1
i
Aan den IJ weg te Haarlemmermeer
is bij R. J. V. een locomobiel, doordien de lucht
pomp was afgesloten, uit elkander gestooten. Ge
lukkig bekwamen de omstanders geen letsel.
De millioenen-juffrouw-ge8chiedenis
begint omvangrijk te worden. De dame zit in hech
tenis op een aanklacht van den heer Bosch, en
tegen dezen is nu weer een aanklacht ingediend
door den heer Hoetink, bruidegom der millioenen-
juffrouw. Laatstgenoemde beweert voor een waarde
van ongeveer 20,000 aan gezette briljanten, kost
baarheden en gelden aan den heer Bosch toever
trouwd of in reparatie gegeven te hebben, welke
hem nu niet worden teruggegeven. De heer Hoe-
tink verklaart door dat verlies geheel geruïneerd
te zijn. Mr. William J. Ten Hoet, advocaat en
procureur te Amsterdam, heeft zich zijne belangen
aangetrokken. Wat de juffrouw betreft, deze is in
de laatste dagen minder wel en onder geneeskundige
behandeling. Zij is nog altijd te Rotterdam in ar
rest en wordt geheel op de gewone wijze verpleegd.
Tot nog toe gaf zij geen verlangen naar ander
voedsel dan de gewone kost der gevangenen. Naar
het Rott. Nbl. verneemt, is het alleen het onregel
matig toevloeien der schatten, die de juffrouw een
tijdlang in verlegenheid brengt, welke verlegenheid
zij zich volstrekt niet aantrekt, daar zij volkomen
gerust is dat zij weldra weder in overvloed van
geld zal wezen en dan al hare verplichtingen denkt
te voldoen, Tot heden blijft het een raadsel van
waar zij haar geld heeft, zelfs do justitie slaagde
er nog niet in de oplossing van dat raadsel te weten
te bomen.
De koffiehuishouder S., wonende
aan de Binnenrotte te Rotterdam, heeft zich door
ophanging van het leven beroofd. De reden tot deze
wanhopige daad moet volgens het gerucht hierin
bestaan, dat S., die op het oogenblik geen geld
disponibel had, 53 moest betalen. Hij had aan
den schuldeischer uitstel van betaling gevraagd,
maar deze was daartoe niet te bewegen en had een
vervolging tegen hem ingesteld. S. had zich dit zoo
aangetrokken dat hij zich in een onbewaakt oogen
blik op de bovenkamer het leven benam. De zelf
moordenaar laat volgens het R. Nbl. een vrouw met
vier jeugdige kinderen achter.
De commissie voor de koloniale en in-
dustrieele tentoonstelling, in het volgende jaar te
Amsterdam te houden, heeft een onderzoek ingesteld
naar het beschikbaar getal logeerplaatsen in de
hotels voor de fatsoenlijke standen, en het is haar
gebleken dat in geheel Amsterdam in de logementen
lste, 2de en 3de klasse niet meer dan 900 personen
kunnen worden geborgen, - reden, waarom men
heeft besloten tot de oprichting van een tijdelijk
logement even buiten Amsterdam voor de fatsoenlijke
klassen der maatschappij.
Pieter Cok, die in de vorige week
voor het gerechtshof te Amsterdam terechtstond
wegens poging tot moord op zijn meisje, is tot een
tuchthuisstraf van vijf jaren veroordeeld.
In een kamertjevanhetrivierbad
te Arnhem i3 het lijk van een ingezetene govonden,
die sinds een dag was vermist. De man schijnt bij
het baden door een beroerte getroffen te zijn.
De kanonnier Zweers, die onlangs in
het kamp bij Oldebroek op zoo treurige wijze ver
wond werd, is in het hospitaal te Kampen aan de
gevolgen dier verwonding overleden.
Te Grijpskerk is do bliksem geslagon
in de woning van een boer, nadat deze pas uit de
kerk was teruggekeerd. Alles is door het vuur ver
nield. Eenige weken geleden waren van denzelfden
boer een paard en een koe in de weide door den
bliksem doodgeslagen. De man had geen bliksem
afleider op zijn woning, en niets was tegen brand
schade verzekerd.
Door twee rijksveldwachters isgevan-
kelijk te Arnhem binnengebracht zekere A. V., ver
dacht van doodslag op den veldwachter Kraayen-
brink, te Steenderen. Deze moord wordt in verband
gebracht met de betrapping van een wildstrooper
laatstleden Zaterdag-avond, toen de vermomde veld
wachter was uitgegaan op stroopers. Dien avond
omstreeks 8 uren werd een schot gehoord, denkelijk
van den strooper, die daarna den veldwachter met een
kolfslag tegen het hoofd heeft gedood. Het lijk lag
in een konijnengat verborgen, in akkermaalshout.
Het werd gevonden deerlijk misvormd, met gekneus-
den schedel en het aangezicht met gestooten en ge
sneden wonden bedekt, terwijl zijn zakboekje en hor
loge op het lijk aanwezig, doch zijn revolver en stok
verdwenen waren. In de woning van den vermoede-
lijken moordenaar is een mot bloed bevlekt kleeding-
stuk gevonden. De verslagene was een oppassend
jongmensch, slechts 29 jaren oud en zeer ijverig in
zijne betrekking.
