Donderdag 1 December. N°. 6685. A". 4881. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, nitgegeven. Tweede Blad. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden........;..';:;. 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADYERTENTIEN: Van 18 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17$. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incassee- ren buiten de «tad wordt/ 0.10 berekend. Gemengd Nieuws. De mailboot van Ylissingen op Queens- boro meldde Zondag aldaar, dat men op twintig mijlen van Sheerness een gestrand schip gezien had, waarvan de bemanning in het tuig gevlucht was. Onmiddellijk werd een stoomboot ter adsistentie afgezonden, maar toen deze op de plaats van het gestrande schip kwam, was de uitgeputte bemanning reeds door een vaartuig opgenomen en gered. Toen toch de „Prinses Elisabeth" het vaartuig passeerde, waren reeds twee sleepbooten en eene passagiers- boot bij het schip geankerd om adsistentie te ver- leenen. De „Prinses" kon alzoo niets doen,'waarom de gezagvoerder het beter oordeelde om het feit te rapporteeren en door te stoomen naar Sheerness. De dagbladen uit Nieuw-York melden dat er den lOden dezer maand in die stad een vreeselijk ongeluk heeft plaats gehad. Zes perso nen hadden plaats genomen in de car van een a8censeur en waren reeds tot een aanzienlijke hoogte gekomen, toen eensklaps de stalen ketting brak en de reizigers, in plaats van in hunne kamers te kun nen stappen, van de vijfde verdieping in den kelder van het hotel neervielen. Allen werden in bedenke- lijken toestand, met gebroken armen en beenen opgenomen. Te Parijs heeft men twee vrouwen, een moeder en haar 26-jarige dochter, die aan het hoofd stonden van een bloeiende modezaak, des morgens op haar gezamenlijke slaapkamer door kolendamp verstikt gevonden. De dochter was onder trouwd met een beambte der gasfabriek. Onder de papieren der overledenen vond men ettelijke brie ven van een bloedverwant, die naar de hand der dochter had gedongen en haar met zijn wraak be dreigde, ingeval zij met zijn meer begunstigden medeminnaar in het huwelijk trad. Men veronder stelt dat het meisje, beducht voor die bedreigingen, den dood boven een gevaarvol leven heeft verko zen en dat hare moeder onbewust het slachtoffer van dien zelfmoord is geworden. Voor het hof van assises. Voorzitter: „Gjj hebt haar niet alleen gedood, maar haar zelfs veertien wonden toegebracht" - Beschuldigde: „Ja, mijnheer de president, eerst bracht ik haar dertien wonden toe, maar toen herinnerde ik mij nog bij tijds, dat 13 een ongelnkscijfer is." De koetsier van Grévy, den president der Fransche Republiek, reed zijn meester, die een tegenbezoek ging brengen aan grootvorst Constantin van Rusland, in vliegende vaart door de avenue Marceau, toen de bestuurder van een vuilniskar, die daardoor in gevaar dreigde te geraken, den menner van het presidentsrjjtuig eenige hartige scheldwoorden toevoegde. Nauwelijks had Francois den president aan het hotel van den grootvorst afgezet, of hij reed denzelfden weg terug en diende den voerman der vuilniskar, toen hij deze had achterhaald, een zoo geducht pak slaag toe, dat de politie hem inrekende. Toen men aan het politie bureel vernam, wie hij was, stelde men hem on middellijk in staat zijne diensten weder aan zijn hooggeplaatsten meester te bewijzen, die intusschen na afloop van het bezoek geruimen tijd tevergeefs naar zijn rijtuig had uitgezien. „Frangois, dat is niet goed," was het eenige wat de gelijkmoedige Grévy tot zijn koetsier zeide, toen hij het voor gevallene vernam. INGEZONDEN. Het voorstel in zake de Ctascontröle. Onder de laatstelijk bij den Gemeenteraad iDge komen stukken is zeker wel het belangrijkste