Gemengd Niouwa. Tegen de ramen van de binderij der firma Brill op het Rapenburg alhier i3 komen vlie gen een doif, op beide vleugels gemerkt: „Neder- landsohe Oorlogsduivenpost H 68." Ze was zeer mak en is voor den eigenaar beschikbaar. Yolgens verklaring van de beman ning van een Scheveningsche schuit, behoorende aan den reeder J. Den Breems, heeft een Eogelsche kolvisscher zich door het afsnijden van reepen meestergemaakt van een vijftal haringnetten, terwijl genoemd vaartuig aan het visschen was. De schul dige is echter door de bemanning niet herkend; wanneer een volgend jaar alle visschersschepen van letters en nommers voorzien zijn op den boeg en op de zeilen, zullen dergelijke diefstallen niet langer ongestraft blijven. In een brief aan het Soer. Hbl. uit hot Nederlandsche dorp Valkenburg wordt door iemand, die het meisje in hare laatste ziekte mede heeft opgepast, den dood gemeld van eene zuster van den moordenaar De Jongh, die dezen tot bekentenis had weten over te halen. Zij is aan een typhus gestorven en had lang het bewustzijn, dat zij het ongeluk van haren broeder niet lang zou overleven. De correspondent schrijft: Het is mij herhaalde lijk, vooral bij de laatste gesprekken, die ik met de overledene had, voorgekomen, dat zij zich een zelfverwijt er uit maakte, haren broeder tot die be kentenis overreed te hebbenik schrijf dat vooral daaraan toe, dat het veroordeelend vonnis van den misdadiger vooral gewezen werd op grond van diens eigen bekentenis. Anna, evenals hare moeder en zuster, vormden zich nog altijd illusiën ten aan zien van 't misdrijf en vleiden zich, dat nog te eeniger tijd aan het licht zou komen, dat De Jongh minder schuldig, ten minste niet de eenige schuldige is geweest; volgens hare overtuiging had eene vrouw daarbij zekore rol gespeeld en zij hoopten, dat als dit aan het licht kwam, het tot ontheffing des moordenaars zou strekken. De justitie schijnt ten deele ook van die meening te zijn, althans ik weet het zeker, dat het openbaar ministerie te 's-Hage nog pas onlangs aan het nasporen van eventueele medeplichtigen is goweest, en ofschoon ook toen weder die pogingen zijn gebleken vruch teloos te wezen, wordt de kans op nadere ophel deringen nog geenszins beschouwd verkeken te zijn. Door de arrondissements-rechtbank te Utrecht is dr. Fock vrijgesproken, ter zake het niet aangeven van besmettelijke ziekte aan den bevoegden ambtenaar. Ten gevolge van hevige regens zijn do rivieren in Lombardije buiten hare oevers getreden bij Yerona zijn de bruggen weggeslagen en is een deel der stad overstroomd; slechts enkele menschen kwamen om het leven. Te Montreal is de kazerne, die 10 0,000 pd. st. ko3te, door brand vernield. - Door do over strooming van do Concho in Toxas zijn 120 perso nen en 15,000 stuks groot en klein vee verdronken. De materiëele verliezen worden op 75,000 a 100,000 dollars geschat. De rivier steeg tot een hoogte van 50 voet. Yoor den zevenden keer zijn op het landgoed van Peter Zachariah Smidt in Nieuw-Yor- 8ey de 4000 Smiths bijeengekomen, die allen afstam men van John Smith, die in 1743 zich uit Holland naar Amerika begaf. Deze John had 17 kinderen. De Engelsche bladen maken melding wan een paar knapen te Londen, die, nog wel ter wijl hun vader glimlachend toezag, duiven lieten vliegen, na aan eiken poot der dieren zevenklappers bevestigd te hebben. Zjj vermaakten zich bijzonder met jle schokken, die de duiven ondergingen en bekommerden zich er niet over, dat hare veeren gezengd waren en hare dijen ontveld en geschroeid. Do opgelegde straf - één pd. st. geldboete - wordt door de bladen veel te gering geacht. Te Buffalo moet een schilderij ontdokt zijn van iemand uit de school van Rubens. Men zegt dat het de onderteekening Petrus Stuyve- zant draagt. BTJIX3E]VLiV3Vr>. Fraukrjjk. De prefect van politie te Parijs heeft eene circu late gericht aan de commissarissen, naar aanleiding van den vérkoop van wapenen en munitie in allerlei winkels. Do winkeliers zullen zich dienvolgens voortaan van een patent als wapensmeden moeten voorzien en eeno bijzondere vergunning behoeven voor het in voorraad hebben van munitie. De prefect doet opmerken dat het misbruik, waarover in den