K°. G698. Vrijdag 1® December. A". 1881. Tea late, Nieuwe Gedichten. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Van bovenst, premie is nog een klein getal exempl. disponibel, dat Vrijdag en Zaterdag aan de abonnés uit de omstreken zal worden afgeleverd, zoolang de voorraad strekt. Aan het verzoek van eenige abonnés om meer dan een ex. te bekomen, kunnen wij onmogelijk voldoen. Bij dit nommer van het Leidsch Dagblad behoort voor de inteekenaren daarop het •fficiëel Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad: zitting van Donderdag 8 Decernber, bladz. 103107. LEIDSCH DAGBLAD. Jiiweregnatiaw—Wwrmi— PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers.0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEX: Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17). Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het ineassee- ren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. LEIDEN, 15 December. Bij do behandeling van Art. 85 - het stichten van een academiegebouw op de Ruïne alhier - werd door den hoer Donner gisteren iu de Tweede Kamer dezen post, die z. i. niet noodzakelijk was, zoowel wat de Academie als wat het Mnsenm betreft, be streden. De minister beriep zich wol, wat het eerste betrefr. op het bouwvallige en gebrek aan ruimte, maar sprokor kon verzekeren dat hij bij een onder zoek in loco nergens de bouwvalligheid bespeurde. De ruimte is wel niet groot, maar daarin kan voor zien worden door aankoop van een aangrenzend perceoL Ook den anderen post aebtto hjj, hoewel wenschelijk, niet noodzakelijk. Hij zon wel gaarne die beide gebouwen zien verrijzen, en hoewel hij vreesde dat wanneer de Ruïne voor het doel onge bruikt blijft daar ter plaatse eene hoogere burger school Yoor meisjes zal worden opgericht, kon dit hem e£ niet toe brengen den post, zij het dan ook voor memorie uitgetrokken, aan te nemen. De heer Van der Kaay herinnerde dat deze memoriepost reeds vroeger op de begrooting voorkwam, zonder dat difc pus iets verder heeft gebracht. Hjj zou niet wijzen op de noodzakelijkheid dor beoogde verbe teringen, maar gaf in ernstige overweging om eene som in to vullen waardoor de uitvoering verzekerd werd. De heer Van Eek vereenigde zich ook niet met eon blooton memoriepost. Met het zninigheids- argument van den heer Donner ging hij niet mede, want dan kan men wel alles wat nuttig en noodig is in het belang van de wetenschap, achterwege laten. Hij wees deswege op het adres van curatoren. Maar de voorstellen moeten behoorlijk gemotiveerd zijn. Lt j wilde zich nog niet bepaald uitlaten over de stichting van het academiegebouw op de Ruïne; wellicht dat verbouwing en uitbreiding van het aloude eerbiedwaardige gebouw kan plaats hebben, maar in e'k geval wilde hij geen memoriepost, maar wel een goed uitgewerkt en gemotiveerd voorstel. De minister van binnenlandsche zaken betoogde de noodzakelijkheid van het artikel; de alles dominee ronde vraag is of de Kamer de regeering in de gelegenheid wil stellen een nieuw academiegebouw te stichtenmet het oog op de behoefte wenschte de regeerisg een uitspraak uit te lokken. Hij wees ook op het adres van curatoren. De memoriepost diende om aan de regeering het gevoelen dor Kamer te doen kennen. Do reeds aangekondigde voorstelling door de Tooneelvereeniging „Harmonie" te geven, ten be hoeve van weduwen on weezen van verongelukte visscherB, wordt gegeven op Donderdag 29 December a. s. met welwillende medewerking van de Onder officiers vereeniging „Door vriendschap vereenigd". Er zal worden opgevoerd: „Een paar ton,"blijspel met zang in drie bedrijven, voorafgegaan door „De Werkman," drama in