Gemengd Niouws. Een merkwaardige strijd werd dezer dagen gestreden in het bovenzaaltje van Krasna- polaky te Amsterdam. De heer Loman uit Keulen, een schaakspeler van naam, speelde daar blindelings vijf partijen to gelijk tegen de leden van de Amster- damsche Schaakclub. Gezeten in een hoek met den rug naar de spelers, beantwoordde hij, alleen steu nende op zjjn voorstellingsvermogen, de zetten zijner tegenstanders met wiskunstige zekerheid en wist hij behendig al de valstrikken die hem gezet werden, te ontduiken. Toch mocht de heer Loman van do 5 partijen, die men speelde, er maar één winnen, ter wijl de andere allen moesten worden opgegeven, ofschoon 3 niet, dan na een hardnekkigen strijd. De wedstrijd, waaraan eerst omstreeks 1 uur een einde kwam, werd door tal van belangstellenden bijgewoond, wier bewondering evenzeer het fraaie spel als het verbazend sterke voorstellingsvermogen van den speler gold, die alleen don ongelijken strijd tegen zoo velen lang wist vol to houden. Door de politie to Groningen is beslag gelegd op een vat haring en dit, als schadelijk voor de gezondheid, vernietigd. Ongesteldheid van eenige leden van oen gezin, na het gebruik van haring uit bedoelden winkel, heeft tot dezo inbeslagneming aan leiding gegeven. De heer A. M. C. Jongkindt Coninek, te Dedemsvaart, zond ons een takje van een zeer lief, laagblijvend bont plantje, nl. Thymus lanugi nosa, die in zijn kweekerij ontstaan en aangekweekt is. Daar dat keurige plantje zonder bedekking tegen onze winters bestand is, kan het een wezenlijke aanwinst zijn, vooral voor hot beplanten van rots partijen; terwijl het voor randen en voor mozaïek beplantingen mede zeer goede diensten kan bewijzen. Het is daar voorloopig in goede handen en zal wel te pas gebracht worden, terwijl het zeker binnen een niet al te lang tijdsverloop onder het bereik van iedoreen zal komen. Sieboldia In den loop van den zomer werd een handwerksman gedood, dewijl hij in aanraking kwam met de geleiddraden der electrische lampen, waarmede de tuin der voormalige Tnilerieën te Parijs werd verlicht. Dezer dagen hoeft een dergelijk on heil plaats gehad te Triëst. Er woedde aldaar een hevige storm, die veel schade toebracht aan het tentoonstellingsgebouw aldaar. Tijdens men druk bezig was met hot herstellen daarvan, werden tevens de geleiddraden der electrische verlichting nagezien en in orde gebracht, ten einde bij het invallen der duisternis te worden ontstoken en gedurende den ganscheu nacht door te branden, om met des te meer snelheid het herstellingswerk te kunnen voort zetten. De ingenieur, onder wiens toezicht de aanleg der electrische verlichting had plaats gehad, de heer Yon Haider uit Weenen, een door en door kundig man, maar wat haastig van aard, bespeurde dat een paar draden niet goed waren golegd, - men bezigde voorloopig blanke draden om zooveel te spoediger gereed te zijn. - Dat de machine reeds in werking was en de stroom reeds door de geleid- dradon liep, schijnt hij in de overijling, in den haast om het gepleegde abuis te herstellen, niette hebben bodacht. Nauwelijks had hij de draden aan gevat of de stroom, die door zijn lichaam ging, doodde hom op het oogndblik dat hij ze aanraakte. De barbiers, te Berlijn in congres vor- eenigd, hebben daar eenige besluiten aangenomen, die zelfs do algemeene belangstelling verdienen! Het scheren mag voortaan niet anders beginnen dan by de linkerwang. Na een zeer lange beraad- elaging over het beschryvingspnnt, of moet worden ingezeept met de hand of met den borstel, werd besloten dat dit aan de wysheid van iederen bar bier in 't by zonder zou worden overgelaten; maar eenparig werd overeengekomen dat geen barbier langer lid van het gild zou mogen blijven, als hij voortging zijn klant onder het scheren by den neus te nemen. Ook was or groot verschil van meening over de vraag, of het al of niet betamelijk was, do klanten onder het scheren bezig te houden met op- en aan merkingen over het weer en andere praatjes van vden dag. Ten slotte werd door de meerderheid een '„motie" aangenomen, dat men zich voortaan zou bepalen tot gesprekken over het beroep van bar bier en daarmee verwante vakken. Dezer dagen zat de tachtigjarige dr. Domenico in zijne villa bij het dorp Cotignola, in de provincie Ravenna, met zijn geziD aan het souper, toen