LEIDSCÏÏ DAGBLAD. ft0. 6799. Maandag 17 April. A0. 1882. PRIJS DEZER COURJLET: Voor Leiden per 8 matndeo.L10. Franco per post1.40. Afzoadorltjke Nommers.0.65. Dete Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER AD VERTESTIEN: Vin 16 regels 1.06. Iedere regel meer 0,17^. Grootere letters naar plaaisraimle. Voor bei incassee- ren buiten de stad wordt 0.10 berekend. Bit Jïommer bestaat uit TWEE BLADEN. Eerste Blad. Voor de lnteekenaren daarop behooren bij dit nummer van het Leidsch Dagblad de Nos. 58 tot 61 der Ingekomen Stukken van den Gemeenteraad. Gas- of electriseh licht. Rij de behandeling in den Gemeenteraad van het voorstel tot ©itbreiding en vernieuwing dor gas fabriek kwam ook ter sprake de vraag, in hoever de uitgave van de zoo aanzienlijke som voor dat omvangrijke werk benoodigd, te verdedigen viel met het oog op de mogelijkheid dat het gaslichteerlang v^erd verdrongen door het meer en meer in toe passing gebracht electriseh licht. Ja, B. en Ws. achtten, en te recht, die vraag van zoo groot ge wicht, dat zij haar ook aan de bij raadsbesluit van 22 Juli 1881 benoemde deskundigen, de hh. Simon Thomas en A. J. Yan Eyndhoven, ter beantwoor ding voorlegden. Op verschillende gronden kwamen do deskundigen tot de conclusie, dat de kans op toenemiDg van het gebruik van hot electriseh licht geen reden mocht zijn om de uitbreiding aan de fabriek achterwege te laten. Op het viertal motieven, door die heeren aange voerd, valt bij een nauwkeurige nalezing nog wel het een en ander af te dingen. Men oordeele. „Ten vierde is het niet mogelijk om do electriciteit zoo op te hoopen als men het gas kan doen. Zij moet gebruikt worden zoo gauw als zij gemaakt is, terwijl men een voorraad gas kan bewaren tot men hem noodig heeft. Doch het schijnt dat ook dit bezwaar opgeheven lean worden." En vervolgens wordt er verwezen naar de accumulators van Faure. Maar, zou iemand met gewoon gezond verstand hierop antwoordeneen bezwaar, dat als opgeheven kan worden beschouwd, is ook Diet als reden tot bestrijding van een zaak aan te voeren. Zonderlinger indruk nog maakt een zinsnede, waarvan de aanhef aldus luidt: „Doch in het ergste geval, voorondersteld dat het electriseh licht zich na b. v. een tiental jaren oen weg heeft gebaand" ene. Eilieve, vanwaar dat tiental jaren Zulk een groep in het duister past al heel slecht in een rapport van deskundigen, die juist de vraag hadden te beantwoorden, of do aanzienlijke som, die ge vraagd werd voor de uitbreiding der fabriek, wel den tijd zou hebben om rente af te werpen. Het zou wel eens kunnen blijken, dat dit tiental al heel ruim was genomen. De aandacht van alle belangstellenden verdient in dat opzicht een opstel in de Maart-aflevering van het „Tijdschrift van do Ned. Maatsch. tor bevordering van Nijverheid", onder het opschrift: „Toenemend gebruik van elec triseh IScht." „Al de straten van de stad Godal- ming in het graafschap Surrey, Engeland," zoo lezen wij daar, „worden thans electriseh verlicht." De aannemers, Calder en Barret, Westminster Bridge Road, hebben deze verlichting aangenomen tegen een voel lageren prijs dan die mot gas." Een ge- heele stad dus electriseh verlicht, en dat goed- kooper dan hot met gaslicht geschiedde. Ons dunkt dat de tien jaren, zoo maar klakkeloos door des kundigen in hun rapport gesteld, jaren van buiten gewoon kleinen omvang dreigen to worden. Daarop volgt nog in bovengenoemd opstel: „Ook de ste den Kimberley in Natal, Castleford, Dundee en Abergstwith zijn electriseh verlicht of maken daartoe voorbereidingen." Het volgende merkwaardige, in cijfers gebrachte feit zal onzen lezers genoeg te denken geven. „In 1876", zoo wordt uit Londen bericht, „toen