het ophalen van een drenkeling is ons althans niets tor ooren gekomen. De regen bleef ook achterwege; trouwens hij behoefde de politie niet ter hulpe te komen; deze moet het bovendien gedurende de ge- heele week erg gemakkelijk gehad hebben. In menig opzicht is mede gebleken dat van inkrimping der kermis hier geen sprake kan zijn. Zelfs wa3 door den burgemeester ditmaal behalve aan die op de Roïne ook aan tenten en spellen op de Beesten- en Lammerenmarkten de vergunning toegestaan om gis teren, Zondag-avond, voorstellingen te geven of publiek te ontvangen, waarvan dan ook nog een vrij druk gebruik gemaakt werd. Bij een onzer ingezetenen staan een appel- en een pereboom voor de tweede maal dit jaar in bloei. Voor eenige dagen zijn bij hetafgraven van het zoogenaamde Paasch-duin te Katwijk a/d. Rijn een drietal geheel gave kruikjes gevonden. Men vond ze ongeveer op 30 meiör diepte in oene humushoudende aardlaag, vermoedelijk vroegere teel- of boschgrond. Wederom is een werkman aan de stoom- oliefabriek der heeron Dros en Hoogeveen te Alphen het slachtoffer geworden van onvoorzichtigheid. Hij geraakte met zijn hand beklemd tusschen het rader werk eener machine en werd deerlijk gewond. De man is naar het ziekenhuis te Leiden vervoerd, waar men hoopt zijn hand te kunnen genezen, al moeten ook een of meer vingers worden afgezet. Het 6-jarig zoontje van A. Vermist, wonende F. F. Ringdijk, werd Vrijdag-middag om streeks halfdrio vermist, en 's avonds te acht uren levenloos uit de Ringvaart van do Haarlemmermeer opgehaald. Dat de aan staande verplaatsing van het station te Delft niet voor al de ingozetenen aldaar bepaald onvoordeelig is, kan uit het volgende blij ken. Indertijd werd door den beer R. een huis met een- stuk tuingrond gekocht voor tien- a twaalfdui zend gulden. Hij verkocht later eon gedeelte van den grond aan do gemeente, die daarop een openbare school zal plaatsen, voor hetzelfde bedrag, dat bij voor het geheel had gegeven. Inmiddels kwam bij d9 administratie van de Holl. IJzeren-Spoorwegmaat schappij het plan tot verplaatsing van het station aan de orde, en nu verkocht de heer R. zijn huis met het overige van den grond aan genoemdo maat schappij voor achtentwintigduizend gulden. Marie Véron, de jonge vrouw in het hospitaal Beaujon te Pary3, verdween in 1875 uit Meau en was sedert dieu niet meer gezien. Men vond haar, zooals reeds is medegedeeld, op straat slapende; ze had een rozenkrans bij zich met twee medailles. De slaapster is nu in zooverre wakker dat zij alleen kan eten; spreken doet ze ternau wernood; een gesmoord „oui" is bijna het eenige wat uit haar te krijgen is. De „Revue astronomique" vanFlam- marion geeft teekeningen van rechtlijnige kanalen, die Schiaparelli op de planeet Mars zou hebben ont dekt, kanalen van 1000 a 15,000 kilometer lengte. Do Engelsche sterrenkundige Proctor denkt dat zij het werk zijn van menschenhanden. Yoor de derde maal in één week brak er brand uit te Exeter; de laatste veroorzaakte een schade van 600,000. In de drie gevallen was de oorzaak onbekend. Uit een brief, die aan al de hooge- scholen, de zoogenoemde Colleges, in de Yereenigde Staten dezer dagen gezonden is, blijkt dat de doctors titel in de wijsbegeerte zeer lichtvaardig in het land der vrijheid verleend wordt. Van 1872 tot 1879 immors zijn er, door negen en zeventig verschillende „Colleges", 845 personen tot doctor in de wijsbe geerte en letteren gemaakt, van welke even de helft, 175, een doctoraal examen hadden ondergaan. Men geeft dien titel „eershalve", en weldra treedt het grootste deel dezer eere-doctoren als gewone leeraars op. Aan deze misbruiken, die ook bij het doctoraat in de wis- en natuurkunde zijn ingeslopen, wenscht men dat een einde kome; vandaar een beroep op het rechtsgevoel en den wetenscbappehjken zin van de bestuurders dier Colleges, opdat zij spaar zamer met hunne eerbewijzen mogen omgaan. INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur, In een der laatste nummers van uw geacht Dag blad releveert een wandelaar weder de quaestie van de demping der Leidsche Vaarsloot. Die quaestio schijnt eene blijvende te zullen worden en toch was ze, met eenigen goeden wil, zoo spoedig