in 1882 onze stadgenoot Koenen. Zijne lezingen, in het EngelBch gehouden en ook uitgegeven, zijn in het Nederlandsch gesteld, zoodat de Nederlander thans het oorspronkelijke geschrift in handen krijgt. In de gewone jaarlijksohe vergadering van het Provinciaal Utreohtsch Genootschap van Kun sten en Wetensohappen, onder voorzitting van prof. N. W. P. Rauwenhoff (die een redevoering over Charles Darwin hield) is medegedeeld dat in plaats van mr. B. J. L. baron De Geer van Jutphaas, mr. J. A. Fruin, dr. A. C. Engelbregt en dr. A. H. G. P. Van den Es, die voor hun lidmaatschap der directie hadden bedankt, tot direoteuren zjjn geko zen mr. H. J. Hamaker, dr. C. M. Francken, mr. P. Verloren van Themaat en dr. W. H. Van de Sando Bakhnjjzen, en tot honorair lid van het ge nootschap benoemd mr. E. H. 's Jacob, commissaris des Konings te Utrecht. Tot gewone leden zijn benoemd de hh.mr. W. M. d'Ablaing, A. F. De Bas, dr. H. Brongersma, dr. J. C. Costerus, J. C. Van Eelde, J. EBser Jr., dr. H. Haga, A. Van Hasselt, P. Heering, mr. L. Hertzveld, dr. P. P. C. Hoek, jhr. mr. J. Huijde- coper van Maarsseveen, mr. H. Jacobi, mr. H. J. KiBt, F. J. L. Kramer, dr. C. Lamping, mr. C. R. Merkus, mr. W. J. Van Weideren, baron Rengers, mr. A. J. Royaards, dr. J. S. Speijer, dr. J. P. Van der Stok, dr. S. J. Warren, dr. G. P. Wes- selink en dr. J. Woltjer. Het den gouden eereprijs werd bekroond de ver handeling betreffende de plaatsbepaling van gesub stitueerde atomen en atoomgroepen in de aromati sche lichamen, door dr. J. D. Van der Plaatseveneens werd met goud bekroond de verhandeling over de verdiensten der Hollandsche geleerden ton opzichte van Harvey's leer van den bloedsomloop; het ge zamenlijk werk was van dr. A. H. Israels en dr. C. E. Daniels. Op voorstel van den voorzitter werden de heeren Van der Plaats en Israels met acclamatie tot leden van het Genootschap, waarvan de heer Daniels reeds lid was, benoemd. De Staatscourant van heden bevat het besluit van den 13den Juni 1882, tot vaststelling van een reglement van politie voor de rijkBBluizen en rijks- bruggon in den waterweg van Amsterdam naar Rotterdam. Dit reglement is toepasselijk op de RijksBluizen en Rijksbruggen in den waterweg van Amsterdam naar Rotterdam, zijnde: de Hallegat- sluis te Gonda, de brug aan het Rabat te Gouda, de schutsluis in den hoogen Rijndijk onder Alphen, genaamd do Gouwe sluis; allen met inbegrip van de daartoe behoorende in- en uitvaarten en werken. Op den 3den Juli a. s. zullen de kapitein intendant S. Van den Bent en de hem toegevoegde officier van de 2de afdeeling der Krijgsschool in de legerplaats bij Hilligen aankomen, ten einde de noodige toebereidselen te maken voor het kam peeren van het 4de regiment infanterie, benevens eenige batterijen veld-artillerie in Augustus a. s. Het aantal officieren, die detacheering bij de Oost-Indische artillerie aangevraagd hebben, is reeds thans veel grooter dan dat der opengestelde plaatsen. Z. H. heeft aan den heer F. W. H. Sicherer, op verzoek, met 1 Juli a. 8., eervol ontslag ver leend uit zijne betrekking van kanselier bij Zr. Ms. gezantschap te Berlijn. „De Vijf Zinnen", de penseelvrucht van den in Salzburg in 1840 geboren Hans Makart, ziedaar wat, tentoongesteld in de Stadszaal, voor enkele dagen te aanschouwen is. Toen we daarheen trokken, zweefde ons onop houdelijk het dankgedicht van den Amsterdamschen hoogleeraar Caspar Van Baerle aan Tesselschade „voor het festoen opgehangen in de Sale op 't Huys te Hnyden" voor den geest, eindigende met de vol gende twee regels: „O Tessela leeft, van de Goden gekust, „Die al de vijf sinnen kunt geven haer lust." Wij dachten daarbij hoe geniaal de dichter die versiering van de bevallige Tesselschade vertolkt had en, bekend met het talent van Makart, door studie en langdurig verblijf in Italië, het klassieke land van de kunst, tot een zoo hoogen trap van ontwikkeling gebracht, gingen wij op in gespannen verwachting, hoe de schilder „de Vijf Zinnen" zou te aanschouwen geven. Wij aarzelen niet er dadelijk bij te voegen dat onze indruk, die wasvan genot van klassieke kunst, zouden wij zeggon, met andore woorden: edele vor men, zooals de Grieken ons die in hunno man nelijke cn vrouwelijke figuren nagelaten bobben, en breed gopenseold, zooals wij