LEIDSCÏÏ
DAGBLAD.
N°. 6883.
Woensdag 26 Juli.
A".
Avond-editie.
PBIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per po9La 1.40.
Afzonderlijke Nommere.a 0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PBIJS DEB ADVEBTENTIEJi:
Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17$.
Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor het incassee-
ren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend.
Dit Nommer bestaat uit TWEE BLADEN.
Eerste Blad.
Na het debat.
Nu liet besluit tot het stichten van H. B. S.
Toor Meisjes en Gymnasium op de Ruïne eenmaal
door den Raad is genomen, valt daarover niet meer
te redeneeren; het eenige, wat der ordelievende
burgerij overblijft, i9 berusten in de uitvoering:
dat is plicht.
Niemand echter zal zich verwonderen dat wij
aan het hoofd van ons blad terugkomen op de dis
cussie over het desbetreffende voorstel, nu het offi
cieel verslag van de raadszitting van 1 Juli voor
ons ligt.
In die zitting is veel geredeneerd over argumen
ten, met name de argumenten in het bekende adres
der 825. Het werd bestreden door andere argu
menten, maar welke! Reeds de eerste spreker -
wij kunnen uit den aard der zaak slechts hier en
daar een greep doen - opmerkende dat adressanten
de opvatting schijnen te zijn toegedaan dat de
Raad, niet genoeg lettende op de draagkracht der
ingezetenen, in zijn ijver om maar zooveel mogelijk
voor het onderwijs te doeD, gevaar loopt op wer
kelijk roekelooze wijze met de financiën der gemeente
om te gaan, laat tot bestrijding van die bewering
d9ze woorden volgen: „Tot deze opvatting nu meen
ik, dat vanwege dezen Gemeenteraad geen aanlei
ding is gegeven." Dat nu is een meening, geen
argument; alle bewijsgrond blijft uit. Toch werd
herhaaldelijk naar de rede van dien spreker ver
wezen, als ware daardoor het geheele adres ont
zenuwd. Zulke argumentaties zonder argument zijn
er verscheidene in het verslag aan te wijzen.
Overigens, waar werkelijk een weerlegging onmis
baar was, bleef het antwoord maar al te dikwijls
uit. Zoo b. v. op de opmerking van een geacht
raadslid, dat „wanneer B. en Ws. nu de kosten van
verbouwing (der localiteit op de Oude Vest) op
40,000 ramen, zij zich aan niet geringe overdrij
ving schuldig maken, omdat zij dan ook in rekening
brengen allerlei zeer belangrijke kosten, die toch
gemaakt zullen moeten worden, ook al vestigt men
de Meisjesschool elders."
Op de vraag naar specificatie, ook maar in hoofd
zaken, van de schrikbarend hooge som van ƒ10,000
voor meubilair blijft het antwoord uit.
De bedenking dat de schoolgebouwen daar zonder
vast plan op de Ruïne zullen worden neergezet,
wordt beantwoord met de mededeeling dat ©r een
plan bestaat, dat ter inzage der raadsleden is neder-
gelegd. Intusschen, indien dat plan de goedkeuring
niet wegdraagt, zal immers een wijziging althans
ten opzichte der twee schoolgebouwen onmogelijk
zijn na het gevallen besluit. Toch is het juist de
onregelmatige plaatsing dier twee gebouwen welke
naar veler meening het plein voorgoed zal bederven.
Ziehier weder een toepassing van de meer en meer
gevolgde leer der faits accomplis, een toepassing,
vergemakkelijkt door het te hulp roepen van eon
zekeren „Sturm und Drang", waarbij men zich do
achtbare raadsleden onwillekeurig voorstelt zich het
gelaat afwisschende van inspanning om na een opge
wonden beraadslaging, met scherpe, neen met grie
vende uitdrukkingen gekruid, haastig hun stem uit
te brengen.
