KOLONIËN.
BATAVIA, 24 Juni.
Heden hebben wij omtrent het op Zaterdag 10
Juni 11. te Oleh-leh voorgevallene eindelijk monde
linge berichten van personen, die daar op dien datum
op de plaats vertoefden. (De schriftelijke, welke de
aangekomen boot waarschijnlijk medebracht, zijn nog
niet in ons bezit.) Die mondelinge mededeelingen
komen in 't kort op het volgende neer: Op Zaterdag
nacht den lOden Juni, ongeveer tegen 12 uren,
hoorden de heeren, die te Oleh-leh in de sociëteit
hun partijtje zaten te maken, plotseling schieten.
Ieder sprong op, daar dit op Atjeh anders zeer
gewoon geluid te Oleh-leh ongewoon is. De officieren
snelden naar huis en eenigen brachten hunne vrou
wen en kinderen naar het kampement. Do haven
meester en de schout, die dicht aan den oever wonen,
brachten hunne vrouwen zelfs op de daar liggende
kruisboot. Doch spoedig bleek het een zaak van
geringe beteekenis te zijn. Een tachtigtal bergbe
woners hadden een aanval gewaagd op de in do
nabijheid gelegen Passer Atjeh, door inlandsche
handelaren en Chineezen bewoond. Daarbij waren
3 man gedood en 4 gekwetst en toen de aanvallers
een paar duizend dollars bemachtigd hadden, trokken
zy af. Hoe weinig lust zij hadden om werkelijk
onzen post aan te vallen, blykt hieruit dat zy op de
brug, die de verbinding uitmaakt, een bende hadden
geplaatst en zich zoodra mogelyk uit de voeten
hebben gemaakt. Maandag rukten 2 bataljons uit
en keerden Dinsdag terug zonder iets gevonden te
hebben. "Woensdag weder en Donderdag terug. Van
de aanvallers geen spoor. Het eenige wat zij vingen,
waren twee deserteurs, een sergeant en een soldaat,
hun door een Afjeher uitgeleverd, om de premie
van 1000 dollars te verdienen. Deze deserteurs
zagen er ellendig uit. Volgens hun zeggen waren
2 andere gesneuveld en lagen 2 cavaleristen ziek
van de besnydenis. Java-Bode
Door den minister van koloniën is het verlof
naar Nederland, verleend aan den ambtenaar J. Frö-
lich, laatstelijk commies der derde klasse bij den
post- en telegraafdienst, aan den majoor der inf.
J. Rövenkamp, aan den kapt.-kwartiermeester J. P.
M. Van Hengel en aan den 2den luit. der inf.
A. Nijenhuis verlengd voor den tyd van zes maan
den, en dat aau den ambtenaar Ch. Knaud, laat
stelijk lste commies op het residentie-kantoor te
Bandong (Preanger-Regentschappen) nader met zes
maanden.
Het „Bat. Handbl." verspreidt heden het volgend
telegram uit Penang, dd. 23 JuniPoeloe Bras is
Liaandag aangevallen, twaalf ongevallen. Dinsdag
versterking ontvangen. Naar men bericht (heeft)
Cohen (de deserteur) een groot leger nabij Oleh-leh
gebracht, met het doel den Kraton af te snijden.
Duizend Pedireezen zijn de grenzen overgetrokken.
Blijkens de officiëele cholera-rapporten zijn in de
residentie Sumatra's Westkust op 13 Juni aan die
ziekte overleden 8 inlanders en Europeanen, in de
res. Batavia op 19 en 20 Juni 18 en in de res
Sumatra's Oostkust van 21 tot 31 Mei 227 inlanders.
Door den goovemeur-generaal van Ned.-Indië xijn de vol-
geode beschikkingen genomen:
Civiel Departement. Ontslagen: Uit 's lands dienst
de deurwaarder bij den landraad der stad eu voorsleden van
Batavia P. H. Strnwer.