dat van onze oude Hollandsche meesters, als b. v. van Rembrandt, Frans Hals en den Delftschen Van der Neer gewend zijn. Niet geklad, zooals vele schilders ons heden ten dage willen opdringen. Ook van anderen moch ten wij eene dergelijke getuigenis hooren, ja zelfs van sommigen, die reeds meer dan eens waren teruggekomen om te genieten. In deze eeuw vooral kleeft aan alle poëzie iets stoffelijks. Genot voor don een wekt den wensch op dat andere medegenieten, maar daarbij wordt tevens de gunstige kans berekend (zoo zijn wij nu eenmaal), dat, wanneer de proeve fiuantiëel wol- slaagt voor den ondernemer, men in het vervolg nog wol meer zoo iets zal te genieten krijgen. En men noeme het dan nn zooals men wil, desnoods egoïsme, de wensch moet bij ons van het hart dat ruim bezoek uitzicht geve op herhaling dezer eer ste proeve. D. C. Gemengd Nieuws. Heden is de persoon van P. T., in deze gemeente niet te huis behoorende en die zich alhier aan bedelarij had schuldig gemaakt, door de politie, welke proces-verbaal tegen hem had opgemaakt, naar de gevangenis te 's-Gravenhago overgebracht. Een vader met zijne twee zoonB van om streeks 8 en 11 jaar zouden hedenmorgen om acht uren gaan visschen en voeren daarom met een roei bootje door den Vliet. Nabij de fabriek van den heer Pronk kwam echter de sleepboot met twee schuiten er achter aanstoomen en door onbekend toeval werd het bootje zoodanig aangevaren dat het onder eene in de nabijheid zijnde praam werd ge slagen. Twee artilleristen, die er in waren en zaagsel gingen halen aan den molen van den heer Van Manne- kus, mochten het genoegen smaken een der jongens te grijpen en namen hem in hun vaartuig op. Vader en zoon echter vielen, toen ze boven kwamen, weer te water en met veel moeite werden ook zij door de moedige zonen van Mars gered. De drenkelingen werden naar de woning van den heer Van Man- nekus gebracht en konden zich daar van droog goed voorzien. De vader, die nu toch eenmaal nat was, bogaf zi6h echter nog eerst te water om zijn schuitje te halen, en ging toen met zijne spruiten de bijna in duigen gevallen vischpartij ten uitvoer brengen. Naar wij vornemen, zal Haandag a. s. de nieuwgebouwde school aan den Heerenweg, ge meente Zoeterwoude, met eenige plechtigheid worden in gebruik genomen. De Sche veningsche visBchers, wien Maandag f 8 por hoofd werd uitbetaald, ontvingen eergisteren namens den curator, mr. J. Addink, nog het dubbele bedrag, zoodat zij van het begin van het faillissement tot heden voor de geleden schade zijn betaald. Zoolang het faillissement duurt zullen zij wekelijks f 8 per hoofd blijven ontvangen. Te Nijmegen zijn de mazelen epidemisch heerschende verklaard. Te Eindhoven is een van Boxtel komen de goederentrein ontspoord, ten gevolge waarvan lijn en materieel belangrijk beschadigd werden. Een leerling-machinist werd daarbij licht gewond aan den schouder en de beenen. Tusschen heden en Zaterdag kan, blij kens telegram uit Nieuw-York, op de Britsche, Noordsche en Noord-Fransche kust, storing in den dampkring worden verwacht, vergezeld van onweder, weerlicht en zware regens. De harddraverij vanwege de afdeeling der Hollandsche Maatschappij van Landbouw te 's-Gravenhage zal, in plaats van 17 Juli, op 24 Juli worden gehouden. Ongeveer een maand geleden von den eenige visschers aan het strand te Sainte- Thérèso (Frankrijk) twee beenen en een arm. Een geneeskundig onderzoek leidde tot de zekerheid dat het lichaamsdeelen van een 20- a 25-jarig mans persoon waren. Het overige van het lichaam vond men echter niet en dit raadsel loste zich eerst drie weken daarna op, toen midden in eene nabijgelegen stad de romp gevonden werd, doch zonder hoofd of verdere ledematen. Opmerkelijk is het dat het lichaam geheel ongeschonden was en men veronder stelt dat het met ongebluschte kalk in aanraking is geweest. Nu vier dagen geleden kwam ook het hoofd te voorschijn, dat door een politie-agent in een herberg werd ontdekt. De trokken waren nog eenigszins herkenbaar. De verdenking van den moord viel al ras op den compagnon van den vermoorde. De politie spoorde hom op en men arresteerde hom te Madrid. Hij bekende zijn schuld en verklaarde ook den moord gepleegd te hebben om iu zijne behoefte aan geld te voorzien. De moordenaar is Spanjaard van