uit den weg te ruimen. De geheele zaak is alleen eene quaestie van het „Dein und Mein", tusschen Leiden en Oegstgeest, waarbij echter geen van beiden eenig stoffelijk be lang heeft. Laat ik u beider beweren - voor zoover mij be kend - mededeelen: Aan Schout en Croosheemraden der Yrye Heer- lyckheeden van Oegstgeest ende Poelgeest werd in 1687 door het Hoogheemraadschap van Rijnland consent verleend tot het schieten van die vaarsloot, geleegen bij den Leyderwegh heenen buiten de Rhyns- burgerpoort der stad Legden, streckcnde van de zelve §tads-Or»gol aff tot aan de Gebuurte ge- naemt de Vijffhuisen in Oegstgeest en in 1688 tot het verhoefslagen van dezelve. In 1715 werd weder door genoemd Hoogheem raadschap aan Schout, Ambachtsbowaarders en Croosheemraden der Vrye Heerlyckheid vau Oegst geest en Poelgeest, consent verleend tot het diepen van gemeld vaarwater, alsmede in 1754. De reke ningen en de gedrukte publication berusten nog in het archief dier gemeente. Bij de opheffing der ambachten, een tiental jaren geledon, is bij overeenkomst met het Hoogheem raadschap van Rijnland het onderhoud van gezegde vaarsloot met alle persoonlijke en zakelijke rechten aan de gemeente Oegstgeest voor eene som van f 1000 overgedragen. Die vaarsloot van af het gewezen sluisje in den Singel tot in de Leidsche Buurt te Oegstgeest is sedert de 17do eeuw altijd in Schouw geweest en gebleven bij Oegstgeest, en Leiden beeft niet alleen lijk daarover Dooit eenig beheer govoerd, maar zelfs op aanwijzing van Schout en Croosheemraden van het Ambacht Oegstgeest, genoemd sluisje her steld of de modder of steenen vóór of van den drempel weggeruimd, zoo dit bij de de schouw nood zakelijk bleek. Bij de bouwing van de huizon langs den Stations weg, door de HH. Brouwer c. s. werd aan Oegstgeest en niet aan Leiden machtiging gevraagd tot afdam ming der vaarsloot en tot het leggen der bruggen, ja, zelfs tot demping. De gemeente Leiden heeft zich nooit daarmede bemoeid, zich daartegen ver zet of daarvoor een ceut uitgegeven. Eerst sedert een paar jaar wordt dit recht door Leiden betwist en waarom? Honni soit qui mal y pense! Leiden grondt, zoo ik hoor, zijn eigendomsrecht voornamelijk op de scheiding, welke in 1833 tnsscben beide gemeenten is tot stand gekomen. Ofschoon thans bij de Gemeentewet is bepaald, dat bij verandering van do grenzen eener gemeente, de werken, gelegen in het gedoelto dat aan de gemeente wordt toegevoegd, in onderhoud bij die gemeente komen, rijst de vraag of deze bepaling ook reeds in 1833 bestond, en, zoo ja, of dan het Ambachtsbestuur van Oegstgeest en Poelgeest, een geheel zelfstandig lichaam en onafhankelijk van de gemeente, zijn eigendomsrecht op die vaart verloor? De gemeente Oegstgeest heeft bij het blijven be staan van het besproken gedeelte dier vaart geen belang, nu zij aan de H. IJ.-S.-M. vergund heeft het gedeelte vóór het stationsterrein te dempen. Zij wenscht echter als eigenares in die demping te worden gekendLeiden schijnt daartoe te hooghartig te zijn! Oegstgeest kan geen verlof tot dempen geven, aangezien Leiden pretendeert het eigendoms recht te hebbeD. Heeft het dat recht, dat het dan dat uitoefene! Of vreest het voor de gevolgen van een proces, evenals met Alkemade, dat nogal eene tamelijke som heeft gekost? Oegstgeest heeft bij de demping geen belang, doch kan de machtiging daartoe niet verleenen, indien het in geen conflict met Leiden wil komen, dat zich eigenares verklaart! Leiden heeft bij die demping groot belang èn om een fraaieren toegang tot de stad te verkrijgen èn om de ellendige uitdamping aan hare ingezetenen te besparen, doch verleent die machtiging ook niet, en vermoedelijk wel, omdat Oegstgeest verklaart eigenares te zijn! Is dit echter het eenig motief? Laten beide gemeenten toch als goede buren han delen Oegstgeest - ik weet dit - wil zich laten vinden Laat in deze door Leiden bet advies worden ge vraagd van zijn Raadslid professor Buys, zoo ge heel met Rijnland en vroegere toestanden bekend, en ik houd my overtuigd dat Oegstgeest zich aan diens uitspraak, zijne kennis, zijne nauwgezetheid en onkreukbare eerlijkheid en rechtvaardigheid ken nende, gaarne zal onderwerpen, en Leiden het