Bij Montpellier is op de rails gevonden
hot lijk van een man, wiens schedel was verbrij
zeld. Men vond een brief bij hem, waarin hij hem,
die zijn lijk vond, verzocht aan zijn broeder, Louis
Lerda, die te Nizza woont, te berichten, dat hij
zich den dood had gegeven wegens een ongenees
lijke ziekte, die hem het leven ondraaglijk maakte.
De ongelukkige heette Jean Baptiste Lerda en was
40 jaar oud.
Te Béziers is del5-jarigeThérèseBer-
trand verbrand. Zij ging een trap op, terwijl zij in
de eone hand een brandende petroleumlamp hield,
in de andere een flesckje spiritus; zij gleed uit
en viel: do flesch brak en de spiritus vatte vlam.
De vlammen deelden zich aan de kleoren van het
meisje mede, dat vreoselijke brandwonden bekwam
toen or hulp kwam opdagen, was het te laat om
haar te redden. Zij bezweek na een hevig lijden.
Een oud echtpaar, te Berlijn woonach
tig, had voor eenige dagen het plan gevormd zich
in het Grünewald van het leven te berooven. De
levensmoede echtelingen gingen naar een afgelegen
plekje, dicht bij Pichelsberg en sneden zich daar de
polsaderen van beide handen door. Na vijfmiouten
was de man een lijk, doch de vrouw bleef, ondanks
het sterke bloedverlies, in leven. Twee dagen bleef
zij bij het lijk van haar man zitten; toen werd zij
door den honger en ook door het besef dat zij zoo
toch niet sterven zou, voortgedreven. Ze klopte bij
den houtvester van Pichelsberg aan en door diens
bemiddeling werd zij naar Berlijn, naar haar zoon
gebracht. Als oorzaak voor de vreeselijke daad gaf
zij op, dat zo haar huisbaas 400 M. schuldig was
en niet meer kunnende betalen, gevaar liep van op
straat te worden gezet. En dat kon zij niet over
leven al 8 ze bedacht dat zij vroeger eigendommen
had bezeten en dat haar acht kinderen allen in zeer
goeden welstand leefden!
De „Deutsche Reichsz." vestigt er
de aandacht op hoe den 19den Aug. 11. meer dan
1000 pelgrims voor Kovelaer, die allen rotourbil-
jetten 3de klasse betaald hadden, in een extra-trein
van.26 beestenwagens vervoerd werden. Het
is opvallend, voegt het blad er bij, dat men bij
oxtra-treinen voor turners, zangers of leden van
vereenigingen nooit van deze voertuigen gebruik
maakt, terwijl dit bij pelgrimstochten herhaaldelijk
het geval is. Daarom geeft het blad aan de pel
grims den raad, bij do bestelling van extra-treinen
schriftelijk al de voordeeleu te bedingen, die aan
andere reisgezelschappen worden toegestaan; want
het schijnt dat de Pruisische spoorwegbeambten geen
onderscheid maken tusschen eerzame bedevaartgan
gers en redeloos vee.
Omstreeks een jaar geledon deed
zekere heer Morhardt een uitstapje in de bergen
van Neuchatol. Den I5den Augustus ging hij van
Fleurier naar St.-Croix en sedert heeft men niets
meer van hem gehoord, ofschoon men dagen laDg
naar hem zocht. Eenige dagen geleden echter heeft
men een doodshoofd en eenige beenderen gevonden
aan den voet eener steilte tusschen Butters en
St.-Croix, met een zakdoek, dat geen twijfel over
liet of men had het stoffelijk overschot van Mor
hardt voor zich.
Te Brussel is weder een moord gepleegd.
Een schrijnwerker, zekere Vingerhoets, beeft zijne
tante, bij welke hij inwoonde, zoodanig met een
hamer op het hoofd geslagen, dat het als 't ware
vermorzeld was. Vingerhoets is een slecht sujet,
die reeds meer met de justitie heeft kennis gemaakt
wegens diefstal, wat ook hier de aanleidende oor
zaak schijnt te zijn geweest.
Te Parijs heeft men twee personen in
hechtenis genomen, behoorende tot eene bende, welke
zich op het stelen van paarden en rijtuigen toelegt.
De hoofdman, die zich voor een graaf uitgeeft, pleegt
bij dezen of genen stalhouder eene equipage te
huren, die naar een opgegeven huis gezonden en
door bedienden in livrei in ontvangst genomen
wordt. Nauwelijks is de koetsier heengegaan, of de
gewaande lakeien gaan paarden en rijtuig verkoopen.
Onlangs stierf te Parijs zekere mevr.