een bedrijf, in verzen door Eugene Mannel. Bjj het gemeentebestuur alhier hebben wederom .99 personen om vergunning gevraagd tot nitoefening van den kleinhandel in sterken drank na 1 Mei a. s. Het getal aanvragen is nn tot 182 gestegen. De heer J. J. Van Noort, candidaat te Nijkerk op de Veluwo, heeft voor de op hem uitgebrachte beroeping naar Benthuizen bedankt. Naar men verneemt, zijn de Koning en de Koningin voornemens om zich den 28sten dezer van hot Loo weder naar de residentie te bega vod, alwaar HH. MM. een geruimen tijd zouden vertoeven. Men verwacht een ernstig verschil tusschen Gedep. Staten van Zuid-Holland en het gemeente bestuur van Den Haag, een geschil over den verkoop van het Badhuis. Men beweert namelijk, dat bij Gedep. Staten twijfel is gerezen omtrent 's Raads bevoegdheid om te besluiten tot verkoop van het Gemeentebadhuis te Scheveningen en dat een onder zoek wordt ingesteld naar de titels der gemeente. Op zich zelf geeft art. 143 der provinciale wet daartoe aan de Gedeputeerden het recht, ook waar geen twijfel bestaat omtrent de rechtmatigheid dezer burgerlijke rechtsbehandeling. Doch nu komt erbij dat die twijfel hier wel schijnt te zjjn gerezen. Niemand heeft ooit het eigendomsrecht der gemeente op het Badhuis betwist, en inderdaad zijn de ge bouwen aan Scheveningen's strand door do gemeente opgericht. Een andere vraag echter is of de grond, waarop gebouwd is, aan de gemeente behoort. Som migen beweren dat dit geenszins zeker is, anderen bestrijden het zelfs en beroepen zich op do vergunning, in 1828 aan het gemeentebestuur verleend, om op gronden van het domein een Badhuis te bouwen. Daaruit zou ochtor nog geenszins een oigendomstitel op den bebouwden grond voortvloeien. Is dit zoo, dan heeft de Raad besloten iets te verkoopen, waarover hij de beschikking niet heeft, en zal men 6f nog den eigendom over den grond moeten trachten te verkrijgen, öf op het besluit tot den verkoop dienen terug te bekomen. Midcl Crt.) Het „Nieuws van den Dag" vermeldt een brief van een der geredden van de sloep „Stuur boord n°. 3", bootsman G. Keyzer, van het stoom schip „Koning dor Nederlanden." Daaruit blijkt dat men nog eenige dagen in de nabijheid bleef van de andere booten doch op 8 October, niettegenstaande de heer Hendriks denvorigen nacht voorbijgezeild was en beloofd had zoo mogelijk bij de sloep te blijven, geheel alleen was. Proviand had men slochts voor 14 dagen en niemand was er die met de kaarten kon omgaan. Toen men op 25 October nog niets van de Chagoseilanden bemerkte, ofschoon de op gegeven koers gehouden was, veranderde men van koers en stevende op goed geluk naar het eiland Ceylon. Het rantsoen was toen reeds verminderd op een half beschuitje per 24 uren en een stukje blikvleesch ter grootte van een dobbelsteen. Vele begonnen toen den moed op redding op te geven, vooral toon een der opvarenden, aan koortsenljjdende, overboord viel en verdronk. De bootsman deed echter al het mogolijke om den moed er in te houden. Eindelijk, na een reis van 32 dagen, werd op den 5den November 's nachts land ontdekt en groot was ieders blijdschap, toen men bemerkte dat het waarlijk het eiland Ceylon was, dat men naderde. Met lof wordt over het ont haal gesproken dat men te Point de Galles, waar men per kar was aangekomen, genoot, Door de handelsfirma C. Hoffmaus en Zonen te Waalwjjk is het navolgende schrijven aan den handel gericht: „De zoo beruchte zwarte bende, hoofdzakelijk gevestigd te Rotterdam, maar die, naar het schijnt, hare vertakkingen door het ge- heele rijk had en van wier schandelijke praktijken zoo menige firma de nadeelige gevolgen moost onder