Grievende uitdrukkingen, neen, wij zeggen niets
te veel. Gegriefd gevoelen zich de onderteekenaars
van het waarlijk toch zoo gematigd adres, dat ge
noemd wordt „van het begin tot het einde onjuist",
waarvoor dan naar andere sprekers wordt verwezen,
van wier argumenten wij intusschen boven een
staaltje gaven. Verder: „"Wanneer de adressanten
zich de moeite hadden willen getroosten hier bij ons
informatiën te komen nemen, ik ben er van over
tuigd dat zij hun naam niet zouden geplaatst heb
ben onder een dergelijk adres." Adressanten, en
daaronder mannen van allerlei stand en rang, tot
uit de hoogste wetenschappelijke kringen, adres
santen ontvangen hier eenvoudig hot brevet van
onbevoegdheid om te teekenen, immers zij weten
niet wat zij onderteekend hebben.
En dat zijn geen woorden, gesproken in een on
bewaakt oogonblik. Immers ook nadat een geacht
raadslid had gewezen op de ongepastheid van der
gelijke appreciatie van het adres, dewijl men daarbij
gevaar liep het recht van petitie aan te tasten -
ook daarna luidde het nog: „In de vorige verga
dering heeft de heer Buys het adres der 825 per
sonen een verblijdend verschijnsel genoemd; ik
noem het een bedroevend verschijnsel. Niet het feit
op zichzelf dat er gerequacstreerd wordt. (Men zou
het anders schier gelooven.) Hoe meer hoe liever.
Wij hebben getoond dat wij gaarne overal licht
zoeken, waar wij meenen het te kunnen vinden,
getuigen de inlichtingen, die wij van alle kanten
gevraagd hebben (ook door middel der geheime
zittingen?)" „Wanneer dus dat adres ook in die
richting had kunnen medewerken, zoude ik erover
hebben kunnen zwijgen, althans zeker niet in af
keurenden zin over hebben gesproken." (Zeker goed
gunstig genoeg).
In welk opzicht nu eigenlijk het adres zondigde,
wordt niet gezegd. En geen wonder! De scherpe
aanval gold niet het adres en adressanten, maar
een (niet door adressanten bedoeld of gegeven)
advies en adviseurs.
Eilieve, een adres is een verzoekschrift, waarin
adressanten in gepasten vorm hun wenschcn te
kennen geven, hun belangen voordragenen nu
gaat het niet aan te zeggenwanneer een adres geen
inlichtingen geeft, dan noem ik het een bedroevend
verschijnsel. Och, hemel neen, er bestond hier een
schromelijke verwarring tusschen de woordenadres
en advies.
Wij weten nu altijd nog niet, in welk opzicht
adressanten zondigden, of het moest hierin zijn, dat
zij niet wisten - hoe dom! - dat er in de geheime
raadsvergaderingen een besluit was genomen, dat
bedoelde schoolgebouwen op de Rnïne zouden worden
geplaatst. Trouwens dat er een formeel besluit
bestond, werd zelfs door een aantal raadsleden zelf
ontkend. Wat meer is: het bestond werkelijk niet
en dat zullen wij bewijzen: want het formeel be
sluit werd eerst genomen in dezelfde zitting van
1 Juli: 1°. De Raad besluit tot oprichting vaneen
gebouw voor de H. B.-S. v. M. enz.
In welk opzicht nn hebben adressanten gezondigd?
Wij woten het niet. Gelukkig, dat zij weder in ge
nade worden aangenomen. „Tot verontschuldiging
der adressanten kan wellicht strekken, dat zij hun
adres hebben vastgeknoopt aan het ingezonden stuk
van den heer Van der Lith. En nu vraag ik.
of juist iemand als de heer Yan der Lith mag vol
staan met apodictisch, zonder voorafgaand ernstig
onderzoek, te zeggendat zou zoowel kunnen „met
een weinig goeden wil."
Juist volkomen in overeenstemming met het ad
vies van den heer Yan Dijk. De mogelijkheid van
voldoende inrichting op de Oude Yest bestond, be
houdens den goeden wil van allen, die daar moesten
samenwerken aan het onderwijs, aan welke har
monie echter op den duur werd getwijfeld. Het
advies van den heer Yan der Lith was dus verre
van „lichtvaardig."
„Tot verontschuldiging der adressanten." Ja, ook
dat staat or. De waardigheid der adressanten zeiven,
ook van de kleinste en geringste hunner in de
maatschappij, komt daar echter tegen op. Adressan
ten, die slechts gebruik maakten van hun grond
wettig recht van petitie, verlangen geen veront
schuldiging voor die daad, waartoe zij als vrije
burgers het recht hebben.
LEIDER 25 Juli.