laatsten tijd geklaagd is, niet alleeu afbreuk doet aan de Parijsche wapensmeden, maar ook een gevaar oplevert voor het publiek. Oroot-Bz*itaniii©. Aan de „Times" wordt uit Durban geseind dat 500 gedelegeerden van het Afrikaander bond, onder welke ettelijke leden van het Kaapsche parloment, vergaderd waren to Cradoch, en over 33 vraag punten gedebatteerd hebben. Besloten werd o. a. aan te dringen op. gelijke rechten voor Engelschen en Hollanders, alsook op erkenning der Neder- landsche taalrechten. De vergadering heeft ook de confederatie quaestie aan de orde gesteld. Egypte. De bezetting van Abonkir is gisternacht naar Kefr-el-Dowar op marsch gogaan, om de wapens neer te leggen. Op dien marsch is een geheel re giment in oostelijke richting ontvlucht naar Damiette, om zich bij Abdellah aan te sluiten. Buitendien deserteerden vele soldaten, met het govolg dat er slechts 5000 a 6000 man te Kafr-ol-Dowar aan kwamen, alwaar zij door do Britsche troepen wer den ontwapend. De geruchten van rustverstoringen te Mansourah hebben zich gedeeltelijk bevestigd. Een aantal in landers hebben bij de Eogelsche bewoners de glazen ingeworpen en eenigo hunner huizen geplunderd. Telegramm en. LONDEN, 18 September. To Konstantinopel is het gerucht in omloop dat Arabi naar Engeland zal gezonden worden. De Eogelscho rogeering is voornemens een biddag uit te schrijven, om in al de kerkon van Groot-Britannië en Ierland God te danken voor de zege aan de Britsche wapenen in Egypto verschaft. De hertog van Connaught heeft zijn verlangen te kennen gegeven in Egypte te blijven zoolang de troepon der garde, welke onder zijn commando staan, zich daar zullen bevinden. Hetjacht „Osborne," van de koningin, is ter beschikking van de her togin van Connaught gesteld, welke in gezelschap van den hertog en de hertogin van Edinburgh Egypto zullen bezoeken. To Dublin is sprake van het openen van eeno inschrijving in geheel Ierlaud, om generaal Wol- seley bij zijne terugkomst uit Egypte een eeredegen aan te bieden. BERLIJN, 18 September (R. IV.) Frankrijk tracht blijkbaar te weten te komen of Engeland geneigd zou zijn zich met de annexatie van Port-Saïd en het omliggend grondgebied to vergenoegen. Uit Konstantinopel is hier het bericht ont vangen dat onderhandelingen tusschen Turkije en Griekenland ziju aangeknoopt, welke het uitzicht op eene schikking in de quaestie der grensrege ling openen. LONDEN, 18 September. De Bank heeft 50,000 pd. st. uitbetaald. ALEXANDRIE, 19 September. Abdiilah, com mandant van Damiette, heeft verzocht dat hem oen officier zou gezonden worden, die hom over de laatste gebeurtenissen kan inlichten. Men beschouwt dit als een teeken dat Damiette zich spoedig zal overgeven. LEIDEN, lï> September. In verbaud met den rijzenden barometer en het opklarende weder, verwacht men voor de Daaste toekomst: oostelijken wind, over hot algemeen goed weder, wellicht nu en dan nog wat regen. Overeenkomstig de bepaliug der tegenwoor dig fungeoreudo wet op het hooger onderwijs bracht de rector magnificus dr. M. J. De Goeje hedenna- raiddag verslag uit van de lotgevallen der Leidsche universiteit gedurende het thans afgeloopen acade miejaar, bij welke gelogenheid het groot auditorium niet zulk een talrijk publiek bevatte als andere ja ren. Allereerst bracht sproker in herinnering de veranderingen welke het college van curatoren al of niet had ondergaan. Mr. Fock werd als lid her benoemd, terwijl mr. Yrolik zich genoopt govoelde als zoodanig af te treden. Voor zijne toowoiding aan de belangen onzer "hoogeschool werd rechtma tige hulde gebracht en steeds zal hij in dankbaar aandenken bljjven. Met toejuiching werd de benoe ming in zijne plaats vernomen van mr. Vissering, bekend om zijne liefde voor de Leidsche Alma Ma ter. Door de benoeming van baron Sloot Van don Beele tot voorzitter van het college mag men de gunstigste verwachtingen blijven koesteren. In treffende woorden werd herinnerd wat de hoogeschool had geleden door het verlies van prof. Goadsmit, die den 17den Maart door den dood werd weggerukt. Yoor de wetenschap zal echter bohouden blijven prof. Rijke, al moest deze ook wegens 70- jarigen leeftijd aftreden. Morgen zal het 37 jaren geleden