vinden, begint weder teekenen van leTen te geven. Wij raden dus ieder koopman of fabrikant ten zeerste aan, wanneer zij soms met bestellingen van hun nbokende personen worden vereerd, hiermede uiterst voorzichtig te zjjn." De loden der Gymnastiek- en Schermvereeni- ging „Concordia" te Zaandam, van hunnen kant wenschende mede te werken om zooveel mogelijk een ieder de voordeelen, die gymnastische oefeningen voor de vormiDg van een goed ontwikkeld en krach tig lichaam opleveren, deelachtig te doon worden, hebben zich bereid verklaard, schoolgaande jongens van 10 tot 12 jaar gratis onderwijs te geven inde gymnastiek. Per circulaire bobben zij de medewer king van ouders en voogden tot dit goede doel in geroepen. Het hoofdbestuur der „Vereeniging van ge- gepen sion eerde Onderofficieren en minderen van het Nederlandsche Leger" hoeft zich tot den minister van oorlog gewend om eene geldelijke bijdrage ten behoeve dier Vereeniging. Zooals men weet stelt deze Vereeniging zich o. a. ten doel, de militairen die vóór de wet van 29 Mei 1877 gepensioneord zijn en geen verhooging van pensioen ontvingen, te ondersteunen of zoo mogelijk eene jaarlijksche toelaag te verstrekken. Inlichtingen van eiken aard verstrekt volgaarne de heer L. Zeiler te Amsterdam, algemeene Secre taris der Vereeniging. De commandeerende officieren van Zr. Ms. schepen en vaartuigen van oorlog zijn, namens den minister van marine, nitgenoodigd om dek- en onder officieren in het vaste corps, die zich bij herhaling schuldig maken aan misbruik van sterken drank, onvoorwaardelijk voor te dragen tot afvoering uit het corps. Den 5den Doe. heeft Z. M. de Koning in ontvangst genomen de brieven van terugroeping van den graaf Van der Straten-Ponthoz als buiten gewoon gozant en gevolmachtigde van den koning der Belgen bij het Nederlandsche hof. De gemeenteraad van Deventer heeft de geldleening ad 50,000 aan verschillende firma's te Amsterdam, Zwolle en Deventer voor den koers van 1007,0 percent toegestaan. De heer J. C. E. Sala, ontvanger der directe belastingen en accijnaen en van den waarborg en de belasting op de gouden en zilveren werken te Schoonhoven c. a., is benoemd tot ontvanger der directe belastingen en accijnzen te Gouda (buiten gemeenten). Men is te Zalt-Bommel druk bezig aan het herstellen van het huis van Maarten Van Rossum. Hieruit blijkt dat zij onjuist waren ingelicht, die onlangs beweerden dat dit gebouw voor kanton gerecht zou zijn afgekeurd. Het slot der rekening van de koloniale uit gaven en ontvangsten voor Suriname over het dienst jaar 1877 wordt vastgesteld als volgt, nitgaaf: 1,482,806.86'/,; de ontvangst 1,054,325.377»; het nadeelig slot alzoo 428,481.49; - voor Cu rasao, uitgaaf 514,411.99; de ontvangst ƒ314,015.54; nadeelig slot 200,396.45; - voor Suriname over het dienstjaar 1878: de nitgaaf 1,645,097.79'/,;. de ontvangst 1,042,696.12; nadeelig slot alzoo 602,401.67'/,, welke bedragen dientengevolge voor bijdragen uit 's Rijks schatkist tot aanvulling der koloniale middelen over het dienstjaar 1878 zijn noodig geweest. De opbrengst van het vervoer over de Ijjnen der Nederlandsch-Indische Spoorweg-Maatschappij wa3 gedurende de maand November 11. als volgt: Samarang-Vorstonlanden-Willem I 253,388 en sedert 1 Januari 2,915,672, tegen ƒ2,525,708 in 1880. - Batavia-Buitenzorg 52,162 en sedert 1 Januari 643,406, tegen 634,316 in 1880. Het stoomschip „Gelderland", van Rotterdam, laatst vaH Padang, is Maandag te Batavia aange komen; de „Prins van Oranje", van Batavia naar Amsterdam, vertrok dien dag van Napels (volgens

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1881 | | pagina 1