bruid, de bruidegom, benevens een broeder des laat-
eten verdronken.
Te Lyon is zekere Fran$oise E. in hech
tenis genomen, die, in een hotel-garni in dienst,
tal Tan gasten en eindelijk den eigenaar der inrich
ting zelve vergeven had, zoodat zij allen min ef meer
ernstig ongesteld werden. Naar het schijnt heeft het
meisje zich hieraan reeds een jaar lang schuldig
gemaakt zonder eenig doel en zonder dat de ge
raadpleegde geneesheeren er nog in geslaagd zijn
te ontdekken van welk vergif zij zich bediende.
Men vermoedt dat Fran^oise aan eene monomanie
lijdt. Zij ontkent alles.
Yolgens een telegram uit Nieuw-York
kan tusschen heden en Maandag stormachtig weder
verwacht worden op de Fransche, Engelsche on
Noordsche kusten, mot stormvlagen, terugloopende
van het Zuidoosten naar het Noorden.
Dr. Elias, geneesheer te Southport,
heeft zich door vergif van het leven beroofd.
Op den tramweg van het Louvre naar
Yincennes trachtten twee passagiers den conducteur
valsche geldstukken in de handen te stoppen. Deze
echter ontdekte het bedrog en nu ontstond er een
twist, waarbij het tweetal den beambte te lijf ging.
Gelukkig bevonden zich op don tram twee agenten
in burgergewaad, die den conducteur te hulp
twamen en zijn aanvallers dwongen het rijtuig te
verlaten. Vijf andere personen, die zich tot dusver
hadden stilgehouden, wilden nu de politiebeambten
beletten het tweetal in arrest te nemen, en de die
naars der openbare macht moesten hun revolvers
voor den dag halen om hun arrestanten meester te
blijven. Bij dezen, die met de vijf anderen onge
twijfeld een bende valsche munters vormden, wer
den nog verscheiden valsche geldstukben gevonden.
De Pennsylvaansche Spoorweg-Maat
schappij doet eetwagens vervaardigen, bestemd om
aan de expressetreinen tusschen Nieuw-York en
Chicago in het voorbijgaan te worden aangehaakt.
De tafels worden tegen etenstijd, kort voordat de
trein verwacht wordt, gedekt, zoodat de reizigers
onmiddellijk kunnen aanzitten. Na den afloop van
den maaltijd wordt de wagen afgehaakt. Op deze
wijze wordt het oponthoud vermeden, thans nog
onvermijdelijk, nu aan de stations gelegenheid ge
geven wordt om te dineren.
In het district Bochum is eene vrouw
vermoord, bijna ter zelfder plaatse en onder gelijke
omstandigheden als de „Bochumer moordenaar" een
zijner gruwelijke misdrijven pleegde. De dader, dien
de aan zijn voorganger voltrokken doodstraf niet
afschrikte hem na te volgen, is de justitie nog niet
op het spoor.
Een van de slachtoffers van den brand
in het Ring-theater te Weenen is voor den dag
gekomen. Terwijl men hem dood waande en zijn
vrouw en kinderen door giften werden onderhouden,
leefde Joseph Gertler heel rustig in een klein
Hongaarsch dorpje. Het was Gertler te Weenen niet
goed gegaan; hij dreef handel in gevogelte, maar
kon zijn gezin niet onderhouden, hoewel hij zijn best
deed. Den dag na den brand vertelde zjjn vrouw
in wanhoop, dat haar man den vorigen avond in
den schouwburg was geweest - hij had een kaartje
gekregen voor de galerij - en dat hij zeker was
verbrand. Gertler werd inderdaad vermist. Zijn
vrouw kreeg dadelijk 200 florijnen, en er werd
voor hare vier kinderen elk 6000 florijnen bijeen
gebracht, waarvan de rente moest dienen om hen
op te voeden. Dezer dagen kreeg de politie van
Weenen een anoniemen brief nit Hongarije, luidende
dat Joseph leefde en dat zijn vrouw en kinderen
hem geregeld schreven. Betty Gortier werd nu
dadelijk gearresteerd. Zij bekende dat zij uit wan
hoop en den winter met schrik te gemoet ziende,
met haar man het plan had opgevat, op de lief
dadigheid van het publiek te speculeeren. Gertler
is ook gearresteerd. De zaak heeft een pijnlijken
indruk gemaakt, want men begint zich thans af te
vragen of het geld, dat voor de slachtoffers van
den brand werd bijeengebracht, ook bij anderen
wel goed besteed is.
