DAGBLAD.
N°. (>729.
Maandag £3 J&auari
A0. 1882.
PBIJS DEZES COURANT:
Tcor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post.1.40.
Afzeockrl'jke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PBIJS DER ADVERTENTIE»:
Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer f 0.17J.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor bet iocasseo*
ren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
Dit Nonimer bestaat uit TWEE BLADES.
Eerste Blad.
K tam.bebiohte.n
NATIONALE MILITIE.
Iiennisgoving.
BURGEMEESTER bn WETHOUDERS yam LEIDEN,
Gelet op artikel 26 der Wet van den 19d*n Augustus 1861,
betrekkelijk de Nationale militie (Staatsblad r.°. 72);
Doen te welen,
Dat het register van inschrijving en de alphabetiscbe naamlijst
«lcr in 183] voor de nationale militie ingeschrevenen, van den
23sten tot eu met den 31sten Januari e k., ter Gemeente-Secretaris
voor elk ter lezifig worden nedvrgelegd;
Dat be'wasr tegen register en lijst, binnen deB tyd der neder-
legging, kan worden ingebracht aan den Commissaris des Konings
in deze provincie, schriftelijk op ongezegeld papier, bij den
Burgemefciter in te leveren.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Bnrgeraeester.
21 Januari 1882. E. KIST, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN bren
gen bij deze ter keunis van de kiesgerechtigden, dat krachtens
do artt. S tn 15 der wet vsn den 20stcn Juni 1851 (Steats-
blad n°. 85), dc- verkiezing van een lid van den Gemeenteraad,
ten gevolge vsb het door den heer Dr. J. E. VAN ITKRSON
JAz. genomen ontslag, die in 1887 moest aftreden, zal plaats
hebben op Dunuag den 21stcn Februari aanstaande.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Bargemeester.
21 Januari 18S2. E. KIST, Secretsris.
Een waarschuwende stem.
De vrceso-ijke ramp iu het Ringtheater te Woenen,
die aan honderden schouwburgbezoekers het leven
kostte on talloozo gezinnen in onvergetelijken rouw
dompelde, heeft althans deze nuttige zijde gehad
dat zij de inwoners van alle steden in, ja buiten
Europa, dio groot genoeg zijn om er één of meer
schouwburgen op na te houden, heeft opgeschrikt
uit do zorgeloosheid, waarmee men plaats placht
te nemen in een gebonw, dat bij meer brandgevaar
dan schier overal elders bestaat, tevens door de
ongewoon groote opeenhooping van toeschouwers
zooveel hinderpalen opleverde om aan dat gevaar
te ontkomen.
In ai die schouwburg-bezittende steden ziju maat
regelen genomen om een mogelijk gevaar zooveel
doenlijk te bezworen, of wel.die maatregelen
zijn niet geuomon, of althans niet in voldoende mate.
Dat ia dezer dagen maar al te duidelijk gebleken
bij do brandpaniek, waarvan do schouwburg onzer
tweede koopstad getuige was. "Waren de bovenste
rangen - zoo vorklaren ooggetuigen - niet zoogoed
als onbozot geweest, dan zou hot gedrang onver
mijdelijk betreurenswaardige onheilen ten gevolge
hebben gehad: de voorzorgen toch omtrent de
nooduitgangen bleken slechts op het papier tebestaan.
Zulke achteloosheid in deze dagen, nu de Weener
ramp een ieder nog zoo vorsch in het geheugen
ligt, is dubbel gevaarlijk; niet alleen omdat men
de mogelijke gevolgen voor oogen heeft, maar ook
omdat de schouwburgbezoekers na al het gebeurde
oneindig vatbaarder zijn geworden voor dat gevaar
lijke verschijnsel, dat men paniek noemt. Do minste
zeng- of brandlucht, een enkele verdachte kreet is
voldoende om alle toeschouwers in verbijstering naar
de uitgangen te doen snellen. Inderdaad, het aantal
van dergelijke gevallen, sinds de Weener ramp in
Duitscho on Fransche schouwburgen voorgekomen,
waarvan de buitenlandsche bladen van tijd tot tijd
melding maakten, is aanzienlijk; ja, de bekende
ramp in het kerkgebouw te Warschau levert het
bewijs dat soortgelijke, uit een of ander loos alarm
ontstane onheilen zich zelfs niet meer tot schouw
burgen blijven bepalen. Is do paniek er eenmaal,
dan is niemand in staat die te bezweren.