H., wier woning door hare erfgenamen in bezit
werd genomen. Eene dienstbode, achter eene kast
eene rol papier vindende, verkocht dit met meer
oud papier aan een spekslager. Deze, eenige dagen
later het papier gebruikende om wat worst in te
pakken, ontdekte dat er effecten onder waren en
bracht die naar de politie. De erfgenamen, van de
zaak hoorende, eischten de effecten op als behoo
rende tot de nalatenschap, doch de stukken, eene
waarde van 70,000 fr. vertegenwoordigende, werden
door het gerecht in beslag genomen. Zij bleken
eenige jaren geleden gestolen te zijn.
Te Benficklin (Texas) zijn 40 personen'
verdronken ten gevolge van oen overstrooming,
veroorzaakt door een hoos.
Voor eene Londensche rechtbank werd
als verzachtende omstandigheid, ten behoeve vanl
iemand, welke zijne vrouw geslagen had, gepleit:!
„verslapping der hersenen." De „Puuch" meent dat|
hier eer te denken viel aan „verharding des harten."'
Goed bescheid. - Een kaalhoofdig spot
ter stak den gek met een ander kaalhoofdige, om
dat deze een pruik droeg. „Gij ziet", sprak hij ten
slotte, „hoe kaal ik ben, 'tkomt echter niet in mijn
brein op een pruik te dragen. - „Dat wil ik gaarne
gelooven", antwoordde de pruikendrager, „een leege
schuur heeft geen dak noodig."
BUITENLAND.
Frankrijk.
In den gisteren op het Elysée gehouden minister
raad kondigde de president der Republiek aan dat
hij morgen naar de Jura zal vertrekken. De heer
Duclerc deelde mede dat de berichten uit Syrië
gunstiger luiden. Vorder zeide hij dat al de Tunesi
sche stammen, die naar Tripoli gevlucht waren, den
„aman" hebben gekregen en naar hunne woonplaatsen
terugkeeren.
De Raad besloot een Fransch comité voor de ten
toonstelling te Amsterdam te benoemen.
Dank zij wederzijdschen concession van patroons
en voerlieden is de werkstaking der karrevoerders
to Marseille geëindigd. Overal is het werk hervat.
Qroot-BritfinnlS.
Eene depeche van generaal Wolseley uit Car-
cassin meldt dat de Engelschen eergisteravond wer
den aangevallen door acht bataljons Arabieren, met
twaalf kanonnen. De Engelschen hadden slechts
drie en een half bataljon met eene afdeeling ruiterij
en vijf kanonnen, later versterkt door nog een
bataljon. Zij tastten den vijand in het front aan,
terwijl hunne ruiterij hem in de flank bestookte.
Een groot aantal vijanden werden gedood. Arabi
was op het slagveld tegenwoordig. De ruiterij slaagde
er niet in de vijandelijke kanonnen te vermeesteren,
uithoofde van de duisternis. De vijand trok er des
nachts mee terug, doch liet al zijn munitie achter.
De verliezen der Engelschen zijn: gesneuveld, een
chirurgijn-majoor, een onderofficier en zes artille
risten; gekwetst: vijf officieren en 56 man.
Naar men uit Philadelphia seint, zijn Britsche
agenten bezig om in Pennsylvanië en Ohio muil
dieren voor het Engelsche leger in Egypte op te
koopen. De „Castalia" zal eerlang met eone geheele
lading Nieuw-York verlaten.
Reeds is melding gemaakt van ongeregeld
heden tusschen Hindoes en Mahomedanen te Salem,
in Madras. Van de plaats zelve wordt door iemand,
die met twee anderen naar den trein reed en door
de volksmenigte eerst bij het opdagen der troepen
heen kon komen, het volgende geschreven„"Wij
reden door en zagen schrikkelijke dingeD. Ik kan
nauwelijks gelooven dat de gruwelen in Bulgarije
sommige daarvan zouden te boven gaan. Een Muzel-
mansch kinderlijk lag daar, van de armen beroofd
en de ingewanden kwamen, ten gevolge van een bijl-
houw, te voorschijn. Een weinig verder kwamen wij
rompen van Mahomedaansche mannen en vrouwen
langs. Aan allo kanten lagen lijken en de huizen
stonden in brand. De voornaamste moskee was bijna
met den grond gelijk gemaakt, de rijke sieraden en
kandelabres waren vernield. In de putten lagen
doode varkens en lijken van Mahomedaansche kin
deren dooreen geworpen."
Volgens de Calcuttasche berichtgever der „Times",
is het voorgevallene uitsluitend aan godsdiensthaat
te wijten. De Mahomedanen maken slechts een
twaalfde gedeelte der bevolking uit en de Hindoo
schijnen geheel en al de aanvallende partij geweest
te zijn. Natuurlijk heeft de zaak overal onder do
Mahomedanen groote gisting gewekt en men vreesde,
dat zonder onverwijlde krachtdadige maatregelen in
tal van andere steden onlusten zouden plaats heb
ben. - Te Salem deden de troepen nog voortdurend
de ronde door de straten.
Tui'liije.
Do Grieksche troepen, die de betwiste plaats
Karalikderven wilden innemen, zijn door Rachid-
pacha met gevoelige verliezen afgeslagen. De Turken
verloren acht gesneuvelden.