LEIDSCH DAGBLAD. N°. 6857. Maandag 26 Juni. A0. 1882. PRIJS DEZER COÜRAJiT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PBIJS DEB ADVERTENTIES: Van 16 regels f 1.05. Iedere regel meer 0.17$. Grootere letters naar plaalsrnimte. Voor het incassee- ren bniten de stad wordt ƒ0.10 berekend. Dit Sommcr bestaat uit TWEE BLADEN. Eerste Blad. I-Iet Leidsch Dagblad wordt teSassenheim, Lisse en Hillegom geregeld bezorgd na aan komst van trein 24, vertrekkende 's avonds te 6.30 van Leiden. Ofliclëele Kennisgeyingen. Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden brengen ter kennis ran belanghebbenden dat de gelegen heid tot inschrijving van leerlingen voorde Hoogere Bur- f erschool voor meisjes wordt opengesteld tot den 27sten uni a. s., des Maandags en Dinsdags vaniedere week, des namiddags van halfdrie tot vier uren, in het lokaal aan de Oude Vest, waarin die inrichting thans is gevestigd, ter- wyl het eerste admissie-examen zal aanvangen op Donder dag den 6den Juli e. k., des voormiddags te negen uren. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 5 Juni 1882. E. KIST, Secretaris. Opvolgenswaardige „wenken." Een moeilijke en gevaarvolle, en niet altijd even dankbare betrekking die van geneesheer. De om standigheden, waaronder zijn hulp wordt ingeroe pen, zijn gewoonlijk van smartelijken aard, en al wordt zijn komst, is die eenmaal noodzakelijk ge worden, met angstig verlangen tegemoet gezien, een ieder die het bniten zijn overigens gewaardeer- den bijstand weet te stellen, rekent zich tot de bevoorrechten. Gelukkig, dat de patient daarbij nog maar niet deokt aan hetgevaar, dat het bezoek van den geneeskundige somtijds voor hem meebrengt en dat wel eens het kleinere kwaad, tot welks genezing zijn tnsachenkomst wordt ingeroepen, in een heel wat grooter kwaad doet verkeeren. Hoe menig zieko zon zich beangst gevoelen, indien hij wist dat de dokter die hem bezoekt, zooeven het ziekbed van een lijder aan pokken, typhus of cholera verliet; want - het is nn eenmaal niet anders - de geneesheer ie uit den aard zijner betrekking, vooral in tijden van epidemie, bij voorkeur de drager der besmetting. Maar dat kan nn toch niet anders, zal men zeggen, en waarom dan maar niet liever die onrustwekkende waarheid met den mantel der noodzakelijkheid be dekt dan er de aandacht op te vestigen Hot antwoord ligt voor de handniet door het gevaar te verbloemen, maar door het moedig onder de oogen te zien on bijtijds alle mogelijke voor zorgsmaatregelen te nemen, kan het worden voor komen. En het verheugt ons er op te kunnen wijzen, dat het reeds niet aan die voorzorgsmaatregelen heeft ontbroken, en wel van de zijde der genees kundigen zelve. Door een daartoe benoemde com missie uit den geneeskundigen raad van Znid- Holland, bestaande nit de hoeren dr. Careten, J. A. Delhez on dr. T. J. Dnpont en belast met het aan geven van wenken" tegen het gevaar van de verspreiding van besmettelijke ziekten door genees kundigen, werd in de onlangs gehouden vergadering van dien raad verslag uitgebracht. De daarbij aan bevolen voorzorgsmaatregelen hebben betrekking op het regelen van het bezoek bij lijders aan een be smettelijke ziekte, de kleeding der geneeskundigen, de ontsmetting der handen en van de instrumenten, bij die lijders aangewend, en de vernietiging van verbandstukken. Het ligt niet op onzen weg die verschillende voorschriften in bijzonderheden na te gaan. Ter- melden wij veeleer, dat de geneeskundige raad, aan do commissie zijn dank betuigende voor haar wel- volbrachten arboid, tevens besloot „wenken" mede te deelen aan alle geneeskundigen en vrouwelijke praktizeerenden in de provincie, in een begeleidende missive, waarvan