zich een bezoeker aanmeldde. Toege laten, werd deze door een twintigtal gemaskorden gevolgd, dionmiddellijk alles afsloten en den heer des huizes 80,000 lira's afeischten. De grijsaard had de som niet voorhanden en moest een toevallig by hem logeerenden neef naar een buurman zenden om het ontbrekende te leenen. Natuurlijk lieten de bandieten den jongen man niet gaan zonder de be dreiging, dat zij, verried hij hunne tegenwoordigheid, het geheele gezin zouden ombrengen. Gedurende zijne afwezigheid lieten zy zich door mevrouw Dome nico een goed souper opdisschen. Een half uur later namen zy afscheid en verdwenen met het geld in de duisternis. Uit nadere berichten omtrent het spoorwegongeluk by Esseg blijkt dat de houten brug, die thans is ingestort, reeds oud was en het volgend jaar door eene ijzeren vervangen zou wor den. Telkens moest de brng reparatiën ondergaan, en met het oog op een hoogen waterstand was de brug de laatste dagen nog in het bijzonder onder zocht, maar bruikbaar bevonden, hoewel het toch noodig geacht werd dat de treinen langzaam ovor de brng zouden rijden. De ingenieur, die het toe zicht hield op den bouw der nieuwe ijzeren brug, bevond zich met zijn assistent op de brug, toen een onheilspellend gekraak het instorten aankondigde; zy sprongen in hot water en vele werklieden volg den hun voorbeeld; dezen worden allen gered. Ge lukkig brak de koppeling van den trein, zoodat eenige personenwagens bleven staan. De wagfcns, die met locomotief en tender in de rivier stortten, bevatten geeno andere passagiers dan de met ver lof uit Bosnië huiswaarts keorende huzaren, waar van 25 om het leven gekomen ziju. De geredde huzaren hadden bijna allen vrij ernstige verwon dingen bekomen. In den plantentuin te Parijs verlustigt men zich tegenwoordig in do bosohouwing van een familie van do Caraïbische eilanden, die daar in haar zeer primitief kostuum is tentoongesteld. Frankryk. Uit Londen wordt gemeld dat Engeland zeker aan de mogendheden geen formeel voorstel omtrent Egypte doen zal vóór het einde van deze maand. De mededeeliDgen dor Fransche en Engelsche bla den dienaangaande zovden dus als voorbarig moe ten worden beschouwd. Nicolaas De Pierola, ex-president van Peru, hoeft uit Parijs, waar hy zich thans bevindt, aan den „New-York Herald" een telegram gezonden, houdende verklaring dat het gerucht, als zou hy met behulp van Chili weder het presidentschap aanvaarden, ten oenenmale valsch is. Hy voegt er bij: „Toen ik mijne betrekking noderlegde, ver klaarde ik dat ik dit deed om my, tegenover den gemeenschappelyken vijand, v&n eiken buitenland- schen oorlog te onthouden, niettogenstaande ik do groote moerderheid des volks aan mijne zijde had en, naar ik geloof, nog heb. "Wilde ik den zetel van president weder innemen, dan behoef ik daartoe geon hulp van buiten, welke ik trouwens ook niet zou aannemen." Hot „Journal de Loiret" spreekt het bericht tegen, dat de graaf van Chambord van plan zou wezon zyne rechten op den troon van Frankrijk op zyn zoon over to dragon. De „Figaro" zegt dat de Fransche regeering, wanneer de Kamers bijeenkomen, zal beginnen met een voorstel in te dienen tot opheffing van de on afzetbaarheid der magistraten, behalve voor de raads leden by het hof van cassatie. De minister Fallières heeft 57 ontwerpen of voorstellen in te dienen. Het gezantschap nit Madagascar zal eerst Maandag van Marseille naar Parijs vertrekken. - De koningin van Madagascar is ernstig ziek; het ge rucht liep zelfs dat zy dood was. Om de ongerust heid van het volk te doen bedaren, werd zy op de waranda van het paleis gebracht, opdat men haar kon zion. Eerst thans is officïëel bekend gemaakt wat de Parysche tentoonstelling van 1878 heeft gekost. De uitgaven bedroegen 55,775,000 fr.; de ontvang sten 24,350,000 fr., zoodat het deficit 31,425,000 fr. bedraagt. Gcroot-Britannië. Op de j aarlij ksche najaarsvergadering van de vereonigde Engelsche Kamers van Koophandel is eene motie aangenomen, waarbij do benoeming van vaate commissiën in het Lagerhuis ter behandeling van handelsqnaestiën wenschelyk werd verklaard. In eene andere motie werd gewenscht dat de regee ring hare pogingen zou voortzetten om een bevredi gend handelstractaat met Spanje te sluiten. Op de jaarlij ksche by een komst van de ver- ceniging van spoorweg-beambten word