LEIDSCH
DAGBLAD.
tOJ, A.t *Ji ;S «.«fel
y. 1882.
PEWS DEZER COÜRAKT:
Voo? L«dea p«r 8 maanden1.10,
Fra.cc per poet1.40.
Afeond«rlijke Nommers.8 0.05.
Deie Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
FKIJS DEK ADVERTENTIES:
Van 16 regeli 1.05. Iedere regel meer 0.17$»
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incassee*
ren buiten de atad wordt ƒ0.10 berekend.
Dit Hommer bestaat uit TWEE BLADEN.
Eerste Blad.
OiHciëele Kennisgevingen.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden
brengen ter kennis van belanghebbenden dat de gelegen
heid tot inschrijving van leerlingen voor de Hoogere Bur
gerschool voor meisjes wordt opengesteld tot den 27sten
Juni a. s., des Maandags en Dinsdags van iedere week, des
namiddags van halfdrie tot vier uren, in het lokaal aan de
Oude Vest, waarin die inrichting thans is gevestigd, ter
wijl hel eerste admissie-exaraen zal aanvangen op Donder
dag den Oden Juli e. k., des voormiddags te negen uren.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
5 Juni 1882. E. KIST, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden;
Gezien art. 8, 1ste alinea, der Wet van 2 Juni 1575
(Staatsblad N*. 95), tot regeling van het toezicht bij hel
oprichten van inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder
Icunnei. veroorzaken
Brengen bij deze ter algemeene kennis dat door hen op
heden afwijzend Is beschikt op het verzoek van G. J. H.
SPEET, tot het oprichten van eene huidenzouterij en
klopperij in het perceel aan de Oranjegracht N°. 70.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
8 Juni 1882. E. KIST, Secretaris.
Staatszorg geen Staatshulp.
Onze geachte stadgenoot, professor P. Yan Geer,
*a is een beslist tegenstander van loterij in het alge-
1 meen, van de Nederlandscbe staatsloterij in het
bijzonder; hij aarzelt niet haar een vloek voor ons
volk te noemen.
Bijzonder ingenomen met onze nationale dobbel-
instelling zijn wij ook nietwat eenmaal de minister
Modderman zei van de eedsformule: Bestond zij niet,
ik zou er niet aan denken baar in te voeren", zal ieder
verstandig man met evenveel recht van de staatsloterij
zeggen. Doch onze antipathie is een theoretische;
zij gaat zoover niet, dat wij op haar onverwijlde af
schaffing zouden willen aandringen. We behouden
ons voor, deze opvatting nader te verdedigen.
Voorshands weuschen we ons slechts to kwijten
van eon op ons rustenden plichtverschillende om
standigheden hebben ons tot dusver daarin verhin
derd. Onder den titel: „De Nederlandsche Staats
loterij in gelouterden vorm", schreef prof. Yan Geer
in het Moi-nommer van de „Vragen des Tijds"
een opmerkelijk artikel, waarvan wij voor hen die
het genot niet smaakten het te lezen, doel en inhoud
even willen bespreken.
„De heer Yan Geer is de man bij uitnemendheid
van de pensioenfondsen, levensverzekering en soort
gelijke geldbeleggingen als waarborgen voor den
ouden dag. Als zoodanig is zijn verdienste ver boven
onzen lof verheven. Het vraagstuk der levensver
zekering behoort niot meer tot het gebied der spe
culatie: het is wetenschap geworden, die uit vaat©
gegevens onbetwistbare resultaten afleidt. De heer
Yan Geer heeft er veel aan toegebracht, dit als
©en algemeen erkende waarheid te doen aannemen.
Bovendien is hij steeds bereid de practisehe toe
passing in de hand te werken. Wil men hier of
daar een verzekeringkas oprichten, en zich over
tuigen van de billijkheid der tarieven en de levens
vatbaarheid der instelling, - „o, loop maar eens
©ventjes naar professor Van Geer", - en het noodige
licht wordt met gulle hand ontstoken.
Met den meesten ijver predikt de hoogleeraar bij
iedere gelegenheid de leer, dat het ieders plicht is,
tot de hoogste mate zijner krachten te zorgenvoor
zijn toekomst, en voor die van zijn gezin. Voor-
zekor, er zijn zoogenaamde maatschappelijke her
vormers, die niet bij hem ter school willen gaan
om de middelen tot genezing van sociale krankheden
te loeren kennen: zij hebben andere, die meer ge
rucht maken in de wereld. Toch gelooven we, dat
zij, die het recept-Van Geer volgen, er niet het
slechtst aan too zijn.