Te Calatafiniop Sicilië drong een slager
den winkel van een vakgenoot binnen, terwijl deze
bezig was aan een luitenant vleesch af te leveren
voor het garnizoen. De indringer greep oen mes en
stiet dat een jonkman, die op een bank rustte, in
den buik; vervolgens keerde hij zich tegen den
eigenaar van den winkel en trof deze in de borst,
doch gelukkig niet doodelijk, want na een hevige
worsteling gelukte hot den luitenant den moordenaar
het mes te ontnemen, waarna hij aan de gendarmerie
werd overgeleverd. Des nachts maakte de man in de
gevangenis door ophanging een einde aan zijn leven.
Zijn slachtoffer was de kostwinner van zijn moeder,
een weduwe met vier jonge kinderen.
KOLONIËN.
BATAYIA, 10 Maart.
Het politiek verslag van den gouverneur van
Atjeh en onderhoerigheden van 3 tot en met 10
Februari jl. behelst de volgende berichtenDe toe
stand in Groot-Atjeh mocht in den verslagtijd gun
stig genoemd worden; nergens werden rusten orde
noemenswaardig gestoord. Ia vele moekims der drie
Sagi's was de bevolking aan het oogsten der padi.
Op vele plaatsen had het gewas eenigermate go-
leden door insecten en veldmuizen. Alleen in de
IX moekims was de oogst vrij rnim en voldoende
voor het eigen verbruik der bevolking. In enkele
streken zal door aankoop van rijst in het tekort
moeten worden voorzien. Het weder was over het
geheel zeer droog en warm. Uit de onderhoorig-
heden werden - buiten de reeds in het vorig verslag
vermelde onderwerping van Samalangan - geene
der vermelding waardige berichten ontvangen. In
Samalangan en Merdoe werd de rust in den laatsten
tijd niet gestoord.
Blijkens het bericht omtrent de volksziekten, die
in Nederlandsch Indië gedurende de maand Decem
ber geheerscht hebben, lezen wij dat gedurende de
laatste zes maanden van het afgeloopen jaar het
aantal koortslijders respectievelijk 121,458,116,805,
96,090, 83,028, 65,216 en 55,234 bedroeg. Yan af
Juli overleden aan koortsen respectievelijk 9104,
9179, 6817, 6857, 4810 en 4736.
De resident van Samarang telegrapheert onder
dagteekening van 3 dezer het volgende: „Toentang-
dijk eergisteravond doorgebroken bij Pengajonwa-
8ing en Djanggar. Veertien stroombrekers wegge
slagen, waarvan zeven grootendeels vernield. Wegen
en omliggende velden staan geheel onder water.
Waterstand te hoog om iets te verrichten."
De geregelde maandelijksche vaart op Ohina van
de schepen der Nederl.-Indische Stoomvaartmaat
schappij begint met 1 April a. s.
Naar men verneemt, heeft de inspecteur der koffie
cultuur, de heer Pies, de meeste kans om directeur
van binnenlandsch bestuur te worden.
Deor den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn de vol
gende beschikkingen genomen:
Civiel Departement. Verleend: Een 2-jarig verlof naar
Nederland, w. eiektc, aan den lsten commies bij het dep. van
onderwijs, eercdienst en nijverheid C. E. Le Clercq; een 2-jarig
verlof naar Europa, w. ziekte, aan den ads.-res. van Meester -
Cornelis (Batavia) C. Muntendam en aan den leeraar in het
hand- en rechtlijnig teekenen aan het gymnasium Willem III te
Batavia G. A. L. Tröger.
Ingetrokken: De tijdelijke terbeschikkingstelling van
den gouverneur van Atjeh en onderhoorigheden van den contr.
Iste kl. bij het linnenl. bestuur op Java eu Madura L. C. A.