de aandeelen der Londeneche gasmaatschappijen 10 pCfc. dividend afwierpen, was hun gemiddelde koers 216 pCt.; thans geven zij in doorslag, 11V4 pCt. en hun gemiddelde koers is slechts 175, zoodat zij feitelijk een rente opleveren van meer dan 6 pCt. De waardevermindering dier aandeelen is alleen het gevolg van de vrees voor concurrentie door het electriseh licht." Wij zullen geen dorre opsomming gevon van de gebouwen, waarin in den laatsten tijd zoowel in Engeland als elders electrische verlichting werd aangebracht, maar alleen stilstaan bij die gevallen, waaromtrent iets bijzonders valt op te merken. In de eerste plaats: „De groote Opera te Parijs werd gedurende de electrische tentoonstelling ver licht door verschillende stelsels van lampen; daar de stoommachine een hinderlijk gedruis maakte, werd de electrische stroom geleverd door oen Brush Generator, opgesteld in het tentoonstellingsgebouw in de Champs Elysóes op 4000 M. afstand van het ■operagebouw. Nooit heeft er verduistering plaats gehad, evenmin als in het tentoonstel lingsgebouw." Hierdoor valt weg het bezwaar, door deskundigen in hun rapport in de derde plaats tegen het electriseh licht aangevoerd, waar zij zeggen: ■„Ton ]derdej kan het electriseh licht soms plotseling I uitgaan, zonder dat men hiervoor altijd oorzaken weet te vinden, iets wat bij het gas niet kan j plaats hebben." Vorder verdient opmerking de verklaring van J den schrijver, dat hem „geen voorbeelden bekend j zijn, dat men van deze verlichting, eenmaal op groote schaal beproefd, is teruggekeerd tot het gas. Wie de schitterende veriiehliug in de Champs Elysóes en der Place de la Concorde gezien heeft, zal moeten bekennen, dat het publiek geen vrede meer zou kunnen hebben met gasverlichting, al kwam die goedkooper uit." Daarbij houde men in het oog dat een der rede nen, waarom het gas nog niet door de goedkoopere petroleum werd verdrongen, nl. de gemakkelijke en snelle wijze van ontsteken, vooral voor fabrieken en werkplaatsen van zoo groot belang, in nog meerdere mate bij het electriseh licht aanwezig is. „Door even op een knop te drukken, wordt een vertrek op eenmaal verlicht", zegt de schrijver, aan het slot zijner opsomming van de verlichting in den Botanischen tuin te Antwerpen sprekende. Wat voorts nog de kosten betreft, mag oen be langrijk punt niet over het hoofd worden gezien, dit nl., dat daar, waar reeds stoommachines voor handen zijn, zooals in fabrieken, de electriciteit goedkoop kan worden verkregen. Het ligt dus voor de hand, dat bij nog slechts eenige meer uitge breide toepassing yan het electriseh licht, dit aller eerst in fabrieken en werkplaatsen met eigen stoom- vermogen zal worden aangebracht, met andere woorden: de gasfabrieken zullen zich het eerst haar groote afnemers zien ontvallen, en wanneer zij dan tevens, ter wille der concurrentie, hare prijzen zullen moeten verlageD, begrijpt men licht dat er van het afwerpen van rente wel geen sprake zal kunnen zijn. Eu die concurrentie is reeds nu aan wezig. Ten bewijze daarvan halen wij nog de vol gende zinsnede uit het Nijverheidstijdschrift aan„In het Suth Kensington-museum kostte do verlichting voor 16 Brushlampen, de oprichtingskosten niet medegerekend, gedurende een jaar f 1650. De gas verlichting kostte f 6720. Een bezuiniging, waardoor het aanlegkapitaal spoedig terug wordt verkregen." In het laatste half jaar sinds de verschijning van het rapport der deskundigen (3 Oct. 1881) heeft men dus op het gebied der electrische ver lichting weder een belangrijke schrede voorwaarts gedaan, en geen wonder! Het is een zaak, op wier verbetering zoowel de Oude als de Nieuwe Wereld zich met al hare krachten toeleggen. Voor