namiddag van den 2den dezer, te Chanak [Hellespont] aangekomen. Aan boord der schepen was alles wel. Gemengd Nieuws. Hedenvoormiddag te halftwaalf is eene I vrouw van 65 jaar, genaamd G. M., weduwe van M. M., op de Groenhazengracht in elkander gezakt en ten gevolge van eene beroerte overleden. Te 1 uur daarna is een 3-jarig jongetje, genaamd P. K., die uit de Koesteeg in een draf de Haarlem merstraat overstak, door een steenkolenwageD, welke daar juist passeerde, omvergereden, en aan de linker zijde van het hoofd en den rug gekwetst. Het kind werd onmiddellijk daarna geneeskundig behandeld door dokter R. v. d. L. Hedennacht om ongeveer halfvier ont dekte een agent van politie dat er een begin van brand ontstaan was op het dek van het schip van J. v. d. B., wien hij dadelijk wekte. Door water op het dek te gieten, werd het onheil spoedig hersteld. Waarschijnlijk was het omvallen van een aschpot, die in een houten bak was geplaatst, oorzaak van het ongeval. In het geheel zijn te Gouda reeds over de 100 gevallen van pokken voorgekomen. De officieele opening der stoom- tramlijn Rotterdam-Delshaven-Schiedam is bepaald op hedenmiddag te twee uren. Den heer A. Bomhoff te Rotterdam, in specteur van de Bank Grün Co. te Amsterdam, zijn dezer dagen eenige effecten ontstolen ten huize van de wed. Koole te Wouw, waarheen hij zich had begeven op hare uitnoodiging, ten einde eenige zaken voor die bank te regelen. De diefstal gebeurde in zijne onmiddellijke nabijheid door de dochter van de weduwe. Op zijn verzoek om het gestolene terug te ontvangen werd hij door de bewoners van het huis aangevallen. Gelukkig wist hij hua na heel wat moeite te ontsnappen en deed hij alstoen aangifte bij de rijks- en gemeentepolitie te Wouw, die van het gebeurde procesverbaal hebben opgemaakt. Men schrijft uit Heerenveen aan het Utr. Dbl.Kan of_kon Amsterdam bogen op zijne millioenon-juffrouw, Friesland is niet minder rijk, in een - millioenen-heer. Is hij in oneigenlijken zin uit de lucht komen vallen, letterlijk is hij voor den dag gekomen uit eene boerderij in Lemsterland, waar hij als knecht diende. De mond des volks maakt hem eigenaar van een kapitaal, hetwelk als minimum 30, als maximum 80 millioen groot ge noemd wordt, en noemt hem den buiten huwelijk geboren zoon eener Duitsche gravin. Zij zou het zijn, die bij testamentaire beschikking den boeren knecht in een millionair herschapen had. Het oor spronkelijke plan van den millionair moet geweest zijn, zich in den omtrek van Arnhem te vestigen in eene villa, maar wellicht heeft de gedachte dat een boerenknecht, die niet op één dag de airs der groote lui kan aannemen, eene eigenaardige ver tooning zou maken tusschen zooveel grootheden, hem daarvan weerhouden en doen besluiten den overgang geleidelijk te maken, door zich provisio neel hier te vestigen. De meubileering van eene deftige heerenhuizinge moet hij een onzer ingeze tenen hebben opgedragen. - Een ander gerucht zegt dat de baron, zoo is de nieuwe titel voor den boe renknecht, door de justitie gezocht wordt. Of dat waar is, weten we nietmisschien heeft afgunst en nijd het verzonnen. De tijd zal den sluier wel wegschuiven. De rechtbank te Arnhem heeft een tap per te Wester voort veroordeeld tot f 25 boete of 5 dagen gevangenisstraf wegens het toedienen van sterken drank aan iemand, die in kennelijken staat van dronkenschap verkeerde. Te Kampen is op verzoek van het departement Gouda, door het Nuts-departement do zilveren medaille uitgereikt aan F. W. Arnd, ser geant op den hoofdcursus. Zonder aan eigen levens gevaar te denken, had hij eerst in Juli 1874 te Haarlem het kind van den huzaar Rijkhuizen en in Juli des vorigenjaars den milicien Alkema te Gouda, die reeds in zinkenden toestand was, uit het water gered. De officieren, onderofficieren en manschappen van het instructie-bataljon waren bij de uitreiking tegenwoordig. Met den stoomtram van Sneek op Bols- ward gebeuren rogal eens ongelukken. Ook nu had er weer een plaats, dicht bij Sneek en opnieuw door eigen schuld. Een inwoner van Nijland sprong, terwijl de tram in vollen gang was, op een der wagens, viel en werd zéé overreden dat zijn lichaam geheel verbrijzeld was. Blijkens berichten uit Montevideo van 4 April heerscht in Uruguay een groote