besloten aan de parlementaire commissie van het Coogres der Trades Unions te verzoeken, een ontwerp samen te stellen tot verbetering van de wet op de schade loosstelling aan werklieden voor ongelakken, die hun in dienst hannor patroons overkomen. In 1881 stierven in Engeland door spoorweg ongelukken 562 personen, terwijl 6180 personen gewond werden: dat is meer dan bij den oorlog in Egypte. Italië. Verleden Zondag hebben zich dertig vereenigingon met hare banieren, vergezeld van duizenden burgers en met den afgevaardigde en oud-minister Crispi aan het hoofd, van Napels naar Santa-Moria-di- Capua begeven. Aan het station door de gemeente lijke overheden, den prefect, de magistratuur en meer dan vijftig andere vereenigingen opgewacht, begaf zich de stoet, thans ongeveer tien duizend personen tellende, naar de plek, waar in 1880 ge streden werd, ten einde er kransen neder te leggen, on vervolgens naar het exercitieveld, waar eene groote tribune was opgeslagen en de heer Crispi, een werkman en verschillende anderen het woord hebben gevoerd, om, onder de levendige toejuichingen der meuigte, Garibaldi's overwinning in herinnoriDg te brengen en te verheerlijken. Omtrent de door do overstroomingen in het noorden des lands aangerichte schade wordt thans gemeld dat die geraamd wordt op 5 millicen lira's voor den Staat, 20 millioen voer de gemeenten en 50 millioen voor de particulieren. Men vreest zelfs dat deze schatting beneden do werkelijkheid zal blijken te zijn. De Paus heeft nogmaals 15,000 lire geschonken ten behoeve van de slachtoffers der ovorstroomingon in Italië. Eerypte. Do militaire berichtgever der „Kölnischo Zeitung" onderwerpt thans hetgeen de Engelechen in Egypte gedaan hebben aan eene korte, maar scherpe cri- tiek. Hij verklaart o. a. tevergeefs gevraagd te hebben, hoeveel Egyptische gekwetsten na den slag van Tel-el-Kebir door de Engelschen verpleegd zijn. Hij zelf zag er ongeveor een dozijn en hij heeft, trots de ijverigste nasporingen, Diemand ontmoet, die er meer gezien had. En er waren ongeveer 800 dooden; derhalve hadden er duizenden gekwetsten moeien zijn, volgens de op allo slagvelden opgedane ervaringen. De Engelsche officieren ontkenden dan ook do mogelijkheid niet, dat hunne soldaten de gekwetsten eenvoudig vau kant hadden gemaakt, maar trachtten het feit te vergoelijken. De bericht gever meent echter zeker te woten, dat de meeste gekwetsten niet in de hitte van het gevecht afge maakt, maar lang daarna door geplunderde Engel sche soldaten in koelen bloede vermoord wordeD. Een verdere grief van denzelfden berichtgever is het feit, dat de soldaten mochten plunderen, zoo veel het hun goeddacht. En niet alleen namen zij tot zich wat op do slagveldon bij den vijand te vinden was, maar o. a. werd ook de berichtgever zelf bestolen; ovenzoo zijn collega van do „Tomps" en die van een Zweedsch Dagblad, evenzoo een Zwitsersch verslaggever en generaal Havelock. De Engelsche officieren schenen het niet te wagon, dit kwaad tegen te gaan, of wel, hetgeen do correspon dent van het Keulsche blad waarschijnlijker acht, van oordeel te zijn, dat den soldaat na verrichten arbeid een extra-loon toekomt. Ten slotte wijst hij nog op do zorgeloosheid van het Engelsche legerbestuur ten aanzien van de slag velden. Alleon de Engolsche doodon waren behoor lijk begraven, maar de Egyptenaren had men slechts met wat zand bedekt, waaruit overal de ledematen uitstaken. De ontelbare lijken van paarden en ka- meelen had men eenvoudig laton liggen, en iedereen begrijpt, wat dat in een klimaat als het Egyptische zeggen wil. De berichtgever moest in den spoortrein die streek passeeren, maar do reis was ten gevolge van de verpestende lucht bijna ondragalijk. En te midden van dat alles moesten 4 a 5 bataljons, bij Tel-el-Kebir en bij Kassassin, het kamp blijven be zetten. Geen wonder derhalve, zegt hij, dat allerlei ziekten de overhand nemen. Bovendien lokken die lijken millioenen vliegen aan, die dan weder, met lijkengift besmet, overal gevaar kunnen brongen. Van alle overige verwijten moge generaal Wolseley min of meer vrij te pleiten zijn, hier treft hem en hem alleen de schuld. Er waren handen genoeg om dit kwaad te keeren, want alle gevluehte inlan ders keerden terug.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1882 | | pagina 2