F. Laoge, met bepaling dat hij weder bij het kader der contr.
hij het binnenl. bestuur op Java en Madura wordt ingedeeld.
V erleend: Een 2-jarig verlof naar Europa, w. ziekte, aan
den dir. van binnenl. bestuur mr. G. T. H. HeDny; een tweej.
verlof naar Europa, wegens ziekte, aan den onderpastoor bij de
R.-K. gemeente te Batavia M. J. D. ClaesseDo en aan den
houtvester 2de kl. bij het boschw. op Java en Madura J. II.
Van der Menlen.
Ontslagen: Eervol nit 'slands dienst, de hoofdcommies bij
het dep. van ond., eered. en nijverheid F. S. Hartsinck eervol
nit 's lands dienst, de hulponderwijzeres aan de op. derde lagere
school te Batavia M. L. C. E Reuliug.
Benoemd: Tot ads.-res. van Japara W. Th. P. Martens;
van Blitar, tevens vendum. aldaar, P. F. Woesthoff; van Batang,
W. J. G. Vosraaer; tot zout-hoofddepotpakhuismeester te Sa-
rekka, Nembakar en Pingirpapas (Madura), P. L. Otten; bij
het binnenl. bestuur op de bezittingen buiten Java en Madura,
tot contr. 1ste kl., G. J. Harrcbomée en J. Eschbachtot contr.
2de kl. H. J. N. Simons.
Belast: Met de waarneming der betrekking van hontvester
2de kl. bij het boschwezen op Java en Madnra D. J. Crol,
laatstelijk houtvester lste kl., thans belast met de waarneming
der betrekking van houtvester 3de kl.
Departement van Oorlog. Verleend: Een 2-jarig verlof
naar Europa: w. ziekte, aan den mil. ambt. ode kl. H.Mitter-
trainer; wegens 12 jaren onafgebroken dienst in Ncd.-Ind. aan
den kapt. der inf. F. P. Sievers.
Ontslagen: Op verzoek, eervol uit Zr. Ms. milit.dienst,
wegens volbr. diensttijd, met behoud van recht op pens., de
kapt. der inf. J. P. J Schulraaijereervol, uit 's lands dienst,
de mil. ambtenaar 2de kl. C. Kruijt, en de opz. over den
wagenmakers- en kuiperswinkel bij den artillerie constr. winkel
te Soerabaia, R. Schennink; op verzoek, eervol, wegens volbr.
diensttijd, met behoud van recht op pensioen, de kolonel, chef
over den geneesk. dienst D. J. De Leenw.
Bevorderd: Bij het wapen der inf.: Tot kapt., de lste luit.
L. F. Botter; tot lstcn luit. de 2de luit. J. H. Nix.
Departement van Marine. Ingetrokken: De detacheering
san het dep. der marine van den lnit.-ter-zee lste kl. J. J. De
Bruyne en vergunning verleend om te repatrieeren.
BUITENLAND.
Frankrijk.
Op de begrooting voor 1883 wordt voor oorlog
aangevraagd 587,053,800 fr. tegen 571,398,900 fr.
in 1882. Het leger zal 499,961 man tellen, de gen
darmerie en republikeinsche garde meegerekend,
met 129,060 paarden, dat is 1548 man en 2985
paarden meer dan in 1882. De verandering van
patronen zal alleen 2,281,600 fr. kosten.
De Syndicale Kamer der zijdewevers te Lyon
en de „Vereeniging voor sociale studiën" aldaar
hebben de bekenda resolutie der wevers verloochend,
waarbij besloten werd, 1 millioen fr. van den ge
meenteraad te eischeo, ten einde den strijd tegen
de fabrikanten vol te honden, onder bedreiging
van, zoo die som niet verstrekt werd, noch hnnr
noch belasting te betalen.
Groot-BrltannlS.
Te Londen is eene Maatschappij opgericht, die
zich ten doel stelt, voor honden, vogels, katten en
andere dieren, die als huisdieren dikwijls geliefd
zijn, eene begraafplaats aan te leggen.