gisting, ten gevolge van de inhechtenisneming van den gewezen minister van oorlog en van den directeur van politie, welke maatregel een gevolg is van het opsluiten en het pijnigen van twee Italiaansche onderdanen. Twee Braziliaansche onderdanen hadden hetzelfde lot te verduren, en naar aanleiding hiervan heeft de Braziliaansche regeering troepen op de grens bijeengetrokken en een gemachtigde naar Montevideo gezonden, om voldoening te eischen. Men verneemt dat de regeering van Uruguay 3500 man gemobili seerd heeft om de grens te verdedigen, dat de hoofdstad versterkt en een voorraad wapenen opge daan zal worden. Een schuldeischer van La Panouse, zekere Bacour, heeft beslag gelegd op de kapitalen die Marie Heilbron bij verschillende banken had gedeponeerd. Bacour heeft 600,000 fr. te vórderen. Marie Heilbron beweert dat de gelden, waarop be slag is gelegd, haar persoonlijk toebehooren. De verkoop van hare meubels en ju weel en heeft in het geheel 410,650 fr. opgebracht. Jacques Ducloz, directeur van de Buccursaal der Italiaansche nationale Bank te Milaan, heeft zich doodgeschoten. Men kent de reden van den zelfmoord niet. Op alle papieren van den over ledene is het zegel gelegd en de justitie doet een onderzoek in de boeken van de Bank. In Nieuw-Calabar heeft een vreeselijk gevecht plaats gehad tusschen de inboorlingen en de aanhangers van Oko en Jumbo, waarbij de laat- sten de overwinning behaalden en eene sterkte in namen. Aan beide zijden vielen meer dan 1000 dooden. De daar wonende Engelschen vreezen voor hun leven en bezittingen, daar nieuwe gevechten onvermijdelijk zijn. De heer De Pioger te Macon werd, toen hij de spoorbrug te Rennes passeerde, door zijn paard, dat door het fluiten van den aankomenden trein schrikte, op den grond geworpen, waardoor zijn hoofd geheel verbrijzeld werd. Een kwartier daarna stierf hij. Het is reeds het vierde geval dat zich in drie jaren onder bijna dezelfde omstandig heden en op dezelfde plaats voordeed. Esther Pay lag, naar men zich herin nert, onder de ernstigste verdenking van Georgina Moore vermoord te hebben een aanvallig kind van acht jaar, dat op 20 December 1881 te Londen vermist en wier lijk op 30 Januari 1882 in eene kleine rivier bij Yalding, op vele mijlen afstand van Londen, gevonden was. Zij werd beschuldigd van uit wraakzucht tegen Georgina's vader, met wien zij vroeger in betrekking had gestaan, den moord te hebben bedreven. Er was inderdaad veel, dat dit waarschijnlijk maakte. Maar de jury heeft haar, uit gebrek aan afdoende bewijzen, moeten vrijspreken. De Engelsche bladen zijn van oordeel dat de jury inderdaad niet anders handelen kon. Zekere weduwe Yerdoz bij een heer B. te Parijs in dienst, is met eene aan dezen ontvreemde som van 40,000 fr. gevlucht, men meent naar België. Zij is 36 jaar oud en had reeds eenmaal zich van 14,000 fr. meester gemaakt, die zij op de verma ningen van B. had teruggeven, bij hoog en laag zwerende nimmermeer voor de verleiding te zullen zwichten. Men ziet hoe zij hare belofte gehouden heeft. Bij de roovers. - Omtrent den ex-burge meester van Palermo, Notarbartolo, verneemt men nader dat hij door roovers opgepakt was geworden, die zich in nieuwe soldatenpakjes hadden gestoken. De gevangene had dadelijk verklaard dat geen bedreigingen of scheldwoorden zouden baten. Zijn kordate houding boezemde ontzag in en hij werd met eerbied behandeld. Terwijl de roovers aan de familie 75,000 lires losgeld lieten vragen, voerden zij hem naar een grot, die voortdurend werd bewaakt. Twee uren per dag scheen er wat licht in de grot en Notarbartolo las dan in een nummer van de „Revue des Deux-Mondes" dat hij toevallig bij zich had. Hij mocht niet rooken. Na 6 dagen werd den roovers 50,000 fr. losgeld gezonden. Deze waren daarmede tevreden en gaven hun gevangene de vrijheid terug, benevens zijn gouden horloge, dat by terugverlangde, omdat het een souvenir was. Den lsten dezer zijn te St.