Terecht schreef dan ook do N. R. Crt. naar1
aanleiding van het voorgevallene, dat het valscho
brandalarm in den Rotterdamschen schouwburg
althans dit heeft geleerd, dat het onzinnig is door
tastende veiligheidsmaatregelen op dc lange baan
te schuiveD, op grond van de bewering dat onze
schouwburgen bij ouraad spoedig genoeg ontruimd
kunnen worden, „indien de menseben maar kalm
blijven"; want do menschen blijvon niet kalm.
Inderdaad, men moge, buiten gevaar verkeeronde,
zoo bedaard mogelijk over de zaak redeneeren, uit
varen misschien tegen de groote menigte, die dom
genoeg is om het hoofd te verliezen - dat bewijst
nog volstrekt niet dat men, zelf zich in het geval
bevindende, de zoo noodige bedaardheid zou behouden.
Wanneer men van ooggetuigen verneemt, hoe het
bij de paniek in den Rotterdamsehon schonwburg
tooging, waar mon van het balkon bezoekers op
het tooneel zag springen, waar zelfs de leden van
het orkest de vlucht namen, ja ook op het tooneel
de grootst mogelijke verwarring begon te heerschen,
en dat alles te midden van angstkreten en een on
heilspellende brandlucht, dan moet men er zich over
verwonderen dat velen nog genoeg tegenwoordigheid
van geest behielden ora te blijven zitten.
Het eenige middel nu om de noodlottige gevolgen
van hot door zulk oen paniek veroorzaakte godrang
te voorkomen, is - hot behoeft wel nauwelijks ge
zegd - een genoegzaam aantal uitgangen, berekend
voor eon goed bezette zaal, met en benevens hulp-
lichten, voor hot geval bij werkclijken brand de
gasleiding moet worden afgesloten.
Hoe is hot nu in dat opzicht in onzen schouw
burg gestold? Het antwoord op do interpellatie, in
de gemeenteraadszitting van den 12den dezer door
don heer Zaayer deswege tot den voorzitter gericht,
heeft daaromtrent eenig licht doen opgaan, dat
naar onze bescheiden meening niet in alle opzichten
bevredigend mag heeten. Wat do uitgangen betreft,
blijkt uit het antwoord reeds duidelijk genoeg, dat
zij, althans voor een mogelijke paniek, verre van
voldoende zijn, want zij zullen worden vermeerderd
door er nog een aan te brongen in de woning van
den concierge, terwijl men mede in onderhandeling
is mot hot gesticht Groeneveld om ook in den tuin
daarvan een deur te mogen maken. Dat zullen on
getwijfeld belangrijke verbeteringen zijn; maar het
is niet voldoende, dat zij worden aangebracht: er
dient ook zeer groote haast mee te worden gemaakt,
vooral nu het publiek uit het antwoord op de inter
pellatie weet, hoe het met de zaak gesteld is cn
dat er b. v. bij brand in het magazijn - een geval
dat lang niet tot de onmogelijkheden behoort - nog
slechts een nooduitgang, naar de woniDg van deu
concierce, beschikbaar zou wezen. Wat de onder
handelingen mot het gesticht Groeneveld betreft,
mag men zeker aannemen, dat van die zijde geen
bezwaar zal worden gemaakt, daar het hier even
eens slechts een uitgaDg voor den tijd van nood
geldt, waaraan tal van menschen het leven zouden
kunnen te danken hebben.
Ten opzichte van de noodlichten maakt het ant
woord dat er proevoa met lantaarns genomen zijn
en nog worden voortgezet, wel een ietwat zonder
lingen indruk. Heel veel proeven zijn o. i. daaromtrent
niet noodig; de hoofdzaak is, dat er genoeg en geen
miniatuur olie- of kaarslichten aanwezig zijn om, zoo
het gaslicht mo8t worden uitgedraaid, den bezoekers
den weg naar de uitgangen te wijzen. Daarom
moeten die noodlichten, gelijk dat b. v. thans in de
hof- en de hoofdstad is ingevoerd, bij elke en
gednrendode geheel e voorstelling alle branden;
ze aan te steken op het oogenblik dat er brand
gevaar mocht ontstaaD, zou meestal onmogelijk zijn.
Bij dat alles is echter haast, groote haast. Na
de waarschuwende stem uit Weenen, gevolgd door
die uit Rotterdam, zou de verantwoordelijkheid ont
zettend groot zijn, indien in onzen schouwburg een
paniek met noodlottigen afloop ontstond, terwijl men
nog steeds onderhandelde of proeven nam.