afschrift zal worden verzonden aan de geneeskundige raden in ons land. Aan publiciteit bij de geneesknnstoefenaren zal het dus niet ontbreken, en van hen, mannen van ontwikkeling en beschaving, wier zelfopofferende plichtsbetrachting in hun moeitevolle betrekking hnn tot eer verstrekt, mag met grond worden ver wacht, dat zrj die „wenken" zooveel mogelijk zullen opvolgen, zoowel in hnn eigen belang als in dat hunner patiënten; want het lijdt geen twijfel, of door het nakomen van die voorschriften zal de ge neeskundige ook voor zichzelf het gevaar van be smetting tot een minimum herleiden. Toch valt het niet te ontkennen, dat vooral in tijden van epidemie, wanneer het aantal zieken aan zienlijk stijgt, voor den geneesheer de verzoeking om van de jniet dan het meest gewenschte nale ving der „wenken" af te wijken, bijzonder groot wordt. Men denke slechts aan het voorschrift omtrent het regelen der bezoeken. Zal het vooral in groote steden voor den geneeskundige dan niet bijzonder tijdroovend, ja dikwijls onmogelijk wezen, zjjne aan een epidemie lijdende, natuurlijk zeer niteen wonende patiënten alle vóór of na zjjn andere zieken te bezoeken Dan wordt het naleven der wenken, die niet tevens wettelijke voorschriften zijn, oen ware beproeving. Men zal dit te eer begrijpen, wanneer men nit de mededeelingen op bovengenoemde hoogst belang rijke vergadering verneemt, dat zelfs bij zeer hoog geplaatste autoriteiten de voorzorgsmaatregelen tegen het voortplanten van besmetting soms bezwaar dreigen te ondervinden met het oog op de belan gen van den dienst. Tjjdeps de jongste pokken epidemie te Gouda nl. had de directenr van het postkantoor aldaar een brievenbesteller, ten wiens hnize pokken voorkwamen, tijdelijk door een ander vervangen. Naar aanleiding van dien loffelijken maatregel wendde zich de minister van water staat enz. tot zijn ambtgenoot van binnenlandBche zaken, onder opmerking „dat, zoo die regel alge meen moest worden toegepast, daaruit groot onge rief voor den postdienst zon voortvloeien en zelfs hij gelegenheid van epidemieën de uitvoering van den dienst niet mogelijk zon zijn". Terecht luidde het antwoord van den minister van binnenlandsche zaken, krachtens het ingewonnen' advies van den in specteur van den geneeskundigen dienst, dat er nog veel grooter ongerief zon ontstaan, wanneer de brievenbestellers pokkensmotstof langs de huizen ronddroegen. Waar de scholieren van de school worden ge weerd, zoolang het onderlijk huis besmet is ver klaard; waar in het algemeen belang de door een epidemie bezochte hnizen door een zichtbaar teeken worden aangeduid, zeer ten ongerieve vooral van neringdoenden, moet men er zich over verbazen, dat door hot hoofd van een departement van alge meen bestuur bedenking wordt ingebracht tegen het tijdelijk buiten dienst stellen, tijdens het heor- schen eener epidemie ten hunnen huize, van per sonen, die zoo menigvuldig met de bevolking in aanraking komen als brievenbestellers en in het algemeen alle beambten van openbare instellingen. Intusschen bewijst deze zeker niet onbelangrijke bijzonderheid dat ook op dit stak nog heelwat valt te regelen. Dubbel verblijdend daarom is het, dat de „wenken", van den geneeskundigen raad dezer pro vincie nitgegaan, ons een flinke schrede in de goede richting hebben vooruit gebracht. Mogen zij in het algemeen belang zoo etipt mogelijk worden in acht genomen LEIDEN, 2* Juni. Heden is aan de universiteit alhier de heer A. E. F. Grippeling, geb. te Overveen, bevorderd tot doctor in de geneeskunde, met academisch proef schrift, get.: „Het tripolith verband." De heer D. CouwonhoveD, onderwijzer aan de Muziekschool alhier en mede bekend door zjjne