-Petersburg aangekomen luitenant Danenhauer met den matroos Cole en den hofmeester Tang Sing, van de „Jean- nette", op weg om over Parijs naar deVereenigde Staten terug te keeren. Met hen was uit liberie gekomen de natuuronderzoeker Newcomb, maar deze was te Moskou achtergebleven. De luitenant lijdt nog aan de oogen, maar verkeert anders in goede gezondheid. Hij heeft meer dan ééne operatie moeten ondergaan en beide oogen kunnen nog zeer weinig licht verdragen, zoodat hij een blauwen bril en eene groene kap draagt. De matroos Cole is nog altijd in zijne geestvermogens gekrenkt en moet voort durend bewaakt worden; onderweg had hij den luitenant eens aangevallen en met een mes gewond. Een kozak had hem den geheelen weg van Irkutsk naar St.-Petersburg onder streng toezicht gehouden. Men wanhoopt echter nog niet aan zijn herstel. De Chineesche hofmeester zoowel als de heer Newcomb heeft alle vermoeienissen en ontberingen goed doorstaan. Er zijn een paar personen van dit geredde deel der expeditie in Siberië gebleven om aan de nasporingen van don ingenieur Melville naar kapitein De Long deel te nemen, maar luitenant Danenhauer durfde niet hopen dat men hen nog levend in de wildernissen van de Ob zou terugvinden. Het is nu gebleken dat er niet zeer ver van de plaats, waar kapitein De Long en de zijnen geland moeten zijn, een dorp is, waar de schipbreukelingen de noodigste ondersteuning had den kunnen vinden; maar zij wisten dat niet en sloegen de tegenovergestelde richting in. Luitenant Danenhauer stelde niet veel vertrouwen in de kaarten van die streken en meende dat zelfs de nieuwste onderzoekingen weinig tot eene betere kennis in dat opzicht haddon bijgedragen. Ook verwachtte hij niet veel van de pogingen om een handel op de monden der Siberische rivieren te openen. De schipbreukelingen zijn te St.-Petersburg zeer hartelijk ontvangen en werden zoowel door de auto riteiten als door geleerde genootschappen en parti culieren met opmerkzaamheden overladen. In Siberië was dit trouwens ook reeds het geval geweest zoover de omstandigheden dit toelietenluitenant Danenhauer roemt vooral de bannelingendeze vor men het intelligentste deel der bevolking van Siberië. BUITENLAND. Frankryk. Omtrent Souzouki, den sedert eenigen tijd ver dwenen attaché der Japansche legatie te Parijs, ontving de „Figaro" een brief van iemand uit Wee- nen; deze schreef dat bij den vorigen Zaterdag (22 April) van Parijs naar Straatsburg was vertrokken, te gelijk met Souzouki, dien hij den volgenden morgen aan het station te Straatsburg had gezien; hij vroeg daar of er niets voor hem gekomen was. De berichtgever denkt dat Souzouki nog altijd to Straatsburg i3. Volgens een ander blad zou hij naar Saigoon zijn vertrokken. De voormalige hoofdofficier Apté, wegens mede plichtigheid aan de „schandalen van Bordeaux" tot eene gevangenisstraf van 5 jaren veroordeeld, is in de gevangenis van Riom overleden. Hij was 70 jaar oud. Groot-Britannië. De „Times" meldt dat de Portugeesche regeering een wetsontwerp in gereedheid heeft gebracht tot verhooging van alle bestaande belastingen met 6 pet. Daardoor zou eene hoogere ontvangst van 222,222 pd. st. verkregen worden. Do minister Chamberlain zou, naar gezegd wordt, het ministerschap voor Ierland geweigerd hebben. Uit Dublin wordt gemeld dat de Parlementsleden Parnell, Dillon en O'Kelly uit de gevangenis zijn ontslagen. Bij het Parlement is overgelegd het tractaat gesloten tusschen koningin Victoria en den vorst van "Waldeck naar aanleiding van het huwelijk van prins Leopold en prinses Helena. Het werd den 20sten April te Londen geteekend. Art. 4 bepaalt dat de vorst aan zijne dochter een bruidsschat van 100,000 mark (60,000 gulden) toekent, die vier weken na het huwelijk zal worden ter hand gesteld aan door do koningin aan te wijzen personen. Verder werd bepaald dat de vorst zijne dochter een be hoorlijken uitzet zou geven. Bij art. 5 deed prinses Helena afstand (met het oog op een bestaande overeenkomst tusschen Waldeck en Pruisen) van alle rechten op de opvolging van den troon van Waldeck; de hertog van Albany verbond zich dit door zijne onderteekening te bekrachtigen. Oosten**.-Hong. Monarchie. De Kamer heeft het douanetarief betreffende de granen, mout en groenten aangenomen volgens het voorstel van de meerderheid der commissie. Zij heeft evenwel den vrijen invoer van granen vergund in Tyrol, Grandisca, Triest, het district Adelsberg, Dalmatië en de Herzegowina. De werkstaking der mijnwerkers in het noorden van Bohemen is bjjna geëindigd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1882 | | pagina 2