V ergund: Aan rar. A. J. A. KollraaDn, met dispensatie
van het bepaalde bij artikel 11 van het reglement op de rechter
lijke reorganisatie en het beleid der justitie in Nederlandsch-Indie
om, terwijl zijn zwager mr. W. J. W. A. Von Schmidt anf
Altenstadt officier van justitie is bij den raad van justitie te Sa-
marang, substituut officier van justitie bij dit collegie te zijn.
Ontslagen: Bij de Kamers van Koophandel en Nijverheid
te Batavia op verzoek eervol als lid Mr. N. P. Van den Berg,
onder dankbetuiging voor de door hem als zoodanig betvezen
diensten. Bij de idem te Makassar (Celebes en onderhoorigheden)
op verzoek eervol wegens vertrek als lid C. Van Stolk, onder
daokbetuiging voor de door hem als zoodanig bewezen diensten.
Benoemd: Tot lid F. A. Scharpff, lid van de firma W.
P. Ledeboer en Co. aldaar; tot opziener over den wagenmakers-
en kuiperswinkel bij den artillerie-constructiewinkel te Soerabaia,
dc ambtenaar op non-activiteit F. A. Van Heivoort, laatstelijk
onderopziener over die werkplaatsen.
Overgeplaatst: De kapt. der inf. H. E. Muniks De
Joogh als chef van den staf der 3de afdeeling op Java te Soerabaia.
Geplaatst: De kapt. der inf. D. P. T. Van Vlierden te
Padang; de lste luita. der inf. A. Berends te Makassar en H.
C. A. Neeteson te Soerabaia en de 2de luit. der iuf. J. H. P.
Vuu Aken te Samarang.
Gemeenteraad.
In de hedennamiddag gehouden gemeenteraads
zitting waren tegenwoordig de heeren De Kanter,
voorzitter, De Fremery, Hartevelt, Bredius, Juta,
Yan Dissel, Land. Dercksen, Le Poole, Vers ter,
Du Rieu, Donner, Knappert, Quant, Bool, Driessen
en Yan Wensen. Afwezig met kennisgeving de heer
Zaalberg.
Door den Yoorzitter werd medegedeeld dat een
dispositie van Gedeputeerde Staten was ingekomen
houdende goedkeuring van de raadsbesluiten tot
verhooging der gemeentebegrooting met f 125,000
en tot aankoop der 3 woonhuizen bij de school van
den heer Yan Wijk. Yan don minister van binnen-
landsche zaken was bericht ontvangen dat door hem
voor de hoogere burgerschool voor meisjes alhier
een subsidie van f 5000 in plaats van eene van
f 4000 zal worden aangevraagd; alsmede van de
heeren Yerkerk c. s. te Nijmegen een verzoek om
vergunning tot den aanleg vaü telephonische gelei
dingen binnen deze gemeente, en van baron Yan Pal-
landt te Warmond een verzoek tot bekoming van
boschgrond lang3 de Haarlemmertrekvaart.
Benoemd werdentot derden onderwyzer aan de
school 3de kl. N°. 2 J. P. Lancel, tot onderwijzeres
in de vrouwelijke handwerken aan de Herhalings
school mej. C. C. Niemeyer en tot leeraar in de
wis-, natuur- en werktuigkunde aan de gemeente-
mstollingen voor hooger- en middelbaar onderwijs dr.
B. J. Goossens te Amersfoort, nadat aan dr. J. Cam-
pert op zyn verzoek als zoodanig bij acclamatie
eervol ontslag was verleend, gelijk dat ook ge
schiedde aan P. De Jong als 2de onderwijzer aan
de school der 3de kl. N°. 1, aan mej. L. Kuylals
2de onderwijzeres aan de Meisjesschool 2de kl. en
aan mevr. Kopposchaar geb. Easing a.s lid van het
college van vrouwen-kraam moeders.