Ook hier wordt een bepaalde vorm van pensioen
fonds besproken. Dat de schr. het aan de Staats
loterij vastknoopt, - nu ja, afgescheiden van de
wenschelijkheid om, als het kan, twee vliegen in
één klap te vangen, kunnen wij die samenkoppeling
eer een „aardig denkbeeld" noemen dan een logi
sche noodzakelijkheid. Het verband tusschen loterij
en pensioenfonds of, zooals do heer Van Geer de
aanbevolen verzekering noemt, uitgestelde lijf
rente, is heel zwak, en het is, voor de vervulling
van don éénen wensch des schrijvers, oprichting van
zulk een fonds van staatswege, volstrekt niet onver
mijdelijk, dat ook aan den andere, opheffing der
Staatsloterij, voldaan worde. De redeneering die de
vereonïging dor beide denkbeelden moet motiveeren,
is deze: „Zooals hot toeval een samenwerking van
oorzaken is, waarvan hot reaal toerend gevolg bij
geene mogelijkheid kan voorzien worden, evonzoo
is vooraf niet aan te wijzen, welke personen nit een
groep van golijkou leeftijd, na een bepaal dj aantal
jaren in leven zullen zijn, en welke door den dood
weggevallen. Hier heeft men derhalve alle gegevens
voor een wel ingerichte loterij. Een zeker aantal
personen van gelijken ouderdom zotten in onder
bepaling dat zij, die op een vooraf bepaald toekom
stig tijdstip in leven zijn den gezamenlijken inleg
zullen verdeeleü, dan kan hot verband tusschen
inzet en prijs met genoegzame zekerheid worden
opgestold. Want men moge niet weten, wie na
een zeker aantal jaren nog in leven zijn; hoc-
vele dit zijn zullen, kan met groote waarschijn
lijkheid worden voorspeld. Intusschen heeft de ver
zamelde inleg rente gedragen, zoodat het bedrag na
het bepaalde tijdsverloop is toegenomen; de dood
trekt de nummers, roept sommige af, Iaat andere
voortbestaan, en deze verdeelen zoodra het aange
wezen tijdstip daar is, do som. De prijs wordt echter
niet rechtstreeks aan elk der overlevenden uitbe
taald, doch bij wijze eener jaarlijksche uitkeering
tot aan zijn dood. Ziedaar in korte trekken het
beginsel van eon vorm der levensverzekering, die
uitgestelde lijfrente of toekomstig pen
sioen wordt genoemd."
De overeenkomst tusschen den knaap die in de
bekende zaak te VHage de nummers trekt en -
vriend Hein nu verder daargelaten, kunnen we
niet anders, dan des hoogleeraars denkbeelden warm
toejuichen.
Hij wil den werkman in de gelegenheid zien ge
steld, zich laags den eenvoudigen en natuurlijken
weg, dat is, door besparing eenig pensioen te ver
zekeren, door tu88chonkom8t van den Staat, die
dan als belangeloos administrateur optreedt. Tevens
kunnem de patroons aan de bereiking van dat doel
bevorderlijk zijn, door hun arbeiders een premie toe
te kennen, die dezen niet in handen krijgen, doch
die op gelijke wijze als do spaarpenningen der be
langhebbenden, wordt belegd.
Kassier is de Rijkspostspaarbank. Bij den dood
des inleggers gaan zijn rechten niet over op zijn
erfgenamen: hij alleen trekt, op vastgostelien
leeftijd te beginnen, in evenredigheid van zijn of
op zijn naam gestorte gelden en van den tijd ge
durende welken hij zijn bijdragen heeft verstrekt.
Overlegging van gezondheids-attesten is daarbij on-
noodig. De rente kan hoogor zijn dan bij de Rijks
postspaarbank, omdat de gestorte penningen niet
terstond voor de terugbetaling beschikbaar behoeven
te blijven.
Ziedaar de grondtrekken van het plan, dat door
den geleerden ontwerper uitvoerig wordt beschreven.
Dat het rust op een gezonden grondslag, zelfhulp
onder bescherming van het Staatsgezag, springt
terstond in het oog, en dat het voor verwezenlij
king alleszins vatbaar is, daarvan houden we ons
ten stelligste overtuigd.
