dominee
niet kunnen bewerken, dat zij deze doos mede
bracht? Die arme ziel kon zonder dat niet besluiten
in „het Huis" te gaan. Wat bevatte dan die doos?
Toen het vrouwtje zich verzekerd had, dat niemand
luisterde, kwam het geheim voor den dag. In die
doos lag haar doodshemddat had zo zelf gekocht.
Evenals Keesje uit de „Camera Obscura" wou ze
haar lijk verbeteren, en niet begraven worden in
het kleed der armen. De brave vrouw is getroost
in „het Huis" gegaan, en ds. A. bewaart haar
doodshemd. (^- N.)
Uit een overzicht dor rijks-inkomsten
blijkt dat er in 1876 per hoofd werd opgebracht:
accijns op het geslacht 0.72, in 1881 ƒ0.74;
suikeraccijns in 1876 1.67, 1881 1.60;
zoutaccijns 1876 0.80, 1881 „0.84;
1876 0.20, 1881 „0.20;
1876 0.52, 1881 „0.51;
1876 0.03, 1881 „0.03;
1876 0.41, 1881 „0.42;
bieraccijns
wijnaccijns
azijnaccijns
zeepaccijns
accijns op het
gedistilleerd 1876 5.26, 1881 5.59.
Er wordt dus per hoofd alleen aan accijns op het
gedistilleerd meer opgebracht dan aan alle andore
accijnzen te zamen.
„Chambers Journal'' d eelt d e volgende
zonderlinge erfmaking mede: Kortelings overleed
te Brooklijn een burger, die bij zijnen dood 71
broeken naliet. Volgens testamentaire beschikking,
moesten die broeken onder de stadsarmen in dier
voege verkocht worden, dat de kooper van eene
broek op geen tweede mocht bieden. Over die zeld
zame bepaling werd bij den verkoop niet verder
gesproken. Eenige dagen later echter vond eender
koopers bij nauwkeurig onderzoek van zijnen koop,
dat een linnen beursje aan de bovenkant der broek
tusschen de voering was ingenaaid. Toen hij het
beursje openmaakte, vond hij daarin 10 banknoteD,
elke ter waarde van 100 dollars. Natuurlijk ver
telde hij zijne vondst aan de andere 70 koopers
der broeken, die eveneens hunnendcoop nader onder
zochten, en wel allen met hetzelfde gelukkige
resultaat.
Een vermakelijke schaakgeschiedenis
werd dezer dagen te Kal mar in Zweden afgespeeU.
Bij een rijken boer in de omstreken der stad diende
een jonge knecht, Anders genaamd. Daar Andeis
eene flinke jongen was en de boer een aardige
dochter had, zoo was niets natuurlijker dan dat die
beiden op elkaar verliefd raakten. De boer was echter
rijk en Anders slechts een arme drommel en het f
gewone verschijnsol deed zich voor, dat papa zijn
toestemming niet wilde geven. Anders besloot nn
zijn heil in Amerika te gaan zoeken, waar alle men-
schen gelijk zijn en waar men maar zelden een I
vader ziet, die neen zegt wanneer de dochter ja I
zegt. De boer miste den flinken knecht ongaarne, I
maar daar deze niet te bewegen was om te blijven,
bracht de boer hem naar de boot. Zijn kist stond I
er reeds en de landman zou een handje helpen om
haar op de boot te brengen, toen de bodem uit de I
kist viel en de vader zijn dochter voor zich zagl
liggen. De oude nam het zaakje nog al koel op, I
van medegaan was natuurlijk geen sprake, de knecht I
mocht alleen naar de nieuwe wereld verhuizen maar I
kroeg toch van den vader de verzekering mode, I
dat deze zijn dochter niet tegen haar zin in het I
huweljjk zou laten treden.
Oeveilde perccelen.
Gehouden verkooping aan den Burg alhier op I
Zatendag 7 Oct., ton overstaan van den notaris I
W. F. Kaiser. Een hui9, erf en tuin aan do Zuid
zijde van de LaDgebrug, No. 63, in bod gebracht I
op 3950, niet verkochteen huis en erf aan de I
zuidzijde van de Oude Hoefstraat, No. 33, Sectie E,
No. 1227, kooper "VV. Webber, voor 1950; eenl
huis en erf nabij het voorgaande, No. 37, Sectie E,l
No. 1229, kooper G. W. Yan der Drift, voor ƒ930;
een huis en erf aan de zuidzijde van de Korte Raam-I
steog, No. 77, Sectie E, No. 1131, kooper J. C.I
Yan Biemen, voor 1790; een huis on erf aan del
noordzijde van de Zijdgracht, No. 7, Sectie E,l
No. 1132, kooper W. Webber, voor 2025; eenl
huis cn erf aan de zuidzijde van de Tweede HaverT
straat, No. 53, Sectie D, No. 633, kooper A. La|
Court, voor 640.
Ten overstaan van de® notaris mr. H. L. A.I
Obreen. Een huis met bleekveld en moestuin in hetl
buitenwater onder de gemeente Leiderdorp, Sectie AT
No. 1351 en gedeeltelijk Nos. 1786 en 1782,opge-|
houden op 1700; een perceel warmoesland metl
de halve watering, gelegen als voren, Sectie Al
Nos. 1783 en 1782, beiden gedeeltelijk kooperf
Jacobus Laman, voor 1125; een dito perceel, ge-I
legen als voren, Sectie A, Nos. 1783 en 1782, be?derl
gedeeltelijk kooper Nieolaas Laman, voor 1575i
Yan het winkelhuis met pakhuis, tuintje enerfaao|
de oostzijde van de Doozastraat, No. 8, is de afsl^
niet doorgegaan, het wordt nader geveild eu afgej
t'.agen.
buitenland.
Graot-Britannië.
De „Times" acht het niet te verwonderen dat aai
de nieuwe Noord-Borneo-Maatschappij het geld
de menschen niet ruimer toevloeien. Borneo toch ii
nog een even onbekend land, zegt het blad, all
Amerika in den tijd van de pelgrim-vaders. Dezf
Maatschappij ie eene heroïeke onderneming; zij moej
ontdekkingen doen en grondslagen leggen. Gee
wonder dat jonge menschen, die gsarno eenige zekoi
heid hebben, er zich niet aan wagen. En toch, ze;|
de „Times", is Borneo nu in die gonden eeuw, dl
ieder ondernemer wenscht te treffen. Later als „bil
vet van den ketel is", dan beklaagt men zich ootf
Het blad gelooft evonwel dat de Maatschappij vrij