Guostig beschikt werdop het verzoek van
J. Smit om een kolk te leggen naar de Uiterstegracht;
op de voordracht tot het doen opmaken van alpha-
betische registers op de oude trouw- en doopboe
ken, waarvan de kosten geraamd worden op 2000;
op bet voorstel tot wijziging van de vergunning
in zake den aanleg en de exploitatie van den
stoomtram LeidenKatwijk (zie L. D. Yan 13 Juli);
op het verzoek van J. J. Groen om een stoep te
leggen in de Pieterskerkkoorsteegop het verzoek
J der Holl. Spoorweg-maatschappij tot het vestigen
I van een erfdienstbaarheid van weg op het Raam-
i land onder Leiderdorp; op de voordracht betrek-
i kelijk de jacht op waterwild in de Yroonwateren
j (door den heer Verster werd hierbij de weasch
j uitgesproken dat dergelijke voorstellen wat vroe
ger bij den Raad mochten worden ingediend, zoo
dat hij niet voor een fait accompli komt te staan)
alsmede op het verzoek van het bestuur der Konink
lijke Nederlandsehe Grofsmederij ter bekoming van
een gedeelte dor Binnenvostgracht, mits het water
profiel na de aanplemping dezelfde zij als daarvóór;
doch afwijzend op een zelfde verzoek van de wed.
J. W. Speet.
Zonder hoofdelijke stemming werd goedgekeurd
de suppletoire staat van begrooting en staat van
af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1881,
van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinder
huis, en met algemeene stemmon de rekening van
het Evang. Luthersch Wees- en Oudeliedonhuis,
dienst 1881.
Ten aanzien van de voordracht tot benoeming
voor onbepaalden tijd van de stads-genees- en
heelkundigen werd met 16 tegen 1 stem besloteD
vóór de benoeming het advies van de armbesturen
niet meer in te winnen, en met 9 tegen 8 stemmon
op voorstel van den heer Donner, om de tegen
woordige wijze van benoemen te bestendigen, nl.
telkens voor den tijd van drie jaar.
Na het door de commissie van fabricage en don
gemeente-veearts uitgebracht afwijzend advies op
het verzoek van besturen en afdoelingen der Maat
schappij van Landbouw voor eene beplanting der
Beestenmarkt (die z. i. toch ook als deskundigen
in deze zaak kunnen worden aangomerkt) stelde de
heer Quant voor een besluit in deze thans aan te
houden, maar alsnog een nader onderzoek te doen
instellen, óók hoe elders waar belangrijke vee
markten worden gehouden, deze zijn ingericht. Met
15 tegen 2 stemmen werd dien overeenkomstig
besloten.
Naar aanleiding van een amendement van den
heer Du Rieu vereenigde de Raad er zich met 9
tegen 8 stemmen mede dat voor het bergen van
diepgoed voorloopig tot de aanplemping van een
gedeelte van den Heerensingel zal worden over
gegaan, maar dat omtrent die van den Zijlsingel met
het oog op de drukke scheepvaart aldaar een nader
onderzoek zal plaats hebben.
Aangezien er van de 17 aanwezige leden 4 lid
van het bestuur van het Stedelijk Werkhuis zijn en
deze aan de stemming niet mogen deelnemen, zoc-
dat het overblijvende getal van 13 te klein was
om besluiten te kunnen nemen, moest de rekening
van deze iurichting tot een volgende vergadering
blijven liggen.
Ten slotte werd door den Yoorzitter medege
deeld dat a. s. Maandag-middag om 2 uren op
nieuw een vergadering zal worden gehouden, ter
behandeling van een voorstel betreffende de geld-
leening.
BUITENLAND.
Frankrijk.
President Gróvy vereenigde gisterochtend op het
Elysóe de ministers Eillot, Jaureguiberry, Yarroy,
Cochery, Nahy en Tirard, allen met de technische
portefeuilles in het aftredende Kabinet belast, om
hun te verzoeken eene portefeuille in de nieuwe
combinatie te behouden. De heer Varroy zou die
van financiën aanvaardende heer Sodi Carnot die
van openbare werken; de heer Tissot of de heer
Courcel die van buitenlandsche zaken. De president
van het nieuwe ministerie wordt nog niet genoemd;
de heer Duclerc is nog niet op het Elysóe ontboden.