Mochten onze Staatslieden eenmaal het oogenblik
gekomen achten, om de politiek een weinig op den
achtergrond te schuiven en do voldoening aan de
werkelijke behoeften des volks als de voornaamst©
roeping des wetgevers te gaan beschouwen,
dan zouden we den wensch uitspreken dat de man
nen die de staatshulk sturen eens de aandacht
mogen vestigen op de gedeeltelijke oplossing van
een moeielijk vraagstuk, door Prof. Van Geer aan
bevolen. En kon dan te eonigen tjjd het gevolg
van de oprichting der lijfrente kas zijn, dat de
werkman het geld, hetwelk nu aan loterijbriefjes
wordt weggegooid, op de aangeduide manier ging^
beleggen, zoodat de Kederlandscho Staatsloterij
met al haar binnen- en buitenlandsche zusteren
den natuurlijken dood stierf, wij zouden er niet
over in den rouw gaan.
LEmEÏ, 10 Juni.
Heden is aan de universiteit alhier do heer J. Dave-
laar, geb. te Samarang, bevorderd tot doctor iu de
rechtswetenschap mot academisch proefschrift, get.
„Do Eed."
De commissie van financiën heeft geene be
denkingen op de rekening en verantwoording der
ontvangsten en uitgaven van de dienstdoende Schut
terij alhier, over het jaar 1881, en stelt voor die
rekeuing voorloopig vast te stellen in ontvangsten
uitgaaf tot een bedrag van f 8551.081, alzoo slui
ten do quite.
De juistheid van de gisteren medegedeeld©
opmerking dor Schoolcommissie erkennende omtrent
het lokaal bij het Pieterskerkplein, zijn B. en Wb.
onverwijld overgogaan tot het instellen van een
onderzoek aangaande eeno geschikte plaats voor
de oprichting van een lokaal voor de Jongensschool
2de klasse, en hot is hun gebleken dat het Caecï-
lia-Gasthuis in de Vrouwenkamp daarvoor vol
doende gelegenheid aanbiedt en wel in dat gedeelte
hetwelk uitkomt aan de Kerksteeg. De eenige toe
gang tot de school zou dan met het oog op den
toestand waarin deze buurt verkeert, moeten ko
men aan de zijde van de Vrouwenkamp met af
sluiting door een muur van de Kerksteeg aan de
zijde van do Vrouwenkamp, ten einde to verhinderen
dat de leerlingen bij het gaan naar en het verlaten
van de school genoemde steeg passeoren.
De Schoolcommissie, omtrent dit plan gehoord, is
van oordeel dat bedoeld gedeelte van het Caecilia-
Ga8thui8 gevoeglijk voor de oprichting der school
zou kunnen worden gebruikt, met het oog op de
aldaar beschikbare ruimte, doch zij aarzelt die mee
ning te onderschrijven met het oog op de buurt
waarin het Caecilia-Gasthuis is gelegen, in verband
mot de plaatsing van een school bestemd voor kna
pen van 916 jaren oud uit den middelstand der
burgerij, terwijl de daaraan verbonden bezwaren
naar hare meeniDg niet worden opgeheven door de
voorgestelde afsluiting van de Kerksteeg. Wel zullen
dientengevolge de leerlingen van de Mare komende,
de school kunnen bezoeken door de Vrouwenkamp-
straat en die van de Oude Vest komende, door de
Scheistraat of Hazewindsteeg, maar toch zal de weg
blijven bestaan van de Haarlemmerstraat door de
Sionsteeg naar de Vrouwenkampsteeg, terwijl zich
in of bij de Sionsteeg en aanliggende stegen onder
scheidene publieke huizen bevinden.
Intusschen heeft de Commissie in overweging ge
geven om, alvoreDs definitieve plannen te doen op
maken en de zaak in bijzonderheden te behandelen,
aangaande de vraag van do plaats eene beslissing
van den gemeenteraad in beginsel uit te lokken^
ten einde zoo deze beslissing in bevestigenden zin
mocht uitvallen, tot de uitwerking van het plan
over te gaan en daaromtrent eene nadere voordracht
aanhangig te maken.
Hoezeer B. en Ws. erkennen dat de door de
Schoolcommissie aangevoerde bezwaren in geenen