het tweeledig voorstel van B. en Ws. om 1®. te besluiten, dat door den Gemeenteraad een ambtenaar zal wor den aangesteld, belast met het onderzoek van de hoedanigheid en de lichtsterkte van het gas, op een nader te bepalen jaarwedde, en 2°. B. en "Ws. uit te noodigen een instructie voor dien ambtenaar te ont werpen en aan den Raad ter vaststelling aan te bieden. Dat voorstel geeft veel te denken. Vooreerst blijkt daaruit, dat B. en Ws. den tegen woordigen toestand in zake de controle der lichtsterkte van het gas nog altijd beschouwen als een voorloopigen toestand. Hoe toch zou het anders mogelijk zijn om, terwijl er een controleerend deskundige in functie is, een voorstel te doen om er oen te benoemen De eenige verklaring, welke wjj voor die zienswjjze kunnen vinden, is deze: dat het raadsbesluit van 16 October 1879, bepalende dat een onderzoek zou worden in gesteld naar den toestand van het gaslicht en ten gevolge waarvan commissarissen der gasfabriek den hoogleeraar Rijke hebben uitgenoodigd zich met dat onderzoek te willen belasten, slechts was een voorloopig besluit. Dat karakter van voorloopigheid is echter al heel moeilijk meer toe te passen op het raadsbesluit, genomen in de zitting van 20 Mei 1880 en waarbij werd vastgesteld, dat de lichtsterkte van het gas in het vervolg zou moeten beant woorden, op een afstand van 1000 a 1100 meter van de fabriek, aan die van 16 Engelsche standaard kaarsen, en zulks overeenkomstig de daaromtrent te Londen bestaande voorschriften. Op dat tijdstip nu, toen de Raad tot een per manent onderzoek besloot, had tevens, naar onze bescheiden meening, een definitief controleur moeten worden aangesteld. Intusschen dat is niet geschied en de aanvankelijk opgetreden deskundige bleef in functie om de lichtsterkte van het gas te contro leeren, met andere woorden te constateeren of zij in het vervolg zou beantwoorden aan de ge stelde eischen. Wat toen niet plaats had, stellen B. en Ws. voor, om thans te doen ter volledige regeling der zaak en ook omdat van het onderzoek zooals het thans geschiedt, geen afdoende resultaten te wach ten zijn. Hier komen wij op een terrein met hin dernissen, waarover wij liefst zoo spoedig mogelijk heenstappen. Ook B. en Ws. doen dat, waar zij verklaren dat zij, wat dit punt betreft, meenen te kunnen verwijzen naar de discussiën in onderschei den raadszittingen, waarin de lichtsterkte van het gas werd ter sprake gebracht, „alsmede naar het onlangs behandeld rapport der HH. gasdeskundigen." De bijvoeging der laatste zinsnede is te betreu ren en zou alleszins geschikt zijn om de zoozeer gewenüchte kalmte, welke bij de behandeling der gasquaestie vooral zoo onmisbaar is gebleken, op nieuw in gevaar te brengen. In de gemeenteraads zitting, waarin dat rapport der gasdeskundigen werd behandeld, werd van verschillende zijden en door leden, aan wier zienswijze, in deze groot gewicht mag worden gehecht, verklaard dat men bij het toe staan der belangrijke door de deskundigen geraamde som allerminst wilde geacht worden zich tevens te binden aan het door de deskundigen ongevraagd, d. L buiten hun bevoegdheid uitgebracht advies betreffende de verhouding tusschen controleur en directeur. Het is te hopen, dat die zinsnede niet heenwijst op een streven van het dagelijksch bestnur om de voor den controleur te ontwerpen instructie op te stellen, in den door de gasdeskundigen bedoelden zin. Daardoor zon een zekere entente cordiale tus schen beide functionarissen worden in het leven geroepen, die het onafhankelijk standpunt, waarop de controleur dient te staan, ten eenenmale in gevaar zou brengen. Van welken aard de verhouding tnsschen beide titnlarissen zal moeten zijn in het belang der gas- verbruikers - niet alleen der particulieren, maar ook der gemeente - zal men het best kunnen na gaan uit den toestand, zooals die zich voordoet in de naburige residentie, een toestand, die zoo uit stekend werkt, dat men er zich over moet ver wonderen, dat ons dagelijksch bestuur niet reeds sinds lang daarop het oog richtte ter navolging ook voor Leiden. De controleur aldaar heeft geen andere instructie dan het voorschrift, waarbij wordt be paald het aantal opgaven der lichtsterkte en die van het soortelijk gewicht en de zuiverheid van het gas - respectievelijk twee- en eenmaal per maand. Het onderzoek geschiedt in een daartoe ingerichte donkere kamer in het gebouw der hoogere burger school - op een afstand van de gasfabriek daar ter stede wellicht driemaal zoover als dat hier plaats heeft. Toch heeft men ook daar als maatstaf de 16 Engelsche standaardkaarsen aangenomen, en zij worden in den regel bereikt. Men is er dus vol strekt niet tevreden met de 14 kaarsen, die H.H. gasdeskundigen in hun rapport voor Leiden vol doende achten. Ziehier het bewijs. Over de maand Juni van dit jaar verkreeg de deskundige een gemiddelde opgave van slechts 14.9 kaarsen. Die opgave wordt als gewoonlijk bij het dagelijksch bestuur ingediend, dat nu den directeur interpelleert over die minder gunstige uitkomst. Het bleek - dit zij volledigheids- en tevens billijk heidshalve vermeld - dat de oorzaak was gelegen in een tijdelijk gebrek aan Cannelkolen, natuurlijk geheel buiten de schuld van den directeur. Die feiten, ons van goed ingelichte en onpartijdige zijde meegedeeld, bewijzen 4°. dat de controleur aldaar een van de fabriek en directeur geheel onafhankelijk standpnnt inneemt2*. dat de waarne mingen er met zoo groote nauwkeurigheid geschieden, dat zij de minste afwijking op de gasfabriek constatee ren. Summa summarum: de hoofdvereischten en tevens de eenige vereischten zijn dan ook werkelijk nauwkeurigheid van waarneming en onafhankelijk heid van standpunt van den te benoemen techno loog. Dan zal men, enkele bepalingen omtrent het aantal opgaven daargelaten, desnoods een instructie kunnen missen. Overigens maakt het een zonderlingen indruk, dat in het voorstel van B. en "Ws. eerst wordt ge sproken van de aanstelling, dan van de jaarwedde en eindelijk van de instructie. Een juist omgekeerde volgorde zal dienen te worden in acht genomen wil men den schijn vermijden van personen te stellen boven belangen. En het geldt hier een groot belang, het voort durend en nauwgezet onderzoek van het' gaslicht, door de groote meerderheid van den Raad, en terecht, verlangd en waartegen bij het college van dagelijksch bestuur, gelukkig, in geenen deele bezwaar bestaat; een groot belang voor fabrikanten, nijveren en nering doenden, voor wie deugdelijk gaslicht een onmisbare behoefte iseen groot belang voor alle ingezetenen zonder onderscheid, wier degelijke verlichting van de straten en de openbare gebouwen ter harte gaat. De Raad, de vertegenwoordiging van die allen, zal zeker ook hun billijke wenschen bevredigen en dienovereenkomstig bijzondere belangen en ook het algemeen belang behartigen door een kundig contro leur te benoemen, geheel buiten de fabriek staande, en vast te houden aan de 16 Engelsche standaard kaarsen, die ook elders niet tot het onbereikbare behooren. En daarvoor is o. i. prof. Rijke de als aange wezen persoon, te meer daar deze naar we meenen met Augustus a. s. zijn pensioen krijgt, zoodat zijne betrekking van rijksambtenaar dan niet meer in den weg staat om deze taak te blijven vervullen. Voor de enkele maanden, die alsdan nog moeten ver- loopen, zal de minister zeker geen bezwaar hebben.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1881 | | pagina 1