zoover de gasfabrieken - en dat is hier te lande meestal het geval - gemeente-inrichtingen zijn, zal de alge- meene toepassing der electrische verlichting met tal van bezwaren of liever tegenwerking hebben to kampen. Onder den drang der omstandigheden zal het gaslicht echter voor hot electrisoh licht moeten wijken, en dat dit binnen heel wat korter tijd dan de door de deskundigen zonder eenigen grond ge stelde tien jaren zal geschieden, mag men veilig aannemen met het oog op hetgeen elders plaats heeft. LEIBEX, 15 April. Bij do vaststelling door den gemeenteraad van de verordening houdende reglement voor eene Hoogere Burgerschool voor Meisjes werd de opmer king gemaakt dat ook de verordening op de Hoogere Burgerschool voor Jongens aan eene herziening zou moeten worden onderworpen, omdat daarin enkele bepalingen voorkwamen, waarin daden van beheer en bestuur werden opgedragen aan de Commissie van Toezicht, hetgeen, ook naar het oordeel van den inspecteur van het middelbaar onderwijs, in strijd werd geacht met de Gemeentewet, krachtens welke het beheer over gemeente-inrichtingen behoort tot de competentie van het gemeentebestuur. Door de aanneming van de voorgestolde bepalin gen in het reglement voor do Meisjesschool heeft do Raad zich met het bovenbedoeld beginsel ver- eenigd, zoodat het reglement voor de Jongensschool daarmode in overeenstemming zal moeten worden gebracht, B. en Ws. hebben uit dien hoofde een gewijzigd reglement ontworpen en daaromtrent het advies van de Commissie van Toezicht en don inspecteur ingewonnen. In hun ontwerp waren overigens geene belangrijke wijzigingen van het bestaande reglement aangebracht. Alleen zal vervallen do vacantie van 8 dagen omstreeks Pinksteren. Overeenkomstig hun voorstel had namelijk do Raad geene Pinksterva- cantie voor do Meisjesschool aangenomen en het kwam B. en Ws. voor, dat daaraan evenmin voor de Joigensschool behoefte bestond, zoo wol met het oog op het aanzienlijk aantal vacantiedagen in het algemeen, als op den goringeu tijd, die tusschen Paschen en Pinksteren en tusschon laatstgenoemde kerkelijke feestdagen en den aanvang der zomer- vacantie gelegen is. Blijkens de nu overgelegde adviezen konden zoowel de Commissie van Toezicht als do Inspecteur zich met het ontwerp in hoofdzaak vereenigen; slechts omtrent enkele punten bestond verschil van ziens wijze. Wat de verlenging der Paaschvacantie betreft in verband met do voorgenomen afschaffing der Pinkstervacantie, vereenigen B. en Ws. zich gaarne met den vronsch der Commissie, zoodat zij te dien aanzien de bepaling in het reglement hebben op genomen dat do lessen ook stilstaan omstreeks Kerstmis 14 dagen, de week vóór Paschen en de Paaschweek. 4 Ten aanzien van de overgangs-examens geven zij den Raad in overweging eene dergelijke bepaling op te nemen als voor de toelatings-examens is vastgesteld en de tweede alinea van art. 21 te doen luiden als volgt: „De overgangs-examens worden afgenomen door een commissie, bestaande uit één lid van de commissie van toezicht, door die commissie aan te wijzen, den directeur der school en de leeraars door den directeur aan te wijzeD." Bij aanneming hiervan stellen zij tevens voor om de desbetreffende bepaling in de verordening houdende reglement voor eene hoogere burgerschool voor meisjes daar mede ook in overeenstemming te brengen. Behalve de afscheidsvoorstelling in den schouw burg alhier van den heer W. Yan Zuylen op Maan dag a. s., zal ook het Fransche opera-gezelschap uit 's-Hage nog eene voorstelling geven. De reeds meermalen hier tevergeefs verwachte opera „Carmen" zal Woensdag 19 April worden opgevoerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1882 | | pagina 1