LEIDEN, 21 «Januari.
In het vorige jaar zijn door de politie
alhier opgemaakt 242 processen-verbaal in zake
de justitie en 570 processen-verbaal in zake politie-
overtredingen, terwijl aan 467 personen nachtver
blijf is verleend, die daarna naar hunne woonplaatsen
zijn voortgeholpen. In politiobewaring wegens dron
kenschap als anderszins werden gesteld 447 per
sonen. Er hadden gedurende dat jaar 43 branden
plaats, waaronder 3 van ernstigen aard. Te water
vielen 72 personen, waarvan er 5 verdronken, terwijl
2 personen aan bekomen brandwonden overleden, en
verder 1 door kolendamp, 1 door vallen, 2 door zelf
moord en 2 ten gevolge van beroerte den dood vonden.
Gedurende de eerste helft der maand Dec.
zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende
brieven, welke wegens onbekendheid der geadres
seerden niet besteld konden worden:
S. Steyn, A. J. Smidt, Amsterdam; J. Ottas,
's-GravenhageP. H. Hulst, Groningen; J. J. H.
Yogel, Haarlem; Mevr. H. Engebron Ten Oever,
Kralingen; A. Virnly, Johannes Dekker, W. J.
v. d. Kolff, Leiden; Suetsloot, Nieuwer-Amatel
Meyer, Nijmegen; P. Thijs, P. Rijpen, J. De Lange,
Rotterdam; Dirk Kats, Sloten; A. Van der Holst,
Sprang; Mej. A. M. v. Noort, M. "W. Van Noord,
Utrecht; J. Kranenborg, Voorschoten; Wed. D'Au-
merio, Zutfen; J. C. Flipse, A. Heukelman, niet
vermeld. Briefkaarten: N. Nijman, Mej. Wijsman
gob. Dioben, Wed. Verhoeven, Amsterdam; Tufe,
Mej. A. Broekmeyer, 's-Gravenhage.
Gedurende deze week zijn dagelijks in het
Werkhuis alhier opgenomen van 5372 volwassen
personen en van 9—12 kinderen.
Do vorstin van Waldeck-Pyrmont, moeder
van onze Koningin, wordt met hare jeugdige dochter
Elisabeth in het begin van Februari in de residentie
verwacht. In het koninklijk paleis aldaar worden
reeds appartementen voor de vorstelijke gaston in
gereedheid gebracht.
Blijkens den eerst nu verschenen Studenten-
Almanak studeeron aan de universiteit te Groningen
thans 333 studenten, onder welke 5 vrouwelijke.
Van hen studeeren in de godgeleerdheid 23, in de
rechten 102, in de geneeskunde 134, in de wis-
on natuurkunde 34, in de letteren en wijsbegeerte 40.
Het vorigo jaar bodroog het getal der studenten
300. De vermeerdering komt vooral aan de genees
kundige en letterkundige faculteiten ten goede.
Intusschen moet hot getal werkelijk aldaar stu
deerenden met enkele later bijgekomenen verhoogd
worden, daar do opgave gedagteekend is op den
5den November 1881.
Door het gemeentebestuur van Sloten is be
sloten, op de gedane aanvrage geene concessie te
verleenen voor het aanleggen van een stoomtram
langs den Uitweg, voor zoover deze onder beheer
dier gemeente behoort.
Men zal zich herinneren dat in de onlangs
te Brussel gehouden internationale spoorweg-con
ferentie besloten is, bij meerderheid van stemmen,
om den zomerdienst voortaan 1 Jnni in plaats van
15 Mei te laten beginnen, maar dat daarbij onge
veer allo Noord-Duitsche eu vele Belgische, Neder-
landscbe en andere spoorweg-directiën zich buiten
stem hielden. Op de vraag wat nu geschieden zal,
wordt aan de H. C. van goederhand het volgende
verzekerd: „Op alle Duitsche spoorwegen, behalve
Beiersche, en op die van Belgie en Nederland zal
het begin van den zomerdienst op 15 Mei bepaald
blijven. De directiën echter der Oostenrijksch-Hon-
gaarsche, Zwitsersche en Beiersche spoorwegen zul-
1 len haren zomerdienst eerst op 1 Juni beginnen,
maar alleen voor het lokaal verkeer. Voor de aan
sluiting met die landen, waar de oude termijn be
houden wordt, zal het te Brussel genomen besluit
derhalve van geene beteekenis zijn."