De kapitein A. M. Yan der Heide van het
2de bataljon 4de regiment infanterie te Leiden heeft
wegens lichaamsgebreken pensioen aangevraagd.
Gedurende de tweede helft der maand Juni
zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende
brieven, welke wegens onbekendheid der geadres
seerden niet besteld konden worden:
Y. Hoes, mej. Hartog, B. Pronk, Amsterdam;
mej. B. Cornelissen, Arnhem; mej. E. J. v. d-,
Reyden, J. B. Yos, 's-Gravenhage; Haalmeyer,
Haarlem; mej. T. De Yries, Leiden; Buisbergen,
Noordwijk; R. Wieje, J. Van Hees, Rotterdam;
P. Garreman, Rijswijk; mej. A. B. Kuipers Yisser,
ScheveningeD.
Aan het examen voor surnumerairs bij de
Maatschappij van Staatsspoorwegen, aan het cen-
traalbureel dier Maatschappij te Utrecht gehouden,
namen 34 candidaten deel, waarvan o. a. ook is
geslaagd de heer J. Rijshouwer, te Zoeterwonde.
Het fraaie geschenk, dat de Koning bestemd
heeft voor den a. s. zeilwedstrijd van het Engelsche
„Royal Yacht Squadron" zal, naar het Vad. verneemt,
vervaardigd worden in de Kon. Ned. fabriek van
gouden en zilveren werken van de heeren J. M-
Yan Kempen Zonen te Voorschoten. Het is daar
ook ontworpen.
In de afgeloopen week zijn voor het notariëel
examen geslaagdvoor het eerste gedeelte do heeren
J. H. AV. A. Terwïndt te Nijmegen; F. A. Lief-
rinck te St.-Anna; L. A. Yan Dijk te 's-Graven
hage; A. Yan de Koppel Gz. te Utrecht; H. L.
Heynon te Nederasselt; A. H. Westra te 's-Gra-
venhage; J. Ratelband te Haarlem; H. J. G. Fa-
rensbach te Amsterdam; D. Hartmans te Amster
dam; J. Yan Ek te Haarlem; P. J. C. Yan
Toorenbnrgh te Koudekerk a/d. Rijn; G. D. Du
Rieu te HaarlemA. Hijnor te Amsterdam- voor
het tweede gedeelte de heerenjhr. C. L. Van
Begma thoe Kingma te Roermond; A. P. Greebe
te Utrecht; H. A. AV. AVyye te Rotterdam; P. Lod
der te Roermond; F. L. Booy te Amsterdam; -
voor het tweede en derde gedeelte de heer: mr.
E. Baak te Amsterdam;: voor het derde gedeelte
do heeren: U. J. K. Versfeit te 's-Gravenhage;
G. B. Stehouwer te Rotterdam, en C. G. Steen
te Dordrecht.
In den ouderdom van 84 jaar is overleden
de heer Willem Gerardus De Bas, oud-hoofdcom
mies bij het departement van binnenlandsche zaken.
Naar men verneemt, zal de residentie weldra
verrijkt worden met een passago, die twee drukke
gedeelten van de stad op do kortste wijze met
elkaar zal verbinden, nl. de Spuistraat met de
Eerste Wagenstraat. Reeds is door eenige ingezetenen,
in het belang van do neringdoenden, het terrein
daarvoor beschikbaar gesteld, terwijl door den heer
AV. B. Yan Liefland, architect aldaar, een alles
zins sierlijk en doelmatig plan voor deze passage
is ontworpen. In dit plan is begrepen het bonwen
van een veertigtal fraaie en goedingerichte winkel
huizen met bovenwoningen, van licht en lucht
ruimschoots voorzien. De uitvoering van dat plan
kan zeer spoedig te gemoet gezien worden.
Naar de Zutfensche Crt. mededeelt, zal de
heer F. Smit Kleine in den loop van dit jaar een
vertaling in het licht geven van het gedicht „Je
hovah" van koningin Elisabeth van Rnmenië, en
daaraan eene novelle van dezelfde schrijfster toe
voegen, getiteld: „Een gebed". 'Ter kenschetsing
van het eerstgenoemde gedicht herinnert de Zntf.
Crt., dat koningin Elisabeth, een geboren prinses
Yon Wied, ver van haar vaderland, te midden van