verdienstelijke composities en arrangementen, is benoemd tot kapelmeester van het stedelijk muziek corps te Deventer, om or tovens belast te worden met het onderwijs op de blaasinstrumenten. De benoeming geschiedde na een vergelijkend examen tegenover een commissie, waarin zitting hadden de heeren J. H. Bekker on C. A. Brandts Boys. Gedurende de eerste helft der maand Mei zijn aan het postkantoor alhier bezorgd do volgende brieven, welke wegens onbekendheid der geadres seerden niet besteld konden worden: H. Pamakeso, N. C. Hangelnt, Calisch, mej. P. Tan Beek, AmsterdamBatstra, BarendrechtOnder linge "Waarborg, Franeker; mevr. M. v. d. Brink Dijkstra (twee stuks), W. G. C. Hilkes, B. Koren- hof, C. W. Wijsman, 's-GravenhageJ. C. De Groot, Herkingon; J. Vormaze, Hissel; A. Blom, mej. De Jong, W. GlijmuiB, Leiden; wed. Poene, Olst; C. Tan Meesen, Botterdam; G. Tan der Boom, Utrecht; F. Tan Schoten, Toorhout; A. H. Keiler- man, Zwolle. Briefkaarten: mej. P. v.d.Berg,mej. Settelaar, H. Teenwen, Amsterdam; J. G. Termaas, De Kleyne, 's-Gravenhage. Uit eene in dit nommer voorkomende adver tentie blijkt dat mot 1 Juli a. s. een nienw tariof op den Rjjnlandsohen Stoomtram wordt ingevoerd. Ten einde onze lezers beter in staat te stellen deze aangelegenheid van het juiste standpunt te kannen beoordeelen, aohten wij het volgende niet overbodig. Een ieder, die kennis genomen heeft van het resnltaat der exploitatie dezer Maatschappij ge durende het jaar 1881, waarvan ook in ons blad een overzicht werd gegeven, zal, door het belang rijk gebruik dat van haar gemaakt wordt, volkomen overtuigd zijn dat deze onderneming in eene wer kelijke behoefte voorziet. Maar tevens blijkt nit de aangetoonde cijfers dat de ontvangsten te laag, ja niet in verhouding zijn met de kosten van exploi tatie. De aanleg dezer lijn heeft uit den aard der zaak in verhouding harer lengte veel meer kapitaal vereischt dan andere lijnen, terwijl ook de exploi tatiekosten door de eigenaardige moeilijkheden van den weg steeds gTOOte offers zullen eischen. Bij het vaststellen der tarieven zooals die bij de opening werden ingevoerd, werd door de directie zeer te recht rekening gehouden met omstandighe den, en werden dns de prijzen van de bestaande ver voermiddelen aanvankelijk aangenomen. De stoom tram was destijds nog slechts weinig bekend en een schrik voor velen. Langzamerhand heeft men zijne goede diensten leeren kennen en waar- deeren. Niemand toch zal thans dit verbeterde middel van vervoer met de vroegeren gelijkstellen, en wie onzer zon den ouden toestand terugverlangen Zeer zeker niemand. Blijkens de opgaven ons welwillend door de directie verstrekt, heeft de gemiddelde opbrengst per reiziger en per afgelegden kilometer bedragen 2.11 cents. Als algemeene maatstaf bij dergelijke ondernemingen wordt aasgenomen dat de opbrengst per reiziger en per kilometer moet zijn 3 a 3| cents. De verhouding van 1ste- tot 2de- (thans 3de) kl.- reizigers was op deze lijn als 15. Indien nn, zoo als algemeen berekend wordt, een lste-klasse-rei- ziger 5 cents, een 2de-klasse-reiziger 4 cents en een 3de-klasse-reiziger 21 oents per kilometer moet op brengen, dan verkrijgt men eene gemiddelde op brengst van 3 cents per persoon en per kilometer. De nieuwe tarieven zijn thans berekend op eene gemiddelde opbrengst van 3 cents per persoon en per kilometer, met inachtneming dat kleinere ritten iets meer, langere ritten daarentegen in verhou ding minder betalen. Met geDoogen merken wij tevens op dat de direc tie rekening gehouden heeft met de belangen der mindergegoede klasse door het invoeren van retour-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1882 | | pagina 1