LEIDSCH DAGBLAD. i\°. 6947. Maandag 9 October. A0. 1852. Derde Blad. PBIJS DEZER COURANTJ Toor Leiden per 8 munden..;..1.10. Franco per post.v 1.40. llxofldaiiijke Kemmer*.B 0.03. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering Tan Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIESs Yan 16 regel» 1.0B. Iedere regel meer 0.J7J» Grooiere letters naar plaatsruimte. Voor het incassee» ren bailen da stad wordt/0.10 berekend. Dc Gcmecntcbcgrootlng In do Sectiën. Uitgaven. Onderhoud van huizen enz. - Met het oog op het hoog bedrag van den sluitpost der begrooting, de plaatselijke dir. bel., wenschte een lid de aanschaf fing van nieuwe stoelen voor de Gehoorzaal nog uit te stellen. Kosten van toezicht en van invordering der plaat selijke belastingen. - De som van f 1000, uitge trokken voor het opmaken van de kohieren, waarbij nog kwam f 470 voor de beschrijvers en f 100 voor het toezicht op de verhuizingen, werd door enkele leden zeer hoog geacht, zoodat inlichting werd gevraagd op welke wijze deze gelden wer den besteed. Kosten van de openbare veiligheid en de brand weer. - Naar het oordeel van enkele leden liet het toezicht der politie, niettegenstaande de aanzienlijke daaraan bestede kosten, te wenschen over, te welken einde gewezen werd op de herhaaldelijk waar te nemen overtredingen der verordeningen. Bovendien kon men in de mindere buurten der stad zelden of nooit agenten van politie opmerkeD, terwijl hunne hulp daar toch het meest werd gevorderd. Ook schenen de in de wachthuizen gestationneerde agen ten zich weinig te bekommeren over hetgeen in den omtrek voorviel. Wat die wachthuizen betreft, werd gevraagd waarom dozo ook des naohts niet betrok ken werdenin het belang van de veiligheid scheen zoodanige politiohulp in den nacht wenschelijk. Tevens werd gevraagd waarom de wachthuizen allo geplaatst waren aan de uiteinden der gemeente, waardoor hoofdzakelijk de omliggende gemeen ton werden gebaat. Bij dit hoofdstak werd door een lid gewezen op den gevaarlijken toestand aan het station, ten ge volge van het rijden van den stoomtram en den paardentram langs den toegangsweg. Vooral op Vrijdag bij een aanzienlijk verkeer en vervoor van vee, was het to voorzien dat eenmaal ongelukken moesten voorkomen. De genomen maatregel om steeds de locomotief van den stoomtram door een persoon te doen voorafgaan, scheen niet voldoende. Vandaar dat in overweging werd gegeven een af sluitboom te plaatsen langs den toegangsweg en dien bij het pasBeeren van do locomotief te doen sluiten. Een lid meende zich te herinneren dat ten vorigen jare vanwege het Dagelijksch Bestuur was toegezegd dat de stoomtram den spoorweg voortaan niet meer zou passeeren. Tot dusver evenwel had het ran geeren der locomotieven en het afrijden en aan komen steeds plaats aan deze zijde van den spoorweg. Onderhoud der lantaarns en verdere kosten der verlichting. - Een lid vestigde evenals het vorig jaar met nadruk de aandacht op don z. i. verkeer den maatregel, tot dusverre steeds toegepast, om do lantaarns bij lichte maan uit te dooven, waar door uit den aard der zaak meermalen volslagen duisternis moest heerschen ten nadeel© van de vei ligheid. Ongelukken moesten z. i. van deze gebrek kige verlichting het gevolg zijn. Wanneer geene toezegging werd gedaan dat hierin verbetering zou worden aangebracht, bestond bij hem het voornemen bij de behandeling van de begrooting een voorstel te doen om dezen post te verhoogeD, ten einde commissarissen der gasfabriek in staat te stellen do lantaarns of althans een deel daarvan ook bij lichte maan des nachts te doen doorbranden. Andere leden meenden dat hot voldoende was de lantaarns tot middernacht te doen doorbranden, aangezien na dien tijd