geboorte, doch is gevankelijk naar Frankrijk vervoerd. Guiteaus terechtstelling zal morgen, Vrijdag, tusschen 12 en 2 uren plaats hebben. INGEZONDEN. De plaatsing wan scholen. De heer mr. J. T. Buys noemde in de Raads vergadering van 11. Donderdag de belangstelling in de openbare zaak een heuglijk verschijnsel; al liet hij zich niet uit over de waarde vau het bekende monster-adres, wat ik evenmin wensch te doen, is het niet tegen te spreken dat het waarlijk zoo zeldzaam verschijnsel hoogelijk moet worden gewaardeerd en uitstel der beslissing reeds daarom zou moeten worden aanbevolen. De wetgever, ook de gemeentelijke, hebbe zich zeker niet te storen aan den volkswaan van den daghij behoort te letten op de publieke opinie. Geen regeering, men mag het gerust Cicero nazeggen, geene regeering zit vast en veilig, die niet geniet de welwillendheid der bur gers. De wet is daarom in Nederland dikwijls min der geliefd, omdat zij geen rekening houdt met de inzichten, de zeden en gewoonten van het volk. Al had geen enkel lid van den Raad ook behoefte aan meerder licht, wat door den heer Buys en anderen ontkend werd, dan nog zou uitstel hier zeer wensohelijk zijn, omdat de stukken openbaar gemaakt worden en de publieke opinie dus in staat gesteld zal worden zich opnieuw te doen hooren. Maar nog eens, de steller dezer beschouwing wil in het minst niet geacht worden partij te trekken voor het adres, het minst mogelijk nog voor zijn herkomst. Hij wenscht echter een proeve te leveren van een beëindiging dezer quaestie, op de volgende wijze: Zoo de plaats, waar het Caecilia-gasthuis staat, naar het schijnt zeer terecht, ongeschikt wordt gerekend voor eene school, zijn er toch zeker geen redenen aan te voeren om in het grootste deel daarvan de kantonnale bewaarplaats te vestigenhet gebouw 's-Gravenstein kon, alsdan, met gebruikmaking van een deel van het Pieterskerkplein, verbouwd worden zoo voor het Gymnasium als de Hoogere Burgerschool voor jongens, terwijl do nu bestaande H. B. Sch. voor jongens kon worden aangewezen voor gelijke inrichting voor meisjes en het lokaal van het tegenwoordig gymnasium met mogelijk nog een deel van de lokaliteit der H. B. Sch. voor jon gens, 't welk voor de meisjesschool niet noodig zoude zijn, kon worden bestemd voor een nieuw te bouwen school voor gewoon lager onderwijs. Over wegende bezwaren zullen er zeker wel niet tegen zijn aan te voeren, dat een dergelyke school (al is het natuurlijk op zich zelf ook minder verkieslijk) in de nabijheid der burgerschool voor meisjes gevestigd is. Tegen den voorgestelden aankoop van gebouwen in de nabijheid van de school van den heer Yan Wijk, om aan deze school een sedert lang hoog- noodige verbetering aan te brengen, schijnen min der bezwaren te bestaan. De steller van dit stukje, geheel en al onbekend op het gebied der bouwkunde en voor het oogenblik althans niet op de hoogte van de vereischte ruimte, durft zeker niet apodictisch te beweren dat het voor gesteld plan levensvatbaarheid heeft; dan, zoo bij onderzoek mocht blijken dat zulks werkelijk het ge val was, zoude het niet onmogelijk zijn, dat de vol voering een twistappel in de gemeente wegnam en teweegbracht groote bezuiniging. En daar voorzeker behoort altijd naar gestreefd te worden, dubbel in een gemeente, waar de lasten reeds zoo zwaar zijn en zeker niet het minst op het gebied van het on derwijs. Ook ik wil de maatschappij de wet niet laten voorschrijven door eene minderheid, maar waar eene zoo aanzienlijk ja bestendig toenemende min derheid niet gediend is met de schotels, welke de meerderheid haar voorzet, komt het mij voor, dat de meerderheid, natuurlijk zonder opoffering van haar beginsels, tot groote matiging verplicht is. Met de opneming, Mijnheer de Redacteur, van het voorgaande zult gij zeer verplichten Een1 belangstellend burger. Leidek, 27 Juni 1882. Gymnasium en Burgerschool. In het belang van het onderwijs op eerstge noemde inrichting worde wel in het oog gehouden, dat de tegenwoordige ligging van het gebouw do gelegenheid opent voor de leerlingen, om bij hot onderwijs in physica en chemie gebruik te ma- kon van de iurichting der middelbaro school, er naast golegenbouwt men het gymnasium op eene

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1882 | | pagina 2