zelfde doe! Uw bestendige lezer X. Geveilde pereeelon. Gehouden verlcooping aan den Burg alhier op Zaterdag 29 Juli, ten overstaan van den notaris "W. F. Kaiser: Een huis en erf aan de zuidzijde van de Haarlemmerstraat, aan den hoek van de Paardensteeg, No. 1, met uitgangen in de Schapen- steeg, Sectie H, No. 386, kooper de weled. heer M. Yiruly onder Zoeterwonde voor f 8600; een pakhuis en erf aan de oostzijde van de Bouwelouwe- steeg No. 12, Sectie H, No. 1776, kooper "W. Van Kampen q.q. voor f 575een perceel warmoeziersland met twee woonhuizen aan den Maresingel, onder de gemeente Leiderdorp, de huizon geteekend Z, Nos. 51 en 52, Sectie A, Nos. 370,371, 1532, 1533 en 1561, kooper B. Vliegenthart onder Oegstgeest, voor ƒ4290. BUITENLAND. Fraalcr^'jk. Bij het debat in do Kamer over de aanvraag van 9| millioen als Egyptisch krediet, welke de regee ring vorklaarde te handhaven, verzekerde de minis ter-president, de heer De Freycinet, dat do regeering geene interventie beoogde, maar alleen de boscbcr- miog van het Suezkanaal, welke politiek met En geland en de overige mogendheden was overeenge komen; 4000 man zullen voldoende zijn. Het is mogelijk dat de conferentie tot eene collectieve pro tectie van het kanaal besluit, maar niets zal ge daan worden zonder goedkeuring van bet Parlement (toejuiching van bet linkercentrum); de minister president deelde mede dat hij deze verklaring uit naam van het geheele Kabinet deed. Hij eindigde zijne rede mot een rechtstreeksch beroep op het vertrouwen der Kamer. Verscheidene leden bestreden het krediet en de huns inziens verwarde verklaringen der regeoring. De minister-president antwoordde met de voorlezing eener depeche van den Engelschen ambassadeur, waarin gezegd wordt dat de bescherming van het kanaal een eenvoudig vraagstuk is. Turkije nam do interventie aan, maar op voorwaarden, welke do conferentie niet zou inwilligen. Na eene rede van den heer Clémenceau tegen het krediet, werd het eerste artikel van het ont werp betrcffondo de aanvraag met 450 tegen 75 stemmen verworpen. Ten gevolge van deze stemming begaven de minis ters zich naar het Elysée, om hun ontslag aan te bieden. De president der republiek verzocht huD, zich met de zaken te blijven belasten, totdat een nieuw Kabinet zal zijn samengesteld. De heer Grévy hield gisioron eon conferentie met de presidenten van de Kamer en van den Senaat over den politieleen toestand. In de parlementaire kringen wordt gezegd dat de toestand ingewikkeld en moeielijk is. Men ziet in het votum van eergis teren het resultaat van coalitiën tusschen elkaar vijandige partijeD, veeleer dan juiste aanwijzingen omtrent de te volgen buitenlandscbe staatkunde, daar voorstanders en tegenstanders eener interventie in Egypte gelijkelijk tegen het Kabinet stemden. De crisis zal waarschijnlijk verscheiden dagen duren. Yelen gelooven dat eene ontbinding der Kamer in het volgend jaar onvermijdelijk is. ïü^vpte- Uit Alexandrië wordt van Zaterdag-avond gemeld dat gedurende den goheelen dag ontploffingen wer den gehoord, ten gevolge van het vernielen der kanonnen in de forten en der kruitdepots. Des avonds zijn afdeelingen der genie vertrokken, om het gedeelte spoorweg, bij Millaha, dat door de Arabieren vernield is, te herstellen. Turltije. De Duitsche zaakgelastigde te Konstantinopel, baron Hirschfeld, heeft uit Berlijn last ontvaDgen den sultan de afkondiging der proclamatie tegen Arabi aan te bevelen, die Engeland verlangt, ten einde met Engeland tot overeenstemming te geraken. Moukhtar-pacha neemt maatregelen om een expe ditiecorps van 20,000 man in achtereenvolgende detachementen naar Egypte te zenden. Sedert Donderdag heeft de conferentie geene officiëele zitting gehouden, omdat de heer Onou, de Russische gevolmachtigde, niet aanwezig was. Naar men zegt, zal hij de zitting niet bijwonen, vóórdat hij instruction per po3t ontvangen heeft. Bevelen zijn uit Konstantinopel gegeven voor het vertrek van 15,000 man naar Egypte, in deze week. Sandihon ia opnieuw naar de Yldiz-kiosk ge gaan, om het verzoek van lord Dufferin te herhalen dat de sultan in eeno proclamatie Arabi tot rebel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1882 | | pagina 2