zich weinig menechen op straat bevonden, doch wezen tevens op het gevaar van onvoldoende verlichting in den vroegen morgen des winters. Voorbeelden konden worden aangehaald dat werk lieden, die zich naar hun werk begaven, dienten gevolge in het water waren geloopen. Nog werd beweerd dat ook bij de toepassing van maatregelen als thans waren voorgesteld, de som van f 21,000 de voor straatverlichting niet behoefje te worden verhoogd, daar diezelfde som ook reeds was uitgetrokken toen het voor eenïge jaren aangenomen stelsel om een gedeelte der lantaarns op een zeker nnr te blusschen, nog niet was toegepast. Onderhoud der brandspuiten. - Naar aanleiding van den wensch van enkele leden om een tweede stoom spuit aan te schaffen, werd door andoren de voor keur gegeven aan gestadige uitbreiding der brand- kranen, in dier voege dat in het vervolg de brand- blussching hoofdzakelijk door middel van de water leiding zoude kunnen plaats hebben. Kosten van het vaccineeren van behoeftigon. - Een lid achtte de oprichting van een zoogenaamd pare vaccinogène oen dringende behoefte, omdat eerst dan aan de niet geheel ongegronde bezwaren tegen de inenting, vooral bjj de mindere klasse bestaande, zoude kunnen worden tegemoet gekomen. Voor eenige jaren was dan ook reeds een voorstel daaromtrent door het collego van de stads genees- en heelkun digen ingediond, doch daaraan was tot dusverre geen gevolg gegeven. LEIDER 7 October. Tor vervulling van de nog steeds bestaande vacature ten gevolge van het vertrek van ds. Baart de la Faille en voortdurende door het bedanken der achtereenvolgens beroepenen, heeft het kies college der Ned.-Herv. gemeente alhier thans het volgende zestal opgemaakt: dd. A. E. Yan der Dussod, pred. te Bennekom; M. J. Wentink, pred. te Nieuwe Tonge; J. J. Yan der Lip, pred. te Harderwijk; A. J. Loois, pred. te AalsmeerW. C. Barbas JAzn., pred. te Dubbeldam, en J. H. Cordes, pred. te Yorden. De Frederik-Muller-stichting is thans in wer king getreden. Door de erfgenamen van den stichter is het kapitaal, met een opgaaf van do doeleinden waartoe de stiohting is in het leven geroepen, aan de Vereeniging tot bevordering van de belaDgen des Boekhandels overgegeven en deze heeft een en ander aanvaard. Een modus yivendi tusschen de vereeni ging en de speciale commissie, door den erflater benoemd, is gevonden en vastgesteld. Thans komt het er op aan, nu deze laatste optreedt, te weten wat haar te doen staat, zogt de Ned. Spectator. Yooreerst het exploiteeren van eenige bibliogra- phische werken door den erflater vroeger uitgegeven of voorbereid, zooals het IYde deel, bevattende sup plement, aanhangsel en algemeen register op de „beredeneerde beschrijving van Nederlandsche his torieplaten, zinneprenten en historiekaartendoor F. Muller (het verscheen dezer dagen); verder van een omvangrijk werk over portretten, dat als ver volg op do door Fred. Muller zelf uitgegeven band „Beschrijvende catalogus van 7000 portretten van Nederlanders en van buitenlanders tot Nederland in betrekking staande", moet strekkon of wel dit laatste, met do sedert verzamelde nieuwe bouwstof, tot een groot geheel moet doen verwerken (deze arbeid is in voorbereiding); nog een autograaf in facsimile, zijnde een brief van ds. Michaelius, den eersten predikant in Nieuw-Nederland, met inleiding on op helderingen, alsmede eenige facsimiles van aard rijkskundigen aard, in vroegere jaren in het licht gegeven. Ten tweede, en dit is wel het voornaamste doel der stichting, zal de commissie zich beijveren be voegde bibliografen, zoowel hier te lande als elders, uit te noodigen hunne krachten te wijden aan het bewerken van verschillende gedeelten der Neder landsche bibliographic, die do grondslagen