zijn dat hij het hoogleeraarsambt aanvaardde. Met lof, erkentelijkheid en applaus - tevens met de beste wenschen voor zijne verdere levensjaren - werd van zjjne werkzaamheid melding gemaakt. Een hartelijk welkom werd toegeroepen aan mr. D'Ablaing, als opvolger van prof. Goudsmit. Zijne werkelijkheid is mede een herinnering aan den overledene. Dr. Acqnoy, van kerkelijk hoogleeraar benoemd in do plaats van prof. Scholten, evenals prof. Tielo, werd vervangen door dr. Offerhans. Met ingenomenheid zag men heden den het vorige jaar uitgesproken wonsch vervuld, dat prof. Yan der Lith zich weder, na zijne ernstige ziekte, te midden zijner ambtgenooten mocht bevinden. Moge dit spoe dig mede het geval zjjn mot den hoogleeraar Dozy, ook na diens aanvankelijk herstel, en moge hij nog lang voor de universiteit gespaard blijven. Tevens werden in herinnering gebracht do lezingen door prof. Kuenen in Engeland gehouden, waardoor tot nog meerderen roem onzer hoogeschool is bijge dragen, zoomede de bekroning van prof. Yeth door de Thorbocke-stichting toegekend, in wolke eerbewijzen men zich van harte verheugde. Na de gebruikelijke medodeeling van de veran deringen in het adsistonton-personeel bij de verschil lende faculteiten en academische inrichtingen, o. a. ook ten gevolge der benoeming van dr. Hubrecht tot hoogloeraar te Utrecht, wees spr. er op dat met 1 Oct. a. 8. do termijn zal zijn verstrekon binnen welken volgens de nieuwe wet al do leerstoelen moesten vervuld zijn. Aan dat voorschrift zal echter nog alles behalve zijn voldaan, hetgeen natuurlijk niet zonder invloed op het onderwijs zal blijven en hetgeen zelfs reeds tot discussie in de Tweede Kamer aanleiding gaf. Do heer Des Amorie v. d. Hoeven ontzag zich toen zelfs niet to zeggen dat de tegenwoordige hoogleer- aren niet meer trachten te doen dan voor hun vast traktement noodig is. Spr. achtte zich geroepen daar tegen bij deze gelegenheid ernstig en met allen klem protest aan te teekenen. Het oude verschijnsel hoeft zich weder voorge daan dat, terwijl de Studenten-almanak een cijfer van ruim 800 studeerenden aangeeft, bij den rector gedurende het afgoloopen er zich slechts 520 hebben laten inschrijven. Twee studenten werden door den dood verloren. Er hadden dit jaar 66 promotiën plaats, waarvan 1 met lof. Op de in 1881 door den acadomischen senaat uitgeschoven prijsvragen waren maar 6 antwoorden ingekomen. Slechts één daarvan werd der bekroning waardig gekeurd, nl. die van den heer D. Simons, candidaat in do rechtswetenschap alhier. Met een hartelijke toespraak en onder toejuichingen der aan wezigen werd hem ce gouden medaille overhandigd voor zijne „drukpersdelicten naar het nieuwe "Wet boek van Strafrecht." Eene herinnering aan de mislukte stichting van een nieuw academiegebouw bleef ook nu niet ach terwege. Uitvoerig werd de bekende lijdensgeschie denis er van nagegaan. Eindelijk is ook de laatste hoop in rook vervlogenzelfs de memoriepost er van werd van de begrooting geschrapt. Men zou nu waarlijk nog dankbaar moeten zijn voor de nieuwe dakvenstertjes, waarmede men het oude gebouw heeft voorzien, en voor de herstelling van een grafsteen in de nis over het spreekgestoelte. Toch hebben die nieuwe vensters niet kunnen beletten dat bij het teekonen van een bul een regendruppel er op lekte. Ook voor de overige horstellingen moeten we ons reeds voor het zoo gewenschte nieuwe ge bouw schadeloos gesteld achten, te moer nog nu alle academische inrichtingen van brandblaschmid- delen, duinwater en woldra ook van gaslicht zullen voorzien zijn. [Hilariteit.] Evenals op het lustrum der Amsterdamsche universiteit, word Leiden ook vertegenwoordigd bij de herdenking van het 300-jarig bestaan der acade mische stichting to Würzburg. Broederlijk reikte men er elkaar de hand, gelijk vóór zeven jaren alhier. Mocht er al in den verstreken jaarkring niet aan de verwachting hebben beantwoord, toch bestaat er reden om, na do genoten rust der laatste weken, vol moed het nieuwe jaar in te treden. Moge de arbeid strekken tot heil onzer universiteit. Ten slotte droog spr. het rectoraat over aao zijn opvolger dr. B» Yan Geer.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1882 | | pagina 2