De Engelsche bladen deelen mede dat de vol
gens de conventie op de Transvaal rustende schuld
425,000 pd. st. bedraagt, waarvan 48,000 pd. st.
aau de Kaapsche Handelsbank; 25,667 pd. st. aan
de houders van spoorweg-schuldbrieven; 27,226
pd. st. aan het Weeskamerfonds, en aan de Britsche
regeering wegens voorschot a 3 pet. 265,000 pd. st.
Het liberale Parlementslid sir Wilfrid Lawson
heeft, te Wigton het woord voerende, o. a. over de
Kanaal-tunnel gesproken. Hij achtte dat eene stout#
en voortreffelijke onderneming. Er waren welmen-
scben, die haar gevaarlijk noemden, wegens don
gemakkelijken toegang, dien, naar hun zeggen, een
buitenlandsche vijand daardoor tot Engeland hebben
zou, en vele militaire autoriteiten waren van dat
gevoelen. Maar hij was bereid om, voor zoorer de
tunnel betreft, voor Engelands veiligheid in te staaa,
indien men maar zes flinke oude vrouwen uit Wigton,
met stokken gewapend, te zijner beschikking stelde,
om aan den ingang van de tunnel te plaatsen.
Oostenr.-Hong. Monarchie.
Op de hoogrlakte van Crivoscië heeft eene ont
moeting plaats gehad tusschen 500 opstandelingen
en de Oostenrjjksche troepen. Laatstgenoemden be
haalden de overwinning, maar bij de vervolging
der insurgenten werd uit de huizen op de troepen
geschoten, die daarbij een verlies leden van zeven
man aan gewonden. De huizen werden in de asch
gelegd. Als eeno bijzonderheid wordt gemeld dat
onder de gerangengenomen personen zich verschei
dene goed gewapende vrouwen bevonden.
De „Politik" van Praag vernam dat de groot
vorst Wladimir had te kennen gegeven, dat de czaar
vurig verlangt naar een samenkomst met dem keizer
van Oostenrijk, maar de grootvorst voegde er bij,
dat de omstandigheden zulk een samenkomst voor
eerst onmogelijk maken.
Blijkens eene depeche uit Zara hebben de
troepen in het gebergte nabij Bïela Gora een groot
hol met drie uitgangen ontdekt, waarin de opstan
delingen uit Crivoscië en de Herzegowina reeds
in den zomer van 1881 eene groote hoeveelheid
ammunitie en proviand verzamelden. Door het be
zetten van Bielo Gora is nu dit steunpunt aan de
opstandelingen ontnomen en zal daardoor stellig
het dempen van den opstand in de Herzegowina
bespoedigd worden.
KONSTANTINOPEL, 13 April. De Russische
gezant, de heer Novikoff, vergezeld van zijne familie
en den heer Thoemer, zal over 14 dagen naar
St.-Petersburg vertrokken.
BRUSSEL, 13 April. Een particulier telegram uit
St.-Petersburg aan de „Indépendance beige" luidt
als volgt„Bij voortduring worden de nauwkeurigste
nasporingen gedaan om de komplotten te ontdekken,
die, volgens geruchten, door de nihilisten zouden
gesmeed zijn om uit te barsten bij de feesten ter
gelegenheid van 's keizers kroning te Moskou.
Generaal-majoor Feodoroff heeft in last gekregen
de spoorbanen tusschen St.-Petersburg en Moskou-
Kostroma te onderzoeken, en zal vergezeld zijn door
zestien officieren der gendarmerie en zes rechterlijke
ambtenaren. Deze commissie moet zich ook naar
Odessa, Kiew en Charkow begeven. Yolgens gerucht,
dat echter bevestiging vereischt, is te Moskou eene
onderaardsche mijn ontdekt in de kerk zelve waar
de kroningsplechtigheid geschieden moet." [Uit
St.-Petersburg meldt de „National-Zeitung" dat
officieren van het spoorwegbataljon de gezochte
goed verborgen mijn op de Nicolaï-baan gevonden
hebben. De aardwerken waren voltooid, een draad-
leiding was onder den dijk aangebracht. Ontplofbare
stoffen on een galvanische batterij ontbraken.]
WEENEN, 13 April. In oene heden gehouden
vergadering, gepresideerd door den minister van