zullen uit maken van een volledig Nederlandsch bibliographisch j handboek dat aan de Nederlandsche letterkunde de zelfde diensten bewijst, welke door Brunet's Manuel du libraire en Lowndes* Bibliographer's Manual aan de Fransche en Engelsche letterkunde bewezen worden. Reeds heeft de commissie het vooruitzicht binnen een niet al te lang tijdstip ter perse te kunnen geven de Nederlandsche bibliographic der aardrijks kunde, door den hoer P. A. Tiele bewerkt. Bij dia gelegenheid stelt zij zich voor hare plannen nader en uitvoeriger mede te deelon. Iutusschen is zij ook reeds thans bereid aan belangstellenden alle ver- eischte inlichtingen te verschaffen. Terwijl nu hier door een onbekrompen stichting en met een juist afgebakend stelsel de mogelijkheid is geboren om een grootsch en nuttig werk tot stand te brengen, is het te bopen on te verwachten dat do noodige deskundigen zich zullen aangorden en door eensgezinde samenwerking onder opzicht van de genoemde commissie de verwachtingen verwezen lijken waarmede de Frederik-Muller-stichting is ingesteld. De commissie bestaat uit do heeren dr. M. F. A. G- Campbell, pres., mr. S. Muller Fz., seer., P. A. Tiele, A. C. Kruseman, F. Adama Yan Scheltema en M. Nijhoff. Bij de firma Nijgh Van Ditmar te Rotterdam is verschenen het eerste nommer van „De Locomotief,'*" weekblad gewijd aan de belangen van spoor- en tramwegen. Dit weekblad is het orgaan van de Nederlandsche Vereeniging voor locaalsp oor wogen en tramwegen. In No. 48 der Haagsche Penkrassen bespreekt de hoer J. A. De Bergh nogmaals de wedrennen te Clingendaal en verder hot opvorderen van paar den van stalhouders door de militaire autoriteit voor- het trekken van geschut bij do manoeuvres in de duinen. De Middelburgscbe Crt. schrijft o. a. hot vol gende: „Onder de verklaringen der ministers ver dient vooral de aandacht deze, door den minister van binnenlandsche zaken met nadrok uitgesproken, dat het der RegeeriDg ernst is met haar plan tot benoeming eener commissie tot voorbereiding van Grondwets-herziening, on dat, wanneer die commis sie niet binnen een jaar aanwezig mocht wezen, het ministerie er ook niet zal zijn. In verband tot de afgelegde verklaring van denzelfden minister in de Eerste Kamer beteekent dit, dat deze Regeering met het door haar eerstdaags in te dienen ontwerp tot herziening dor kieswet staat of valt." Het brievenvorkeor breidt zich in Nederland nog verbazend uit. In 18S1 bedroeg het aantal ge wisselde brieven op do verschillende kantoren hier te lande 57,443,105 tegen 56,047,270 in 1880. Nog veel sterker is echter de toeneming van het verkeer met briefkaarten. In 1880 bedroeg het aantal enkele briefkaarten 15,529,133 - in 1880 17,345,940 - dos een vermeerdering van ruim elf procent in één jaar. Wel een bewijs dat de briefkaarten zeer in den smaak vallen. Opmerkelijk is het, dat bijna elk jaar een even groot aantal brieven of brief kaarten onbe stelbaar is. In 1880 bedroeg het aantal niet uitge reikte brieven 75,000 - in 1881 72,221 - op zoovele millioenen dus een klein verschil. Aangeteokende brieven raken bijna nooit weg. In 1881 werden 72 klachten ingediend wegens beweerde vermissingen van aangeteekende brieven, maar 62 dier aangiften bleken ongegrond. Slechts drie waren er werkelijk vermist, waarvan drie tan laste der Ned. adminis tratie ten gevolge van ontvreemding door postbe ambten. Als men nu bedenkt dat het aantal gewone aangeteekende brieven, alleen voor het binnenlandsch verkeer, 871,970 bedroog, dan is do verhouding werkelijk al zeer gunstig en kan men dus in Neder land vrij gerust do kosten van het aanteekeneo met aangegeven geldswaarde vermijden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1882 | | pagina 1