Do heer Hayter zeide gisteravond in het Lager
huis dat de regesring geenerlei bevestiging ontvan
gen had van het geruoht als zou eene Engelsche
compagnie in Egypte op do vlucht geslagen zijn.
Generaal sir Garnet Wolseley is gistermiddag
met cavalerie en troepen van de garde aan boord
van de stoomboot „Calabria" gogaan om naar Egypte
te vertrekken.
Eg-ypte-
Het Fransche pantserschip „Alma" is van
Port-Saïd naar den Piraeus vertrokken; het trans
portschip „Sarthe" brengt do mariniers naar Frank
rijk terug. Engelsche schepen houden het kanaal
sterk bezet, zoowel te Port-Saïd als te Ismaïla en
te Suez. Men verwacht weldra de ontscheping van
troepen te Ismaïla. Alle Europeanen hebben Suez
verlaten. De veiligheid langs het kanaal laat niets
te wenschen over. Verontrustende berichten omtrent
de Bedouïonen worden ongegrond genoemd.
Telegrammen.
KONSTANTINOPEL, 2 Augustus. Naar men ver
zekert, is de terugkomst van Rusland bij de con
ferentie te danken aan de geruststellende ophelde
ringen door Engeland gegeven. In de Russische cir
culaire, betreffende hot niot -verder deelnemen aan
j de conferentie, was geconstateerd dat Rusland, hoe
wel geen belang bij Egypte hebbende, de uitnoodr-
i ging zich ter conferentie te laten vertegenwoordigen
had aangenomen in het belang van den vrede van
Europa, maar meende zich te moeten verwijderen
I zoodra Engeland begon te handelen buiten de gren-
zen voor haren werkkring aangewezen. De heer
I Onou, de gezant, had, toen hij Ruslands uittreden
aankondigde, zooveel vriendschap voor Turkije aan
den dag gelegd, dat de Porte kon vragen dat Rus-
land een beter bewijs van deze vriendschap zon
geven door lid der conferentie te blijven, dan door
l heen te gaan. Ter zitting van heden hebben Onou,
i Saïd-pacha en lord Dufferin belangrijke verklaringen
afgelegd.
i Lord Dufferin gaf eene opheldering van Euge-
I lands handeling, en verklaarde „dat het de forten
van Alexandrië vernield had als maatregel van
zelfverdediging, en dat alles wat sedert geschied
1 is door den drang der omstandigheden geboden
werd. Er was force majeure. Engelands eenig doel
is het verzekeren van de vrije vaart op het kanaal
en het herstel van het gezag van den khedive, met
voorbehoud van de volle vrijheid van handelen
naar gelang dat de gebeurtenissen dit mochten
i noodig maken. Engeland zal de medewerking aan
nemen van elke mogendheid, welke bereid zal zijn
ze te verleenen. Wij nemen ook den vriendschap-
pelijken bijstand van den sultan aan, en zijn tevre
den als wij uit de onzekerheid geraken ten opzichte
van de ware bedoelingen van den sultaneene on
zekerheid, welke voornamelijk ontstaan is door het
verleenen van een ridderorde aan Arabi; maar wij
eischen en blijven eischen eene proclamatie van de
Porte, waarbij Tewfik als khedive erkend en Arabi
tot rebel verklaard wordt."
Door den Tarkschen gevolmachtigde werd hierop
geantwoord dat het beweren, volgens hetwelk de
Porte werkeloos zou zijn gebleven, ongegrond is.
De Porte toch is, na ontvangst van de identieke
nota, bij de conferentie toegetreden, en zendt troepen.
De door haar afgelegde verklaring heeft de mogend
heden bevredigd. De houding, welke Engeland thans
aanneemt, door de komst en de medewerking van
de troepen afhankelijk te stellen van de verklaring
dat Arabi is een rebel, strookt volstrekt niet met